Direct naar artikelinhoud
Vier vragenWerk

Werken loont steeds meer: in deze sectoren en beroepen is de stijging het grootst

In Brussel verdien je gemiddeld ruim 30 procent meer dan in West-Vlaanderen of Limburg.Beeld Sbin Photography

Proficiat! U ging er vorig jaar op vooruit. Het gemiddeld brutoloon bedraagt nu 3.783 euro, zo blijkt uit het Salariskompas van Jobat.

Wie krijgt wat?

Het maandelijkse brutoloon in België bedraagt 3.783 euro. Dat is het gemiddelde voor de doorsnee werkende Belg. Veelverdieners trekken dat gemiddelde naar boven. Een betere vergelijking is de mediaan, die ligt in ons land volgens het Jobat Salariskompas op 3.350 euro bruto. Concreet betekent dit dat de helft van de ondervraagden minder verdient dan dit bedrag van 3.350 euro en de andere helft meer verdient dan dat bedrag. Het is voor het eerst in jaren dat het mediaaninkomen stijgt, en wel met 350 euro. De indexsprong van 2020 is de hoofdverantwoordelijke voor die klim. Het gemiddelde startloon bedraagt nu 2.561 euro bruto per maand.

De stijging van het brutomaandloon zet zich door in elke onderzochte groep. Dus voor de beide geslachten, alle opleidingsniveaus, sectoren of functies. Maar de toename is niet gelijk verdeeld. Sommigen profiteren meer. Zo is de stijging groter bij mannen, hogeropgeleiden en in grotere organisaties. Het aantal gemiddelde vakantiedagen neemt voor het eerst in vier jaar tijd toe: van 27 naar 28. Bij arbeiders blijft het aantal vakantiedagen onveranderd op 24. Verder geldt ook: hoe meer werknemers een bedrijf telt, hoe meer vakantiedagen ze krijgen.

Welke verschillen zijn er tussen de sectoren?

Traditioneel blijven de chemie en farmacie de best betalende sectoren. Ook in de energie- en milieusector en bij de banken en verzekeringen vind je hogere lonen terug. Zij keren ook de hoogste lonen uit voor wie aan het begin van zijn carrière staat. Het gemiddeld brutoloon in de chemie en farma lag in 2020 op 4.638 euro. De kloof met de op een na best betalende sector, 4.375 euro voor energie en milieu, is er nog wat groter op geworden. Medische en paramedische functies zijn bij de drie grootste stijgers qua brutoloon, en dat in een jaar gekenmerkt door een gezondheidscrisis.

Even klassiek is dat de horeca veruit de sector blijft waar men het laagste loon verdient. Het startersloon ligt er op 2.328 euro en klimt op zijn hoogst, na een kwarteeuw trouwe dienst, tot 3.350 euro bruto. Denk daar even aan als u dit weekend een terrasje doet. 

Over het hele land bekeken, kun je in Brussel rekenen op het grootste loonzakje: in Brussel verdien je gemiddeld ruim 30 procent meer dan in West-Vlaanderen of Limburg. Het fileleed moet ergens goed voor zijn. Op het gebied van functies zien we dat management en directiefuncties het best betalen.

Wat gebeurt er met de extralegale voordelen?

En dan zijn er nog de extraatjes. Het gemiddeld aantal extralegale voordelen stijgt opnieuw, nu tot een gemiddelde van 6,28 per werknemer. De eindejaarspremie en maaltijdcheques zijn en blijven de populairste extralegale voordelen. Meer dan 70 procent van de werknemers krijgt maaltijdcheques. Een hospitalisatieverzekering vervolledigt de topdrie. 

De grootste verschuivingen vinden evenwel plaats bij voordelen die te maken hebben met werken van op afstand. Zo zien we onder meer een duidelijke toename bij de mogelijkheid tot thuiswerken (plus 60 procent) en een laptop (plus 20 procent). Aan de andere kant zien we voor het eerst een daling bij het aantal werknemers dat een vergoeding krijgt voor woon-werkverkeer. De coronacrisis heeft hier uiteraard een rol gespeeld. Vooral als accelerator, want veel van die voordelen, waaronder thuiswerken, zaten al een aantal jaar in de lift. Ook hier worden klassieke verschillen tussen types werknemers bevestigd. Een mooie illustratie is de mogelijkheid tot thuiswerk bij arbeiders: van hen kan slechts 3 procent thuiswerken, net zoals voorgaande jaren. Bij bedienden en overheidswerknemers steeg het aandeel sterk, tot bijna de helft.

En hoe zit het met het geluksgevoel?

36 procent geeft aan erg tevreden te zijn met zijn of haar loonpakket. Dat betekent dat ze hun loonpakket een score geven van 8 op 10 of hoger. Daar staat tegenover dat ongeveer 9 procent zijn loonzakje onvoldoende vindt, met een score van 4 of lager op 10. Met andere woorden: gebuisd. Mannen zijn vaker tevreden over hun loon. Zou de historische en hardnekkige loonkloof daar voor iets tussen zitten?

Loon is één ding, het algemeen geluksgevoel nog iets anders. Daar ligt de topscore met 41 procent hoger dan de pure loonscore. De verschillen in aantal jaren werkervaring zijn klein, maar het lijkt erop dat het geluk een beetje toeneemt naarmate men langer aan de slag is. Managers en directie scoren hoog op zowel loon als geluksgevoel. Op beide dimensies laten ze alle andere functiecategorieën ver achter zich. Het minst goed in hun werkvel zitten de beroepen uit de marketing, communicatie, design en journalistieke sfeer. Ook opvallend: onderwijs en overheid mogen dan wel niet de best verdienende sectoren zijn, maar ze scoren wel hoog op geluksgevoel. Er zijn geen grote verschillen op geluksgevoel tussen de provincies. Wat opvallend is, omdat dit de enige dimensie is waar Brussel niet boven de andere provincies uitsteekt.