Belgische topatlete Louise Carton getuigt over eetstoornis die haar leven overnam: “Zelfdestructie, schaamte en 5 jaar geen maandstonden”

© BELGA

De Belgische toploopster Louise Carton heeft vrijdagavond in een bijzonder dappere blog op haar website openlijk getuigd over een eetstoornis die haar leven de voorbije jaren helemaal in de war schopte en haar sportieve carrière bedreigde. “Ik heb lang getwijfeld of ik dit zou delen, maar ik vind het te belangrijk om het niet te doen. Taboes zijn er om te doorbreken, toch?”, stelt de 25-jarige atlete.

Maarten Delvaux

Louise Carton is een Belgische atlete, die zich toelegt op de (middel)lange afstand en het veldlopen. Ze werd in 2015, 2016 en 2017 Belgisch kampioene veldlopen en won drie keer het regelmatigheidscriterium de CrossCup. Ook op de piste boekte ze knappe resultaten. Zo pakte ze in 2015 een zilveren medaille op het EK U23 op de 5.000 meter. Een jaar later werd ze zevende op die afstand op het EK voor senioren. Ze nam ook deel aan de Olympische Spelen in Rio. Maar achter die straffe resultaten gingen ook héél wat problemen schuil. Daarover getuigt ze nu in een blog op haar eigen website.

“Als ik aan de start stond van een wedstrijd, had ik schrik dat anderen mij te dik zouden vinden, dat iedereen het zou zien als ik een halve kilo was bijgekomen. Dat idee en die angst namen heel mijn leven over”, getuigt Carton. “De eetbuien en de compensaties werden over de jaren altijd maar extremer. Ik schaamde me zo hard dat ik er nooit met iemand kon over praten. Ik was zo gefrustreerd, boos op mezelf, omdat ik niet uit die vicieuze cirkel geraakte.”

“Ik besefte wel dat ik een probleem had en dat ik het niet alleen kon oplossen. Ik zocht ook hulp bij een psychologe, maar ik voelde zo veel weerstand. Een deel van mij wilde dat destructief patroon niet loslaten. Het was pas afgelopen zomer, na mijn wedstrijd op het EK in Berlijn, dat het begon door te dringen dat ik zo echt niet meer verder kon. Ik kon niet anders dan toegeven dat mijn eetprobleem alles had overgenomen. Ik stond dan wel aan de start in een vol stadion, maar ik was daar niet echt. Op dat moment herkende ik mezelf niet meer. Toen ik nadien de teleurstelling zag bij mijn mama en coach, brak er iets.”

© BELGA

Het bleek een kantelmoment in het leven de 25-jarige atlete. “Ik heb al mijn moed bijeen geraapt en mijn coach diezelfde avond en nacht alles verteld. Dat was het beste dat ik in jaren had gedaan. Ik voelde me zo opgelucht. In oktober startte ik met een vrij intensieve therapie. Na een paar maanden, een paar dagen voor ik weer pijnvrij kon lopen, kreeg ik voor het eerst in 5 jaar mijn maandstonden. Ik wist niet goed of ik wilde wenen of lachen dus deed ik het maar allebei. Het was een eerste belangrijke stap om terug helemaal gezond te worden. Ik heb me zo eenzaam gevoeld en ik dacht ook lange tijd dat ik de enige was die daar zo mee worstelde. Ik voelde zó veel schaamte dat ik geen hulp zocht. Ondertussen weet ik dat heel veel vrouwen en mannen dit meemaken. Ieder verhaal is verschillend, iedereen moet daar een eigen weg in vinden. Als ik hiermee ook maar 1 iemand de moed kan geven om er met eender wie over te praten, dan vind ik dat de moeite waard om me hier kwetsbaar op te stellen.”

De volledige blog van Louise Carton

“Jullie hebben mij niet veel gehoord de afgelopen maanden en daar zijn verschillende redenen voor. Om het hele verhaal te vertellen zou ik een boek moeten schrijven, maar er is wel 1 aspect dat ik bespreekbaar wil maken.

3 weken geleden kreeg ik te horen dat ik een stressfractuur heb ter hoogte van mijn sacrum (heilig been). Mijn eerste reactie was: hoe komt dat daar toch? Dat is een heel sterk bot, ik heb heel rustig opgebouwd na mijn vorige blessure en ben nog maar 8 weken opnieuw bezig. Op datzelfde moment dacht ik ook: eigenlijk weet je stiekem wel hoe dat daar komt.

Het begon allemaal toen ik heel wat jaren geleden in Leuven voor het eerst een vetmeting had. Die was eigenlijk goed, maar er werd me verteld dat ik naar de zomer toe nog maximum 1 kilo kon verliezen om te pieken naar een belangrijke wedstrijd. Dat ene zinnetje was voor mij blijkbaar een trigger. Ik kreeg het gevoel dat ik te dik was. Plots begon ik me vragen te stellen bij wat en hoeveel ik at. Ik probeerde zelf allerlei dingen uit, verloor altijd maar gewicht, maar altijd spiermassa dus mijn vetpercentage bleef gelijk.

© BELGA

Toen heb ik de hulp ingeroepen van mijn voedingsdeskundige. Dankzij haar advies kreeg ik een evenwichtig eetpatroon die voldeed aan de noden van een atleet. Met als resultaat dat ik aan spiermassa won, mijn gewicht had behouden en dus mijn vetmassa fel was gedaald. We moesten dus gaan bijsturen, maar ik merkte dat ik stiekem blij was met dat resultaat. Dat was voor mij de nieuwe norm geworden. Ik moest meer eten, maar ik had zo’n schrik om bij te komen dat ik zo goed als elke dag op de weegschaal ging staan. En nog had ik het gevoel dat ik niet scherp genoeg was, zeker als ik andere atleten zag. Als ik aan de start stond van een wedstrijd, had ik schrik dat anderen mij te dik zouden vinden, dat iedereen het zou zien als ik een halve kilo was bijgekomen.

Dat idee en die angst namen heel mijn leven over. Ik stond er mee op en ik ging er mee slapen. Ik piekerde constant over wat ik ging eten, hoeveel, wanneer. Ik ging bijna nooit mee met vrienden eten, want dan zou ik te ongezond of te laat eten. Ik voelde me angstig als er koeken in huis waren, want ik had er wel zin.

© BELGA

Mijn lichaam schreeuwde zo hard om energie dat ik eetbuien kreeg. Ik at gewoon alles wat ik in de kasten kon vinden. Nadien voelde ik me zo schuldig dat ik ging compenseren door een maaltijd over te slaan of de dagen erna minder te eten. De eetbuien en dus ook de compensaties werden over de jaren altijd maar extremer. Ik schaamde me zo hard dat ik er nooit met iemand kon over praten. Mijn coach, mama, psycholoog, voedingsdeskundige en sommige van mijn vrienden wisten allemaal wel dat ik worstelde met mijn voeding en gewicht, maar ik kon ze nooit alles vertellen. Ik was zo gefrustreerd, boos op mezelf, omdat ik niet uit die vicieuze cirkel geraakte.

In het begin was dat besef er nog niet. Het lopen ging goed, ik begon crossen te winnen, plaatste mij voor internationale kampioenschappen. En alle andere atletes stonden ook zo scherp, in mijn perceptie zelfs nog veel scherper. Ik las wel eens over de female triad (energietekort, amenorroe en lage botmassa; ondertussen vervangen door de term RED-S), maar ik zag bij mezelf geen risico. Ik vond niet dat ik te scherp stond, ik dacht dat het normaal was om als topsporter geen maandstonden te hebben en mijn waarde voor botdensiteit was altijd goed. Ik besefte wel dat ik een probleem had en dat ik het niet alleen kon oplossen. Ik zocht ook hulp bij een psychologe, maar ik voelde zo veel weerstand.

Een deel van mij wilde dat destructief patroon niet loslaten.

Het was pas afgelopen zomer, na mijn wedstrijd op het EK in Berlijn, dat het begon door te dringen dat ik zo echt niet meer verder kon. Ik kon niet anders dan toegeven dat mijn eetprobleem alles had overgenomen. Ik stond dan wel aan de start in een vol stadion, maar ik was daar niet echt. Ik kon geen vuist maken, ik kon niet vechten en ik liet het gebeuren. Op dat moment herkende ik mezelf niet meer. Toen ik nadien de teleurstelling zag bij mijn mama en coach, brak er iets. Ik voelde me zo moe en eenzaam. Al die jaren kon ik niemand volledig in vertrouwen nemen, omdat mijn schaamte dat in de weg stond. Ik heb al mijn moed bijeen geraapt en mijn coach diezelfde avond en nacht alles verteld. Dat was het beste dat ik in jaren had gedaan. Ik voelde me zo opgelucht.

In oktober startte ik met een vrij intensieve therapie (elke week gesprekstherapie). Ik wist dat het heel moeilijk zou zijn om hier uit te geraken, want ik had naar mijn gevoel alles al geprobeerd. En dat is het ook. Tijdens die sessies kwamen zo veel emoties naar boven dat ik soms een hele dag niets meer waard was. En het ging niet alleen over mijn eetprobleem, maar vooral over wat er onder schuilt. Die blessure die 5 maanden bleef aanslepen, was er volgens mij niet zomaar. Het was een signaal van mijn lichaam dat het zo niet verder kon en dat besef vond ik heel confronterend.

Ondertussen kwam ik heel wat kilo’s bij. Toen ik mezelf na al die jaren toestond om te eten waar ik zin in had, kon ik precies niet meer stoppen. Het gaf me niet bepaald een goed gevoel, maar ik liet het gebeuren. Mijn lichaam vroeg om energie en dat gaf ik het, of het nu gezond was of niet. Na een paar maanden, een paar dagen voor ik weer pijnvrij kon lopen, kreeg ik voor het eerst in 5 jaar mijn maandstonden. Ik wist niet goed of ik wilde wenen of lachen dus deed ik het maar allebei. Het was een eerste belangrijke stap om terug helemaal gezond te worden.

Toen ik weer kon lopen, voelde ik me heel onzeker. Mijn lichaam was fel veranderd, ik voelde me geen atlete meer en ik schaamde mij. Ik vond (en vind) het heel moeilijk om mijn lichaam te aanvaarden, maar probeerde te focussen op wat ik allemaal kon en tevreden te zijn met de progressie die ik had gemaakt. Ik voelde me steeds beter, vond ook steeds meer balans in mijn voeding en dan kwam plots die hevige pijn. En dan weer die harde confrontatie met de realiteit. Opnieuw de bevestiging dat wat begon als een onschuldig verlangen naar een bepaald lichaam en gewicht heel zware gevolgen kan hebben.

Voor mij is de cirkel (of eigenlijk de driehoek) rond.

Ik deel dit verhaal, niet omdat ik vind dat ik dat moet, maar omdat ik hoop dat we er meer kunnen over praten. Ik heb me zo eenzaam gevoeld en ik dacht ook lange tijd dat ik de enige was die daar zo mee worstelde. Ik voelde zó veel schaamte dat ik geen hulp zocht. Ondertussen weet ik dat heel veel vrouwen en mannen dit meemaken. Ieder verhaal is verschillend, iedereen moet daar een eigen weg in vinden. Als ik hiermee ook maar 1 iemand de moed kan geven om er met eender wie over te praten, dan vind ik dat de moeite waard om me hier kwetsbaar op te stellen.

Voila, taboes zijn er om te doorbreken, toch?

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen