Direct naar artikelinhoud
Klimaat

Sombere wetenschappers zien één lichtpuntje: klimaat reageert als schuifknop op broeikasgassen

Een klimaatmars in New York in 2014.Beeld Photo News

Twee jaar na de klimaattop van Parijs kwamen gisteren regeringsleiders in Frankrijk bijeen voor een informele tussentop om de wereld bij de les te houden. Over het klimaat zelf is intussen weinig reden tot optimisme, blijkt uit een net verschenen stand van zaken. De opwarming is weer volop zichtbaar in de statistieken, en de gevolgen worden op steeds meer fronten zichtbaar.

Zo zit de uitstoot van het broeikasgas methaan weer in de lift, lijkt de zeespiegel wat sneller te gaan stijgen dan het VN-klimaatpanel IPCC aannam, en is er in de grafieken eigenlijk geen spoor meer te bekennen van het zogenoemde ‘hiaat’, een periode tussen 2000 en 2014 waarin de aarde langzamer leek op te warmen. 

Enige lichtpuntje: wetenschappers maken zich minder zorgen om zogeheten ‘kantelpunten’, omslagen in het klimaat waarvandaan er geen terugweg meer is. Het klimaat lijkt als een schuifknop op broeikasgassen te reageren – en die schuifknop kan ook weer omlaag.

Schuifknop

Dat staat in een net verschenen overzichtsrapport van de Britse wetenschapsacademie Royal Society. Het genootschap zet daarin op een rij wat de wetenschap zoal wijzer is geworden over de klimaatverandering sinds het vorige rapport van het VN-klimaatpanel IPCC, uit 2014 alweer. In een notendop: het bewijs voor de meeste IPCC-prognoses is sterker geworden, en áls het IPCC-rapport ergens bijstelling behoeft, is dat doorgaans richting meer narigheid.

Opvallend is de bijstelling die de Royal Society signaleert van de ‘klimaatgevoeligheid’, een maat voor hoe sterk de wereldtemperatuur reageert op CO2. In 2014 besloot het IPCC de ondergrens van die gevoeligheid te verlagen: misschien warmt de aarde bij een verdubbeling van de hoeveelheid CO2 maar anderhalve graad op, wat er in feite zou op neerkomen dat er weinig reden tot bezorgdheid is. Maar volgens de nieuwste inzichten "lijkt een ondergrens beneden de 2 graden nu minder plausibel", signaleert de Society. En dat is maar de ondergrens: ook 4,5 graden per CO2-verdubbeling is dus denkbaar.

Ook 4,5 graden per CO2-verdubbeling is denkbaar
Schuifknop
Beeld De Volkskrant

De Royal Society bespreekt in zijn rapport dertien klimaatkwesties: van het zeeleven tot de plantengroei, en van de afname van het noordpoolijs tot de toename van weersextremen. Op tien van die fronten is het bewijs voor de juistheid van de IPCC-prognoses sterker geworden, aldus de Society, al zijn de klimaatgevolgen lang nog niet overal zichtbaar. Op vier onderdelen is het IPCC wellicht zelfs nog wat te optimistisch, oordeelt de Society.

"Dit is in het algemeen geen goed nieuws", reageert klimaatbeleidsadviseur Leo Meyer. "Geen pauze in de opwarming; het toeschrijven van extreem weer aan door de mens veroorzaakte klimaatverandering wordt beter mogelijk; en voor de zeespiegelstijging zijn er toenemende zorgen voor de langere termijn." Ook wijst Meyer op de verwachte nadelen van de klimaatverandering op voedingsgewassen zoals tarwe, rijst, mais en soja. "Die negatieve effecten zijn inmiddels beter en in mijn optiek geloofwaardiger onderbouwd."

Een overzicht van de nieuwe bevindingen:

Noordpool: minder drijfijs

Sinds het laatste IPCC-rapport is het zomerse minimum aan ijsoppervlak op de noordpool verder afgenomen, met een tempo van ongeveer dertien procent per tien jaar. "Geen aanleiding om de IPCC-verwachtingen aan te passen", vindt de Royal Society.

Extremen: meer bewijs

Meer hittegolven, meer zware neerslag, de zwaarste tropische stormen worden zwaarder. Door de statistische ruis heen beginnen die IPCC-voorspellingen intussen beter zichtbaar te worden, signaleert de Society. "Specifiekere uitspraken worden onderhand mogelijk."

Methaan: geen ‘burst’, wel toename

De uitstoot van het broeikasgas methaan leek wat af te zwakken, maar neemt sinds 2006 weer duidelijk toe, al is onbekend waarom. Het goede nieuws: een plotse oprisping van methaan van de zeebodems die sommige onheilsprofeten vrezen, lijkt volgens de huidige inzichten van de baan.

Snelle rampen: weinig bewijs

De Atlantische zeestroming die stilvalt en zo een ijstijd opwekt op het noordelijk halfrond – een scenario dat ten grondslag lag aan de rampenfilm The Day After Tomorrow – lijkt "onwaarschijnlijk", aldus de Society. Ook een plotse instorting van de naaldwouden in Canada en Siberië lijkt van de baan.

Meer groen: maar hoe lang nog?

Door de CO2-toename en de stijgende temperatuur wordt de wereld groener. Tegelijk is er ook ‘grote onzekerheid’ waar en wanneer de vergroening wordt afgeremd door watergebrek en tekort aan voedingsstoffen. Ook de rot van plantafval neemt toe: zo komen er ook weer broeikasgassen vrij.

Verzuring: tandje harder

Door de CO2-opname verzuren de oceanen: "veel nieuwe studies" ondersteunen die IPCC-uitspraak, noteert de Royal Society. Tegelijk lijkt er op sommige plekken "sneller dan voorzien" zuurstof aan de oceanen te worden onttrokken. Ook is er meer bewijs dat de visserijopbrengst onder druk komt te staan.

Oogsten: meer bewijs

De jongste jaren waren er recordoogsten, wat al aangeeft dat de opwarming ook voordelen heeft voor de landbouw. Tegelijk neemt het bewijs toe dat de teelt van vooral rijst, tarwe en maïs in tropische en gematigde streken in de problemen komt bij een temperatuurstijging van 2 graden of meer.

Diersoorten: meer uitsterven

Een recente meta-analyse van 131 studies wijst uit dat bij onverminderde opwarming zo’n 16 procent van alle soorten kan uitsterven. Maar hoewel het bewijs inmiddels "zeer sterk" is dat de klimaatverandering soorten over de kling kan jagen, is er ook "meer onzekerheid" hoe dat precies per leefgebied uitpakt.

De mens: meer doden

De klimaatverandering geeft meer infectieziektes, meer ondervoeding en meer blootstelling aan droogte en extreme hitte. Die nadelen voor de volksgezondheid zijn "nu duidelijker dan voor het IPCC-rapport", aldus de Society. Dat kan uitlopen op jaarlijks een half miljoen klimaatdoden in 2050.