Gena's Duim. En elke blik tussen Peter Falk en Gena Rowlands, beiden aan het uiteinde van een lange tafel vol pasta-etende werfcollega's. Er valt niet één "psychologisch" woord (of "wacko" op het einde zou het moeten zijn) maar elke kleine beweging op het meest kwetsbare gelaat van de Amerikaanse film, elke licht opgetrokken wenkbrauw, elke net iets te lang durende blik spreekt.
Eco sprak ooit in een artikel over het verschil tussen Hemingway voor en na de kitsch. Hemingway voor de kitsch beschreef handelingen en je las de tragiek in elke objectief beschreven handeling, Hemingway na de kitsch beschreef de tragiek die verdwijnt als men haar te rechtstreeks beschrijven wil... De droogste Carver had het ook.
Maar Gena is nog anders.
Kwetsbaarheid lees je in vele gezichten van jonge actrices die met een ragfijne stem een tragiek proberen te incarneren die hen vreemd is (wat eigen is aan het acteerwerk) maar Gena Rowlands slaagt er in om de absolute indruk te creëren dat ze even diep of zelfs dieper dan Mabel (haar personage) is gevallen en, meer nog, ons de vraag te doen stellen of het niet Peter Falk is die moet veranderen...
Ik ken de verhaallijn niet meer voldoende maar de andere ogen die boekdelen spreken in de scène zijn die van de man links van Gena Rowlands - hij weet wat komen zal en hoe de maaltijd zal eindigen.
Mabel gaat voortdurend net iets te ver of net niet ver genoeg. Nooit juist.
Peter Falk zit doorheen de scène exact waar hij moet - zelfs zijn vreemde theorie over de plotse kinderboom past perfect in de macho wereld die hij bevolkt, zijn houding is die van de "man die weet waarom" en net daarom, omdat hij krampachtig wil behoren, conformeren, kan hij Mabel niet plaatsen, vindt hij de woorden niet om haar te plaatsen (of te troosten wat in dit verhaal hetzelfde is) of lief te hebben.
Later zal hij daarom Mabel enkel kunnen stoppen door haar in het gezicht te slaan.
Nu goed, een dwaas idee om in woorden ook maar iets te kunnen weergeven van de intensiteit die elke beweging, elke blik, elk ogenblik van deze 'Woman under the influence' bewoont...
Wat was er met zijn hoofd gebeurd ? Hoe lang tot elk van deze groeven haar definitieve vorm vond ? Zijn stem ook - waar soms een bengel doorheen klonk of de lichtheid van een duizendjarig reptiel - zijn mond was zeker die van een reptiel - zijn tong te klein voor dit potsierlijk breed gelaat.
Wij konden Auden altijd begrijpen omdat poëzie toen nog retorisch allen uitnodigen mocht. En flirten met de makkelijke maar geniale vondst was nooit verkeerd.
Nu krijg je geen klein boek maar alle gedichten één na één en zelfs voor hem is dat teveel. En ook zijn non-fictie koop je op een website verzameld zodat je weifelend gaat zitten en niet weet waar consistentie eindigt en herhaalzucht begint. En toch...