Direct naar artikelinhoud
Binnenkijken

Deze twee filmmakers wonen in een unieke villa vol ingenieuze vondsten in 007-stijl, verscholen in het groen in Mechelen

Het overdekte terras, begroeid met wijnranken, doet dromen van zuiderse sferen.Beeld Luc Roymans

Verscholen in de groene rand rond Mechelen vonden Frederik en Katrien samen met dochtertje Max het decor waar ze al jarenlang naar zochten. ‘We zijn allebei regisseur en het was altijd onze droom om in een film te wonen.’

Af en toe pakt een impulsieve beslissing goed uit en valt alles perfect op z’n plaats. Zo ook de verhuis van film­makers Frederik Sonck (36) en Katrien De Groef (38), die nog het best thuishoort in de categorie ‘zenuwslopende thrillers met happy ending’. Twee appartementen tegelijk verkopen en ­ondertussen banken afschuimen om een nieuwe hypotheek los te krijgen, het bezorgde hen slapeloze nachten. Maar het buikgevoel zat wel juist. Begin vorig jaar verwisselden ze hun vertrouwde Antwerpen voor een James Bond-like bungalow in het Mechelse.

Katrien De Groef, Frederik Sonck en dochtertje Max.Beeld Luc Roymans

“We zijn allebei regisseur en het was altijd onze droom om in een film te wonen”, vertelt Katrien. “Toen we na jaren zoeken deze laagbouwvilla uit 1976 te koop zagen staan, waren we op slag verliefd. Architect Gerard Cools staat bekend om zijn brutalistische stijl, dit huis moet een van z’n meest verfijnde ontwerpen zijn. De woning zit vol ingenieuze vondsten, zoals de ingebouwde boxen die nog steeds prima werken, de zwevende maatkasten van massief hout, de grote ramen waar het zonlicht op elk moment van de dag binnenvalt, de hoge ­plafonds met niveauverschillen en de binnentuin waar de badkamer en de slaapkamer op uitkijken. Enkel de zitkuil ontbreekt om het plaatje compleet te maken, maar je kunt nooit alles hebben.”

De donkerbruine vloer, de planchetten tegen het plafond en de retro keuken met rode wandtegeltjes lieten ze bewust zo. Frederik: “Die ­typische elementen waar andere kandidaat-kopers misschien op afknappen, dragen voor ons net bij aan de charme. We hebben de ­voorbije jaren genoeg soortgelijke huizen bezocht die totaal afgeleefd waren, maar hier zat alles meteen goed.”

De seventiesvilla van de brutalistische architect Gerard Cools ligt heerlijk verborgen in het groen. Door de grote ramen stroomt het licht op elk moment van de dag naar binnen. Dankzij de bomen wordt het nooit te warm in de zomer.Beeld Luc Roymans

Grootste meerwaarde is het glazen volume, verdeeld over twee etages, waar nu de montagestudio en de vergaderruimte zijn ingericht. De recente uitbouw is een project van B-bis ­architecten uit Antwerpen, in opdracht van de vorige eigenares, modeontwerpster Veronique Branquinho. De kubus van spiegelglas gaat ­organisch op in de omgeving en komt boven uit op een natuurlijk groendak.

Voor de inrichting van het nieuwe gedeelte werd gekozen voor warme materialen die ­blenden met de seventiesvibe, denk: vloeren van kopshouten parket, inbouwkasten van Afrikaanse teak en wandbekleding van kurk. Katrien: “Alles ademt de stijl van Veronique, we hadden het zelf niet beter kunnen doen. In de koffiebar tussen het woon- en werkgedeelte liet ze een uitvergrote foto van haar eerste ­modedefilé hangen als souvenir.”

Huiseekhoorn

Precies een maand voordat het land op slot ging, verhuisde het gezin naar hun nieuwe stek in het groen. Frederik: “De timing kon niet beter. Thuiswerken in een luchtig kantoor was echt een cadeau. Vroeger lieten we de rolluiken ­permanent dicht om het licht uit onze ­schermen te houden en hadden we een ­chronisch tekort aan vitamine D. Nu leven we op het ritme van de zon en kunnen we pauzeren in de tuin. Het stukje bos rond het huis is beschermd natuurgebied. Na de laatste storm hebben we uit voorzorg enkele dode bomen, die op het huis dreigden te vallen, laten omzagen. Met die stammen ben ik nu een avontuurlijke speeltuin aan het ­bouwen voor onze dochter Max. Als stadsmens had ik nooit gedacht dat ik zo zou genieten van het buitenleven. We hebben zelfs onze eigen specht en huiseekhoorn.”

Dochter Max (4) voelt zich hier al helemaal thuis. Het nieuwe gedeelte werd ingericht met warme, ­natuurlijke materialen die een seventiessfeer uitstralen.Beeld Luc Roymans

Die serene sfeer wordt binnen maximaal doorgetrokken. Het interieur is een mix van ­vintage collector’s items en hedendaags design. “De duoseat van Muller Van Severen of het nieuwe wandrek van Cadovius maken het ­allemaal wat minder stoffig’, zegt Katrien. “We willen van ons huis zeker geen seventieskarikatuur maken. Ik wil niet in een Instagram-cliché wonen. Zoals iedereen dat ­waarschijnlijk nastreeft, wil ik dat ons interieur vooral onze persoonlijkheid uitstraalt. Kunst en kleine objecten maken het verschil. Misschien komt bohemien nog het dichtst in de buurt: niet te perfect, met hier en daar een hoek eraf.”

De laatste grote investering was een zetel voor in de zithoek. Katrien: “Een haast onmogelijke opdracht. Ik vind zetels meestal niet mooi, er is altijd wel iets dat me stoort. Uiteindelijk ben ik toch gezwicht voor de Camaleonda van B&B Italia, een remake van het originele model uit 1970. Als we tegenwoordig iets nieuws kopen, moet het in de lijn van het huis liggen.”

Het pronkstuk in de zithoek is de Camaleonda-zetel van B&B Italia, een remake van het originele ontwerp uit 1970. Tussen de kunstwerken aan de muur hangt ook een vroege houtskooltekening van Rinus Van de Velde.Beeld Luc Roymans

De zetel mag dan het pronkstuk in de living zijn, de zwevende bar is het epicentrum van de ruimte. Frederik: “Het lijkt alsof mensen er ­automatisch naartoe gezogen worden. Op de een of andere manier blijft iedereen altijd aan de toog hangen. Misschien moeten we op termijn toch een echte bar installeren, om in het 007-thema te blijven.” (lacht)

Het grootste deel van de vintage collectie is afkomstig van de grootvader van Frederik, met onder meer kasten van Alfred Hendrickx, een originele Togo van Ligne Roset die opnieuw gestoffeerd werd en ­ongebruikte koffiekannen van Alessi waar het garantiebewijs nog in zit. “Mijn opa was een groot designliefhebber. Als kind was ik al gefascineerd door zijn interieur. Na zijn overlijden mochten we stickers plakken op de meubels die we wilden recupereren. Ik moest me inhouden om niet overal een sticker op te plakken. Ik heb ook nog wat spullen gered uit een doos voor het ­containerpark, zoals de tafellamp waar ik vroeger altijd mee speelde. Voor mij hebben ze een grote emotionele waarde.”

Hetzelfde geldt voor de fijne selectie Belgische kunst aan de muren. “We willen niet om het even wat ophangen. Achter elk werk zit een verhaal”, vertelt Frederik, wijzend naar de vroege ­houtskooltekening van Rinus Van de Velde. “Hij maakte die vlak voor zijn doorbraak. We zijn ongeveer even oud en zaten in dezelfde fase van ons leven. Ik had in die tijd net mijn eerste bedrijfje opgericht en heb Rinus gevraagd of hij het logo wilde ontwerpen – een fret in een hoofd­letter D. Alleen jammer dat het niet gesigneerd is. Ik moet het hem bij gelegenheid toch eens ­vragen.”

Het glazen volume komt uit op een groendak. De kubus werd recent bijgebouwd door de Antwerpse B-bis architecten.Beeld Luc Roymans
De wenteltrap in het glazen volume leidt naar de vergaderruimte. De wandkasten van Afrikaanse teak herbergen de film- en boekenverzameling.Beeld Luc Roymans
Huiseekhoorn
Beeld Luc Roymans
Rond de eettafel van Cassina staan Eames-stoelen met zittingen in Yves Klein-blauw. Zowel de tafel als de verlichting erboven kon het koppel overnemen van de vorige bewoonster, modeontwerpster Veronique Branquinho.Beeld Luc Roymans
Van de ingebouwde boxen tot de houten planchetten tegen het plafond, de bewoners wilden de jarenzeventigvibe bewaren.Beeld Luc Roymans