De Nederlandse gezondheidsraad heeft de eerdere bewegingsnormen onder de loep genomen en kwam tot de conclusie dat ze verouderd en hoogdrempelig waren. Mensen werden tot voor kort aangeraden om minstens vijf dagen per week een half uur lang matig intensief te bewegen. Ze moesten een sportieve activiteit ook tien minuten aan een stuk volhouden.

Soepele aanpak

In de nieuwe richtlijn worden volwassenen nog steeds aangeraden om wekelijks 2,5 uur te bewegen, maar de aanpak is soepeler. Volgens Pim van Gool, hoogleraar neurologie en voorzitter van de Gezondheidsraad, zal die ook minder mensen ontmoedigen. “Iedere vorm van matig intensieve beweging integreren in je dagelijks leven is goed. Stap een bushalte vroeger af of ga wat tuinieren”, zegt hij in een reactie aan De Volkskrant. Ook fietsen en traplopen zijn goede voorbeelden. Het komt erop neer dat je ademhaling versnelt en je hartslag verhoogt.

Mijd stilzitten

Nieuw is dat ouderen worden geadviseerd om minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten en balansoefeningen te doen. Voor kinderen van vier tot achttien jaar geldt dat ze dagelijks een uur matig intensief moeten bewegen. Minstens drie keer per week spier- en botversterkende activiteiten doen is aangeraden. Het belangrijkste punt voor beide groepen is om lang stilzitten te vermijden. Hoe langer, vaker of intensiever de inspanning, hoe gezonder en hoe kleiner het risico op allerlei gezondheidsproblemen, waaronder op hart- en vaatziekten, diabetes en depressies. Een gezond bewegingspatroon zou ook het risico op het ontwikkelen van borst- en darmkanker beperken. Uit onderzoek blijkt dat 45 procent van de Nederlandse bevolking al voldoet aan de nieuwe richtlijn.