Voor ik het wist lag ik in het ziekenhuis van Rivendell, wanneer ik daar wakker kwam zag ik een paar oude bekenden terug. Bilbo, mijn adoptievader, was er en ik was aangenaam verrast hem te zien. Ook zag ik Gandalf daar terug. Een nog aangenamere verassing was de ontmoeting met de elfenkoning, het was een grote eer. Hoeveel keer kan je een koning ontmoeten?
Even later was er een vergadering gepland, dit was mijn eerste echte vergadering. Ik kreeg de opdracht om samen met Sam de ring te smelten in de lava van Mount Doom. Na al onze tegenslagen op onze weg naar Rivendell, kregen we een paar reisgenoten mee. De eerste reisgenoot is Legolas, de prins van de elven en een uitstekend boogschutter en krijger. De tweede kwam Gimli, een knorrige kleine dwerg met veel moed en loyaliteit. Als derde voegde Aragon zich bij het gezelschap. Aragon is erfgenaam van Ilsidur, een mensenrijk, en werkte eerst als beschermer van de Shire. Hij was de leider als Gandalf weg was. Als laatste kwam ook Boromir mee. Hij wou liever de ring voor zichzelf gebruiken maar moest toch mee op de reis.
Vlak voordat ik en mijn nieuwe vrienden vertrokken, gaf Bilbo me een tweede geschenk. Het was een elven malienkolder die gemaakt was van speciaal zilver die me moest beschermen tijdens de reis naar Mount Doom. Na het afscheid vertrokken we op ons groots advontuur.
Op de foto staat mijn vader met de malienkolder die hij me gaf.
|