Direct naar artikelinhoud
Defensie

Kolonel doet boekje open: “Het toekomstplan van Vandeput is om te huilen”

Kolonel doet boekje open: “Het toekomstplan van Vandeput is om te huilen”
Beeld Belgaimage

'Het gaat niet goed met het Belgische leger,' sms't kolonel Q eind december. Het klinkt als een noodkreet, en een week later zitten we in een donkere hoek van een café, ver van alle kazernes. “Onze generaals zorgen erg goed voor zichzelf, maar de kapotte toiletten in de kazernes laten herstellen is te veel gevraagd.” De kroniek van een leger in staat van ontbinding.

Voor kolonel Q is de toestand in het Belgische leger zo hopeloos dat hij erover wil getuigen, op voorwaarde dat zijn anonimiteit wordt gegarandeerd. “Geen enkele militair durft zijn mond open te doen. Het ongenoegen is nochtans groot, zowel bij de gewone soldaten als aan de top. Toch blijft het oorverdovend stil, want iedereen is bang om zijn job te verliezen. Ik zou veel liever met open vizier praten, maar ik heb een gezin en kan me niet permitteren om ontslagen te worden.

“Ik ben het ermee eens dat militairen moeten zwijgen als ze midden in een operatie zitten. Dan luistert de vijand mee en op dat moment geldt: bevel is bevel. Maar ik begrijp niet dat we doofstom moeten blijven als het over ons dagelijkse beroepsleven gaat. De media krijgen ook alleen de officiële goednieuwsberichten opgelepeld, met als gevolg dat de bevolking slecht is geïnformeerd.”

‘Geen enkele militair durft zijn mond open te doen. Het ongenoegen is nochtans groot, zowel bij de gewone soldaten als aan de top’

Kolonel Q was nog een tiener toen hij halfweg de jaren 80 in het leger ging.

“De dienstplicht bestond nog en het leger telde honderdduizend militairen. Zo goed als elke stad had een kazerne, en de beroepsmilitairen konden bij wijze van spreken elke dag met de fiets naar huis. In die tijd was het leger nog een aantrekkelijke werkgever: iedereen kende wel een dienstplichtige of een beroepsmilitair. En een job bij het leger was voor het leven.”

Toen u in het leger ging, deed ik als gewetensbezwaarde mijn burgerdienst. Van vrienden die wel milicien werden, hoorde ik gruwelverhalen. Er was vooral veel drankmisbruik en jonge dienstplichtigen werden soms tiranniek behandeld.

“De dienstplicht liep toen op haar laatste benen. Daarna volgden de herstructureringen: veel basissen en kazernes gingen dicht. De luchtmacht en de landmacht moesten gebouwen en terreinen opgeven. Het aantal pantservoertuigen, vliegtuigen en schepen werd herleid tot een kwart en de aanwerving van nieuwe rekruten liet te wensen over, waardoor het leger in een recordtempo verouderde. We verloren op te veel plaatsen te veel gekwalificeerde mensen: technici, infanteristen, matrozen... Ze werden nooit vervangen.

Pieter De Crem.Beeld belga

“Bij de gevechtseenheden van de landmacht wordt de situatie kritiek: twee op de vijf functies zijn er niet ingevuld. De volgende jaren gaan er veel militairen met pensioen, en de meesten worden waarschijnlijk niet vervangen. De top weet dat al lang. Tien jaar geleden waarschuwde de dienst Human Resources er al voor dat we in de problemen zouden komen als er niets werd ondernomen. Eén van de plannen was om oudere militairen om te scholen voor een job als burger. Ze zouden binnen het leger actief blijven in een administratieve functie, bijvoorbeeld, waardoor er plaats vrijkwam voor jonge rekruten. De toenmalige minister van Defensie André Flahaut (PS) werkte dat plan in 2004 uit, en zijn opvolger Pieter De Crem (CD&V) schafte het af. Daar betalen we nu de prijs voor. De jaren onder De Crem waren niet de beste voor defensie.”

‘Pieter De Crem kickte op het machtsvertoon en de pracht en praal van de NAVO-hoogmissen’

Hij voelde zich wel in zijn nopjes als minister van Defensie.

“Hij kon zichzelf goed verkopen. Bovendien streelde de functie zijn ijdelheid. Hij kickte op het militaire ceremonieel, het machtsvertoon en de pracht en praal van de NAVO-hoogmissen. Maar er werd bijzonder weinig in personeel en materieel geïnvesteerd. Integendeel, Pieter De Crem heeft acht jaar lang met de kaasschaaf bezuinigd. Onder zijn bewind werd amper de helft van het vereiste aantal jonge militairen aangeworven. Zo waren we gedoemd om op termijn de boeken te moeten sluiten.

“Ik ben niet tegen of voor Flahaut of De Crem, maar in tegenstelling tot wat veel mensen denken, was André Flahaut een sterke minister van Defensie. Hij heeft onze lonen verhoogd en dacht constructief na over de toekomst van het leger, wat we van zijn opvolger niet kunnen zeggen.”

‘In tegenstelling tot wat veel mensen denken, was André Flahaut een sterke minister van Defensie.’Beeld Tim Dirven

Wat vond u van Steven Vandeput (N-VA) als minister van Defensie?

“Hij was vooral bezig met het materieel. Na het beleid van De Crem moest er wel dringend in wapens en uitrusting geïnvesteerd worden, maar het personeel werd verwaarloosd. Steven Vandeput was de koning van het outsourcen: privébewakingsfirma's kregen contracten om militaire sites te bewaken. Zijn principe was: militairen moeten hun tijd niet verdoen met wachtlopen, zij moeten beschikbaar zijn om op missie te vertrekken. Dat klinkt zinvol, alleen is het Belgische leger geëvolueerd tot een te klein leger van vooral oudere militairen. Sommigen hebben bijvoorbeeld rugklachten en zijn niet fit genoeg meer om op missie gestuurd te worden. Wat moeten al die oudere militairen doen als ze niet meer mogen wachtlopen? Tegen betaling de hele dag op een stoel zitten?

“Ook de ontvangst, inventarisatie en transport van goederen wordt op relatief korte termijn aan de privésector uitbesteed, net als het openhouden van de keukens in de kazernes. Opnieuw zijn de oudere militairen de dupe. U denkt toch niet dat iemand van 50 die nu in de potten staat te roeren, volgend jaar enthousiast ergens op missie in de modder zal staan?

‘U denkt toch niet dat iemand van 50 die nu in de potten staat te roeren, volgend jaar enthousiast ergens op missie in de modder zal staan?’

“Het toekomstplan van Vandeput is om te huilen. Het heeft twee jaar langer geduurd om het op te stellen dan hij zelf had gedacht. Daarna slaagde hij er niet in om het goedgekeurd te krijgen. Hij kreeg van de regering enkele materiële toezeggingen en moest vijfduizend jobs schrappen. Maar over de sluiting van de kazernes en ons pensioen kwam er geen akkoord, waardoor duizenden militairen en hun families in onzekerheid leven. Dat is toch pijnlijk?”

Half leger weg

“Ik heb het altijd bizar gevonden dat een N-VA'er minister van Defensie werd. Als goede Vlaams-nationalist zag Steven Vandeput het liefst zo veel mogelijk federale banen sneuvelen. In 2016 bepaalde hij dat het aantal militairen het jaar erna tot 30.000 moest zakken. Tegen 2030 moet het leger zelfs tot 25.000 manschappen afgeslankt zijn. Begin oktober 2018 maakte de VRT alarmerende cijfers bekend: zoveel militairen zijn er nu al niet meer. Generaal-majoor Jean-Marie Nulmans van het departement Human Resources was er op Radio 1 als de kippen bij om dat cijfer te nuanceren: de journalist had alleen de 'inzetbare militairen' geteld, maar er zouden nog meer dan 27.000 manschappen zijn.

“In 2016 hebben 2.500 mensen het leger verlaten, terwijl er slechts 900 werden aangeworven. 40 procent van alle manschappen gaat de komende acht jaar met pensioen. De gemiddelde leeftijd in het leger bedraagt 42 jaar, terwijl dat 34 jaar zou moeten zijn volgens het strategische plan. In onze buurlanden is de gemiddelde leeftijd 32 jaar. Omdat er de voorbije jaren amper mensen zijn aangeworven, moeten er vanaf 2021 jaarlijks 2.250 militairen gerekruteerd worden. Nulmans gaf toe dat er tekorten dreigen, maar beweerde dat die opgevangen kunnen worden met reservisten. Kent u veel burgers die reservist willen worden?”

‘Het toekomstplan van Vandeput is om te huilen.’Beeld Photo News

Mijn schoonbroer nadert de 60 en is reservist. Tot voor kort trok hij af en toe naar de Ardennen om er een week oorlog te spelen. Door knieproblemen moet hij nu afhaken.

“Uw schoonbroer is bijna aan het einde van zijn carrière, maar kent u ook jonge mensen die reservist willen worden? Wie een drukke job heeft, kan het zich niet permitteren om een paar weken per jaar zijn burgerplunje in te ruilen voor een uniform. De medewerkers van Human Resources bellen nu in paniek alle gepensioneerde militairen op om te vragen of ze alstublieft terug willen komen werken. Het gepensioneerde personeel moet de gaten vullen.

“Sinds de aanslagen worden we op straat ingezet en we waren nooit eerder zo vaak op buitenlandse missie. De voorbije jaren kregen we permanente taken toegewezen in binnen- en buitenland. De brandhaarden in Syrië, Afghanistan en de Sahel zullen niet snel verdwijnen. Nu de Amerikaanse president Donald Trump zijn troepen overal begint terug te trekken, zal Europa nóg meer moeten doen. Maar België zal moeten afhaken, vrees ik.

“Er zijn trouwens niet alleen de natuurlijke afvloeiingen: veel militairen verlaten na een paar jaar zelf het leger. Daar zijn ook officieren en onderofficieren tussen 25 en 35 jaar bij, de ruggengraat van onze defensie.”

Waarom stappen zo veel jonge rekruten na een paar jaar ontgoocheld uit het leger?

“Sommigen kiezen voor defensie wegens het avontuur. Ze willen op missie naar het buitenland, maar moeten patrouilleren in de Brusselse treinstations. Er worden vandaag vijfhonderd militairen ingezet op straat: dat is veel te veel. In een stad als Londen, waar ook aanslagen zijn gepleegd, zie je geen militairen. Laat de politie patrouilleren in stations en op luchthavens – alleen heeft ook zij te weinig inzetbare manschappen.

“Veel jonge militairen haken ook af omdat ze gechoqueerd zijn door de abominabele infrastructuur – in 2017 alleen al hebben we zeshonderd jonge krachten zien opstappen. Douches werken niet, sportzalen zijn verouderd. En het wordt alleen maar erger. U moet eens op bezoek komen in de gebouwen van het hoofdkwartier in Evere. In sommige departementen werkt de helft van de toiletten niet. Kantoren zijn uitgeleefd, vensters zijn niet geïsoleerd. Probeert u zich eens voor te stellen hoe het dan bij het voetvolk in de kazernes moet zijn.”

Sterrenfeestjes

U verwijt uw collega's aan de top een gebrek aan visie.

“Ja. Er zijn zeer competente officieren die op een te lage plaats in de hiërarchie zitten. Bovenaan zitten te veel officieren met een zeer beperkte visie. Ons leger wordt kleiner, dus moeten we ook een kleinere, beter georganiseerde generale staf hebben. Dat wil zeggen: minder generaals. Maar niemand durft dat luidop te zeggen. Er is intussen nóg een nieuwe functie gecreëerd: admiraal Michel Hofman is nu adjunct van de Chef Defensie.

“Het Belgische leger telt nu 35 generaals. Ze hebben pas nieuwe auto's aangekocht: grote, dure luxehybrides van Volkswagen. Elke generaal heeft twee chauffeurs, want hij moet 24 uur per dag rondgevoerd kunnen worden. 's Morgens wordt hij thuis opgehaald. Dat kost jaarlijks meer dan 100.000 euro per generaal.”

‘We hebben overal soldaten te weinig, maar de generaals zien er geen graten in om een heel eskadron dag en nacht als chauffeur voor hen te laten opdraven’

Die chauffeurs zijn militairen?

“Ze hebben de graad van korporaal. Al die voltijdse chauffeurs kunnen niet voor nuttiger taken worden ingezet. De generaals zorgen heel goed voor zichzelf. De officiersmess is in alle kazernes afgeschaft, officieren en onderofficieren eten nu samen met de soldaten. Behalve onze generaals: zij hebben nog steeds hun exclusieve mess in Brussel, waar geen andere militairen welkom zijn. Ze soigneren zichzelf, maar de kapotte toiletten in de kazernes laten herstellen is te veel gevraagd. We hebben overal soldaten te weinig, maar zij zien er geen graten in om een heel eskadron dag en nacht als chauffeur voor hen te laten opdraven.

“'s Avonds vind je de generaals vooral op feesten in de kazernes.”

Marc Compernol, de nieuwe stafchef van het legerBeeld photo_news

Wordt er in het leger dan zoveel gefeest?

“De generaals krijgen veel uitnodigingen. Ze schuimen de traditionele recepties bij militaire plechtigheden en aanstellingen af, of de cocktailparty's die de ambassades in Brussel organiseren. Het grootste probleem is niet al dat feesten, maar wel de opperste leiding.”

‘Marc Compernol is de baas, alleen merkt niemand daar iets van’

De Chef Defensie Marc Compernol?

“Ja. Hij is de baas, alleen merkt niemand daar iets van.”

Hij is een viersterrengeneraal zonder macht?

“Ik vrees het. Defensie is nog maar pas gereorganiseerd, waardoor de landmacht, de luchtmacht en de zeemacht meer in de pap te brokken hebben. Marc Compernol zou hen in het gareel moeten houden, en de toekomst zal uitwijzen of hij daar sterk genoeg voor is. Hij heeft alleszins weinig of geen invloed op de politieke besluitvorming. Zonder morren heeft hij aanvaard dat er vijfduizend jobs worden geschrapt. Bij de zeemacht hebben we nu te weinig manschappen om alle schepen te bevolken.”

Sterrenfeestjes
Beeld Photo News

Het zijn varende spookschepen?

“Nog net niet (lacht). Maar wat voor zin heeft het om handenvol geld in materieel te investeren als er geen personeel is om het te bedienen of te onderhouden?

“Nieuwe soldaten krijgen nu een contract van beperkte duur. Ze mogen maximaal twaalf jaar bij het leger blijven, waarna ze omgeschoold worden voor een job in de burgermaatschappij. Is dat wat mensen willen? Een korte militaire loopbaan, waarna ze zich maar moeten zien te redden? Ik denk het niet, en de feiten geven me gelijk: zo goed als niemand wil nog in het leger.

“Daardoor komen onze kernopdrachten in gevaar: binnen afzienbare tijd hebben we te weinig manschappen om onze taak binnen de NAVO naar behoren te vervullen, het grondgebied te verdedigen of de bevolking te helpen in geval van nood. De aanslagen van Zaventem en Maalbeek waren dramatisch, maar eigenlijk kleinschalig. Als we écht grote aanslagen meemaken, kan het leger dat niet aan. Wie zal de bevolking dan helpen?

‘Wat voor zin heeft het om handenvol geld in materieel te investeren als er geen personeel is om het te bedienen of te onderhouden?’

“Naast de landmacht, de luchtmacht en de zeemacht is er nog de medische component. Daar is de toestand rampzalig. Voor alle buitenlandse missies zijn er amper tien dokters. De landen waar we op missie zijn, smeken ons soms om meer militairen. Maar als er niet genoeg militaire dokters beschikbaar zijn, kunnen we dat niet doen: 'Sorry, we kunnen jullie niet helpen, want er is geen dokter in de zaal.' Dat is toch een schande?”

Harde bewijzen

De landmacht, de luchtmacht en de zeemacht zijn drie aparte koninkrijkjes volgens u.

“Ze varen elk hun eigen koers en de officieren aan de top willen dat het liefst zo houden. Daarnaast zijn er nog de directies Human Resources en Material Resources. Die hebben buitensporig veel macht en zijn niet te beroerd om die ook te misbruiken als het hun uitkomt.”

Hoe bedoelt u?

“Officieren die hun mond durven open te doen, worden verplaatst en krijgen minder interessante functies. Hopelijk staat mij dat nu ook niet te wachten (lachje). De legertop houdt niet van mensen die nadenken of er een andere mening op nahouden.”

Wat moet er gebeuren?

“Er moet gesnoeid worden aan de top, en het departement Human Resources en het personeelsbeleid moeten compleet herzien worden. Nu worden de officieren jaarlijks benoemd door een onafhankelijk comité, maar voor die benoemingen wordt geen rekening gehouden met de beschikbare plaatsen. Het gevolg is dat je tot kolonel benoemd kunt worden en achteraf op een vacante plaats voor een majoor belandt. Echt efficiënt is dat niet.”

Dat comité bestaat uit hoge officieren?

“Het benoemingscomité is een verhaal apart. De dossiers worden per categorie voorbereid door één man, de wapeninspecteur. De drie krijgsmachtonderdelen hebben elk hun wapeninspecteur, een kolonel.”

Harde bewijzen
Beeld Photo News

Die man heeft veel macht?

“Ja. Hij bekijkt de dossiers van alle officieren die voor bevordering in aanmerking komen en overlegt dan met de generaals over hun voorkeuren. Dat laatste mag niet volgens de wet en de Raad van State heeft de legerleiding er meermaals voor op de vingers getikt, maar het gebeurt nog altijd. Vroeger was er een schriftelijk verslag van, maar nu plegen ze mondeling overleg, zodat er geen sporen meer zijn. Ik weet uit heel goede bron dat het er zo aan toegaat. Mijn bron heeft daar zelfs harde bewijzen voor.

“De wapeninspecteurs kiezen in geheim overleg met de generaals wie er op de lijst voor benoemingen belandt en hoeveel punten hij of zij krijgt. De inspecteurs bepalen ook het belang van de operaties waaraan kandidaten hebben deelgenomen en beoordelen hun leiderschapscapaciteiten. Dat zou objectief moeten gebeuren, maar het wordt gewoon gemanipuleerd.

‘Veel competente officieren raken niet hogerop omdat ze geen jaknikkers zijn. En nogal wat officieren verkeren in de waan dat het benoemingssysteem allemaal eerlijk verloopt’

“De leden van het benoemingscomité hebben geen toegang tot de lijsten van de wapeninspecteurs. Zij bereiden hun eigen pro-formalijst voor. Op de dag waarop het comité zetelt, worden de lijsten van de inspecteurs voorgesteld aan de minister. Dat duurt amper een paar minuten. De leden van het comité vergelijken in een rotvaart hun kandidatenlijst met die van de inspecteur, terwijl de generaals en de minister hen op de vingers kijken. Nooit durft iemand opmerkingen te maken. 'Gaat iedereen akkoord met de lijst van de inspecteur? Ja? Dank u.'”

Dat wil dus zeggen dat veel hoge officieren niet de capaciteiten hebben voor hun job?

“Ja. Sommigen zijn wel bekwaam, maar ze durven geen risico's te nemen omdat ze zo graag generaal willen worden. Veel competente officieren raken niet hogerop omdat ze geen jaknikkers zijn. En nogal wat officieren weten trouwens niet dat het benoemingssysteem zo werkt: zij verkeren in de waan dat het allemaal eerlijk verloopt.”

Hebt u zelf van dat systeem geprofiteerd om hogerop te raken?

“Misschien. (Stilte) Kijk, sommigen zullen na dit interview beweren dat ik een gefrustreerde officier ben. Maar ze vergissen zich, want ik zit op de plaats waar ik altijd van heb gedroomd. Ik praat nu alleen met u omdat ik me zorgen maak over de toekomst van ons leger. Grote zorgen.”

Het leger reageert

‘De informatie is niet representatief voor het Belgische leger’, reageert Laetitia Gérard, woordvoerster van defensie.

Laetitia Gérard: “De budgettaire beperkingen uit het verleden hebben ons verplicht om keuzes te maken. We wilden zoveel mogelijk voorrang geven aan onze kernopdracht, namelijk de operaties. Dat is inderdaad ten koste van het onderhoud en de vernieuwing van de infrastructuur gegaan. Maar vandaag wordt er actie ondernomen om die achterstand op te vangen en de infrastructuur ingrijpend te verbeteren. De verouderde infrastructuur is trouwens geen fundamenteel doorslaggevende reden waarom mensen beslissen om het leger te verlaten.

“Ons personeelsbestand krimpt, maar we zijn nog steeds met meer dan 25.000 werknemers, burgers en militairen, die werken in een speciale omgeving. Door de reorganisatie kunnen de generaals het leger efficiënt laten functioneren. Die vernieuwingen zorgen er ook voor dat de Chef Defensie het overzicht behoudt en leiding geeft volgens de principes van goed bestuur.”

Volgens kolonel Q zouden bevorderingen en benoemingen van officieren gemanipuleerd worden.

“Daar kan ik niet op antwoorden.”

©Humo