Korpschef betreurt ‘eenzijdige lezing’ rapport over rellen Brussel

© BART DEWAELE

Michel Goovaerts, korpschef van de politie Brussel Hoofdstad Elsene, vindt dat minister Jan Jambon enkel de negatieve punten uit het rapport over de Brusselse rellen heeft uitgelicht.

jvt

‘We waren verrast en hadden de indruk dat we een ander verslag gekregen hebben’, reageert de korpschef. ‘We betreuren het dat het een eenzijdige lezing is.’

Bij de rellen van vorig weekend in Brussel was er een gebrekkige leiding en waren er te weinig politieagenten beschikbaar, zo staat in een rapport van de Algemene Inspectie. Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) wees erop dat Brussel geen draaiboek heeft voor rellen. Daarvoor zou ook een aangepaste commandostructuur moeten zijn, zo zei hij in zijn toelichting.

CD&V-voorzitter Wouter Beke reageerde in Terzake dat er duidelijk een probleem was in tegenstelling tot wat burgemeester Philippe Close eerder zei. 'De burgemeester is altijd een politieke verantwoordelijke als het gaat over de tussenkomst van de politie.'

Communicatie

Korpschef Goovaerts, die ook in naam van zijn collega’s en de Brusselse burgemeester reageert, nuanceert de kritiek. Hijstelt dat Brussel dag en nacht een peloton heeft klaarstaan om tussen te komen bij betogingen of bij het begin van rellen. ‘Wij leiden hier specifiek mensen voor op en zijn bovendien de enige politiezone in het land die dat heeft, maar daar besteedt de minister geen aandacht aan.’

Het gebrek aan communicatie over de rellen ziet de Brusselse korpschef niet als een probleem dat enkel bij zijn politiezone ligt, want geen enkele zone in België luidde de alarmbel. ‘Dat is ook de verantwoordelijkheid van de administratieve directie van de federale politie’, klinkt het.

Vernielingen

Er was veel commentaar van Brusselaars en politici op het trage optreden tijdens de plunderingen. Minister Jambon vertelde dat het politiereglement stelt dat er moet tussengekomen worden bij vernielingen. ‘Het is een operationele afweging die je maakt in functie van opportuniteit en capaciteit die je hebt. De minister gaat te kort door de bocht door te zeggen dat je in alle situaties kan tussenkomen’, aldus korpschef Goovaerts.

Dat sommige politiezones hulp boden, maar niet ingezet werden, weerlegt de korpschef. Al klopt het wel dat ze niet allemaal werden ingezet bij de rellen. De meeste Brusselse korpsen die later aankwamen, werden gebruikt om te patrouilleren. De weliswaar late aanwezigheid van de Antwerpse politie ziet korpschef Goovaerts als een punt van solidariteit en niet als een negatief punt.

‘De politiemensen van Antwerpen zijn gestuurd door de federale politie. Het is een reflex dat er een bepaalde solidariteit is tussen de zones, ongeacht of ze uit Wallonië, Vlaanderen of Brussel komen. Als Antwerpen een probleem heeft gaan wij ook helpen.’

Sociale media

De Brusselse korpschef gaf wel toe dat er te weinig gebruikt gemaakt wordt van informatie via de sociale media. Die middelen zijn er niet bij de Brusselse politie, maar daarin kan volgens Goovaerts ook de federale politie een rol spelen.