Gemeentelijke arbeidsvoorziening drukt andere werkgelegenheid weg, maar hoe pak je dit aan?
Dit is het verhaal van twee jongens.
Timo kreeg een psychose toen hij zeventien was. Hij werd opgenomen, kreeg medicijnen (die hij niet altijd innam) en raakte verslaafd. Pogingen een opleiding te volgen strandden. Dankzij subsidie van de gemeente kon hij aan de slag bij een fietsenmaker en een vak leren.
Dit verhaal laat zien hoe de gemeente kwetsbare groepen kan ondersteunen.
fietstechniek
Kevin haalde met hard werken en veel doorzetten zijn mbo fietstechniek niveau 3. Hij werkte met veel plezier als fietsreparateur. Maar het bedrijf waar hij werkte, kon de concurrentie met de gemeentelijke fietsenwerkplaats niet aan. Kevin kwam op straat te staan, maar komt niet in aanmerking voor de werkplaats: die is alleen voor mensen met een beperking of verslaving, zoals Timo. Kevin werkt nu bij een fastfoodketen. Ook leuk, maar geen fietstechniek.
Deze verhalen zijn ook het onderwerp van de Wet verdringingstoets, die eerder deze maand besproken werd in de Eerste Kamer. Dit is een initiatiefwetsvoorstel van Tweede Kamerlid Sadet Karabulut (SP). De wet wil de ruimte van gemeenten om werkzoekenden werkervaring op te laten doen door ‘met behoud van uitkering’ te werken, drastisch inperken.
Volgens de SP verdringen deze trajecten betaalde banen. Het voorstel stamt al uit 2015, kort nadat de Participatiewet in werking was getreden. De behandeling van het wetsvoorstel wordt daardoor al snel een informele evaluatie van de Participatiewet. Die wet moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden.
Zo merkte senator Paul Schnabel (D66) op dat bij het ontwerp van de Participatiewet wat te weinig naar werkgevers is gekeken. Hoe gaan bedrijven om met werkzoekenden die via de gemeente worden geplaatst? Gaat het voor hen om het vinden en houden van personeel, of zoeken ze naar subsidies en regelingen om arbeid zo goedkoop mogelijk te maken? En wie bepaalt het verschil daartussen? Wat zijn de grenzen in het grote grijze gebied tussen uitkering en baan?
Werkzoekenden met jarenlange werkervaring werd in de voorbije jaren gevraagd in een gemeentelijke werkplaats aan de slag te gaan, om ‘arbeidsritme op te doen’. Het verhaal van de Hagenaar Harry haalde de landelijke media, toen bleek dat hij na een carrière als straatveger werd ontslagen en gevraagd werd om hetzelfde werk te gaan doen in ruil voor een uitkering.
Karabulut probeert met haar initiatiefwet hierin duidelijkheid te scheppen: wat mag wel en wat mag niet?
Het is meer dan terecht dat hiervoor aandacht wordt gevraagd. Daar waren alle partijen in de Eerste Kamer het volledig mee eens.
Toch is het allerminst een hamerstuk. De verdringingstoets maakt een complex en gelaagd vraagstuk eendimensionaal: alsof onbetaalde arbeid voor verdringing zorgt en betaalde arbeid niet.
werkzoekenden
In werkelijkheid is voor heel veel werkzoekenden een tussenstap tussen opleiding, uitkering en werk juist belangrijk of zelfs noodzakelijk. Zoals voor langdurig werkzoekenden die niet meer in hun oude werkveld aan de slag kunnen, en zich willen oriënteren op verschillende andere branches.
Toch schrapt de verdringingstoets allerlei gemeentelijke instrumenten en trajecten die zo’n tussenstap vormen. Kortom: om het belang van Kevin te verdedigen ziet Karabulut de vraag van Timo over het hoofd. Daarbij wil de initiatiefwet vastleggen wat in deze situaties wijsheid is. Dat heeft een groot effect op de gemeente, die deze wetten moet uitvoeren. De Participatiewet zegt dat de gemeente in alle gevallen maatwerk moet leveren. Dat betekent dat het belang van de werkzoekende voorop moet staan. Daarnaast moet de gemeente rekening houden met vervelende effecten voor anderen. Dat is een moeilijke opdracht; dat blijkt al uit het feit dat het in de afgelopen jaren nog te vaak is misgegaan.
Maar wat worden de extra spelregels?
Tamara van Ark
De initiatiefneemster van de Wet verdringingstoets besloot afgelopen dinsdag zelf het wetsvoorstel nog aan te houden en meer onderzoek te doen. Een stemming in de Eerste Kamer is daarmee voorlopig uitgesteld.
Gelukkig voor Kevin – en alle anderen – zei staatssecretaris Tamara van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) dat zij daar niet op wil wachten. In de tussentijd wil ze er onder andere bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten op aandringen dat zij het onderwerp hoog op de agenda houden. Wanneer met voorbeelden duidelijker wordt wat wel en niet acceptabel is, kunnen gemeenten volgens Van Ark zelf actief aan de slag om verdringing tegen te gaan. <