Nieuwe wet op bijhouden telefoondata, Van Quickenborne: "Onderscheid tussen plekken met veel of weinig criminaliteit"

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) heeft een nieuw wetsontwerp klaar over het bijhouden van telefoondata, de zogeheten "dataretentie". De huidige dataretentie-wet werd eind vorige maand vernietigd door het Grondwettelijk Hof, omdat ze te algemeen is en de privacy schendt. Van Quickenborne heeft nu een nieuw ontwerp klaar, waarin er onderscheid wordt gemaakt tussen "gevoelige" en "minder gevoelige" plekken.

In het wetsontwerp van Van Quickenborne wordt werk gemaakt van een gerichtere aanpak. Op plekken met een groter risico op criminaliteit, kan data nog altijd preventief van iedereen worden bijgehouden. "Denk daarbij aan ziekenhuizen, of luchthavens, dat zijn gevoelige plekken", steekt Van Quickenborne van wal in "De ochtend" op Radio 1.

Maar hoe zit het dan met andere locaties? "Op minder gevoelige plekken - dat kan een arrondissement of politiezone zijn - gaan we kijken of er zwaardere criminaliteit voorkomt. Als dat zo is kunnen we data ook 12 maanden gaan bijhouden. Als dat minder of niet zo is, kan het herleid worden tot 6 maanden of wordt er niets bijgehouden", aldus de minister.

Zwaardere criminaliteit wordt gedefinieerd door het strafwetboek, denk daarbij aan terreur of mensenhandel. De criminaliteit wordt gemeten door het aantal gevallen per 1000 inwoners. Arrondissementen kunnen geëvalueerd worden, waardoor ze als gevoelige plek kunnen worden aangegeven en data er (langer) preventief wordt bijgehouden. 

Beluister hier het gesprek met Van Quickenborne in "De ochtend", lees daaronder verder:

Waarom werd de wet vernietigd?

Van Quickenborne maakte het nieuwe wetsontwerp in samenwerking met defensieminister Dedoner en minister van telecombedrijven De Sutter. Ze waren al een tijdje bezig aan de voorbereiding, nadat het Europees Hof van Justitie eind vorig jaar een negatief advies gaf over onze huidige dataretentiewet. 

Wat is de dataretentie-wet?

De dataretentie-wet legt telecombedrijven en -providers op dat ze van al hun gebruikers preventief de telefoondata (met wie je, hoe lang, en via welke mast gebeld hebt) moeten bijhouden. Speurders kunnen die data dan opvragen in het kader van een onderzoek. Stel dat de politie een vrachtwagenchauffeur tegenhoudt met een lading cocaïne, dan kan het parket gaan kijken met wie de chauffeur in de uren, dagen daarvoor nog contact had. 

Het negatieve Europese advies kwam er op vraag van het Grondwettelijk Hof, dat een klacht had gekregen van de Liga van de mensenrechten. Het Hof volgde het Europese advies en vernietigde eind vorige maand de wet. "Te algemeen, en het schendt de privacy", klonk het in de motivatie. De nieuwe, gerichtere wet passeert straks langs de tafel van de ministerraad, en voor ze naar het parlement gaat wordt er nog advies gevraagd aan de Raad van State en de Gegevensbeschermingsautoriteit. 

Op plekken met minder criminaliteit worden data minder lang of niet bijgehouden

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD)

Philippe Van Linthout, van de vereniging van onderzoeksrechters en zelf onderzoeksrechter, gaf eerder al aan dat de data in "zowat alle onderzoeken wordt gebruikt", ook als er bijvoorbeeld iemand vermist is. Het blijft maar de vraag of de nieuwe wet de oude wet helemaal vervangt. Als er iemand vermist wordt op een plek waar nagenoeg geen criminaliteit is, wordt die data niet meer (of toch minder lang) preventief van iedereen bijgehouden, wat het speurwerk kan bemoeilijken.

Meest gelezen