Direct naar artikelinhoud
liveblogholleeder

Teruglezen - Voor kroongetuige Fred R. staat het vast dat Holleeder te maken had met liquidatie Van der Bijl

Vandaag is de 43ste zitting van het proces Vandros, waarin Willem Holleeder terechtstaat voor betrokkenheid bij vijf liquidaties en een poging daartoe. De kroongetuige uit het Passageproces, Fred R., wordt voor de derde keer ondervraagd. Verslaggever Wil Thijssen blogde vanuit de extra beveiligde rechtbank in Amsterdam-Osdorp. 

Willem Holleeder in de rechtbank, tekening van Jan Cleijne.

‘Willem was niet echt groot en indrukwekkend’

De vorige zitting, waarin Fred R. tevens werd ondervraagd, lees je hier terug. 

Wie is wie in het proces-Holleeder?

Lees hier meer over de verdachte zelf, de aanklagers, advocaten en rechters in zijn proces en de mensen die hij zou hebben laten vermoorden.

Live

  1. Verhoor via intermediair

    De rechtbankvoorzitter vraagt aan advocaat Janssen hoe hij het verhoren van de getuige ervaart, ‘want er waren wat geluiden vanuit de samenleving dat het verhoor via een intermediair te beperkt zou zijn’.

    Het loopt beter dan gedacht, zegt Janssen. Hij kan de (vermomde) getuige zien zitten, heeft oogcontact, ziet diens gebaren en ziet ook dat de getuige snel antwoordt op de vragen. ‘Het loopt beter dan destijds in Passage’, aldus Janssen.

    Getuige Fred R. mag naar huis, zegt de rechtbankvoorzitter. Hij dankt hem, diens advocaat en de intermediair die alle antwoorden herhaalde om te voorkomen dat Fred R.’s accent diens verblijfplaats zou kunnen verraden (R. zit in een getuigenbeschermingsprogramma in het buitenland).

    De behandeling van Holleeders zaak zal voortgezet worden op maandag 12 november, als getuige Van Lent wordt gehoord. Maandag 19 november begint de inhoudelijke behandeling van Holleeders ten laste gelegde feit dat hij deel zou uitmaken van een criminele organisatie – tot die tijd heeft de rechtbank reces. Op 22 november krijgen de nabestaanden spreekrecht. Vrijdag 23 november komen Astrid en Sonja Holleeder en daarna Sandra den Hartog weer getuigen. 

  2. Vraag over overeenkomst Fred R. en OM door rechtbank belet

    De rechtbank heeft tijdens haar beraad besloten Janssens vraag over de overeenkomst tussen kroongetuige Fred R. en het OM te beletten – alle afspraken daarover raken aan de veiligheid van de getuige.

  3. Zijn de kroongetuigendeals door het OM gekocht?

    Advocaat Janssen vraagt de getuige naar de voorwaarden voor zijn deal met het Openbaar Ministerie. ‘Was u gevraagd naar uw inkomsten, en of die crimineel waren verkregen?’

    Fred R.: ‘U gaat ervan uit dat al het geld afkomstig was uit het criminele milieu, los van die 80 duizend voor de liquidatie van Thomas van der Bijl. Het is geen gespreksonderwerp geweest’, zegt hij. ‘Het is er helemaal niet over gegaan.’

    Onno de Jong, de advocaat van getuige Fred R. grijpt in: ‘Dit gaat te ver, voorzitter. Dit gaat over de overeenkomst met het OM, daar mag mijn cliënt niets over zeggen. Bovendien kan de heer Janssen die vragen beter aan mij stellen, want ik heb die gesprekken gevoerd.’

    Advocaat De Jong: ‘Er was niet over ontneming van het geld gesproken. Op geen enkel later moment is het onderwerp van gesprek geweest.’

    Officier Tammes vult aan: ‘Tegen geen van de cliënten die geld voor liquidaties hebben gekregen, is een ontnemingsvordering gedaan.’

    Over de getuigenbescherming zegt Janssen: ‘Wat heeft u uitgesproken tegen het OM over verwachtingen op dat punt?’

    Officier Tammes: ‘Dit gaat richting hellend vlak.’ (doelend op geheimhouding van de afspraken tussen kroongetuige en OM).

    Janssen: ‘Maar ik sta er nog niet op (op dat hellend vlak, red.) Ik vind het van belang of deze getuige soortgelijke wensen had als de afspraken die kroongetuige Peter la S. afdwong.’

    Officier Stempher wil graag dat deze vraag wordt belet.

    Janssen volhardt: ‘Wat waren de wensen van de heer R. toen het OM gesprekken met hem aanging (over een kroongetuigendeal, red.)? Wilde hij, net als Peter la S., zelf in zijn bescherming kunnen voorzien? (La S. heeft daar veel geld van de staat voor gekregen, red.)

    Advocaat Onno de Jong adviseert zijn cliënt Fred R. de vraag niet te beantwoorden.

    Officier Tammes: ‘Ik begrijp ook niet wat meneer Janssen met dat antwoord zou willen.’

    Janssen: ‘In Passage is uitvoerig verweer gevoerd over de wijze waarop de kroongetuigendeals tot stand zijn gekomen.’ Kort gezegd bedoelt hij: ik wil weten of de getuigenverklaringen zijn gekocht. (Het is bij wet verboden een getuige geld te geven in ruil voor een verklaring).

    Officier Tammes herhaalt dat datgene wat Fred R. wilde (zelf in zijn getuigenbescherming kunnen voorzien, dus daar geld voor krijgen) er niet van is gekomen. Dus ze persisteert: het is onduidelijk wat advocaat Janssen probeert aan te tonen.

    Fred R.’s advocaat voegt toe dat R. niet was betrokken bij de civiele beschermingsovereenkomst tussen de getuige en het OM, en adviseert Fred R. om er helemaal niets over te zeggen.

    De voorzitter van de rechtbank schorst de zitting voor beraad.

  4. ‘99 procent wordt crimineel voor het geld’

    De rechter vraagt wat werd bedoeld met Jesses opmerking dat hij ‘de power van Holleeder achter zich had’.

    ‘Ik heb daar geen beeld bij’, zegt de getuige.

    En hoe belangrijk is geld in het milieu, vraagt de rechter.

    ‘Ik denk dat 99 procent crimineel wordt voor het geld’, zegt Fred R.

    ‘Hoe belangrijk is het om een spaarpot te hebben die gevuld blijft?’ vraagt de rechter. ‘Heb je geld nodig om bepaalde activiteiten te kunnen doen?’

    Niet altijd, zegt R. ‘Goeie contacten zijn belangrijker dan geld.’

  5. ‘Peter La S. ging met Jesse om’

    Peter la S. getuigde vorige week dat hij al dertig jaar in het criminele milieu meeliep, en dat hij mensen ‘heel goed kon lezen’. Wat is uw ervaring met La S. en met zijn kennis van het criminele milieu, vraagt Janssen.

    ‘Ik weet alleen dat-ie met Jesse omging’, zegt Fred R. ‘Ik kende alleen twee mensen uit Friesland die contact met La S. hadden, en die hadden een nare ervaring met hem. Maar dat heb je vaak, in het criminele milieu.’ In het Amsterdamse criminele milieu kan de getuige zijn evenknie Peter la S. niet plaatsen.

  6. Ondergeschikte rol Holleeder?

    Speelde Willem Holleeder in het driemanschap Hillis-Dino S.- Holleeder een ondergeschikte rol?, vraagt advocaat Janssen.

    ‘Dat hangt helemaal van het onderwerp af’, antwoordt de getuige.

    ‘Als Hillis en Dino iets wilden en Holleeder was het daarmee oneens, dan gebeurde het toch’, poneert advocaat Janssen als stelling.

    ‘Maar dat sluit niet uit dat hij over de moord op Endstra toch kan hebben meegestemd’, repliceert de getuige.

  7. Ali Akgün betaalde voor de liquidatie

    De betaling voor de liquidatie van Thomas van der Bijl kwam van Ali Akgün, zegt Fred R. Waarom, vraagt Janssen.

    ‘Hij was in de buurt’, antwoordt de getuige. ‘Die verrekende het weer met Dino S.’

  8. ‘Holleeder had te maken met Van der Bijls liquidatie’

    ‘Holleeder had problemen met Van der Bijl’, zegt de getuige. Van der Bijl zou met de politie praten. Dino ging zich met Van der Bijls liquidatie bemoeien, stelt Fred R. Voor hem staat echter vast dat Holleeder daar ook mee te maken had, hoewel Fred R. van Dino de opdracht had gekregen om Thomas van der Bijl te liquideren. Zodra Van der Bijl vrijkwam uit detentie, had diens moord voorrang, heeft Fred R. eerder verklaard, omdat hij met de politie had gepraat.

  9. Over de moord op Thomas van der Bijl

     Volgens Astrid Holleeder zou getuige Fred R. eerst van Van der Bijl de opdracht hebben gekregen om haar broer Willem te vermoorden, en draaide Willem Holleeder dat om: jij gaat voor mij Thomas van der Bijl ombrengen. Klopt dat, vraagt advocaat Janssen.

    ‘De reden waarom Van der Bijl is omgebracht, heb ik al verteld’, zegt de getuige. Hij heeft zowel Van der Bijl als Holleeder nog nooit gesproken, voegt hij toe. ‘En mevrouw (Astrid) Holleeder ken ik ook niet.’

  10. ‘Problemen’ tussen Holleeder en Houtman

    Er waren problemen tussen Willem (Holleeder) en Kees Houtman, zegt de getuige. Hij kende Houtman zelf niet. Hij weet niets van conflicten tussen Houtman en Stanley Hillis-Dino S.

    Heeft u met Ali Akgün weleens gesproken over de zaak-Houtman?, vraagt advocaat Janssen. ‘Ik denk het niet’, antwoordt de getuige. En over de zaak-Attila Önder? Ook niet, zegt Fred R.

    Wat was de reden waarom de Turken Imac en Önder van Ali Akgün geliquideerd moesten worden? ‘Iets met drugs’, antwoordt de getuige.

  11. Over de moord op vastgoedondernemer Willem Endstra

    Danny K. heeft getuige Fred R. verteld dat en hoe er geld door criminelen bij Endstra werd gestald. Over de afpersing van Endstra weet hij niets, zegt de getuige.

    Getuige Fred R. kent Danny K. uit detentie. Hij heeft eerder verklaard: ‘Ik dacht destijds niet dat Danny Willem Holleeder aanwijzingen zou kunnen geven, maar daar zou ik nu anders over denken.’ Want Danny had Dino en Dick Vrij achter zich, zegt de getuige. 

  12. ‘Jesse nam Peter niet serieus’

    Op een gegeven moment namen ‘Dino en consorten’ de kwestie-Van Hout over, heeft de getuige eerder (in het Passage-proces) verklaard. Hij zegt niet te weten waaróm Dino de kwestie overnam. Wel had Cor van Hout veel vijanden gemaakt.

    Gisteren verklaarde getuige Fred R. dat hij huurmoordenaar Jesse R. nog nooit op een leugen had betrapt. Beschouwt u hem nog steeds als een betrouwbare bron van informatie?, vraagt advocaat Janssen.

    ‘Dat weet ik niet’, zegt de getuige. ‘Ik heb hem al twaalf jaar niet meer gezien. Bovendien zat ik toen in het milieu, en nu niet meer.’

    Volgens kroongetuige Peter la S. kon Jesse nog weleens met desinformatie strooien. ‘Maar Jesse nam Peter niet serieus’, zegt getuige Fred R. ‘Of Jesse betrouwbaar is, weet u beter dan ik’, zegt Fred tegen advocaat Janssen. ‘Hij is uw cliënt.’

  13. Een ‘oude opdracht’

    Vandaag is het aan Holleeders advocaat Sander Janssen om vragen te stellen aan kroongetuige Fred R. Hij vraagt naar de relatie tussen Mieremet en Klepper, met betrekking tot de moord op Heineken-ontvoerder Cor van Hout.

    Exact weet ik dat niet, zegt de getuige. Wat betreft de samenwerking tussen Mieremet en Klepper enerzijds, en Holleeder anderzijds, weet de getuige ‘dat ze samenwerkten’ in de periode voordat Sam Klepper werd geliquideerd, eind jaren 90.

    De opdracht voor de moord op Cor van Hout zou al veel eerder zijn gegeven, maar het precieze daarvan weet Fred R. niet. Wel heeft hij eerder verklaard: als zo’n moordopdracht eenmaal is gegeven, kun je die niet meer intrekken. Zijn kennis, zegt de getuige, heeft hij uit gesprekken die hij met huurmoordenaar Jesse R. voerde. Die ‘mocht Cor doen’, aldus Fred R. ‘En toen was het al een oude opdracht.’