Direct naar artikelinhoud
RecensieVoedingsboek

Voedingsmythes ontkracht: ze zijn ongezond, duur en ronduit gevaarlijk

(Illustratiebeeld)Beeld Getty Images/iStockphoto

Van chocola krijg je puistjes, van spinazie spierballen en nooit meteen zwemmen na het eten. Voedselwijsheden hebben we met de paplepel meegekregen. Epidemioloog Tim Spector ontkracht een hele serie eetmythes. Een indrukwekkende onthulling, vindt Karin Luiten.

Eet dagelijks twee ons groente en twee stuks fruit. Drink meer water, en minder koffie en alcohol. Vervang boter door olie, tel je calorieën en slik extra vitamines. Eetadviezen zijn overal. Ze komen van diëtisten, artsen, wetenschappers, de overheid, maar ook van goeroes en influencers. Je zou denken dat we inmiddels allemaal gezond en slank zijn, maar nee, sinds de jaren tachtig is er wereldwijd juist een enorme toename van het aantal mensen met obesitas, voedselallergieën, diabetes en hart- en vaatziekten. Hoe betrouwbaar zijn al die adviezen dan eigenlijk? 

Die vraag stelt de Britse epidemioloog Tim Spector in een nieuw boek. De ondertitel van het werk spreekt boekdelen: Waarom maar weinig klopt van wat ons over voeding is verteld. Spector ontzenuwt 23 ‘voedingsmythes’ die volgens hem misleidend zijn of zelfs gevaarlijk voor onze gezondheid. 

Het is een indrukwekkende onthulling, maar hoe betrouwbaar is de auteur zelf? Zijn cv oogt solide, en vooral door zijn stap-voor-stapbenadering neemt hij de sceptische lezer vakkundig mee in zijn betoog. Spector wijst slechte wetenschap en verkeerde interpretatie van onderzoeksresultaten aan als grote boosdoeners. Hij vergelijkt talloze grote en kleine onderzoeken, waar hij al dan niet zelf aan heeft meegewerkt. 

Zo blijken bijvoorbeeld veel studies gebaseerd op proefdieren, wat niets zegt over het effect op mensen. Gretige journalisten die onderzoek reduceren tot hapklare brokken maken het er niet beter op. Maar het ‘allergrootste obstakel als het gaat om gevaarlijk onnauwkeurige informatie over voeding’ is volgens hem de voedingsindustrie. Die financiert maar liefst 70 procent van al het voedingsonderzoek en presenteert doodleuk steeds meer ultrabewerkte producten als gezonde optie (Vet­arm! Light! Met toegevoegde vitamines! Glutenvrij!). 

Wie is Tim Spector?

Tim Spector is hoogleraar genetische epidemiologie aan het King’s College in Londen en arts-adviseur in Guy’s and St. Thomas’ Hospitals.

Ook is hij mede-initiatiefnemer van PREDICT, een wereldwijd voedingsonderzoek en auteur van een aantal populair-wetenschappelijke bestsellers over voeding.

Wat ook niet helpt is onze algehele voorkeur voor simpele antwoorden en eenvoudige instructies. Helaas zit het menselijk lichaam veel ingewikkelder in elkaar dan we denken. Het specialisme (en het stokpaardje) van Spector is het pas vrij recent ontdekte microbioom van de darm, een mix van honderd biljoen bacteriën, schimmels, parasieten en virussen die van grote invloed is op ons lichaam. Opvallendste kenmerk: bij ieder mens, zelfs bij eeneiïge tweelingen, werkt het compleet anders. De gemiddelde persoon, waar voedingsadviezen steevast van uitgaan, bestaat dus simpelweg niet.

Een verontrustend maar ook verhelderend en zeer leesbaar boek, dat je anders laat kijken naar je dagelijkse eetgewoontes. Drie voorbeelden.

Mythe: van sporten word je slank

We zijn de afgelopen decennia zo dik geworden omdat we te lui zijn. Meer bewegen is het devies. Maar helaas blijkt uit onderzoek dat sporten nou net de minst succesvolle methode is om overgewicht tegen te gaan. Van alle energie die ons lichaam binnenkomt in de vorm van voedsel, kun je slechts een tiende wegwerken door te sporten. De rest van ons energieverbruik gaat op aan de ruststofwisseling, de energie die nodig is om in rust te functioneren (70 procent), voedselverbranding (10 procent) en kleine bewegingen als zitten, staan en schuiven op je stoel (10 procent). 

Sterker nog, je lichaam zal zich verzetten tegen pogingen om af te vallen, al was het maar door te zorgen voor extra eetlust na het sporten. En dan blijken we liever te grijpen naar een ongezonde brownie dan naar een appel. Waar komt dan toch die fixatie vandaan dat bewegen dé oplossing is voor obesitas? 

Hier speelt de voedings- en drankenindustrie een dubieuze rol met reclamecampagnes voor tussendoortjes en suikerrijke sportdrankjes. En niet te vergeten het alsmaar sponsoren van grote sportevenementen. Zelfs het welbekende loopadvies van tienduizend stappen per dag blijkt totaal niet wetenschappelijk onderbouwd. Dat mooie ronde getal was een bedenksel van een Japanse fabrikant van stappentellers ter ere van de vorige Olympische Spelen in Tokio, in 1964. Bewegen is heus goed voor van alles, benadrukt Spector, van je hart tot je mentale welzijn, maar wie wil afvallen, zal toch echt minder moeten gaan eten.

Mythe: gluten is gevaarlijk

Gluten is kort samengevat een eiwit in granen dat wordt gevormd als meel zich mengt met water. Het geeft deeg zijn kenmerkende textuur, elasticiteit en vorm. Het zit in brood, pasta en koekjes, maar ook in bier en sojasaus. Naar schatting 1 procent van de bevolking is er echter overgevoelig of zelfs allergisch voor, zoals coeliakiepatiënten, die alleen dankzij een strikt glutenvrij dieet ernstige darmbeschadigingen kunnen voorkomen. Voor de overige 99 procent van de mensheid is er geen aantoonbaar probleem, en toch wordt gluten steeds vaker weggezet als per definitie ongezond, onnatuurlijk en slecht voor je lichaam. 

Menigeen weet niet eens wat gluten precies is, maar – en ook dat blijkt uit onderzoek – als je gelooft dat je je door een bepaald voedingsmiddel ziek of juist beter gaat voelen, is de kans groot dat dit ook werkelijk gebeurt, in ieder geval op de korte termijn. Studies staven echter niet dat het algeheel vermijden van tarwe goed voor je is. Sterker nog, het zomaar zelf gaan experimenteren met een ingrijpend dieet kan juist meer kwaad doen dan goed. 

Speciale glutenvrije producten zijn niet gezonder; vervangers bevatten vaak meer vet, suiker en calorieën en ze zijn bovendien sterk bewerkt met allerlei toevoegingen waarvan we nog niet weten welke effecten ze hebben op het lichaam. De voedingsindustrie laat zich deze lucratieve markt echter niet afnemen en houdt de misinformatie graag in stand door op de gekste producten nu ineens het verkoopbevorderende label ‘glutenvrij’ te plaatsen, tot shampoo en zelfs water aan toe.

Mythe: we moeten per dag anderhalve liter water drinken

Flessenwater is big business. Het zou beter zijn voor je huid, je blijft er slank van en het is veel veiliger dan water uit de kraan. Inderdaad, in ontwikkelingslanden is vers, schoon water vaak niet voorhanden. Maar ironisch genoeg wordt gebotteld water vooral verkocht in rijke landen met het veiligste, meest gecontroleerde leidingwater. Landen waarin je volgens Spector een grotere kans hebt om te overlijden door bliksem­inslag of een haaienbeet, dan ziek te worden van kraanwater. En dat terwijl de milieu-impact van al die plastic flessen gigantisch is, van energieverbruik voor productie en vervoer tot de plastic soep die we via microdeeltjes uiteindelijk zelf weer binnen krijgen als we vis eten.

Ook hier rook de industrie kansen en bracht prompt mineraalwater met een smaakje op de markt onder het mom van gezond alternatief (‘met extra vitamine C’), terwijl ze geen fruit bevatten maar kunstmatige fruitsmaakstoffen, en evenveel zoetstof of suiker als cola. Lang leve de winstmarges. Intussen blijft de overheid de bevolking stimuleren om minstens anderhalve liter water per dag te drinken, terwijl er aldus Spector letterlijk nul bewijs is dat we dagelijks het risico lopen op uitdroging. Natuurlijk is het een goed idee om water te drinken in plaats van suikerrijke, tandbederf veroorzakende frisdranken, maar overstappen op flessenwater levert geen gezondheidsvoordelen op, terwijl het wél evident slecht is voor zowel onze planeet als onze portemonnee.

Tim Spector, Ingelepeld. Waarom maar weinig klopt van wat ons over voeding is verteld, uitgeverij Nieuwezijds, €21,95