Direct naar artikelinhoud
NieuwsParijs-Nice

De metamorfose van Tiesj Benoot: ‘Straks alles op klimmen en tijdrijden’

Tiesj Benoot voor de start van de Omloop.Beeld Photo News

Tweede werd Tiesj Benoot vorig jaar in Parijs-Nice, op amper achttien seconden van de eindzege. De ronderenner in hem nam dat signaal ter harte. ‘Ik heb geen reden om aan mezelf te twijfelen.’

Zijn resultaten in de Omloop (29ste) en Kuurne-Brussel-Kuurne (21ste) geven een vertekend beeld van zijn vormpeil, zegt Tiesj Benoot. “Twee keer werd het een raar koersverloop. Zaterdag reden we met zestig man naar de streep, dat moet nooit eerder gebeurd zijn. Zondag waren Sören Kragh Andersen en ik goed mee op de Kwaremont, maar in de vlakke finale slibde alles dicht. Ook daar geen prijs dus. Maar voor hetzelfde geld reed ik twee keer top tien. Het belangrijkste is dat ik niet gevallen ben en dat ik conditioneel sta waar ik moet staan.”

Zondag verschijnt Benoot (26) aan de start van Parijs-Nice. Roglic is de topfavoriet, ook Schachmann, Martin, Gaudu, Vlasov, Porte en Kruijswijk zijn van de partij. “Met Roglic erbij maak ik me geen illusies", stelt Benoot. “Het mooie aan Parijs-Nice is dat er elke dag wel iets kan gebeuren, waardoor je tijd wint of verliest: slecht weer, waaiers… Het is nooit saai.”

Na Parijs-Nice combineert hij nog eens de Vlaamse en Waalse klassiekers. De komende jaren heroriënteert de renner van DSM zichzelf op het grotere rondewerk. “Hoe mijn voorjaar er in de toekomst zal uitzien, staat nog niet vast. Feit is dat ik het accent in mijn trainingsarbeid na Luik-Bastenaken-Luik volledig verleg naar klimmen en tijdrijden. In juni en juli zou ik daarvan al de impact moeten merken. Na dit seizoen beslissen we dan welke richting ik in 2022 precies uitsla.”

Tiesj Benoot (links) draait mee in de kopgroep tijdens Kuurne-Brussel-Kuurne.Beeld Photo News

Het plan is alvast dat Benoot in 2022 wordt uitgespeeld als (schaduw)kopman in een grote ronde. “In het rondewerk net onder de drie grote rittenkoersen bewees ik al te kunnen meedoen voor de zege. Na mijn vierde plaats in Tirreno-Adriatico (2018) en de Ronde van Zwitserland (2019) en mijn tweede plaats in Parijs-Nice (2020) moet ik nu de volgende stap zetten.”

Leren van Dumoulin

Team DSM heeft de expertise in huis om een grote ronde te winnen, zegt Benoot. “Zie Tom Dumoulin in de Giro van 2017. Ik gaf zelf aan dat ik opensta voor nieuwe dingen. Er zijn ook extra tests uitgevoerd. Alles is duidelijk doorgesproken voor ik mijn contract verlengde (tot eind 2022, JDK).”

Wat die tests precies uitwezen? Benoot: “De doorsnee klassieke coureur is explosief en beschikt over snelle spiervezels. Ik ben van het iets tragere type. Op klassiek vlak moet ik het eerder hebben van de lange, harde monumenten, of van koersen die dat worden door de slechte weersomstandigheden, genre Strade Bianche 2018. In die zin zal ik het tegen de echte toppers in het eendagswerk altijd moeilijker hebben en leun ik wat meer aan bij het rondewerk. Interessant is vooral om vast te stellen hoeveel progressie ik daarin kan maken.

“Misschien moet ik nog wat afvallen, ja. Ook op dat gebied hebben ze bij DSM voldoende knowhow om me optimaal te begeleiden. We hebben het niet over tien kilo, hé. Hooguit één à twee. Dat kan een groot verschil maken, daar moeten we niet over zeveren.”

Het is geen eenvoudige missie. De echte klassementstoppers lopen niet dik gezaaid. Reden waarom de meeste Belgische coureurs opteren voor een klassieke scholing, omdat ze zichzelf daar iets makkelijker in kunnen belonen. “In mijn eerste Tour, in 2017, werd ik twintigste en ging ik in de slotweek niet kapot. Dat opent perspectieven. Tuurlijk ligt het niet voor de hand, maar ik ben niet als wielrenner geboren om elk jaar hetzelfde te doen en zo richting mijn pensioen te kabbelen.”

Benoot staat voorts op de longlist van elf namen voor de olympische wegrit van zaterdag 24 juli. “Ik zou heel graag naar Tokio gaan”, klinkt het. “Alleen: er zijn maar vijf plaatsen, waarvan er al twee zijn ingepalmd door Wout van Aert en Remco Evenepoel. De tickets zijn dus duur. Met de benen die ik vorig jaar had in Parijs-Nice hoor ik er zeker bij. Maar niks staat vast. Ik zal me moeten bewijzen.”