Direct naar artikelinhoud
AchtergrondDiversiteit

In België is het wachten op een coming-out in het profvoetbal: ‘In een stadion met 20.000 man stel je jezelf erg kwetsbaar op’

Jake Daniels van Blackpool kwam tijdens een interview uit de kast.Beeld CameraSport via Getty Images

Jake Daniels, een 17-jarige Britse profvoetballer, hoopt met zijn coming-out een rolmodel te zijn. Homo’s in het voetbal blijven een zeldzaamheid. Ook in België krijgt de CEO van de Pro League of de materiaalman van Cercle geen gevolg in de kleedkamer.

“Ik wil dat mensen te weten komen wie ik écht ben.” In liegen had Jake Daniels geen zin meer. Tijdens een interview met Sky Sports kwam de 17-jarige profvoetballer, die bij Blackpool in de Engelse tweede klasse speelt, maandagavond uit de kast. “Een stap in het onbekende”, zo staat er op de website van de club. De laatste Engelse voetballer die op het hoogste niveau zijn seksualiteit uitsprak - Justin Fushanu in 1990 - gaf er enkele jaren later de brui aan na haat in de tribune en in de kleedkamer.

De wereld ziet er anno 2022 een stuk anders uit, zo tonen de vele steunreacties. Onder meer topvoetballers als Harry Kane (Tottenham) en David de Gea (Manchester United) loofden Daniels voor zijn “ongelofelijke moed”. Volgens oud-speler en analist Gary Neville gaat de “historische” aankondiging de kleedkamercultuur voorgoed veranderen.

Maar wie iets dieper duikt in de reacties op sociale media, ziet dat homoseksualiteit voor een deel van de achterban een moeilijk verhaal blijft. Dat bleek al in januari. Josh Cavallo, een Australische prof die zich vorig jaar outte, werd tijdens een wedstrijd het mikpunt van homofobe haatkoren. Ook Daniels is zich daarvan bewust: “Ik kan mensen niet tegenhouden dat soort dingen te zeggen.”

Samen met de Australiër Andy Brennan zijn zij op dit moment de enige mannelijke profvoetballers die openlijk uitkomen voor hun homoseksualiteit. Dat zegt eigenlijk alles. In Nederland getuigde een profspeler vorig jaar voor een NOS-podcast, maar enkel anoniem. In ons land is het muisstil.

Alle boeren zijn homo’s

Zijn ze er niet of durven ze niet? “Ik zou een homoseksuele ploegmaat afraden om uit de kast te komen”, zei Thomas Meunier vorig jaar. Ex-prof Carl Hoefkens stelde in 2017 dat hij speelde met drie homo’s, van wie één Club Brugge-speler. “Ze staken dat niet weg in de kleedkamer, maar vroegen om te zwijgen naar de buitenwereld toe.”

Sportsocioloog Jeroen Scheerder (KU Leuven) stelt vast dat het vooral in teamsporten een taboe blijft. Enerzijds is er het verhaal van de kleedkamer, waar het concept ‘mannelijkheid’ nog erg heteronormatief wordt ingekleurd. “Maar het strekt zich uit tot ver daarbuiten. Zeker in het voetbal zie je een sterke zwart-withouding bij supporters. Het is wij tegen zij.” Ook maatschappelijke thema’s zoals racisme of geaardheid kennen daardoor weinig grijstinten in een voetbaltribune, denkt Scheerder.

De reactie van het publiek is een van de voornaamste redenen waarom profvoetballers in de kast blijven, blijkt uit onderzoek. “In een stadion met 20.000 supporters stel je jezelf erg kwetsbaar op”, zegt Cercle-speler Hannes Van der Bruggen, die in 2015 het gezicht was van een çavaria-campagne - als hetero, bij gebrek aan. Zeven jaar later blijft ‘alle boeren zijn homo’s’ echter een gangbaar stadionlied. “Hetero’s vatten dat veel te licht op als een geuzenlied. Zoiets kan echt een barrière zijn.”

Volgens hem zijn er wel stappen gezet. Hij haalt het voorbeeld aan van de materiaalman van Cercle, die onlangs uit de kast kwam na een jarenlange worsteling. “Daar is binnen de club ontzettend goed op gereageerd.” Ook Matthias De Roover, woordvoerder van Wel Jong, ziet een gezonde evolutie: QR-codes om discriminatie te melden zoals bij Club Brugge, opleidingen voor trainers en scheidsrechters of sensibiliserende regenboogcampagnes.

“Toch hoorde ik onlangs nog het verhaal van een jeugdspeler die uit de kast kwam, waarna de andere spelers niet meer met hem wilden douchen”, zegt De Roover. Zo creëer je geen bloeiende omgeving waarin spelers zichzelf kunnen zijn. Belgisch onderzoek van Jeroen Scheerder toont dat 10 procent van de gerapporteerde discriminatie onder 18- tot 20-jarige jeugdspelers gelinkt is aan geaardheid. “Op zich hinkt dat cijfer achter op andere vormen van discriminatie. Maar je kunt natuurlijk niet discrimineren op basis van wat onzichtbaar is.”

Hongarije

Om drempels op het profniveau weg te werken, zowel in de tribune als in de kleedkamer, heeft de Pro League vorig jaar een diversiteitsconsulent in de arm genomen. De focus is niet zozeer ‘een Belgische prof die zich out’, wel een breder verhaal van inclusiviteit. De aanstelling van voormalig N-VA-politicus Lorin Parys, die uitkomt voor zijn homoseksualiteit, als CEO staat op zich los van die intenties, al is het wel een belangrijk signaal. “En waar ik kan, zal ik zeker een extra duwtje geven”, zegt Parys.

Dat voetbal een laatste bastion is, heeft volgens Scheerder ook met de internationale setting te maken. De achterban van een speler bevindt zich niet louter in de tribune. Het verhaal van acceptatie is lang niet overal even vergevorderd. Van der Bruggen merkt nog een groot taboe bij de spelers uit voormalige Oostblok-landen - herinner u het regenboogverbod van de UEFA, onder druk van Hongarije. In voorbije jaren weigerden ook enkele Afrikaanse spelers een regenboogband of -truitje te dragen.

Angst om de achterban te schofferen - en dus fans te verliezen of een toekomstige transfer - speelt zeker een rol, denkt De Roover. In die zin wijst hij naar het contract dat Daniels enkele dagen geleden ondertekende. “Dat hij met Adidas een grote sponsor achter zich heeft staan, is ontzettend belangrijk.”