Geld speelt geen rol
Bijna negenduizend Nederlanders verdienen een hartelijke dankzegging voor hun inzet als gemeenteraadslid, in de afgelopen vier jaar. En een veelvoud van dat aantal burgers valt te prijzen, alleen al omdat ze bereid waren zich vandaag verkiesbaar te stellen. Want het is echt geen comfortabel, winstgevend erebaantje waarop zij azen. Volksvertegenwoordigers, aan het Binnenhof maar ook in Ons Dorp, ervaren een ernstige werkdruk. Ze dragen serieuze verantwoordelijkheden, maken veel uren en kunnen heel wat frustratie en scheldpartijen over zich heen krijgen. Voor Kamerleden staat daar nog ruim een ton per jaar tegenover – maar het afbreukrisico is groot en de ‘baanzekerheid’ duurt nooit langer dan vier jaar. De vergoeding van lokale politici echter is veel kariger. In een kleine gemeente krijgen raadsleden gemiddeld 4,91 euro per uur voor hun inzet – dat is ongeveer het minimumloon voor een achttienjarige. Noem dat maar eens ‘zakkenvullen’.
Een betere vergoeding en efficiënter werken: dat recept presenteert de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in zijn advies om het werk van gemeenteraden, Provinciale Staten en waterschapsbesturen aantrekkelijker te maken. Om met die vergoeding te beginnen: die moet vooral in de kleinere gemeenten omhoog. In steden met meer dan 150.000 inwoners is de betaling van raadsleden wel voldoende om er slechts een halve baan naast te hebben. Dat moet je trouwens wel met je werkgever kunnen regelen. Want het politieke werk is altijd maar een tijdelijk nevenfunctie, en zoiets als pensioenopbouw moet ondertussen wel doorlopen. Het uitgangspunt blijft echter dat een raadslid geen salaris ontvangt, maar een ‘schadeloosstelling’ voor opgeofferde werktijd. Het is geen beroep, waarvoor je een opleiding volgt en waarin je prestaties neerzet. Wie het volk vertegenwoordigt, draagt een ambt.
Raadsleden moeten zich beperken tot dat waarvoor ze gekozen zijn. En daar valt nog veel winst te behalen: door te zorgen voor degelijke ondersteuning door een professionele griffie, rekenkamer en betaalde fractiemedewerkers. De ROB waarschuwt ervoor dat raadsleden niet zélf uit moeten zijn op ‘materiekennis’: ze worden niet gekozen om stukken te vreten en zich suf te vergaderen. Het dagelijks bestuur (burgemeester en wethouders) en de ambtenarij moeten ervoor zorgen dat raadsleden helder inzichtelijke politieke dilemma’s krijgen voorgelegd, waaruit zij vervolgens uit naam van ‘het volk’ een keuze kunnen maken, die ze kunnen uitleggen en verantwoorden. Niet alleen na vier jaar, als er weer verkiezingen zijn, maar permanent. Dan wordt het misschien ook weer makkelijker om bijtijds kandidaten te vinden voor de lijsten van 2022.
de mening van het Nederlands Dagblad