Lonen kunnen dit en volgend jaar dan toch met 1,1 procent stijgen

Maandag onderhandelen de sociale partners over een nieuwe loonnorm. Dit overleg was in januari afgesprongen, omdat de vakbonden zich niet konden vinden in een loonnorm van 0,8 procent voor dit en volgend jaar. Gevolg: een nationale staking op 13 februari.

Lager dan verwachte inflatiecijfers boden evenwel een uitweg. Dat maakte de weg vrij voor iets meer ruimte voor extra loon. De cijferaars van de CRB werden opnieuw aan het werk gezet. De nieuwe berekeningen door de CRB verhogen dus de maximale marge waarmee de lonen mogen stijgen met 0,3 procentpunt tot 1,1 procent. Dat is exact hetzelfde als de loonnorm van twee jaar geleden.

Op basis van die maximale marge herstarten de sociale partners, verenigd in de Groep van Tien, na het weekend het loonoverleg. Het blijft wel afwachten of de vakbonden akkoord zullen gaan met 1,1 procent loonopslag, eventueel aangevuld met allerlei netto koopkrachtverhogingen.

Behalve de loonnorm wordt ook onderhandeld over andere belangrijke sociale hangijzers, zoals de SWET-regels (het vroegere brugpensioen, nvdr.) en landingsbanen. Ook moet de welvaartsenveloppe, om de uitkeringen welvaartsvast te maken, nog worden verdeeld. Het overleg maandag gebeurt “tot de finish” zoals dat heet.