In Australië is vandaag een spitssnuitdolfijn van meer dan drie meter lang aangespoeld. Het dier, dat normaal gezien op grote diepte leeft, werd dood aangetroffen op het strand van Redhead, zo'n 150 km ten noorden van Sydney. Omdat een spitssnuitdolfijn eerder zeldzaam is, willen de wetenschappers deze kans benutten om het dier te bestuderen.
"Het is triest maar tegelijkertijd interessant want we kunnen veel meer leren over dit dier nu", verklaarde voorzitter Ronny Ling van ORRCA, een organisatie die ijvert voor de bescherming en studie van zeedieren. "Er is nog niet zo veel geweten over deze dieren". "We hebben maatregelen getroffen en stalen genomen", legde hij verder uit. Het hoofd van de walvis zal naar het Australian Museum in Sydney worden gestuurd, dat gespecialiseerd is in antropologie en natuurgeschiedenis.
De familie van de spitssnuitdolfijnen bestaat uit verschillende soorten en DNA-tests moeten uitwijzen tot welke soort het dier behoort dat vandaag werd aangetroffen. Over de spitssnuitdolfijn is erg weinig bekend omdat het dier op zeer grote diepte leeft. Het Amerikaanse wetenschappelijke blad PLOS ONE publiceerde onlangs nog een studie waaruit bleek dat een dolfijn van Cuvier, een spitssnuitdolfijnsoort, 2.992 meter diep gedoken had en een ander dier maar liefst gedurende 137,5 minuten onder water is gebleven, een record voor zeezoogdieren.
Specialist mariene biologie Elise Bailey verklaarde op de radio dat ze in twintig jaar tijd nog nooit een spitssnuitdolfijn had gezien. Over de doodsoorzaak van het dier, zei ze dat het misschien ziek of oud was, of een trauma had opgelopen