Ik zag aan de kapo's dat de populariteit van 'Concentratie' steeg, dat het programma steeds meer aandacht kreeg in de pers. Ik hoorde ze er met elkaar over praten, ze fluisterden dat de kijkcijfers alle records braken. Want dat is het enigste wat telde, kijkcijfers. Niet het vermoorden van onschuldigen of het uithongeren van kinderen.
De eerste dagen na mijn aankomst in het kamp waren zwaar, maar dragelijk. De dagen erna, werden overheerst door één gevoel: pijn. Kapo Zdena had het duidelijk op mij gemunt, vanaf de allereerste dag was ze opvallend vaak in mijn buurt. Zij was diegene die mij elke dag afranselde, mij uitschold, mij strafte. Zij was diegene die mij de meeste pijn bezorgde, maar ik ben sterk. Ik weigerde iets van mijn ongemak te laten zien; ik zette een masker op.
Ik zag hoe Zdena door mij geobsedeerd werd. Ze zocht mij steeds vaker op, ze sloeg mij harder en riep luider. EPJ 327 was dit ook opgevallen, dus kwam hij op een dag naar mij en sprak mij hierover aan. Hij vertelde mij dat hij het niet langer aan kon zien dat ik zoveel pijn leed en bood aan om mij te helpen door met de kapo te praten. Ik was even verbaasd, maar liet dit natuurlijk niet merken; ik was sterk en droeg een masker. Een masker zonder barsten. Ik overtuigde hem uiteindelijk dat het niet nodig was en dat ik kapo Zdena wel aankon ik klonk sterker dan ik was. Vervolgens was het een tijdje stil, waarna EPJ 327 vroeg: "CKZ 114, mag ik u vragen hoe u heet?" Ik reageerde met een zachte en rustige stem: "In andere tijden zou ik het u met liefde gezegd hebben, maar in deze omstandigheden denk ik dat dit heel onverstandig zou zijn."
Kapo Zdena wou maar één ding net hetzelfde als EPJ 327, maar dan met heel andere bedoelingen mijn naam. Ze vroeg mij er elke dag naar, sloeg mij wanneer ik weigerde
en ik weigerde keer op keer. Ik leerde nog meer mensen kennen zoals MDA 802; zij gaf me vaak moed en advies zonder dat ze het besefte.
Op een dag werden we net zoals elke morgen naar het plein voor de barakken gebracht en verplicht in een rij gezet. En net zoals elke morgen werden we geïnspecteerd, de zwakken of diegene die voor hun als zwak werden bestempeld werden uit de rij gehaald en geëxecuteerd. Maar die ochtend was anders. Wanneer kapo Zdena MDA 802 uit de rij haalde, onder de beschuldiging dat ze te mager zou zijn, zette ik een stap naar voren en nam MDA 802s hand. Ik trok haar terug in de rij; kapo Zdena keek mij boos aan terwijl ik mijn mond opendeed en tegen iedereen riep: "Ik ben Pannonique!" waarna er een enorme stilte viel. Het was alsof de wereld enkele seconden stil bleef staan. Mijn naam had het leven van MDA 802 gered.
Pannonique
|