Alle ‘Catalaanse zaken’ bij één rechter

© zp

Bijna alle rechtszaken tegen Catalaanse separatisten in verband met de onafhankelijkheidsverklaring – en dus ook die tegen ex-minister-president Carles Puigdemont – worden overgeheveld naar het Spaanse Hoog­gerrechtshof.

Karin De Ruyter

Toen het Catalaanse parlement op 27 oktober de onafhankelijkheid uitriep, overtrad het de Spaanse grondwet. Die overtreding wordt gekwalificeerd als ‘rebellie’, een misdrijf waarop tot 30 jaar gevangenisstraf staat als er sprake is van ­geweld.

Om juridische redenen werden de leden van het bureau van het parlement, die de stemming over de onafhankelijkheid op de agenda hadden gezet, en de Catalaanse ex-ministers echter door verschillende rechtbanken beoordeeld.

Dat had te maken met de onschendbaarheid van de parlementsleden. Zij moesten verschijnen voor het Spaanse Hooggerechtshof, de ex-ministers voor de Audiencia Nacional. Die laatste staat ervoor bekend dat haar voorzitter, Carmen Lamela, weinig opheeft met nationalisme. Ook de openbaar aanklager, José Manuel Maza, die afgelopen weekend onverwachts overleed in Buenos Aires, trad streng op tegen de separatisten.

Acht van de ex-ministers die voor de Audiencia Nacional moesten verschijnen, werden preventief opgesloten. Vijf andere – onder wie minister-president Carles Puigdemont – wachtten de uitspraak niet af en namen de wijk naar Brussel. Spanje vaardigde een Europees aanhoudingsbevel uit tegen hen. Dat geldt nog steeds. Maar als ze overgeleverd worden – de raadkamer in Brussel beslist op 4 december – moeten ze het dus gaan uitleggen bij Pablo Llarena, de rechter van het Hoog­gerechtshof.

Die heeft alle onderzoeken in verband met de Catalaanse onafhankelijkheidsverklaring en het illegale referendum van 31 oktober naar zich toe getrokken. Ook het onderzoek tegen de ‘twee Jordi’s’, de leiders van de separatistische burgerbewegingen ANC en Òmnium Cultural, neemt hij op zich. Jordi Sànchez en Jordi Cuixart zitten eveneens preventief in de gevangenis wegens opruiing tijdens het referendum.

Onderlinge samenhang

De Catalaanse parlementsleden naar wie een onderzoek loopt, onder meer voorzitster Carme Forcadell, zijn niet in hechtenis genomen. Zij werden allemaal vrijgelaten op borgtocht. Ze kunnen dus deelnemen aan de campagne voor de verkiezingen die op 21 december plaatsvinden. De opgesloten ex-ministers kunnen zich wel verkiesbaar stellen, maar kunnen geen campagne voeren. Puigdemont en zijn vier collega’s voeren campagne vanuit Brussel.

Volgens Llarena – en Lamela was het daarmee eens – is het logischer dat alle onderzoeken in deze zaak bij dezelfde rechtbank gebeuren, omdat er een onderlinge samenhang is, een ‘onscheidbaar materieel verband’ in juristentaal. Alle 22 beschuldigden die hij nu moet onderzoeken, zouden zich schuldig gemaakt hebben aan ‘rebellie’ – een misdrijf dat bijna automatisch de betrokkenheid van verschillende personen impliceert.

Eerder al waren een aantal hangende aanklachten tegen Forcadell in verband met de stemming over het referendum, die behandeld werden bij een Catalaanse rechtbank, ook overgeheveld naar het Hooggerechtshof.

Lamela houdt zich nu nog alleen bezig met het onderzoek tegen Josep Lluis Tra­pero, de ex-baas van de Mossos d’Esquadra, de Catalaanse politie. Hij wordt beschuldigd van opruiing tijdens het referendum.