Direct naar artikelinhoud
InterviewRudy Stroink

Een smerige deal met Google, waar vastgoedman Rudy Stroink niets van zegt te weten

Jarenlang was Rudy Stroink het zelfbenoemde geweten van de vastgoedbranche. Nu zit hij zelf in de beklaagdenbank. Hij zou een medewerker van Google hebben omgekocht. ‘Ik ben al veroordeeld vóór een rechter naar mijn zaak heeft gekeken.’

Rudy Stroink.Beeld Raymond Rutting

Als vastgoedman Rudy Stroink in november 2016 een telefoontje van een journalist krijgt dat hij in de krant komt als verdachte in een grote omkopingszaak, weet hij meteen wat de gevolgen zullen zijn. Dat zijn reputatie naar de gallemiezen is. En dat hij – al is hij alleen nog maar verdachte – zakelijk is uitgespeeld. Klaar.

In de dagen daarna gebeurt inderdaad waar hij bang voor was. De ene na de andere nevenfunctie stopt. Adviseur bij een gemeente. Commissaris bij een ontwikkelingsproject. Zes functies gaan er in totaal aan. Soms krijgt Stroink subtiel te horen dat hij misschien beter even een pas op de plaats kan maken. Maar een universiteit waar hij al jaren colleges geeft, mailt dat ‘mensen die frauderen geen les mogen geven’ op hun instelling.

Lang had Stroink nog de hoop gehad dat de zaak opgelost zou worden. Dat het een misverstand zou blijken te zijn. Dat-ie de officier van justitie kon uitleggen dat er niks aan de hand was. En dat hij niet als verdachte in de openbaarheid zou komen.

Maar dat was een beetje naïef. Want het is tamelijk spectaculair waar justitie hem van verdenkt: hij zou samen met zijn vrouw een directeur van Google omgekocht hebben – een van de machtigste bedrijven ter wereld – om een gunstig huurcontract te ritselen voor zijn datacentrum in de Eemshaven, in het noordelijkste puntje van de provincie Groningen.

De 62-jarige Stroink – beetje verwassen polo, korte broek en hardloopschoenen –zit in het kantoor van meubelmaker Pastoe in Houten, waar hij directeur is. De enige functie die hij nog over heeft sinds hij verdachte is. ‘Ik wil geen zielig verhaal ophangen, maar wel graag vertellen wat er volgens mij aan het systeem niet deugt. Ik ben eigenlijk al veroordeeld nog vóór een rechter naar mijn zaak heeft gekeken.’ Stroink houdt vol dat hij niets verkeerd heeft gedaan. ‘Sterker nog, als ik de deal met Google morgen nog een keer moest afsluiten, zou ik precies hetzelfde doen.’

De inhoudelijke behandeling van de zaak staat gepland voor september, maandag is er weer een regiezitting. Hij en zijn vrouw worden verdacht van omkoping, valsheid in geschrifte en het vormen van een criminele organisatie.

Leedvermaak

Dat zijn zaak aandacht trekt, dat begrijpt hij ook wel. Wat niet helpt, is dat hij zich in zijn carrière als vastgoedman altijd fel had uitgesproken tegen fraudeurs in de vastgoedmarkt. Daar moest hij met zijn bedrijf TCN niks van hebben. Hij zat niet louter voor de poen in het vastgoed, maar om duurzaam te ondernemen en de wereld ook wat beter te maken, zei hij keer op keer in interviews.

Dit was blijkbaar het moment dat hij dat een keer terugkreeg. ‘Geweten van de vastgoedmarkt zelf verdachte’, stond in de krant. Ook leedvermaak van sommige collega’s had-ie snel door, zegt Stroink. Ha ha, die Stroink, altijd maar kletsen over schone handen en zuiver zaken doen en kijk hem nu eens zelf lekker in de media staan. Mister integriteit.

Op 8 december 2015, een paar minuten voor half acht, ging de bel bij zijn huis in Utrecht. Voor de deur stond een flinke pluk agenten. Stroink werd direct aangehouden. Zijn vrouw werd onder de douche vandaan gehaald en bleek ook verdachte. ‘Ik had echt geen idee waar het over ging’, zegt Stroink. Pas bij zijn eerste verhoor, een paar uur later, hoorde hij dat het om een transactie met Google ging. Ah, dacht hij, dan leg ik uit hoe dat gegaan is en dan is het snel opgelost.

De Amerikaanse justitie had in Nederland aangeklopt met een rechtshulpverzoek, omdat ze de Amerikaanse Google-medewerker onderzochten. Daarna was de Nederlandse justitie een eigen onderzoek naar Stroink begonnen.

Een dag later mocht Stroink naar huis. Zijn vrouw bleef een dag langer vastzitten. Bewust, zegt Stroink. Een dag later haalde hij haar op. In het dossier las hij recentelijk dat zijn auto toen volgehangen was met afluisterapparatuur. ‘Ze hoopten dat we allerlei dingen tegen elkaar zouden bekennen of zo. Maar we hadden het vooral over hoe blij we waren weer vrij te zijn.’

Om dat te vieren, gingen ze die avond uit eten, in restaurant De Rechtbank in Utrecht. Over dat etentje las hij later weer dat die avond twee rechercheurs hem probeerden af te luisteren.

De verbetenheid van justitie, die begrijpt hij niet. ‘Uit het dossier blijkt dat ze me bijna een jaar hebben gevolgd, getapt. Alles. Zelfs op mijn bruiloft stonden er rechercheurs in de buurt met richtmicrofoons.’ Stroink: ‘Misschien hebben ze het gevoel: eindelijk hebben we die zelfbenoemde ‘witte raaf’ ook te pakken. Of wilden ze nog een keer het vastgoed te kakken zetten? Zie, ze deugen allemaal niet in die branche.’

Hij bedoelt dat het ook anders had gekund. ‘Waarom is justitie niet naar mij toe gekomen om over de deal in de Eemshaven te praten? Dan had ik uitgelegd hoe het gelopen is met dat grote Amerikaanse bedrijf en hadden ze rustig kunnen kijken of ik iets verkeerds heb gedaan.’

Datacentrum

Ergens in 2006 koopt voormalig kraker en architect Stroink met zijn vastgoedbedrijf TCN een bedrijfje in gebiedsontwikkeling van de gemeente Groningen. Zo wordt hij eigenaar van een kant-en-klaar datacentrum, dat verhuurd is aan Google. Als de datagigant wil uitbreiden, bouwt TCN voor Google nog een datacentrum. Dat kost 100 miljoen euro, wat TCN grotendeels financiert met leningen. ‘De banken stonden in de rij.’ Stroink bemoeit zich er naar eigen zeggen nauwelijks mee. Hij heeft geen verstand van datacentra en echt opgewonden wordt-ie er ook niet van.

Als twee jaar later de crisis begint die de vastgoedbranche keihard raakt, vraagt de leiding van het datacentrum of Stroink – hij spreekt goed Engels en begrijpt de Amerikaanse mores, overgehouden aan jaren werken in de Verenigde Staten –met Google wil onderhandelen over een nieuw huurcontract. De huurinkomsten van Google zijn in de crisis cruciaal om het bedrijf overeind te houden.

En daar begint affaire die er uiteindelijk tot leidt dat Stroink zich maandag weer bij de rechtbank moet melden.

Stroink moet bij Google proberen een beter huurcontract af te sluiten. ‘We moesten van de bank meer aflossen. Daardoor hadden we een negatieve cashflow. We moesten meer aflossen dan er binnenkwam.’ En dus wil TCN dat Google langer huur betaalt en meer huurt, en Stroink moet dat regelen.

En een huurcontract voor datacentra is iets ingewikkelder dan voor normaal vastgoed. Zo staan er allerlei bepalingen in over ‘penalty’s’ voor een verhuurder als de stroom bijvoorbeeld uitvalt of de koeling niet goed werkt. Want dan komt een datacentrum plat te liggen; desastreus voor een bedrijf als Google. Zo had TCN met Google bijvoorbeeld de afspraak dat bij een stroomuitval tussen de 60 en 120 minuten een korting van één maand huur kreeg.

Stroink komt hij terecht bij de nu 45-jarige Simon Tusha, lid van het zogeheten AC/DC-team van Google, acquirers of datacenters. Op 5 juli 2008 ontmoet hij hem in San Francisco, ergens in een hotellobby op het vliegveld. Een vervelende vent, zegt Stroink. Maar goed, dat is niet belangrijk.

Waar het om gaat, is dat Tusha graag wil dat hij een adviseur in de arm neemt om over het nieuwe huurcontract te onderhandelen, zegt Stroink. Of dat niet gek is, hij doet toch zaken met Google? Nee hoor, zegt Stroink. ‘Dat is heel normaal. Het is gewoon een makelaar die tussen mij en Google gaat zitten. Je wilt niet je lopende relatie verstoren door nieuwe onderhandelingen, en zo’n adviseur zorgt daar voor.’ Een paar dagen na hun ontmoeting krijgt Stroink de naam van ene Howard Weinberg door. Hoe weet hij niet meer. ‘Ik denk per mail of zo.’

Waldorf Astoria

Een paar weken later vliegt Stroink langs New York voor een afspraak met de nu 68-jarige Weinberg in de lobby van het Waldorf Astoria. ‘Een enthousiaste oude baas. Hij nam net afscheid van de commissaris van de politie van New York, zei hij.’ Weinberg vertelt Stroink dat hij veel ervaring heeft met grote deals begeleiden. Het blijkt dat hij Tusha al wat langer kent.

Weinberg en Tusha hebben elkaar ooit leren kennen in een steakhouse in Baltimore, waar Tusha het had aangelegd met een serveerster die hen aan elkaar voorstelde. Later werd deze Danielle Pastin een bekende operazangeres. Ook laat Weinberg terloops nog even vallen dat zijn familie een grote goededoelenstichting – de Harry and Jeanette Weinberg Foundation, met een vermogen van meer dan 2 miljard dollar – heeft en dat hij daar ook bij betrokken is.

Deze man kan de deal mooi begeleiden, denkt Stroink na de kennismaking. ‘Hij kwam kundig over. Was jurist. Die stichting heb ik nog even op internet bekeken. Het zag er allemaal prima uit.’ Ook laat hij Google weten dat hij Weinberg heeft ingeschakeld. En ook Tusha laat zijn werkgever Google per mail weten dat Weinberg is ingehuurd als ‘broker/consultant’, zo blijkt uit het strafdossier.

Om een lang verhaal kort te maken. Er komt een nieuw huurcontract, waarbij Google langer en meer gaat huren. Weinberg krijgt van TCN in delen zijn fee betaald voor zijn werk als adviseur. Dat geld wordt overgemaakt naar een bedrijfje van Weinberg op het Caribische eilandje Dominica.

Een prima deal, meent Stroink als alles getekend is. ‘Google was blij. Dat hebben ze ook laten weten. En wij waren tevreden. Het was een zakelijke overeenkomst. Tusha had voor hen het onderste uit de kan gehaald. En aan de fee die Weinberg kreeg was niks geks. Ik betaalde hem minder dan ik in Nederland aan een makelaar kwijt ben.’

Rudy Stroink, nu directeur van meubelfabrikant Pastoe in Houten.Beeld Raymond Rutting

Cocaïnegeld

Pas jaren later, tijdens een van de verhoren in 2016, krijgt Stroink te horen dat Weinberg 70 procent van zijn fee aan Tusha afdroeg. Wat hij toen dacht? ‘Kut. Dit is niet de bedoeling. Hier licht een werknemer het bedrijf op.’ Maar hij wist er niets van? Nee, zegt Stroink beslist. ‘Bovendien, ik heb deze deal niet in mijn eentje gesloten, hè? Bij ons waren er 25 man bij betrokken. Bij Google ook. Ze wisten dat Weinberg betaald kreeg. Dat stond in de correspondentie.’

Stroink zegt pas later in het dossier te hebben gelezen dat Tusha al een keer eerder gedoe met justitie heeft gehad; een veroordeling voor gerommel met valse cheques. Maar pas echt verbijsterd was hij naar eigen zeggen toen hij onlangs las dat Weinberg een veroordeling voor het witwassen van cocaïnegeld aan z’n broek had gekregen. En die goededoelenstichting? ‘Die bestond wel en die was ook van ene Weinberg, maar daar had deze Weinberg helemaal niets mee te maken.’

Had u dat dan niet eerder moeten checken? Controleren wie hij was? En of het niet gek was dat zijn bedrijf op een exotisch eilandje zat?

‘Ik had een afspraak met Weinberg gemaakt. De betaling loopt vervolgens via de boekhouding. Ik wist niet dat het bedrijf op Dominica zat. Ik zie die overboeking ook niet omdat ik geen betalingen mocht uitvoeren. Ik ga niet speculeren wie dat wel heeft gezien en waarom ik geen waarschuwing heb gekregen. Misschien had dat wel moeten gebeuren.’

In totaal betaalt TCN volgens justitie bijna 1,7 miljoen euro smeergeld. Eerst gaat dat geld naar de vennootschap van Weinberg, die vervolgens het grootste gedeelte doorstort naar Tusha. Ook in Groot-Brittanië blijkt Tusha op deze manier zelf verdiend te hebben aan een datacentrum van Google. Als Weinberg en Tusha ruzie over het geld krijgen, schuift de Google-medewerker een nieuwe vennootschap naar voren. Eentje op de Bahama’s, waar een vriendin van hem de leiding over heeft. Van daaruit belandt het geld weer bij hem.

Daar weet ik echt niets van, zegt Stroink. ‘Ik betaalde de rekeningen ook niet. Ik gaf een akkoord. Anderen controleerden en betaalden. We hadden juist die mechanismes ingebouwd om misbruik te voorkomen.’

Maar is het niet vreemd dat u dat niet weet? Je maakt toch niet zomaar geld naar de Bahama’s over? 

‘Ik weet niets van betalingen aan de Bahama’s. Ik kan niets zeggen over die factuur. Er gingen duizenden rekeningen door TCN.’

Tusha is in een Amerikaans strafproces al veroordeeld wegens het ontduiken van belasting over de steekpenningen die hij zou hebben gekregen van TCN. Hij heeft schuld bekend. Tegen Nederlandse rechercheurs zei hij aanvankelijk dat Stroink wist dat hij geld van Weinberg kreeg. Dat ze dat zelfs hadden afgesproken. Een kulverhaal, zegt Stroink. ‘Zo hoopte hij misschien een lagere straf te krijgen. Doen alsof het initiatief bij mij lag.’

Recentelijk heeft Tusha volgens Stroink bij de rechter-commissaris verklaard hoe het echt zat. ‘Dat hij er met mij nooit over gesproken heeft. Ik had ook helemaal geen belang bij omkopen. Als ik de deal nog keer moest doen, zou ik niet weten wat ik anders zou doen.’

Hij hoopt dat hij de rechter van zijn onschuld kan overtuigen. ‘Ik zal me bij zijn oordeel moeten neerleggen.’ Maar stel dat hij wordt vrijgesproken, dan blijft hem dit achtervolgen. Altijd, zegt Stroink. ‘Google is meedogenloos. De zoekmachine, bedoel ik. Dit komt altijd terug.’

Het Openbaar Ministerie wil niet reageren op het verhaal van Stroink. ‘Dat doen we in de rechtszaal.’

Alles ging top, tot het crisis werd

Een TCN Property Projects werd in 1994 door Rudy Stroink opgezet als dochterbedrijf van de Amerikaanse onderneming Trammel Crow. Het bedrijf richtte zich met name op de herontwikkeling van bestaande gebouwen. Op het hoogtepunt, voor de crisis van 2008, had het bedrijf rond de vierhonderd werknemers en voor ongeveer 2,5 miljard euro aan projecten. Zo was TCN eigenaar van het Media Park in Hilversum en het World Forum in Den Haag.

Maar ook TCN werd hard door de crisis geraakt. Door de leegstand had het bedrijf niet genoeg inkomsten meer om de leningen bij banken af te lossen. Daarom waren het datacentrum in de Eemshaven en het huurcontract met Google van cruciaal belang voor het bedrijf. De huurinkomsten hielden TCN nog een tijdje overeind. In 2012 ging TCN alsnog failliet en liet het een schuld van 186 miljoen euro achter.