Kijk, u kunt al gaan vissen
Amsterdam
Werknemers die inzicht hebben in inkomen en pensioen durven over te stappen naar een andere baan, of zien mogelijkheden eerder te stoppen met werken, of gaan hun bestaande pensioenregeling meer waarderen.
Ook de stijgende AOW-leeftijd heeft de behoefte aan inzicht vergroot. Veel werknemers vrezen dat ze pas kunnen stoppen op hun 67e. In de praktijk blijken veel 55-plussers genoeg pensioen te hebben opgebouwd om hun baas eerder vaarwel te kunnen zeggen.
Vakbonden vinden dat werkgevers ervoor moeten zorgen dat hun werknemers weten wat hun financiële vooruitzichten zijn. In sommige cao’s, zoals die van de provincies en Randstad, zijn afspraken gemaakt over dit soort ondersteuning.
Tientallen werkgevers hebben de handschoen opgepakt en uiteenlopende programma’s opgetuigd om werknemers financieel wijzer te maken. In eerste instantie gebeurde dat vooral bij reorganisaties. Werknemers die op de wip zaten, kregen inzicht in hun financiën om bijvoorbeeld te laten zien wat de gevolgen zouden zijn van de overstap naar een andere werkgever.
De afgelopen tijd krijgen ook werknemers zonder ontslagdreiging steeds vaker hulp bij het doorgronden van hun financiën. Bij de politie en in het mbo-onderwijs werken ze met collega’s die zijn opgeleid tot pensioenambassadeurs. Andere bedrijven, zoals KPN, KLM en een aantal universiteiten, schakelen externen in om hun personeel bij te spijkeren.
Drie manieren op een rijtje:
1. pensioenambassadeurs
Sinds een paar jaar lopen bij de politie pensioenambassadeurs rond. ‘Het begon als een pilot bij het politiekorps in Den Haag. Dat was een groot succes. Veel politiemensen, met name 55-plussers, maakten een afspraak’, vertelt Ronny Tuinier, coördinator pensioenambassadeurs bij de politie en vanaf het begin betrokken bij dit initiatief.
Iedere ambassadeur, van wijkagent tot teamchef, heeft een opleiding van twee dagen gevolgd om deze gesprekken te voeren. Tuinier: ‘Ze geven geen advies, maar helpen collega’s inzicht te krijgen in pensioen en arbeidsvoorwaarden bij de politie.’
‘Vorige week kwam bijvoorbeeld een 55-jarige man mopperend binnen. Hij wilde op zijn 62e stoppen met werken als hij dan een bepaald minimumbedrag aan pensioen zou ontvangen’, zegt Tuinier. ‘Samen hebben we gekeken naar zijn ABP-pensioen. Hij bleek met 62 jaar te kunnen stoppen en 200 euro per maand meer te ontvangen dan wat hij als minimum had genoemd.’ ‘Zo iemand verlaat met een brede glimlach de spreekkamer. Hij moet nog zeven jaar werken, maar weet waar hij aan toe is. Velen denken dat ze tot de AOW-leeftijd moeten doorwerken, terwijl het vaak mogelijk is eerder te stoppen’, aldus Tuinier.
Volgens Tuinier slaat dit concept vooral aan omdat het laagdrempelig is en politiemensen hun collega’s nu eenmaal vertrouwen. ‘Je praat met een lotgenoot. Dat is iets anders dan een adviseur. Veel gesprekken beginnen met het ophalen van herinneringen en het uitwisselen van sterke verhalen. Verder zijn mensen heel open. Ze zijn blij dat ze hun verhaal kwijt kunnen.’ Inmiddels zijn er ruim honderd pensioenambassadeurs bij de politie. Samen hebben ze al zo’n drieduizend gesprekken gevoerd. Het concept spreekt ook andere werkgevers aan. Zo zijn bij het mbo onlangs ruim twintig van zulke ambassadeurs opgeleid.
2. bellen met adviseur
Werkgevers kunnen ook externe partijen inschakelen om hun medewerkers bij te staan. Dan kunnen ze bijvoorbeeld aankloppen bij Mijn Geldzaken of Prikkl.
‘Als een werkgever ons inschakelt, vragen we alle werknemers of ze interesse hebben in zo’n gesprek. De respons is hoog: driekwart zegt ja’, aldus Paulien van Gurp, een van de oprichters van Prikkl.
De meeste werknemers kiezen voor een telefonisch gesprek. ‘Dat werkt goed. Het scheelt ook tijd, omdat je direct ter zake komt. Zo hoeft financieel advies niet duur te zijn’, zegt Van Gurp. ‘We vragen de werknemer of de gegevens tot op de euro nauwkeurig moeten zijn, of dat hij ook tevreden is met iets minder exacte getallen. De meesten hoeven niet alle gegevens tot twee cijfers achter de komma te weten.’
‘Tijdens het gesprek kijken beide partijen op een scherm waar we gegevens van de deelnemer invullen. De werknemer ziet precies wat we invoeren.’ Volgens Van Gurp is de software die de gegevens verwerkt cruciaal bij dit soort gesprekken. ‘Met een goed programma kun je de meeste mensen in een uur bijpraten over hun financiële situatie. Ze zien bijvoorbeeld of hun pensioen past bij hun wensen en wat de gevolgen zouden zijn van meer of minder uren werken. Het gesprek en bijbehorend rapport dat ze ontvangen, kan aanleiding zijn om in gesprek te gaan met de werkgever over toekomstige inzetbaarheid. Als iemand weet dat hij de financiële ruimte heeft om eerder te vertrekken, kunnen afspraken gemaakt worden over de tijd dat iemand nog blijft werken’, aldus Van Gurp.
3. coach op kantoor
APG, de uitvoeringsorganisatie van pensioenfonds ABP, heeft samen met werkgevers in de energie- en watersector een proef gedaan met financieel coaches die naar de werknemers toe kwamen. Bij energiebedrijven Enexis, Nuon en Alliander konden werknemers praten met adviseurs van EBC Nederland. Een deel van deze werknemers hing in het kader van reorganisaties ontslag boven het hoofd.
‘Uit onderzoek blijkt dat de werknemers die gesprekken enorm waardevol vinden’, zegt Richard Coonen van APG. ‘Dat geldt zowel voor de boventallige werknemers, als voor de andere medewerkers. Acht van de tien heeft meer inzicht gekregen in zijn financiële situatie. Een kwart wil naar aanleiding van het gesprek actie ondernemen.’ <