Direct naar artikelinhoud
aanslag barcelona

Ook in rouw ruziën Spanje en Catalonië verder

Aartsbisschop Juan José Omella (hier met links premier Rajoy) gispte tijdens de herdenkingsdienst politici die blijven ruziën.Beeld REUTERS

De Catalanen zijn argwanend over alle bemoeienis vanuit Madrid met de nasleep van de aanslagen in Barcelona en Cambrils - in oktober is er een referendum over regionale onafhankelijkheid.

Dat een hoge geestelijke oproept tot eenheid en verbroedering is niet ongebruikelijk na een aanslag zoals in Barcelona. Maar aartsbisschop Juan José Omella richtte zich tijdens de herdenkingsdienst in de Sagrada Família zondag niet alleen tot de extreemrechtse demonstranten die opdoken op de Ramblas, kort nadat daar dertien doden waren gevallen. Zijn woorden waren evenzeer gericht aan de politici die het niet kunnen opbrengen om na de aanslagen hun schoolpleinruzies voor even achterwege te laten.

De 'wij-hebben-geen-angstmars' in het centrum van Barcelona brengt zaterdagavond waarschijnlijk duizenden mensen op de been. En de politiek doet bewust een stapje terug: de voorste gelederen zullen voorbehouden zijn aan de ambulancebroeders en politieagenten die donderdag mensenlevens redden op de Ramblas. "Wij politici horen op de tweede of de derde rij", zei Jordi Turull namens de Catalaanse regering.

Omella's woorden waren evenzeer gericht aan de politici die het niet kunnen opbrengen om na de aanslagen hun schoolpleinruzies voor even achterwege te laten

Toch kunnen niet alle partijen het opbrengen om zich bij de mars aan te sluiten. De linkse Candidatura d'Unitat Popular haakt af, omdat ook de Spaanse koning Felipe meeloopt vanaf de Jardinets de Gràcia tot het Plaça de Catalunya. "Hypocriet", noemde CUP-leider Boya de aanwezigheid van de Spaanse vorst, na aanslagen die zijn opgeëist door Islamitische Staat. De economische en warme banden tussen Spanje en landen als Saoedi-Arabië en Qatar duiden volgens haar op het "financieren van islamitisch terrorisme".

"Betreurenswaardig", noemt de Catalaanse president Puigdemont de boycot. Maar Carlos Iturgaiz, een Europarlementariër van de Partido Popular van premier Rajoy, kon er niet mee zitten. "Dankzij koning Felipe en de Spaanse regering hoeft de demonstratie in Barcelona niet de geur te dragen van het tuig van de CUP", twitterde hij. Daarop reageerden Catalaanse politici weer verbolgen.

Elke uitspraak, elke daad van een politicus - Spaans of Catalaans - wordt vanwege de aanslagen op een goudschaaltje gewogen. Ook de vraag waarom de Ramblas niet met betonnen plantenbakken was afgeschermd, leidde tot beroering. Omdat de Spaanse regering verantwoordelijk is voor antiterrorismemaatregelen, zei locoburgemeester Gerardo Pisarello. "Hadden ze ons gevraagd, dan hadden we die bakken neergezet."

'Hadden ze ons gevraagd, dan hadden we die bakken neergezet'
Gerardo Pisarello

De spanningen zijn toch al flink opgelopen, anderhalve maand voor het onafhankelijkheidsreferendum. Op 1 oktober mogen de Catalanen zich uitspreken over de toekomst van hun regio. De Spaanse regering beschouwt die stemming als een schending van de grondwet, Madrileense kranten als El País en La Razón spreken van een 'coup'.

Vanwege de aanslagen is die nationale splijtzwam even naar de achtergrond verdreven. Politici van links tot rechts noemen het ongepast campagne voor een eigen staat te voeren, met de vijftien doden en ruim honderd gewonden vers in het geheugen. Toch konden de socialisten van de PSC en de Catalaanse tak van de Partido Popular zich niet inhouden toen de minister van Binnenlandse Zaken van Catalonië een update gaf over de doden op de Ramblas.

Er zijn onder meer "twee Catalanen en twee mensen met de Spaanse nationaliteit" omgekomen, merkte Joaquim Forn op in een tv-interview. Hij had het nog niet gezegd of de Sociedat Civil Catalana hing in de gordijnen. "Heeft hij de slachtoffers soms gevraagd waar ze vandaan komen?", vroeg de partij - Catalaans, maar voor een sterke band met Spanje - zich af. En dan had de Spaanse minister van Binnenlandse Zaken ook nog ten onrechte geconcludeerd dat de terroristencel was opgerold, terwijl de Catalaanse politie nog volop onderzoek deed.

Spanje beschouwt de gebeurtenissen in Barcelona als een zaak van nationaal belang, met wereldwijde impact. En het besluit om het dreigingniveau na de aanslagen niet te verhogen is voorbehouden aan de regering in Madrid. Maar het Catalaanse politiekorps is leidend in het onderzoek naar de grootste aanslagen in het land sinds 2004.

In een sfeer van moddergooien en het uitvechten van aloude vetes opereren de Mossos d'Esquadra stoïcijns en voortvarend. Binnen vijf dagen werden op vier plekken de verantwoordelijke terroristen opgepakt of doodgeschoten - drie van hen belandden vermoedelijk onder het puin van hun ontplofte bommenlaboratorium.

De voortvluchtige Younes Abouyaaqoub, verantwoordelijk voor het leed op de Ramblas, werd maandagmiddag met kogels doorzeefd, kort nadat politici uit dertien Spaanse regio's weer eens moeizaam hadden overlegd over de aanpak van terrorisme - meerdere partijen weigeren aansluiting bij de antiterrorismegroep. In dat licht was de tweet van de nationale politie aan de Catalaanse collega's even duidelijk als welgemeend: "Groots werk, Mossos!"