Direct naar artikelinhoud
ReportageMet Heppie Zomertour naar de Efteling

Geen geld voor vakantie, maar straks toch wat te vertellen op school

Moeder Nieves en haar gezin, die deelnemen aan de Heppie Zomertour, kijken op de plattegrond van de Efteling.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Een op de vijf Nederlandse gezinnen heeft nauwelijks genoeg geld om op vakantie te gaan. Een deel van hen kan zich via de Heppie Zomertour een dagje uitleven in de Efteling.

De kinderen in de touringcar beginnen te juichen als ze de eerste contouren van het sprookjespark zien opdoemen. ‘Ik ben nog nooit in de Efteling geweest’, zegt Jovira (6). ‘En ik ben gek op sprookjes. Ik wil Roodkapje zien.’ Het tengere 8-jarige blonde meisje dat twee banken achter haar zit, is één keer eerder geweest. ‘Ik ben nu denk ik wél groot genoeg om in de achtbaan te gaan’, zegt ze hoopvol.

Met haar oma en haar broertje is Jovira deze dinsdagochtend vertrokken uit Dordrecht, waarvandaan twee grote bussen naar de Efteling rijden. Op de parkeerplaats van het pretpark voegen die zich bij nog eens twintig bussen uit het hele land. Meer dan negenhonderd kinderen en hun begeleiders doen mee aan deze eerste dag van de ‘Heppie Zomertour’, georganiseerd door stichting Het Vergeten Kind. Bedoeld voor kinderen die niet op vakantie kunnen. Omdat hun familie het niet breed heeft, of omdat ze in een instelling wonen.

Oma Marina Flier (52) werkt sinds ze arbeidsongeschikt werd als vrijwilliger voor kinderactiviteiten in het buurthuis in Dordrecht. Ze eet van de voedselbank en heeft gezondheidsproblemen. Als het even kan, zet ze zich in voor de kinderen uit haar buurt - van wie sommigen niet met vakantie kunnen - zodat die in de zomer leuke dingen doen. Dit uitje is de kers op de taart, vindt ze.

Ook andere ouders en grootouders in de bus vertellen over de moeite die ze hebben om rond te komen. Alles wordt maar duurder. Een oma meldt dat ze in een kringloopwinkel vrijwilligerswerk doet, zodat ze daar de nodige spullen en kleren voor haar kleinkinderen op de kop kan tikken. Het oudere deel van de bus is unaniem blij dat de kinderen vandaag even niets tekort komen.

Geen geld voor vakantie, maar straks toch wat te vertellen op school
Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Kwetsbare kinderen

Meer dan tweeduizend kinderen zijn dit jaar ingeschreven voor de Heppie Zomertour. ‘Er komen ook nog uitstapjes naar Slagharen, Drievliet en dierenpark Amersfoort’, zegt woordvoerder Jeroen van Woudenberg van de Stichting Het Vergeten Kind. De organisatie steunt kwetsbare kinderen - uit gezinnen met weinig geld, of met problemen thuis waardoor ze in een instelling wonen. Ook deze kinderen moeten de kans krijgen om kind te zijn, bijvoorbeeld in een pretpark, is het idee.

De stichting organiseert dit zomerevenement nu voor de vijfde keer. Het is een groot succes: elk jaar gaan meer kinderen mee. De kosten worden gedragen door giften van particulieren, fondsen en bedrijven: de pretparken geven de kaartjes bijvoorbeeld met een aanzienlijke korting.

‘Ongeveer een op de vijf Nederlandse gezinnen heeft nauwelijks genoeg geld om op vakantie te gaan’, zegt Van Woudenberg, die zich baseert op onderzoek van het budget-voorlichtingsinstituut Nibud. ‘Als je nergens heen gaat in de zomer, voelt dit als een vreselijk lange periode en heb je daarna niets te vertellen op school. Dit doet wat voor de kinderen, dat ze zo kunnen genieten. Dat zijn ze vaak niet gewend.’

Kwetsbare kinderen
Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Vliegende draak

‘Dit is belangrijk, zo kunnen ze hun hoofd ergens anders bij zetten’, meent Kesley (13) uit Geldrop. Zij is met haar moeder Nieves (37), haar oom Rachen en haar broers Raymar (3), N-Jay (6) en Nathan (16) op pad. Nieves is alleenstaande moeder en werkt in de thuiszorg. ‘We hebben het niet breed. Ik heb een bewindvoerder, dus we kunnen niet vaak op pad.’ Daarom heeft de gemeente de familie doorverwezen naar deze Zomertour.

Het is een hechte, vrolijke familie, die veel grappen maakt. Nathan stippelt op de kaart de route door het park uit. In het Sprookjesbos bewondert het gezin de vliegende draak. Voor Raymar is het al gauw iets te spannend allemaal. Hij kan zijn tranen niet bedwingen en bedekt zijn ogen met zijn handen om het monster maar niet te hoeven zien. N-Jay vindt het prachtig. ‘Volgens mij is het geen gevaarlijke draak.’

Even verderop kunnen de spelende geitjes aan een tafel Raymar meer bekoren. Met grote ogen kijkt hij naar de kamer waarin ze zitten. ‘Ze spelen geen ganzenbord maar geitenbord’, grapt Kesley.

‘De oudsten helpen me’, zegt Nieves. ‘En mijn broer en mijn moeder wonen om de hoek. Nu wij op pad zijn, heb ik mijn andere broer gevraagd om bij mijn moeder op bezoek te gaan. We hebben het goed met elkaar.’

Kesley, strak in een jumpsuit, vertelt dat ze vaak kleren krijgt van haar nicht of haar moeder. ‘Maar die hebben mooie kleren, dus dat maakt niet uit.’ Ze ziet dat de meeste kinderen in haar mavo-klas meer bezitten dan zij, maar zit daar niet mee. ‘Alleen een nieuwe telefoon zou wel fijn zijn.’

Maar nu willen de kinderen naar de achtbaan. En ma moet mee. ‘Ben je gek, ik heb hoogtevrees!', roept Nieves. Haar kinderen schateren het uit. Nathan: ‘Zij durft niet eens op de eerste verdieping van een galerij naar beneden te kijken.’

Vliegende draak
Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant