Direct naar artikelinhoud
column

Club Brugge is nog geen kampioen, maar als ze dat niveau aanhoudt, verdient maar één ploeg de titel

Ruud Vormer viert nadat hij voor Club Brugge scoort tegen Anderlecht.Beeld BELGA

Hans Vandeweghe is sportjournalist bij De Morgen.

Perfecte wedstrijd van Club Brugge, geheel naar het beeld van hun perfect seizoen sinds augustus. Twee schoonheidsfoutjes wel. De niet al te slimme Braziliaan Wesley Moraes, die bij 2-0 en de strafschop in discussie ging met zijn kapitein Ruud Vormer, want hij wilde ook zo graag een goaltje trappen. Gelukkig is die Vormer een ijskonijn en legde hij de bal netjes in het zijnet. Even later mocht Wesley gaan rusten. Een gesprekje dringt zich op.

Daarop volgde nog een schoonheidsfout: "Al wie niet springt, is een Jood" en het hele stadion sprong. Moet dat echt? Al wie daarop springt, is een idioot. Van de week was er de reactie van de supporters op de vraag van een of ander Joods forum om dat niet meer te doen.

Leest u even mee en schakel wat hersencellen uit, wat altijd helpt als u te maken krijgt met supporters: "Jood is hier geen scheldnaam, het is gewoon hoe ze die van Anderlecht aanduiden omdat die van Anderlecht iets hebben met Ajax en dat zijn ook Joden." Oké, dus is het wel racistisch, want tegen die Joden van Ajax roepen ze "Hamas, Hamas, alle Joden aan het gas". Laat dat achterwege, beste Club-supporters. Jan Breydel is een hel, ook zonder dat ene debiele riedeltje.

Hans Vandeweghe.Beeld Karel Duerinckx

Anderzijds, alle begrip dat ze zich in Brugge op alle mogelijke manieren verkneukelen in het hoopje ellende dat gisteren in maagdelijk wit met een paars streepje ten onder ging op de Brugse akker (schoonheidsfout drie, dat veld, maar wie kan daar wat aan doen en wie heeft daar voordeel aan?). Het leek wel de Guldensporenslag verplaatst naar Brugge: het voetvolk dat de heren op hun paarden op de donder gaf.

Meer dan geluk

De deconfiture van Anderlecht, dat in elkaar stuikte in de tweede helft, mag Hein Vanhaezebrouck zich aanrekenen. Wat bezielde die deze week om het verschil tussen Anderlecht en Club Brugge aan geluk te wijten? Heeft hij dat autodestructief gen van hem nu al niet meer onder controle? Dat is dan vroeg. Bij Gent kwam dat pas na twee seizoenen boven.

Of wilde hij zijn ploeg op scherp zetten? Jammer, maar die ploeg staat nooit op scherp. Tenzij in Europa, af en toe één wereldhelft tegen een ploeg waarvan je niet weet of ze de tegenstander wel hebben bestudeerd en waarvan je ook niet weet of ze voluit gaan. In België heeft dit Anderlecht nog niks getoond dat ook maar enigszins een plaats in de buurt van Club zou wettigen.

In België heeft dit Anderlecht nog niks getoond dat ook maar enigszins een plaats in de buurt van Club zou wettigen

Dit Club heeft inderdaad al het hele seizoen geluk, maar geluk dwing je af door opportunisme, werkkracht, voluntarisme. De ploeg valt aan, loopt zich de ziel uit het lijf, loopt niet over van talent (maar wie wel in onze pintjesliga?) en krijgt af en toe een geschenk dat uit de hemel valt.

Zo ging dat aan het eind van de eerste helft, toen Anderlecht in één minuut ko werd gemept. Die 1-0 was typisch Ruud Vormer: lopen, lopen, vrijlopen, bal panklaar en scoren. Wat daar gelukkig aan is? Dat de bal op de bol van Diaby belandde misschien. Even tevoren had Kums het hoofd van een maat met twee meter of wat gemist. Geluk of kunde, ongeluk of onkunde, het is hoe je het bekijkt.

De 2-0, was dat dan geluk? Dat was de vliegenvanger Frank Boeckx in actie en dan had Club wel het geluk dat die stommiteit in de voeten van Diaby belandde, maar had Diaby de verdienste dat hij daar druk zette en de verdediging tot Comedy Capers verplichtte. De strafschop bij 3-0 was terecht. Die 4-0 was onterecht want geen strafschop, maar dat maakt geen enkel verschil. Vervolgens speelden drie Bruggelingen vijf van Anderlecht op een hoop en werd het een vol karton.

Geen snelheid

Voor Hein Vanhaezebrouck is er veel werk aan de winkel en voor Sven Kums – die ook lelijke gezangen naar zijn hoofd kreeg, maar voor keurigheid moet je niet naar een voetbalstadion – nóg meer. Het voetbal van Vanhaezebrouck staat of valt met diepgang en snelheid en dat is hij nu al twee seizoenen – eerst bij Gent en nu bij Anderlecht – compleet kwijt.

Kums kreeg ooit bij Heerenveen het predikaat 'procesversneller', maar daar is nog maar weinig van te merken. Zowel Kums als Vanhaezebrouck staan of vallen met wat daar voorin loopt en bereid is oorlog te maken. Bij het grote Gent waren dat Laurent Depoitre, Moses Simon en de vergeten Benito Raman. Bij Anderlecht liep niemand met snelheid. Ze hielden hun snelste man op de bank.

Conclusie: Club Brugge is nog geen kampioen, maar als ze dat niveau aanhouden, verdient maar één ploeg de titel.

Club Brugge is nog geen kampioen, maar als ze dat niveau aanhoudt, verdient maar één ploeg de titel