Direct naar artikelinhoud

Sheila Sitalsing: Na jarenlang te zijn gebruikt als marketinginstrument, slaan de Masai terug. Met advocaten

Sheila Sitalsing: Na jarenlang te zijn gebruikt als marketinginstrument, slaan de Masai terug. Met advocaten
Beeld Sven Torfinn

Terwijl de cultuuroorlog voortwoekert - zondag raakte premier Rutte nog geblesseerd toen hij in een vlaag van verkeerde heldhaftigheid iets te gretig naar een loopgraaf vol ranzigheid probeerde te tijgeren en halverwege bleef steken in de drek - worden op het slagveld van de culturele toe-eigening kleine slagjes gewonnen.

Een vrolijk stemmend bericht in The Financial Times van afgelopen weekend rept van de vorderingen die de Masai uit Kenia en Tanzania boeken in de strijd om intellectuele eigendomsrechten. Jarenlang hebben ze lijdzaam moeten toezien hoe merken als Louis Vuitton, Ralph Lauren en Jaguar zich lieten inspireren door kleding, versierselen en wapens die de Masai gebruiken, de naam 'Masai' plakten op nieuwe ontwerpen voor 'een uitheemse toets' en vervolgens die spullen aan hun clientèle sleten voor prijzen waar een modaal gezin geruime tijd goed van zou kunnen leven.

Of neem Delta, een Italiaanse maker van pennen (het bedrijf spreekt liever van 'innovatieve schrijfwaren'), die vijftien jaar geleden in de luxe 'Inheemse Volkeren'-lijn de Masai-pen uitbracht: een bruingevlekte pen (innovatief schrijfinstrument) met rode dop, voor een vanafprijs van 600 dollar. 'Dat is drie of vier koeien', legde een activist toen namens de Masai uit aan een journalist van Bloomberg.

De nobele wilde blijft het goed doen als marketinginstrument: in de jongste show van Victoria's Secret, dat beha's en onderbroeken verkoopt, was het een en al indianentooien en kralenkettingen en andere, vermoedelijk als eerbetoon bedoelde, verwijzingen naar de inheemse mens. Over dat soort fratsen kan een mens boze stukjes schrijven op Joop.nl, of activistisch twitteren, of op de radio bij Dit is de Dag in debat gaan met A.J. Boekestijn over de stelling 'Slachtoffergedrag hoort niet bij de joods-christelijke cultuur'.

De Masai deden het anders: ze schakelden advocaten in.

Sheila Sitalsing
Terugslaan met hun eigen wapens: geld en advocaten. Soms kan dat een uitstekende manier zijn om een slag in de cultuuroorlog te winnen

Vijf jaar geleden richtten ze een organisatie op om hun cultureel erfgoed te beschermen en hun recht te halen bij commerciële exploitatie ervan. Zaterdag meldde The Financial Times progressie. Onlangs sloot de Masai Intellectual Property Initiative Trust een akkoord over royalty's met Koy Clothing, een Brits kledingmerk dat gestreepte jasjes, kralenriemen en andere op de Masai geïnspireerde spullen verkoopt, onder de hashtags #IndigenousRights en #EthicalFashion.

De Masai werken met Position Business en Light Years IP, een kantoor dat zich specialiseert in merkenrecht en intellectueel eigendomsrecht van groepen die zich beroofd en belazerd voelen. Oprichter Ron Layton heeft uitgerekend dat de Masai voor honderden miljoenen dollars aan royalty's kunnen opeisen bij firma's als Louis Vuitton (met zijn roodgeruite 'Masai-dekens' en 'Masai-sjaals'). En dat gaan ze doen ook. Want, zegt Layton dit weekend in The Financial Times, 'Wanneer iemand de beeltenis van Taylor Swift gebruikt, zou ze minimaal 5 procent van de opbrengsten vragen én krijgen.'

Terugslaan met hun eigen wapens: geld en advocaten. Soms kan dat een uitstekende manier zijn om een slag in de cultuuroorlog te winnen.