Onze minister van Oorlog is weer op pad. Hij vertoeft
tegenwoordig in Tsjaad, op de grens met Sudan en haar probleemprovincie Darfur.
De opvangkampen voor vluchtelingen in Tsjaad zitten overvol. Steeds vaker komen
de rebellen uit Darfur ook de grens met Tsjaad over. Militieleden ronselen
krachten (ongetwijfeld ook kinderen) in die opvangkampen. Wapens worden er
verdeeld.
Wat doet onze Opperparacommando daar, denk je misschien?
Wel, België heeft daar soldaten in het kader van de Europese missie EUFOR.
EUFOR stuurde sinds 19 februari 2008 3700 militairen uit 15 landen. Ons land
leverde daarom, hou u vast, een recordaantal van 19 soldaten. Minister De Crem
liet vandaag weten dat zij daar niet langer zullen blijven dan strikt nodig.
In het zuiden van Sudan, ook een probleemgebied en een broeihaard van
conflicten, heeft ons land ook troepen. Deze werden gestuurd in het kader van
UNMIS, de VN-missie die de veiligheid in het zuiden van Sudan probeert te
waarborgen. Ons land leverde .... 5 mannen. Ze maken deel uit van een groep
ongewapende militairen van de VN-missie.
Voor operatie Guardian Falcon in Afghanistan daarentegen zijn sinds augustus 55
geniesoldaten in Afghanistan en in de tweede fase van de ontplooiing van de
Belgische troepenmacht daar, kwamen er begin september nog een honderdtal bij.
Ze blijven 6 maanden. De kans is natuurlijk reëel dat onze ministerraad de
opdracht verlengd.
Onze regering weet duidelijk waar de prioriteiten liggen. Gelukkig maar
Vermeld
moet echter dat als het enkel aan onze Opperparacommando had gelegen, we in
Tsjaad en Darfur helemaal geen mannen zouden hebben gehad.
Wat doen onze mannen van Guardian Falcon eigenlijk? Met
F-16's de werking van de grondtroepen beschermen. En als het af en toe eens
niet anders kan, kunnen ze ook wel eens een bom laten vallen. Alleen als het
echt niet anders kan. Oké, nu ben ik gerustgesteld. Dus, alleen als Mister Bush
via een directe lijn naar onze Opperparacommando belt en hem lief vraagt om
alsjeblieft toch een bom te laten vallen omdat het de Amerikanen alleen niet
meer lukt. Ja, Pieter, ik begrijp het wel, Mister Bush heeft het de laatste
tijd al hard te verduren gehad. Ik begrijp het wel.
Probleem is natuurlijk dat ik niet de enige ben die het moet begrijpen. In de
opvangkampen van Tsjaad en Sudan zitten heel wat kindjes. Om de kindsoldaten in
Afrika te tellen hebben we heel wat handjes nodig. Zouden zij het ook
begrijpen? Zouden ze begrijpen dat onze Opperparacommando graag eens bij Mister
Bush op bezoek gaat en dat hij zijn telefoonnummer graag bij Zijn snelnummers heeft?
Terwijl zij wachten. Wachten op hulp, wachten op beterschap. Ja, ik denk
inderdaad dat ze het zouden begrijpen. Ze begrijpen het al zo lang, dat hun
leven onvoldoende waard is.
Het klinkt misschien zeer drastisch: dat hun leven onvoldoende waard is. We leven toch niet meer in het
koloniale tijdperk. Spijtig genoeg is het niets minder dan de waarheid. Er valt
weinig bij te winnen, bij het sturen van troepen naar een achtergestelde regio
in Afrika. De corruptie aanklagen heeft ook al weinig zin. Je brengt er alleen
maar jezelf mee in de problemen. Kijk maar naar onze minister van Buitenlandse
Zaken Karel de Gucht. Nadat hij in het voorjaar van 2007 zei dat democratie, respect voor de mensenrechten en
vrijheid van meningsuiting in Congo geen abstractie mochten blijven brak er
een diplomatieke rel uit tussen beide landen. Hetzelfde gebeurde eerder dit
jaar toen hij zei dat de Congolese
regering meer inspanningen moet leveren om de fabuleuze privileges van de elite
te bestrijden. Het zwaarste incident vond echter plaats in 2004 toen De
Gucht in Rwanda zei dat hij in Congo niet
veel mensen had gezien die in staat zijn een behoorlijke bijdrage te leveren
aan het bestuur van het land. De Gucht kwam veelvuldig in de internationale
pers. Niet met lofbetuigingen omwille van zijn moed om openlijk over de corruptie
te spreken en het bestuur in het ondemocratische Congo aan de kaak te stellen,
wel als neo-koloniaal, als Kuifje in Congo.
Toegegeven, sommige uitspraken gingen misschien wel wat ver, maar ik ben ervan
overtuigd dat dit louter te wijten is aan de frustratie die bij onze minister
moet zijn opgekomen door de muur van onverschilligheid die President Kabila
rond zich heeft opgetrokken met betrekking tot de situatie van de inwoners van
zijn land. Het is ook gewoon de waarheid. De politieke situatie in Congo is
ronduit schrijnend.
Het voorbeeld toont echter wel aan dat het aan de kaak
stellen van wanpraktijken in ontwikkelingslanden je vaak zuur kan opbreken.
Economische relaties met de grootmachten in deze wereld zijn voor een klein land
als België van levensbelang. Opkomen voor mensenrechten kan belangrijke
personen in deze economische relaties voor het hoofd stoten Mannen met macht
maken helemaal niet graag hun handen vuil. Ze staan liever aan de zijlijn,
rijven het geld binnen en sluiten moedwillig de ogen voor het onrecht. . Denk
maar aan Rusland en China. Hoog van de toren blazen voor de onderdrukte
bevolking, kan wel eens politieke zelfmoord betekenen. China en Rusland hebben
voldoende macht om in hun land en met hun land te doen wat hun belieft.
Als daarbij nog komt dat een afweging moet worden gemaakt tussen verschillende
missies, komen er nog meer internationale belangen om de hoek kijken. Dit is in
deze zaak ook het geval. De keuze gaat tussen Afghanistan, waar we als we
meedoen van de zwarte lijst van het Witte Huis kunnen worden gehaald,
enerzijds en het arme Afrika waar niemand in geïnteresseerd is (behalve dan als
het op natuurlijke rijkdommen aankomt), anderzijds. Maar we sturen wel troepen
naar Afrika, kwestie dat men ons niet kan verwijten onmenselijk te zijn. De
cijfers spreken echter voor zich. Afrika is niet alleen economisch een
achtergestelde regio. Nee, niemand vindt het nog de moeite waard om er
militairen naartoe te sturen.
Onze Tsjadische en Sudanese vrienden zullen hun eigen
boontjes moeten doppen. Er broeit iets,
zei een Belgische onderofficier vanmiddag in het nieuws. De Crem liet weten dat
de soldaten er niet langer blijven dan noodzakelijk. Vertaling: zo snel
mogelijk terugtrekken en de mannen overleveren aan Mister Bush. Met pijn in het
hart moeten we onze vrienden in het zuiden laten weten dat ze het zelf zullen
moeten doen. Jullie leven redden levert
ons onvoldoende op. Je moet het begrijpen, als ik mijn soldaatjes naar Afghanistan
stuur, dan brengt Sint Bush mij volgend jaar misschien wel eens een cadeautje
omdat ik zo braaf ben geweest.
Zal U het hen vertellen, Pieter?
15-09-2008, 15:19 geschreven door SARA 
|