Direct naar artikelinhoud
Vijf vragen

AFM wil starters op de woningmarkt helpen door studieschulden te registreren bij het BKR. Hoe zit dat?

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) wil studieschulden registreren bij het BKR om te hoge hypotheken te voorkomen. Het demissionaire kabinet voelt er niks voor. Wat betekent het plan voor de huizenmarkt?

Studenten tijdens de #NietMijnSchuld-demonstratie tegen het leenstelsel op het Museumplein van vorige maand.Beeld ANP

Er bestaat al een verplichting om de studieschuld te melden bij de hypotheekaanvraag. Waarom willen voorstanders toch een BKR-registratie?

Hypotheekverstrekkers zijn wettelijk verplicht om rekening te houden met alle bestaande financiële verplichtingen van de consument. Een studieschuld is zo’n verplichting. Door de maandelijkse aflossingen zal een starter minder kunnen lenen bij een bank. Als de bank tenminste alle informatie heeft, want 15 procent van de consumenten verzwijgt de studieschuld.

Juist daarom pleit de Autoriteit Financiële Markten (AFM) nu voor een verplichte registratie van studieschulden bij het Bureau Krediet Registratie (BKR). Zo kunnen hypotheekverstrekkers zelf nagaan of iemand een studieschuld heeft en worden hoge hypotheeklasten voorkomen.

Waarom keert het plan steeds terug?

Het plan is niet nieuw. In 2012 riep het CDA al dat banken moesten weten of hun klanten een studieschuld hadden. VVD en PvdA waren fel tegen. Bij invoering van het nieuwe leenstelsel in 2015 kwam het onderwerp opnieuw ter sprake. Het ministerie van Onderwijs beloofde dat de studieschulden niet geregistreerd zouden worden. Desondanks deed het BKR in 2018 nog een dappere poging om de verplichte registratie in te voeren.

In de brief die het AFM nu heeft gepubliceerd, benadrukt de financiële waakhond dat het om steeds meer mensen gaat. Sinds de afschaffing van de basisbeurs in 2015 steeg het aantal mensen met een studieschuld met 388 duizend, naar 1,4 miljoen in 2019. Er zijn volgens de AFM bovendien duidelijke aanwijzingen dat lang niet alle studieschulden worden meegenomen bij de hypotheekaanvragen.

Het BKR sluit zich daarbij aan. Het ziet de betalingsproblemen onder jongeren toenemen en wil voorkomen dat zij als starters op de woningmarkt straks verder in de problemen raken. ‘We moeten niet onze kop in het zand steken.’

Wat betekent registreren voor starters?

Hoewel de studieschuld bij een hypotheekaanvraag vermeld moet worden, gebeurt dat lang niet altijd. Door bankafschriften of een schermafdruk van de Mijn DUO-website te vragen, kunnen banken nagaan of er een studieschuld is. Maar ook die extra controle weten sommige starters te omzeilen door de aflossingen uit te stellen of een extra bankrekening te openen. Zo hopen ze een zo hoog mogelijk lening te krijgen.

Met studieschuld gaat de maximale hypotheek die de bank verstrekt namelijk flink omlaag, blijkt uit een berekening van de Hypotheker. Wanneer een starter met een jaarsalaris van 30 duizend euro én een schuld van 13.700 euro (de gemiddelde studieschuld in Nederland) bij de bank aanklopt, kan de bank maximaal 117.211 euro aan hypotheek verstrekken. Zonder studieschuld kan diezelfde starter bijna 15.000 euro extra lenen.

Hoewel 132.135 euro op Nederlandse huizenmarkt - met een gemiddelde verkoopprijs van 385.000 euro - nog steeds geen vetpot is, telt voor jonge starters elke euro. Een verplichte registratie zou betekenen dat het verzwijgen van schulden of misleiden van banken er niet meer bij is. Wat het betekent voor mensen die al een hypotheek hebben en bij de aanvraag hun studieschuld hebben verzwegen, weet de AFM nog niet. ‘De uitvoering is voor later.’

Wat betekent dat voor de huizenmarkt?

‘Op de korte termijn lijkt een verplichte registratie erg wrang voor starters op de woningmarkt’, aldus Nic Vrieselaar, econoom bij de Rabobank. ‘Zij kunnen door een studieschuld minder lenen en dus ook minder betalen voor hun huis. Als de studieschuld niet langer te verbergen is, zullen veel starters buiten de boot vallen.’

Maar op de lange termijn kan het volgens de econoom juist positief uitpakken. ‘De grootste concurrenten van starters zijn de andere starters op de woningmarkt. Die starters kunnen ook meer lenen wanneer de studieschulden worden verzwegen. Daardoor stijgen de huizenprijzen harder.’ Een verplichte registratie zou dat volgens Vrieselaar kunnen doorbreken. ‘Daarnaast is het voorkomen van betalingsproblemen natuurlijk ook een goede reden om de verplichte registratie in te voeren.’

Toch ziet het kabinet niks in een verplichte BKR-registratie. Is dat terecht?

Bij afschaffing van de basisbeurs in 2015 beloofde het kabinet al dat studieschulden niet bij het BKR geregistreerd worden. Dat standpunt blijft ongewijzigd, laat minister Hoekstra (Financiën, CDA) weten in een schriftelijke reactie op het AFM-advies. 

Het kabinet behandelt studieschuld anders dan consumptieve schuld, die wel bij het BKR geregistreerd staat. Anders dan bij een telefoonrekening hoeven de ex-studenten hun studieschuld alleen terug te betalen als zij genoeg geld verdienen. Bovendien staat de studieschuld al geregistreerd bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).

Het kabinet vindt het vooral belangrijk dat lenen voor alle studenten mogelijk blijft ‘Een BKR-registratie van de studieschuld kan een afschrikkende werking hebben’, laat minister Van Engelshoven (Onderwijs, D66) weten op Twitter. ‘Dat gaan we dus niet doen.’ 

Het BKR en de AFM vinden dat argument onterecht. ‘Registratie vormt geen extra drempel voor de studenten', zegt een woordvoerder van BKR. ‘Zij moeten de studieschuld nu ook al vermelden bij een hypotheekaanvraag.’ De BKR-registratie zou vooral gericht moeten zijn op consumenten die hun studieschuld nu bewust verzwijgen. ‘Die groep moeten we behoeden voor te hoge hypotheeklasten.’