‘Te zot om los te lopen’: Brussel legt Uber aan banden

Uber-chauffeurs mogen in het Brussels Gewest niet langer bestellingen voor ritten aanvaarden met hun smartphone. De huidige regelgeving stelt dat verhuurders van auto’s met chauffeur, wat Uber eigenlijk doet, niet mogen werken met bestellingen via geolokalisatie op een smartphone. Bovendien moet een contract minstens drie uur op voorhand gesloten worden. 

Concreet betekent dit dat chauffeurs van Uber (zo’n 2.000 chauffeurs) en zijn concurrent Heetch (een 400-tal) zo bijna onmogelijk nog hun huidige diensten kunnen aanbieden in Brussel. Het gebruik van de smartphone is namelijk een van de belangrijkste onderdelen van het businessplan. Chauffeurs die de regels overtreden, zullen bij een eerste controle een waarschuwing krijgen maar riskeren daarna een sanctie. Dan kan onder meer de wagen in beslag genomen worden.

Een verantwoordelijke van Uber stelt dat de regelgeving nog onderzocht wordt door het Grondwettelijk Hof. En “dat het bijgevolg onbegrijpelijk is dat maatregelen genomen worden tegen tweeduizend chauffeurs”. Uit protest hield een honderdtal chauffeurs een actie voor het kabinet van minister-president Rudi Vervoort, die tevens verantwoordelijk is voor de taxisector.

De woordvoerster van de minister-president wijst er in een reactie op dat het verbod het gevolg is van een arrest van het hof van beroep van Brussel van 15 januari. In het vonnis stelt de rechter dat Uber de wetgeving niet volgt. De chauffeurs van Uber vallen onder de ordonnantie van 1995, waarin een aantal bepalingen zijn opgenomen over limousines met chauffeurs. Daardoor moeten ze niet voldoen aan de veel strengere regels die gelden voor de taxisector, tot groot ongenoegen van deze laatste. Maar de Brusselse beroepsrechter stelde anderhalve maand geleden vast dat Uber ook de regels niet volgt rond de verhuur van limousines met chauffeurs. 

Vervoort zei op de RTBF-radio dat de concurrentie van Uber op de lange termijn niet houdbaar is. “De vraag is welke toekomst we geven aan het personenvervoer in Brussel.” De PS’er kantte zich in het verleden al openlijk tegen de bedrijven uit de deeleconomie.

Politieke verdeeldheid

Rudi Vervoort plant donderdag een nieuw overleg met de sector. Hij zal het dossier ook op de ministerraad ter sprake brengen. Er heerst immers verdeeldheid binnen de meerderheid van de Brusselse regering over de beslissing. Minister Sven Gatz (Open Vld) tweette: “In plaats van archaïsche regels uit 1995 te willen handhaven, zouden we beter het oordeel van het Grondwettelijk Hof afwachten over Uber en de taxisector, zoals het Brusselse hof van beroep expliciet vraagt.” 

De liberaal ziet liever dat het huidige gedoogbeleid van de laatste jaren wordt voortgezet tot er een oordeel is van het Grondwettelijk Hof. Daar sluit staatssecretaris Pascal Smet (sp.a) zich bij aan: “Smartphones en slimme technologie verbieden in 2021 is te zot om los te lopen”, vindt hij. “We moeten het oordeel van het Grondwettelijk Hof over Uber en de taxisector afwachten en intussen aan een nieuw voorstel werken”, aldus Smet, die zelf voormalig Brussels mobiliteitsminister is. 

De huidige Brusselse minister van Mobiliteit, Elke Van den Brandt (Groen), onthoudt zich voorlopig van commentaar. Maar haar woordvoerder maakt wel bekend dat ze intern extra uitleg hebben gevraagd aan Rudi Vervoort. CD&V-oppositielid Bianca Debaets snapt niet waarom de Brusselse regering economische vooruitgang en modernisering wil tegenhouden. Bij de N-VA-fractie vinden ze het onbegrijpelijk dat Brussel een enorme stap achteruitzet. “Terwijl Brussel een Smart City wenst te zijn, beslist minister-president Vervoort dat een Uber bestellen via je smartphone niet meer mogelijk is. Ik zal de minister-president hierover ondervragen. De middeleeuwen zijn al een tijdje geleden”, aldus fractieleidster Cieltje Van Achter.