Direct naar artikelinhoud
AchtergrondJózsef Szájer

‘Gevaar ontdekt te worden, is deel van opwinding’: wat bezielt oerconservatieve verdoken homo’s?

De oerconservatieve Jószsef Szájer stapte op uit het Europees Parlement, en zijn Fidesz-partij, nadat hij in Brussel betrapt werd tijdens een seksfeest met twintig mannen.Beeld AFP

En toen werd een Orbán-getrouwe betrapt op een Brussels bacchanaal, met de klemtoon op anaal. Het Hongaarse (ex-)Europarlementslid József Szájer haalde afgelopen week de wereldpers met zijn gespleten persoonlijkheid. Wat is de psychologie van zulke aartsconservatieve verdoken homo’s?

“Wanneer ik een brulboei in Washington of het christelijke binnenland hoor afgeven op het kwaad van sodomie, sla ik in mijn hoofd zijn naam op en kijk ik genoegzaam naar mijn horloge.” Zo begon de Britse controversiële auteur en opiniemaker Christopher Hitchens een van zijn meest contraire uitspraken. “Vroeger eerder dan later zal hij gevonden worden op zijn vermoeide, oude knieën in een aftands hotel of toilet, met een verlopen Visa-kaart, terwijl hij tevergeefs probeert om voor schandalig veel geld door een travestiet te worden beplast.”

Hitchens overleed bijna negen jaar geleden, maar door József Szájer is zijn quote weer springlevend. De Fidesz-partijgenoot van de Hongaarse premier Viktor Orbán was een van de aanwezigen op een seksfeestje in Brussel waar agenten vorige week vrijdag binnenvielen. Buren hadden de politie gebeld omdat ze een overtreding van de coronamaatregelen vermoedden. Tot zover bekend waren er geen golden showers (een vorm van plasseks) of travestieten in het spel, maar wel de ‘beste anale seks’ en twintig (half)naakte mannen.

Sinds Szájers aanwezigheid en zijn mislukte vlucht via de regenpijp uitlekte, is hij de risee van Brussel tot Boedapest. Tom Lanoye: “Die man is een romanfiguur. Als ik hem zou bedenken, zouden mensen zeggen: ‘Maar Tom, dat is veel te vergezocht.’ Voor zulke mensen is Brussel de hoer van Babylon als ze er van buitenaf over spreken, maar eenmaal binnen liggen ze wel aan de tiet of liever de piet van die hoer.”

“In principe zou je de persoonlijke levenssfeer moeten respecteren,” zegt Lanoye, “maar niet in het geval van iemand die deel uitmaakt van zo’n conservatieve regering, tot het beslissen van homovrije zones toe.”

Gedrag versus identiteit

Hoe kan iemand zo’n gespletenheid vertonen? Volgens professor psychologie Alexis Dewaele (UGent) is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen de verschillende onderdelen van seksuele oriëntatie. “Je hebt gedrag, identiteit en verlangen”, zegt Dewaele. “Je hebt seks met mannen, dat is gedrag. Je noemt jezelf homo, dat is identiteit. Tot wie voel je je aangetrokken, dat is fantasie, verlangen. Iemand kan voor zichzelf perfect rationaliseren dat hij seks heeft met mannen, maar zich daarom geen homo noemen. Hoe mensen in hun hoofd naar zichzelf kijken, hoeft dus niet per definitie te stroken met hoe ze zich gedragen.”

Dat is één verklaring: misschien kan Szájer zo zijn levensstijl en 37-jarige huwelijk met een vrouw – Tünde Handó, Hongarijes invloedrijkste magistraat – voor zichzelf rechtvaardigen. Een andere, meer donkere uitleg is dat er sprake is van ‘geïnternaliseerde homonegativiteit’. Dat is het fenomeen waarbij holebi’s zich voor een stuk de negatieve vooroordelen die in de samenleving over hen leven eigen maken. In 1995 bracht de Amerikaanse UCLA-professor Ilan H. Meyer dat voor het eerst in kaart, enkele jaren later deden John Vincke en Alexis Dewaele dat in Vlaanderen.

De legendarische FBI-baas John Edgar Hoover voerde een halve eeuw oorlog tegen communisten, zwarten en homo’s, maar zou een voorliefde voor jonge zwarte mannen hebben gehad.Beeld Getty Images

UGent-prof Dewaele: “Als homo ga je dan zaken zeggen als ‘die Pride, is dat nu echt nodig?’ of ‘gays moeten niet zo verwijfd doen, doe maar normaal’. Men gaat het eigen anders zijn voor een stuk afwijzen en dat brengt stress met zich mee. Mensen die eraan ten prooi vallen, voelen zich mentaal kwetsbaar, waardoor ze zich misschien in het uitgaansleven storten en in seksueel risicogedrag vervallen. Belangrijk: dat is zeker niet voor alle homomannen het geval, enkel bij een welbepaalde groep komen al die factoren samen.”

In extreme vorm wordt die geïnternaliseerde homonegativiteit zelfhaat: wanneer je je homo-zijn zo sterk gaat afwijzen dat je jezelf eigenlijk afwijst. “Vooral in culturen die sterk homofoob zijn, riskeer je dat”, zegt Dewaele. “In Vlaanderen is dat gelukkig minder vaak het geval, maar Hongarije en de Fidesz-rangen lijken me een ander verhaal. Maar specifiek over Szájer kan ik me niet uitlaten, ik ken die man enkel via nieuwsartikels. Misschien slaagt hij erin om zijn identiteit echt te scheiden van het soort seks dat hij heeft, misschien heeft hij last van zelfhaat. Beide verklaringen zijn mogelijk.”

Jonge zwarte mannen

Szájer is niet de eerste die bedrijft wat hij mee tot het verdorvene heeft gebombardeerd. In de jaren 30 knapte Ernst Röhm, de homoseksuele leider van de Sturmabteilung, het vuile werk op voor Hitler. J. Edgar Hoover voerde als FBI-directeur een halve eeuw oorlog tegen communisten, zwarten en homo’s, maar zou een voorliefde voor jonge zwarte mannen hebben gehad. Lanoye: “Het wordt gecontesteerd, maar hij hield er ook van om dragfeestjes te organiseren. Toen Edgar Hoover stierf, moet Nixon gezegd hebben: ‘Jesus Christ! The old cocksucker is dead!’”

Nog in Amerika was er in 2006 een schandaal rond de evangelische televisiepredikant Ted Haggard. Hij gold als een voorvechter van traditionele familiewaarden, tot een mannelijke prostitué bekende dat Haggard drie jaar lang een relatie met hem had en ook drugs van hem kocht.

Dichter bij huis was er Jörg Haider. De leider van extreemrechts in Oostenrijk profileerde zich als een brave familievader terwijl hij al jaren een relatie had met zijn rechterhand Stefan Petzner. Pas in 2008 kwam die aan het licht nadat Haider zich na een ruzie met Petzner een stuk in zijn kraag dronk en zich met 1,8 promille in het bloed de dood in reed. De ochtend na het ongeval gaf Petzner een legendarische conferentie waar hij herhaaldelijk in tranen uitbrak en Haiders dood beschreef als het ‘einde van de wereld’.

Lanoye zegt dat je de psyche van aartsconservatieve verdoken homo’s niet tot één verhaal kunt reduceren. Volgens hem zitten er sowieso “cynische klootzakken” tussen, mensen die om financiële of politieke redenen perfect hypocriet kunnen zijn en daar geen problemen in zien, maar evengoed ziet hij meer Freudiaanse verklaringen. “De homohaters die via wet bestrijden waar ze naar verlangen.”

Jonge zwarte mannen
Beeld ISOPIX

Sommige wetenschappers claimden daarvan zelfs ‘bewijzen’ te hebben, maar in 2013 ontkrachtte een Canadese studie, gepubliceerd in het Journal of Sex Research, die populaire psychologische verklaring voor homohaat.

Bij Szájer ziet Lanoye nog een meer specifieke verklaring: “Zijn volstrekte openheid verbijstert mij. Welk Europarlementslid gaat er nu met een xtc-rugzakje naar een seksfeestje in centrum Brussel? Het lijkt me een type dat speelt met het gevaar om ontdekt te worden en dat gaat zien als onderdeel van de seksuele opwinding. Er zit zelfprikkelende provocatie in het rondparaderen op zo’n orgie: ‘Pak me dan als je kan!’ Met ‘pakken’ in twee betekenissen.”

‘Orbán wist dit al jaren’

“Top of bottom? Sowieso een leather daddy!” Wie de afgelopen dagen door de sociale media van Brusselse homo’s en ver daarbuiten scrolde, dacht misschien ook: vielen ze in Hongarije nu echt uit de lucht? Neen, zegt Szabolcs Panyi, onderzoeksjournalist bij het onafhankelijke Hongaarse medium Direkt36. Volgens hem is Szájers seksuele voorkeur sinds de jaren 90 in politieke en mediakringen gekend, maar werd er niets mee gedaan omdat Hongaarse media zeer terughoudend zijn over het privéleven van politici. “Ook Orbán werd deze week niet verrast. Hij wist dit sowieso al jaren”, zegt Panyi.

In 2011 werd een nieuwe grondwet aangenomen, die stelt dat “Hongarije het huwelijk zal verdedigen tussen een man en vrouw.” Szájer werd deze week het brein daarachter genoemd, maar dat klopt niet, zegt Luca Dudits, communicatieverantwoordelijke bij Háttér, belangenverdediger van de lhbt-gemeenschap in Hongarije. “Ik wil de man zeker niet verdedigen, maar dat stond niet in zijn eerste kladversie.”

Szájer heeft dat zinnetje misschien niet geschreven, maar hij heeft het ook niet bevochten, zegt Panyi. “Lhbt-vriendelijke wetgeving introduceren is nu een onmogelijke zaak geworden.”

Er verschenen ook nieuwsberichten dat Hongaarse media dit schandaal doodzwijgen, maar door sociale media is het verhaal er alsnog ontploft. Panyi: “Wanneer ik op de bus of metro zit, zie ik alleen nog mensen verhalen over Szájer lezen en in lachen uitbarsten. De totale hypocrisie is hilarisch.”