Direct naar artikelinhoud
InterviewTed-Jan Bloemen

Na twee maanden backpacken in Azië begint Ted-Jan Bloemen aan een inhaalrace

Samen met zijn vrouw zwierf Ted-Jan Bloemen deze zomer twee maanden door Azië. Ze knuffelden met panda’s in Zuid-China, bezochten een Formule 1-race in Sjanghai en maakten een jungletrip door Indonesië. Eén ding deed de olympisch kampioen 10 kilometer niet: trainen. ‘En daar zien we nu de gevolgen van’, lacht Bloemen, een tikkeltje wrang.

Ted-Jan BloemenBeeld Klaas Jan van der Weij

Afgelopen weekeinde zocht hij boos en gefrustreerd een hoekje van de schaatsbaan in Polen op. Bloemen (32) moest nodig met zichzelf in gesprek nadat hij bij een wereldbekerwedstrijd als tiende was geëindigd op de 10 kilometer. Niet in de A-groep met de twaalf beste schaatsers, maar in de B-groep. Roemloos en anoniem.

‘Het voelt natuurlijk niet lekker om zo’n wedstrijd te rijden’, zegt hij een paar dagen later in het restaurant van Thialf, waar dit weekend de vierde wereldbekerwedstrijd wordt gehouden. ‘Ik weet dat ik veel beter kan. Als dat dan niet lukt, heb je een moment nodig om jezelf weer bijeen te rapen.’

Hij tovert een glimlach op zijn gezicht. ‘Het gaat verder hartstikke goed met me. Ik ben een heel erg happy person. Een van mijn grote levensdoelen is bereikt. Daardoor is er een last van mijn schouders gevallen.’

Bloemen behaalde op 15 februari het grootste succes uit zijn carrière: goud op de 10 kilometer op de Olympische Spelen in Pyeongchang. Een lange, moeizame weg was daaraan voorafgegaan. Bloemen wist in Nederland maar niet tot bloei te komen en stuurde in 2014 een email naar Bart Schouten, de Nederlandse bondscoach van Canada. Of hij zich misschien bij hen kon aansluiten. Die mogelijkheid bestond vanwege de nationaliteit van zijn vader. Die is geboren in de Canadese provincie New Brunswick.

Nadat Schouten bevestigend had geantwoord, pakte Bloemen, met in zijn spoor partner Marlinde, zijn boeltje op en emigreerde naar Canada. Daar vond hij iets wat hij in Nederland nooit had ervaren: rust en vertrouwen. Plus een coach die bij hem precies op de juiste knoppen wist te drukken.

Vier jaar lang leefde Bloemen als een asceet voor de sport, met in zijn achterhoofd dat ene doel: goud op de tien kilometer in Zuid-Korea. Op die vijftiende februari lukte dat. Hij, Ted-Jan Bloemen, opgegroeid in Gouda, was de allerbeste van de wereld. ‘Als je je hele leven opgeeft voor de sport, dan is het ook prettig als dat niet voor niets is geweest’, zegt hij. ‘Het zou vervelend zijn als ik over tien jaar geen studie heb gedaan, geen baan heb en dat dan ook mijn sportleven geen succes is geweest.’

Na de Spelen werd het ‘payback time’ voor Bloemen. Zijn vrouw had haar leven in Nederland opgegeven voor zijn droom, nu wilde Bloemen iets terugdoen. Samen besloten ze naar Azië te gaan. Als backpackers trokken ze van hostel naar hostel. Het aantal keren dat Bloemen hardliep om zijn conditie op peil te houden? Nul. Oefeningen om zijn lichaam in vorm te krijgen? Niet. Weer dat wrange glimlachje: ‘Ik ben niet zo professioneel met sport bezig geweest.’

Begrijp hem goed, hij heeft nergens spijt van. Hij zou het zo weer doen. Want behalve ‘payback time’ was hij ook hard toe aan een fysieke en mentale pauze na vier jaar leven in dienst van de topsport. Maar bij de eerste wereldbekerwedstrijd in Japan, eindigde hij op de vijf kilometer ruim 15 seconden langzamer dan de winnende tijd van Patrick Roest.

Een week later in Tomakomai was winnaar Bart Swings ruim achttien seconden sneller dan hij. En afgelopen zondag was er dus die tiende plek in de B-groep. Zijn tijd: 13.38, 55, een kleine minuut langzamer dan zijn gouden race in Pyeongchang. En ja, dat wringt.

Eerlijk: ‘Ik weet hoe het komt dat ik minder rij. Maar dat betekent niet dat ik het moeilijk vind om te accepteren dat het langzamer gaat.’

De inhaalslag is ondertussen ingezet. Deze middag heeft Bloemen er extra oefeningen opzitten, want hij mist de kracht om zijn techniek, met name in de bochten, lang vol te houden. Gelukkig ging de training als vanouds, zegt hij. ‘In Heerenveen is het ijs zoveel beter dan in Polen. Daar hoort een bepaalde timing bij. Het is zo fijn als je voelt dat je die weer hebt.’

Zijn coach Bart Schouten spreekt van een tussenjaar. Maar wie weet, zegt Bloemen zelf, kan hij nog ‘iets’ laten zien op de WK afstanden, in februari in Inzell. ‘Het lijkt nu misschien alsof ik heel ver ben teruggevallen. Maar in het schaatsen kan het ook opeens weer heel snel de goede kant opgaan.’

In retroperspectief beschouwt hij zijn terugval vooral als een compliment. ‘Als je ziet hoeveel minder ik nu ben, dan zie je dus ook hoe hard ik ervoor gewerkt heb in de afgelopen jaren.’ Dát is voor hem de belangrijkste les geweest. ‘Het komt mij niet aanwaaien, dat is me inmiddels wel duidelijk.’