Direct naar artikelinhoud
Lokale verkiezingen

Politicus met downsyndroom? "Discussie over competentie niet voeren vanuit etiket"

Tane Depuydt is kandidaat voor Groen in Brugge.Beeld Alexander D'Hiet

Op de Brugse verkiezingslijst van Groen staat straks een kandidaat met het syndroom van Down. De delicate vraag die zich opdringt: beschikt iemand met een verstandelijke beperking over de nodige competenties om zich te handhaven in de politieke arena?

"Meer groen in de wereld, en minder afval", zegt de 18-jarige Tane Depuydt over zijn politieke ambities. De nieuwste aanwinst op de Brugse verkiezingslijst van Groen ziet het nieuwe avontuur helemaal zitten, maar vangt dat dus aan met een handicap: het syndroom van Down, en de daarbij horende verstandelijke beperking. 

Depuydt was al langer actief in de jeugdwerking en zal in oktober naast het 16de bolletje prijken. "Een ondersteunende plaats", vertelt lijsttrekker Raf Reuse, die uitlegt dat de partij op haar beurt de nodige ondersteuning zal bieden aan Depuydt en zijn politieke parcours. "Net zoals zijn familie dat doet. We willen vooral een volledige weerspiegeling van de Brugse samenleving bereiken met onze partij."

Competenties

Dat inclusieve verhaal houdt wel in dat Depuydt in de gemeenteraad kan terechtkomen. Die kans is niet groot – Groen heeft drie verkozenen in Brugge –, maar ze bestaat. 

Dat is voldoende om de volgende delicate vraag te stellen: botst een inclusief verhaal dan niet op grenzen? In de politieke arena, zoals die nu is ingericht, gaat een goede vertegenwoordiging nu eenmaal hand in hand met een aantal competenties. "Je moet niet alleen weerbaarheid tonen, lokale politiek is vaak ook technisch en doorspekt met vakjargon waar veel mensen over vallen", zegt politicoloog Carl Devos (UGent).

'Als hij voldoet aan de formele voorwaarden, kan hij zich verkiesbaar stellen. Punt'
Carl Devos, politicoloog UGent

Daarmee stelt Devos dat het stellen van de vraag de deur openzet naar een ander debat. "Kijk, we kunnen terecht twijfelen of hij wel over de juiste competenties beschikt, maar dat geldt ook voor andere kandidaten. Het lokale ambt is sterk geprofessionaliseerd en niet iedereen is hoogopgeleid. Wil dat daarom zeggen dat ze slechte vertegenwoordigers zijn of zich niet nuttig kunnen maken?"

Ook volgens Jo Lebeer, docent handicapstudies aan de UAntwerpen, kan de discussie 'capabel of niet' onmogelijk gevoerd worden op basis van het etiket downsyndroom. "Er is trouwens een grote variatie in de mentale ontwikkeling. Voor de ene persoon kan spreken al een hinderpaal zijn, anderen slagen erin om een rijbewijs of zelfs een universitair diploma te behalen. Dat zijn uitzonderingen, maar ze bestaan." 

In Spanje bestaat er zelfs een politiek precedent: in de stad Valladolid zetelt sinds 2013 een raadslid met het downsyndroom.

Depuydt werkt momenteel zijn zesde jaar in het beroepsonderwijs af en volgt een kantooropleiding. Voor Devos is het simpel: "Als hij voldoet aan de formele voorwaarden, kan hij zich verkiesbaar stellen. Punt. Net als de mensen zonder downsyndroom in zijn studierichting, over wie we deze vragen wellicht niet zouden stellen."

'Mensen met een verstandelijke beperking kunnen net een meerwaarde betekenen in het politieke debat'
Tina Goethals, orthopedagoog UGent

Een duidelijk vingertje toch naar het narratief in de media, waar steevast de combinatie 'jongen met downsyndroom' wordt gehanteerd om Depuydt te omschrijven. Ook ondergetekende trapte aan de telefoon meermaals in die val. Ter vergelijking: toen Raf Reuse, ook pas 19, werd aangekondigd als lijsttrekker van Groen, gebruikte niemand het woord 'jongen'.

In het vakjargon heet dat 'presumed nothingness'. "Er wordt te vaak verondersteld dat hun inbreng minderwaardig is", zegt orthopedagoog Tina Goethals (UGent), die onderzoek doet naar politieke participatie bij mensen met een verstandelijke beperking. 

In haar projecten, opgezet met de betrokkenen zelf, merkt ze dat "mensen met een verstandelijke beperking net een meerwaarde kunnen betekenen in het politieke debat, met de juiste ondersteuning." 

Bij mensen met een fysieke beperking is die ondersteuning al ingeburgerd. Zo heeft Europees Parlementslid Helga Stevens (N-VA), die doof is, steevast assistentie van een tolk.

Begrijpelijkheid

Voor coaching kan Depuydt voorlopig terecht bij zijn zus, voor inspiratie volstaat het aan de keukentafel plaats te nemen. Vader Cedric is bestuurslid bij Groen in Brugge en werkt bij de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG). Een verkiezingsstunt is het volgens hem zeker niet, "maar we moeten er niet flauw over doen: we wisten dat het wel wat ophef zou veroorzaken".

Hij ziet zijn zoon in oktober niet meteen verkozen raken. "Maar het zou er misschien wel toe leiden dat nota's en punten op de gemeenteraad verstaanbaar opgeschreven worden." 

Ook Carl Devos meent dat de lokale politiek daarmee gebaat kan zijn. "Ik hoor het vandaag al te vaak in de gemeenteraad: 'Ik snap er de ballen van.'"