Direct naar artikelinhoud
Boeken

Liefde om grijze haren van te krijgen

Tomas Espedal: van kil en beheerst tot schaamteloos pathetisch.Beeld Jakob Dall

De Noor Tomas Espedal zet in Buiten de orde met verve zijn nietsontziende existentiële zoektocht verder. In een associatieve stijl veegt hij de brokstukken van liefde(s) bijeen.

Een verhaal zo oud als de straat. Een geschiedenis die haast wel moet uitmonden in clichés. Zou je denken. Maar Tomas Espedal spookt er iets heel anders mee uit. Iets vernuftigs. Een achtenveertigjarige man, ‘hij lijkt ouder, zijn haar is grijs bij de slapen’, maakt kennis met een jongere vrouw, ‘langer dan hij, (…) haar haar was bijeengebonden in een paardenstaart.’ ‘Op het moment dat hij haar zag, vergat hij zijn eigen leeftijd. (…) De leeftijd kwam later, toen ze zich terugtrokken en verscholen in de kamer met de boeken en de spiegel.’

In die spiegel ziet hij haar volmaakte, stevige borsten, ‘opgehouden door een strak zittende bh’. En stelt vast dat het oude gezicht goed bij de gladde huid past. Maar de liefde blijft niet duren. ‘Ik slaap met mijn mobieltje op mijn borst. Nader kom ik haar niet.’ Na zes jaar vertrekt Janne op stel en sprong, zonder verklaringen. Die komen pas later. ‘Dat vreselijke leeftijdverschil, schrijft ze.’

Hij blijft alleen achter, moet zich teweerstellen tegen de stilte en de leegte die haar afscheid veroorzaakt. Demonen van zijn onstuimige, overleden eerste vrouw Agnete teisteren hem, terwijl hij graaft in jeugdherinneringen over een zomerbaantje in een fabriek. Espedal verbindt deze liefdeshistorie nauwgezet met die van het beroemde duo Abélard en Héloïse. In ‘De aantekenboeken’, waarmee het boek fragmentsgewijze afsluit, fileert hij zijn onbehagen en lezen we ook over Marguerite Duras, op den duur dag en nacht dronken. ‘Duras leek op mijn moeder, dat was alles.’

In een loepzuivere taal, die varieert van akelig kaal tot zwierig poëtisch, krijgt Espedal ons precies waar hij ons krijgen wil

Eerder verkende de Noorse grootmeester in Tussen april en september de peilloze diepten van de rouw en de onderaardse gangen van het verdriet. Een naamloze schrijver probeerde er in het reine te komen met de dood van zijn moeder en zijn ex-vrouw, gestorven binnen een tijdspanne van zes maanden. Espedal hield er ook in onze contreien plots een hondstrouwe schare fans aan over. In Buiten de orde kunnen ze opnieuw hun hart ophalen.

Ook hier exploiteert Espedal met zelden vertoonde finesse de witregels tussen zijn zinnen. Zijn soms psalmodische stijl, precies en tegelijk organisch, sleurt ons mee in een barre existentiële zoektocht naar de kern van liefde en geluk. En toch: ‘Over geluk valt nauwelijks iets te zeggen.’ In een loepzuivere, kristallijnen taal, die varieert van akelig kaal tot zwierig poëtisch, krijgt Espedal ons precies waar hij ons krijgen wil. Af en toe moet je denken aan de Deen Jens Christian Grondahl, die even pijnlijk accuraat over de liefde schrijft. Maar Espedal is grilliger: van kil en beheerst tot schaamteloos pathetisch.

Tomas Espedal, 'Buiten de orde', Wereldbibliotheek, 159 p., 17,99 euro. Vertaald door Marianne Molenaar.4 sterrenBeeld RV