Direct naar artikelinhoud
ReportageDuurzame grafsteen

De tweedehands grafsteen: een kans om de uitvaart duurzamer te maken

Wie de uitvaart wil vergroenen, kan niet om een van de grootste vervuilers heen: de grote granietblokken uit veelal India en China. Steenhouwer Carlo van Mierlo probeert de grafstenen te recyclen en ziet vraag en aanbod groeien.  

Steenhouwers Niels Bierens (links) en Carlo van Mierlo hijsen een oude grafsteen van zijn plaats.Beeld Marcel van den Bergh

Als steenhouwer Carlo van Mierlo over tweedehands grafstenen begint, krijgt hij doorgaans dezelfde reactie van nabestaanden. Die zullen wel oud en versleten zijn, zeggen ze dan. ‘Oud zijn ze zeker’, is altijd de reactie van Van Mierlo (45). ‘Wel 160 miljoen jaar.’

De decennia die ze met een naam van een ander in Nederlandse grond hebben gestaan, kunnen de blokken graniet of hardsteen er wel bij hebben, wil hij maar zeggen. En dus staat Van Mierlo ’s morgens vroeg op om voor de rouwstoeten uit afgedankte grafstenen van begraafplaatsen te halen. Al achttien jaar doet hij dit zo, maar op kleine schaal. Met hulp van de duurzame uitvaartstichting GreenLeave hoopt hij in de toekomst meer grafstenen te kunnen recyclen.

Na onder meer de elektrische lijkwagen en een gasloze crematie is de circulaire grafsteen een volgende poging mensen duurzamer te laten heengaan. Dit is hard nodig, vindt duurzaamheidsadviseur Esther Molenwijk (36) van GreenLeave. Want als je de uitvaart werkelijk wilt vergroenen, zoals het doel van de stichting is, dan kun je niet om een van de grootste vervuilers heen: granietblokken die tegenwoordig gegraveerd en al uit voornamelijk China en India komen. 

Eeuwig zonde dat die miljoenen jaren oude blokken vervolgens na een paar decennia dienst als grafsteen meestal eindigen als asfalt, vond zij. En dus vergrootte ze haar adviesrepertoire aan uitvaartcentra met CircleStone en benadert ze sinds een paar weken actief types als Van Mierlo. Hij is een van de negen steenhouwers die sinds zijn contact met Molenwijk de circulaire grafsteen actiever promoot onder zijn klanten.

Op de Sint Paulus-begraafplaats in Eindhoven hijst Van Mierlo met een takel en hulp van de 18-jarige Niels Bierens 1.500 kilo graniet van zijn plek. Nabestaanden wilden het graf uit de jaren negentig niet aanhouden en hebben toestemming gegeven voor recycling. Vroeger gebeurde dit uit armoede, zegt Van Mierlo, waardoor er volgens hem enige huiver bestaat onder steenhouwers om ermee te koop te lopen. Sinds hij dat meer is gaan doen, merkt hij dat er genoeg vraag naar is. En aanbod. ‘Laatst vroeg iemand of ze nog wat voor hun oude steen konden krijgen.’

Grafsteen op weg naar nieuwe bestemming.Beeld Marcel van den Bergh

Betalen voor afgedankte stenen doet Van Mierlo eigenlijk niet, maar soms telt hij weleens een paar ‘symbolische’ tientjes neer. ‘Er zit veel werk in het ophalen en opknappen van oude stenen’, zegt hij terwijl hij met de kraan van zijn busje de steen van een rolkarretje in de laadbak hijst. ‘Hierdoor zijn ze niet altijd goedkoper dan de massaproducten uit Azië.’

In zijn Eindhovense Atelier Lamier laat Van Mierlo’s compagnon Henk Lavrijsen (37) zien wat ‘veel werk’ betekent. Met een grote cirkelzaag snijdt hij van onder tot boven dunne reepjes van de grafsteen. Precies even diep als de letters van de overledenen, die decennia geleden uit het steen zijn gehouwen. Aan het einde ligt er een gladde, 2 millimeter dunnere steen. Kleddernat van al het koelwater.

De winst: één steen minder verslepen over 20 duizend zeekilometers. Een deel van een brok graniet dat bovendien onder vaak slechte omstandigheden uit Chinese of Indiase steengroeven is gehaald (zie kader). Om er een gladde rechthoekige plaat van te maken, gaat ook nog eens 80 procent van het steen verloren – net als bij granieten keukenbladen overigens. 

Met 1.500 geruimde graven per jaar – een zeer ruwe schatting van de branchevereniging voor begraafplaatsen – kan de circulaire steen een bescheiden bijdrage leveren aan de 55 duizend jaarlijkse begrafenissen. Toch gelooft uitvaartcentrum Dela in het idee, omdat zij steeds vaker vragen krijgen over de duurzaamheid van grafmonumenten, zegt een woordvoerder. Na de zomer hoopt Molenwijk in een gesprek met de brancheorganisaties voor steenhouwers en die van begraafplaatsen te overtuigen. Zodat ook zij meer gaan nadenken over duurzaamheid en beter samenwerken in het tegengaan van verspilling. 

Henk Lavrijsen verwijdert in zijn Atelier Lamier de naam van een oude grafsteen.Beeld Marcel van den Bergh

Met de stichting GreenLeave lukte het Molenwijk de afgelopen jaren al tientallen uitvaartcentra aan zich te binden door ze te adviseren over het verduurzamen van hun begrafenissen en crematies. Die zijn zich er nu bewuster van dat een kist van hout uit de regio beter is bij cremeren, maar dat een gevlochten mand van riet weer de voorkeur heeft bij begraven. Dat ze die beter niet met katoen kunnen bekleden – want veel water en pesticidengebruik om het te maken –, maar liever met hennep, jute of linnen. En ook dat nabestaanden beter kunnen kiezen voor Nederlandse seizoensbloemen of een bosje uit eigen tuin, dan voor rozen uit Ethiopië.

‘Het ligt vaak heel erg voor de hand, ik weet het’, zegt Molenwijk, die haar tien geboden voor een duurzame uitvaart liet beoordelen door Stichting Natuur & Milieu. ‘Maar met al het geregel en de emoties is duurzaamheid gewoon niet het eerste waar rouwende mensen aan denken. En bij uitvaartcentra weten ze er ook vaak weinig van.’

Het idee daar iets aan te veranderen ontstond toen Molenwijk als consultant een kistenmaker adviseerde over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Die vertelde dat hij maar weinig vraag had naar duurzame kisten en dat hij ook weinig invloed had op de verkoop. Hij had immers geen contact had met de klant. Molenwijk wilde dit veranderen, stopte haar advieswerk en stortte zich op het verduurzamen van de uitvaartbranche met GreenLeave.

De omwenteling van Molenwijk sluit mooi aan bij de tekst die Van Mierlo recentelijk voor de Openbare Bibliotheek Amsterdam uit steen houwde. ‘Er verandert niets, er kan niets veranderen, wanneer wij niet zelf veranderen.’

Ook op steenhouwer Van Mierlo miste die boodschap van wijlen Hella S. Haasse zijn duurzame uitwerking niet. Na het graniet met de spreuk te hebben afgeleverd in Amsterdam was hij dankzij de milieuzone een dikke boete rijker. Het was het laatste zetje om zijn vervuilende diesel maar eens in te ruilen voor een zuiniger model.

Natuursteen India en China

De helft van de wereldwijde export van ruwe graniet is afkomstig uit India, en dan vooral uit het zuiden. De winning ervan gebeurt geregeld door kinderen en moderne slaven, zegt de Landelijke India Werkgroep, die vorig jaar onderzoek deed naar werkomstandigheden in de steengroeven aldaar. Ook op de winning van Chinees natuursteen is kritiek vanwege de lage lonen. Daar wordt natuursteen bovendien verwerkt tegen zulke lage kosten, dat het loont Europees natuursteen daarheen te verschepen om het als grafsteen of keukenblad te laten terugkeren.