Direct naar artikelinhoud
Economie

Monsterstudie toont aan: ongelijkheid neemt wereldwijd extreme vormen aan

Nieuwe studie van econoom Thomas Piketty
Beeld ANP

De wereldwijde ongelijkheid is nog steeds aan het toenemen. Tot die constatering komen de econoom Thomas Piketty en collega's.

Ruim drie jaar nadat de Franse econoom Thomas Piketty zijn bestseller Kapitaal in de 21ste eeuw publiceerde, is het debat over de inkomensongelijkheid losgebarsten. In een nieuwe publicatie constateert de econoom, in samenwerking met andere onderzoekers, dat de ongelijkheid de laatste decennia desondanks steeds groter geworden is.

"Europa, Afrika, Azië of Amerika, de ongelijkheid is in vrijwel alle regio's van de wereld toegenomen", zeggen de onderzoekers. Dit fenomeen heeft zich evenwel ontwikkeld "met verschillende snelheden" tussen de regio's onderling. Een sterke stijging van de ongelijkheid is opgetekend in de Verenigde Staten, maar ook in China en Rusland. Het hoofdpodium van de meest ongelijke landen en regio's in 2016 wordt ingenomen door Brazilië (55 procent van het nationaal inkomen in het bezit van de 1 procent rijksten), India (55 procent) en het Midden-Oosten (61 procent).

Thomas Piketty.Beeld ap

Lees ook: Ongelijkheid stijgt, behalve in België

Ongelijkheden

Het goede nieuws: vrijwel alle inkomensgroepen zijn er gedurende de voorbije decennia wel op vooruitgegaan, maar niet in gelijke mate. Vooral in opkomende landen als China en India hebben veel mensen hun inkomens spectaculair zien groeien. Het zijn evenwel vooral de middengroepen die hun inkomens zien stagneren.

Zullen deze ongelijkheden in de toekomst nog versterken of vervagen? In hun rapport voorzien de auteurs een verdere stijging van de ongelijkheid tegen 2050, gebaseerd op de huidige trends. Daarvoor maakten ze een simulatie op basis van ongewijzigd beleid. Het aandeel van de rijksten in de rijkdom zou dan van 33 procent naar 39 procent gaan, terwijl de wereldwijde middenklasse zijn aandeel ziet zakken van 29 procent naar 27 procent.

Wat opvalt, is de hoop die in deze studie doorklinkt. "De ongelijkheid tussen werelddelen verschilt enorm", constateren de onderzoekers. Vooral de vergelijking tussen de VS en Europa springt in het oog. In 1980 was de inkomensongelijkheid er nagenoeg identiek. Inmiddels is er sprake van een enorme kloof. Er valt dus wat te kiezen.

Piketty stelt de invloed van politieke keuzes centraal en waarschuwt voor een dalende winstbelasting

Zouden alle landen het Europese voorbeeld van de afgelopen drie decennia volgen, rekenen de onderzoekers voor, dan kan het inkomen van de armste helft van de wereldbevolking in 2050 verdriedubbelen, van op dit moment gemiddeld 3.100 naar 9.100 euro. Imiteren ze daarentegen de Verenigde Staten, dan valt het eindresultaat heel wat kariger uit: gemiddeld 4.500 euro.

Veel meer dan in het eerdere werk van Piketty staat dit keer de invloed van politieke keuzes en instituties centraal. De auteur waarschuwt voor de ook in Europa dalende winstbelasting. In een verwoede poging het internationale bedrijfsleven binnen hun grenzen te lokken, troeven landen elkaar af met steeds lagere tarieven. Het gevolg is wel dat zij steeds minder instrumenten in handen krijgen om de welvaart te herverdelen.

België tegen trend in

De Leuvense econoom André Decoster stelde in het kader van deze wereldwijde studie samen met twee andere economen een rapport op over de inkomensongelijkheid in ons land. Het blijkt alvast dat ons land tegen de globale trend ingaat. "Een mogelijke verklaring schuilt wellicht in de typische werking van de Belgische arbeidsmarkt." Onze cao-onderhandelingen en de automatische loonindexering spelen hierin een belangrijke rol.