Gouverneur Klaas Knot bij het monument voor de slachtoffers van de slavernij in Amsterdam.
AFP or licensors

Nederlandse centrale bank biedt excuses aan voor haar rol in de slavenhandel

Op een herdenking in Amsterdam heeft Klaas Knot, de gouverneur van De Nederlandse Bank, zijn excuses aangeboden voor de rol van de bank tijdens de slavernij. Enkele maanden geleden toonde een intern onderzoek aan dat de centrale bank heel wat voordeel gehaald heeft uit de slavernij tussen 1814 en 1863.

Op deze dag wordt jaarlijks in het Oosterpark in Amsterdam de afschaffing van de slavernij in Nederland in 1863 herdacht onder de naam "Keti Koti" of "verbreek de ketenen". 

Excuses aan alle mensen die door persoonlijke keuzes van mijn voorgangers herleid werden tot hun huidskleur

Klaas Knot, gouverneur van De Nederlandse Bank

Een opgemerkte spreker was vandaag Klaas Knot, de gouverneur van De Nederlandse Bank, dat is de centrale bank bij onze noorderburen. Knot kwam in naam van de instelling zijn excuses aanbieden aan de nazaten van de mensen die als slaven werkten in Nederland, Suriname en de eilanden Bonaire, Sint-Maarten, Eustatius, Saba, Aruba en Curaçao in de Nederlandse Antillen. 

Knot reageerde op het rapport van een onderzoekscommissie die de betrokkenheid van de centrale bank bij de slavernij in de Caraïben heeft onderzocht. Dat rapport werd begin dit jaar gepubliceerd en bleek nogal scherp voor de bank. Die zou vanaf haar stichting in 1814 tot de afschaffing van de slavernij in Nederland in 1863 veel voordeel hebben gehaald uit de slavernij.

De bank werd na de nederlaag van Napoleon I in 1814 opgericht door de eerste Nederlandse koning Willem I die haar als een instrument zag voor de heropbouw van de Nederlanden en het koloniale rijk. Nederland verbood in navolging van Groot-Brittannië dan wel de slavenhandel over de Atlantische Oceaan, de slavernij op de plantages in de Caraïben bleef bestaan. 

De bank haalde vooral in de beginjaren veel voordeel uit de slavernij, tot 30 procent van haar kapitaal. Ook nadien verdienden bestuursleden van de bank fors aan de uitbuiting van slaven op de plantages en zelfs na de afschaffing van de slavernij in 1863 speelde de bank een centrale rol bij de uitbetaling van compensaties aan de voormalige slaveneigenaars.

Nederlanders waren erg betrokken bij de transatlantische slavenhandel van Afrika naar Amerika, maar ook bij de slavernij van de bevolking in het voormalige Oost-Indië, nu Indonesië en de Kaapkolonie in Zuid-Afrika.

Behalve excuses wil de bank ook een financieel gebaar doen aan de nazaten van de slaven. Zo komt er een fonds voor projecten om de gevolgen van de slavernij te helpen verminderen en trekt de bank vijf miljoen euro uit voor het kenniscentrum van het Nationaal Slavernijmuseum. 

Compensaties voor de nazaten van de slavernij komen er echter niet. Volgens de omroep NOS vindt de bank dat een zaak voor de overheid. 

Meest gelezen