Lijst Vlaamse probleembruggen wordt steeds langer, regering belooft 1,6 miljard euro aan investeringen

Het Vlaams Gewest beheert 2.777 bruggen, viaducten, tunnels en keermuren. Officieel worden die "kunstwerken" genoemd. Ruim 2.000 van die kunstwerken zijn in goede tot aanvaardbare staat, maar dus 700 zijn dat niet. Vorig jaar ging het nog maar om zowat 600. Er is intussen zelfs een bijkomende categorie gekomen om het overzichtelijk te houden.

205 kunstwerken zijn momenteel in slechte staat en 48 zelfs in zeer slechte staat. Van die 48 staan er 41 op de zogenoemde "lijst van prioritaire kunstwerken", dat zijn bruggen, tunnels en keermuren die extra in de gaten worden gehouden en zo nodig prioritair worden behandeld.

Het woord "prioritair" wordt best met een korreltje zout genomen, want sommige bruggen staan al heel lang op die lijst. De Goedingebrug van de E40 over de Leie in Drongen bijvoorbeeld staat al meer dan 20 jaar op die lijst en is zeker geen uitzondering.

Zowat de helft van onze bruggen zijn gebouwd in de jaren 70. De gemiddelde levensduur van dergelijke betonconstructies is 50 jaar. Het is dus niet verwonderlijk dat steeds meer van die bruggen stilaan mankementen beginnen te vertonen.

Het gebruik van strooizout, om onze wegen sneeuw- en ijsvrij te houden, leidt bij bruggen tot ernstige problemen en schade ter hoogte van voegen, steunpunten en waterdoorvoeren. Het tast de stalen wapening in het beton aan: er ontstaat roestvorming.

Daarnaast is de toenemende verkeersbelasting, waar de brug oorspronkelijk niet was voor ontworpen, een mogelijke bezwarende factor. Dit alles kan leiden tot onveilige situaties, bijvoorbeeld vallende stukken beton, of in extreme gevallen zelfs voor instortingsgevaar zorgen.

Maar het grootste probleem is vaak het gebrek aan onderhoud. Een brug structureel en duurzaam herstellen, kost tijd en geld. Tijd die er vaak niet is: een complete brug voor langere tijd afsluiten kan leiden tot verkeersellende. En ook geld voor onderhoud is er de afgelopen decennia niet (altijd) geweest.

Vlaams minister van Openbare Werken Peeters beseft dat er een grote investeringsachterstand is en wil die zoveel mogelijk wegwerken. "Bijna 1 op de 5 kunstwerken heeft het einde van haar economische levensduur bereikt of zelfs overschreden en voldoet niet meer aan de kwaliteitseisen", zegt ze in een persbericht.

Ze trekt daarvoor deze legislatuur nog 1,6 miljard euro uit voor renovatie, onderhoud en modernisering. 770 miljoen euro daarvan wordt voorzien voor het aanpakken van alle bruggen in zeer slechte staat en het grootste deel van de bruggen in slechte staat. Zo is 236 miljoen euro voorzien voor de lijst met prioritaire kunstwerken.

Een deel van de 770 miljoen euro zal ook gebruikt worden voor bruggen in matige of aanvaardbare staat aan te pakken. "Als we veilige, robuuste en duurzame constructies wensen dan moeten we de historische achterstand nu wegwerken", zegt Peeters in het  persbericht.

Peeters wil daarboven ook nog 556 miljoen investeren in de renovatie en modernisering via publiek-private samenwerking (PPS). Het gaat om 41 bruggen in slechte, matige en aanvaardbare staat, drie sluizen op de Bovenschelde en 27 andere bruggen en sluizen van de Vlaamse Waterweg.

Er is voorts nog 124 miljoen euro voorzien voor onderhoud van oevers, kaaimuren, sluizen en stuwen. En 178 miljoen euro voor waterbeheersing, kustverdediging en de kustjachthavens.