Historisch: Paus ontmoet sjiitische grootayatollah Ali Sistani

De leider van de Rooms-katholieke Kerk, paus Franciscus, en de geestelijke leider van de sjiieten in Irak, ayatollah Ali al-Sistani, hebben elkaar zaterdag in de sjiitische bedevaartsplaats Najaf in Irak gesproken.

dc
Bron: Belga

De 84-jarige paus begon vrijdag onder strenge veiligheidsmaatregelen aan een vierdaags bezoek aan Irak en arriveerde zaterdag in Najaf waar de zes jaar oudere ayatollah woont. Al-Sistani zei tegen de paus dat de christenen in Irak in vrede moeten kunnen leven en dezelfde rechten dienen te hebben als andere Irakezen.

Het bezoek duurde bijna drie kwartier. Alleen de twee geestelijken en vertalers waren aanwezig. Het onderhoud gebeurde afgeschermd van de media. De ayatollah in Najaf doet vrijwel niet aan publieke optredens. Hij geldt als een erg gematigde sjiitische leider die ooit is genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede.

De Paus riep gisteren op Twitter niet toevallig op tot herstel en wederzijds respect. ‘Alleen als we erin slagen om elkaar, verschillend als we zijn, te zien als leden van dezelfde menselijke familie, kunnen we beginnen aan een effectief proces van heropbouw en een menselijkere en rechtvaardigere wereld achterlaten voor de toekomstige generaties’, stelde hij.

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

Het christendom heeft wortels in het land dat nu Irak heet en heeft christelijke gemeenschappen met een langere historie dan die in menig christelijk land. Een van de aartsvaders van het christendom, Abraham, kwam uit een streek circa 200 kilometer ten zuidoosten van Najaf.

Na de Tweede Wereldoorlog was naar schatting bijna 12 procent van de Irakezen christen, maar oorlogsgeweld en vervolgingen, vooral na de Amerikaanse invasie van 2003, hebben het percentage christenen teruggebracht tot hooguit 1,2 procent van de bevolking of rond de 450.000 mensen.

De rooms-katholieken en sjiieten hebben met elkaar gemeen dat ze een hiërarchie van geestelijken en dus geestelijke leiders hebben, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de soennitische moslims. Meer dan de helft van de 38 miljoen Irakezen is sjiitisch.

De moslims zijn verdeeld sinds de dood van de profeet Mohammed in 632, onder meer over de vraag wie de profeet heeft opgevolgd, de rol van die opvolger(s) en de betekenis van de profeet in het geloof. De sjiieten vertegenwoordigen tussen de 10 en 20 procent van de moslims. Ze zijn vaak vervolgd in landen waar ze een minderheid vormen, maar ook als meerderheid in Irak onder dictator Saddam Hussein (1937-2006).