Direct naar artikelinhoud
AnalyseRaming energierekening

Kabinet blundert met achterhaalde raming van energierekening – hoe kan dat?

Het kabinet is te optimistisch geweest over de energierekening voor gezinnen. Die valt dit jaar gemiddeld 334 euro hoger uit dan in 2018, meldde het CBS dit weekend. Minister Eric Wiebes van Economische Zaken zei eerder dat de energierekening hoogstens 108 euro zou stijgen. Dat blijkt nu drie keer zoveel te zijn. Waardoor komt dit, en hoe zit het nu met de beloofde koopkrachtstijging?

Kabinet blundert met achterhaalde raming van energierekening – hoe kan dat?
Beeld ANP XTRA

1. Hè, valt de energierekening nu alwéér tegen?

In december voorspelde energieprijsvergelijker Gaslicht.com al dat de gemiddelde energierekening voor huishoudens in 2019 met circa 360 euro zou stijgen. Die voorspelling was gebaseerd op de nieuwe consumententarieven van Eneco en op de actuele prijzen op de energiemarkt. Staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken, die tijdens het Kamerdebat van 11 december inviel voor Wiebes, deed die voorspelling tegenover een gealarmeerde Tweede Kamer af als ‘bangmakerij’. Volgens haar overschatte Gaslicht.com het gas- en elektriciteitsverbruik per huishouden met maar liefst 25 procent en zouden ook de stroom- en gasprijzen lang niet zo hard stijgen als de vergelijkingssite voorzag. ‘Sterker nog, uit de raming blijkt juist dat de kosten zullen dalen’, vertelde Keijzer de Kamer. Dinsdag, nadat het CBS de voorspelling van Gaslicht.com had bevestigd, moest ze toegeven dat ze bij het verkeerde eind had. Ze had haar uitspraken gedaan op basis van een voorspelling van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uit mei 2017. Die voorspelling was op dat moment al meer dan anderhalf jaar oud en daardoor onbetrouwbaar.

2. Waarom sloeg het kabinet de plank zo hard mis?

Keijzer en Wiebes baseerden hun optimisme op de achterhaalde voorspelling van het PBL. Die raming van het planbureau ging over het jaar 2020 (dus niet 2019, zoals Keijzer in de Kamer zei). Daarin gaat het PBL ervanuit dat een gemiddeld huishouden in 2020 ongeveer 2.500 kilowattuur elektriciteit en 1.100 kubieke meter aardgas consumeert. De stijging met 334 euro die het CBS nu rapporteert gaat uit van een veel hoger energieverbruik: ruim 3.000 kilowattuur stroom en bijna 1.500 kuub aardgas per huishouden. Het CBS heeft die cijfers overgenomen van het Nibud, dat zich weer baseert op het gemeten energieverbruik in de laatste drie tot vijf jaar.

Een hoger verbruik leidt automatisch tot een hogere energierekening, ook omdat de energiebelasting geheven wordt per verbruikte eenheid gas en stroom. Het PBL heeft in 2017 ook de ontwikkeling van de gas- en stroomprijzen verkeerd voorspeld. Het Planbureau dacht in 2017 dat die prijzen tot 2020 nauwelijks zouden veranderen, maar ze zijn gestegen. De gasprijs is nu 11 procent hoger dan het PBL voorspelde en elektriciteit is 56 procent duurder. Energiemaatschappijen berekenen in de energierekening ook de prijs van CO2-emissierechten door. Dat is de prijs die zij op de Europese markt betalen voor het recht broeikasgassen uit te stoten. Ook die prijs is nu drie keer zo hoog als het Planbureau had voorzien.

Kabinet blundert met achterhaalde raming van energierekening – hoe kan dat?
Beeld de Volkskrant

3. O, dus het is allemaal de schuld van het PBL!

De voorspellingen die het Planbureau begin 2017 deed komen waarschijnlijk niet uit, maar dat geldt eigenlijk voor alle ramingen, ook die van De Nederlandsche Bank, het Centraal Planbureau en noem maar op. Economische ontwikkelingen zijn van zoveel onzekere factoren afhankelijk dat ze bijzonder moeilijk te voorspellen zijn, zeker op de lange termijn. Iedereen op het Binnenhof weet dat, maar de regering moet enig houvast hebben bij het maken van beleid. De rekenmodellen van de planbureaus zijn nu eenmaal het beste wat er voorhanden is, hoe feilbaar ook.

Het kabinet heeft deze blunder ook aan zichzelf te wijten en heeft de Tweede Kamer misschien wel bewust misleid. Door net te doen alsof de PBL-voorspelling voor 2020 ook gold voor 2019, stelde Keijzer de zaken te rooskleurig voor. Het PBL voorspelde namelijk dat het huishoudelijk energieverbruik elk jaar met 2 à 3 procent zou dalen, doordat steeds meer woningen energiezuinig worden gemaakt. Als het PBL ook een raming voor 2019 had gemaakt, zou het energieverbruik daarin hoger zijn geweest dan de 2020-cijfers die Keijzer de Kamer voorhield. Keijzer had dat kunnen weten. Ze had dus ook moeten weten dat de energierekening dit jaar hoger zou uitvallen dan zij de Kamer voorspiegelde.

Ook wisten Keijzer en Wiebes dat de PBL-raming waar zij zich op beriepen verouderd en dus achterhaald was. Normaal gesproken actualiseert het PBL zijn energievoorspellingen jaarlijks, maar dat is in 2018 door tijdgebrek niet gebeurd. Het Planbureau had het vorig jaar zo druk met alle berekeningen voor de Klimaattafels dat het niet toekwam aan het maken van een nieuwe energieraming. Maar het kabinet had ook zelf kunnen zien dat de gas- en elektriciteitsprijzen zich de afgelopen anderhalf jaar anders ontwikkelden dan het PBL in 2017 voorspelde. Die voorspelling dateert bovendien van vóór het regeerakkoord. In dat regeerakkoord heeft de coalitie een extra verhoging van de energiebelasting afgesproken en een verlaging van de algemene korting op de energierekening. Die twee maatregelen drijven de energierekening op, maar dit kon het PBL begin 2017 niet voorzien.

4. Allemaal goed en wel, maar die beloofde koopkrachtstijging van 1,5 procent kunnen we nu wel vergeten?

Die conclusie is voorbarig, laat het Centraal Planbureau desgevraagd weten. De hoogte van de energierekening maakt in de CPB-koopkrachtmodellen deel uit van het inflatiecijfer. Dat is een optelsom van alle stijgingen en dalingen van de consumentenprijzen en -belastingen, waaronder de energiebelasting en de BTW. Bij de koopkrachtvoorspellingen op Prinsjesdag ging het CPB uit van 2,4 procent inflatie in 2019. Het staat allerminst vast dat dit cijfer hoger zal uitvallen door de tegenvaller met de energierekening, laat een woordvoerder weten. ‘Het inflatiecijfer van januari bedroeg 2,2 procent en daar zat die hogere energierekening al in verwerkt.’ Vooralsnog is de stijging van de consumentenprijzen dus juist lager dan verwacht, maar ook op grond daarvan wil het CPB nog geen uitspraken doen over de koopkrachtontwikkeling. Het CPB presenteert op 5 maart een nieuwe koopkrachtraming voor dit jaar, die hopelijk meer duidelijkheid biedt. Minister Wiebes heeft het PBL dinsdag gevraagd zo snel mogelijk met een nieuwe raming van de hoogte van de energierekening te komen.