De rit duurde lang en dat was moeilijk voor me, want alles bleef zich als een film door mijn hoofd herhalen. Ik ben een paar keer ingedommeld, maar meestal niet voor lang door de hobbels in de weg. Maia staarde me steeds aan met een bezorgde uitdrukking, maar elke keer dat ik haar gedachten probeerde te lezen sloot ze zich af. Ik wou weten wat er in haar omging, ik bedoel maar: we zijn twee maanden niet op school geweest en nu gaan ze ons daar droppen. Onze vriend Achmed zou er wel wat grapjes over maken, maar de rest... Ik weet het niet. Het ergste vind ik nog dat niemand weet dat ik een zus, sorry halfzus, in het ziekenhuis liggen heb. Alleen Maia. Dat moet dan ons laaste jaar worden. Jezus we gaan veel huilen, ik weet het nu al.