Direct naar artikelinhoud
BoekeninterviewHaruki Murakami

Haruki Murakami: ‘Het vocabulaire van de sociale media verontrust me’’

Haruki Murakami: 'Het coronavirus kan de wereldorde op zijn kop zetten.'Beeld NYT

Haruki Murakami (72) spreekt zich zelden uit over zaken die geen uitstaans hebben met zijn werk. Voor deze ene keer waagt de beroemde schrijver zich buiten de zone van zijn schrijversvak. ‘Deze pandemie kwam niet zomaar uit het niets.’

Hij lijkt een kleine gedaantewisseling te ondergaan. Haruki Murakami stond altijd als een wat solitaire en discrete muziekliefhebber bekend, maar vandaag vind je hem in zijn vrije uren als radiopresentator achter de draaitafels. Hij is spraakzamer geworden, minder gereserveerd en dat tot grote vreugde van de ‘harukisten’, zijn fans die elk werk en elke uitspraak van hem uitvlooien.

Tot voor kort deinsde hij ervoor terug om over andere zaken te praten dan zijn romans en literatuur en versluierde hij zijn boodschappen en bekommernissen in verhalen die niet altijd in de werkelijkheid verankerd waren. Maar nu waagt hij zich wel aan rechttoe-rechtaananalyses. De coronacrisis dwingt hem immers om in Japan te blijven. Daardoor is hij meer naar zijn eigen samenleving gaan kijken en is hij zich zorgen gaan maken over de wereldorde en de rol van de woorden daarin.

U hebt net in Japan een bundel novelles uitgebracht die u nog voor begin 2020 hebt geschreven. Hoe is het met u gesteld, hoe bent u het afgelopen jaar doorgekomen?

“Met mij gaat alles goed. 2020 was ook voor mij het jaar van corona. Dat is het enige wat in mij opkomt. Ik ben een romanschrijver, ik werk dus alleen thuis en mijn leven is niet veel veranderd, maar de omgeving rondom mij verschilt erg van vroeger. Ik voel het lijfelijk. Toch heeft het mijn werk niet ingewikkelder gemaakt. Integendeel. Ik besef wel dat het voor mensen die plots gedwongen werden om alleen te gaan leven veel moeilijker was. Ik ben dat gewoon en ik lijd er dus niet onder.”

Deze pandemie kwam onverwachts, ze heeft het leven overal op de planeet verstoord. Hoe analyseert u deze periode?

“Wat mij betreft is deze pandemie niet zomaar uit het niets opgedoken. Ze schrijft zich in een reeks opeenvolgende recente ontwikkelingen in, zoals de revolutie van het internet en de sociale media, de globalisering en ook het populisme. Ik denk dus niet dat we het coronavirus als een afzonderlijk fenomeen moeten behandelen.”

Bedoelt u dat de pandemie aan de globale politieke, sociale en economische situatie gelieerd is? Onze grotere mobiliteit, de snellere informatieverspreiding, het klimaat waarin nationalistische ideologieën en populistische leiders gedijen... is dat alles gunstig voor de verspreiding van een virus?

“Dat denk ik wel, ja. In plaats van het coronavirus afzonderlijk te bestrijden, moeten we ons afvragen hoe deze veranderingen het best wordt aangepakt.

“De Amerikaanse ex-president Donald Trump liet zich leiden door zijn manier van denken. Zijn boodschappen zijn makkelijk te begrijpen. Daarom zijn er mensen die het met hem eens zijn en hem daadwerkelijk steunen, en zijn er anderen die hem vierkant afwijzen. Ik meen dat het de rol van de wetenschappers, onderzoekers en geleerden is om de keuzes van politici te doorprikken, om uit te leggen waarom dit niet de richting is die we uit moeten.”

Als ik u goed begrijp, is uit deze crisis raken geen zaak van de wetenschap alleen. Hoe kijkt u tegen de wetenschap aan?

“Ik ben niet zo thuis in de wetenschap, maar ik hoop echt dat literatuur en wetenschap hand in hand vooruit kunnen gaan. Vandaag leven we in een welbepaalde wereldorde, die volgens mij tijdelijk is. Wanneer ze het zal begeven, weet ik niet. Het coronavirus bijvoorbeeld kan die orde op haar kop zetten. Wanneer ze aan diggelen ligt, zal literatuur alleen niet volstaan om een nieuwe, zelfs maar voorlopige orde te creëren – net zomin als de wetenschap, trouwens. Ik denk dat het mogelijk moet zijn om de twee krachten te combineren.”

Waarover maakt u zich in onze huidige samenleving het meeste zorgen?

“Overal in de wereld ontwikkelen zich sociale netwerken en ze doen dat in een taal die niet langer de mijne is, met eigen uitdrukkingen en een manier van communiceren die ook daarbuiten navolging vindt. Het nieuwe vocabulaire verontrust me. Die taal is niet degene waarin ik mijn verhalen schrijf. Ik beweer niet dat ik dit fenomeen kan intomen, maar ik denk wel dat ik kan aantonen dat het mogelijk is dat er een ander soort schrijven bestaat dat krachtiger is. Zo voel ik het echt wel aan.”

Denkt u dat de taal verarmt, dat het debat verengt?

“Ja, en we argumenteren niet meer. Als iemand kritiek krijgt, reageert hij meteen met kritiek op de afzender. Als procedé vind ik dat beschamend, het is het tegenovergestelde van wat ik wil doen. We mogen niet tevreden zijn met iets te bekritiseren, maar moeten daar in heldere bewoordingen iets tegenover zetten.”

Hoe zou u de vrijheid van meningsuiting definiëren?

“De vrijheid van meningsuiting is in de eerste plaats: kunnen zeggen wat je wilt zonder enige terughoudendheid, en dat de samenleving dat aanvaardt en vergeeft als je je vergist hebt. Maar via de sociale netwerken kan elke uitspraak het internet in vuur en vlam zetten. Ik denk dat veel mensen zich te veel bewust zijn van dat risico en daarom aan zelfcensuur doen. Ikzelf voel me vrij te zeggen wat ik wil. Ik trek het mij niet aan. Ik zit helemaal niet op de sociale media. Als ik bijgevolg iets doe ontvlammen, dan ben ik mij daar niet van bewust. Ik blijf er rustig bij.” (glimlach)

Zijn boeken, vooral dan romans, in deze periode belangrijker geworden?

“Alle kunstuitingen zijn in deze tijden noodzakelijk. Vooral lezen is fantastisch als we de tijd hebben. Misschien is net verhalen lezen belangrijk, geschiedenissen met een diepere inhoud. In het nieuws heeft men het alleen nog over corona. Volgens mij is iedereen dat beu en snakt iedereen precies daarom naar een andere wereld, een wereld met meer diepgang. Kunst is dus broodnodig.”

Zou u protesteren als de boekhandels moesten sluiten?

“Hmm. Het kan ook van tijd tot tijd heilzaam zijn om je honger naar lectuur even niet onmiddellijk te kunnen bevredigen, of niet? We leven in een ­wereld waar je instant krijgt wat je wilt. Even een tijdje op onze honger blijven, maakt ons er opnieuw bewust van hoe belangrijk boeken zijn.”

Zal deze crisis gevolgen hebben voor de inhoud van uw toekomstige romans?

“Dat zal ik pas weten als ik een werk voltooid heb. Nemen we even aan dat ik een roman schrijf en dat ik hem later herlees, misschien zal ik dan denken dat die periode van corona een sterke invloed heeft gehad op wat ik toen heb geschreven. Dat kan zich op twee manieren uiten: direct, materieel en feitelijk of via een metaforische of symbolische weg. Ik denk dat het in een meer verbeeldende vorm zal verschijnen. Maar dat vergt tijd. De gevoelservaring installeert zich in het bewustzijn, zinkt erin weg en komt er in een andere vorm weer uit. In zekere zin, denk ik, doet zich dit alleen voor bij schrijvers, die verhalen schrijven. Die duik naar de bodem van het bewustzijn en de manier waarop dat weer aan de oppervlakte komt is erg belangrijk voor mij.”

Een reis naar het buitenland zat er de afgelopen tijd voor u niet in?

“Dat was onmogelijk.”

U hebt lange tijd niet in Japan verbleven en toch situeren de meeste van uw romans zich daar…

“Inderdaad, ik weet ook niet goed waarom. Ik had meer kunnen schrijven over het buitenland. Maar eigenlijk, hoe meer ik uit Japan wegblijf, hoe meer ik besef dat ik een schrijver uit Japan ben. Soms voel ik me niet lekker en ben ik het hier beu. Dan wil ik naar het buitenland. Maar als ik daar dan ben en er leef, besef ik dat ik in de eerste plaats een Japanse schrijver ben. Met als gevolg dat de manier waarop de mensen in Japan leven voor mij heel belangrijke vragen oproept. Daarom schrijf ik romans die zich in Japan afspelen.”

En de muziek?

“Onmisbaar. Een universele taal die universeel blijft.”

U bent een muziekliefhebber maar ook een radiofanaat, als presentator op Tokyo FM samen met zangeres Miyu Sakamoto, de dochter van componist Ryuichi Sakamoto. Dat moest een eenmalige act worden, maar u bent er nu met vaste regelmaat aan de slag. U kunt niet aan het medium weerstaan?

“Toen ik nog een kind was, groeide ik op met de muziek van de radio, luisterde ik voortdurend naar programma’s als de hitparade. Onlangs ben ik dan zelf begonnen radio te maken in plaats van ernaar te luisteren. Een zeer boeiende ervaring.”

© Libération