Egan Bernal won zondag op Campo Felice en veroverde de roze trui. Maandag startte hij met 15 seconden voorsprong op Remco Evenepoel, de tweede in de stand. Onze landgenoot bikkelde er maandag één seconde af in de tussensprint. “Vanmorgen was het zeker niet het plan om mee te sprinten”, zei Bernal. “Maar de vluchters waren gegrepen en het was de ploegleiding die zei ik ervoor moest gaan en Ganna moest volgen. Ik moest enkel Pippo zijn wiel houden. Dan weet je dat je heel snel kan gaan, zonder dat je een grote inspanning moet leveren. Uiteindelijk pak ik één seconde op de andere rivalen (en hij verliest hij er één aan Evenepoel, red. ). Dat is fijn, maar de Giro duurt nog lang en zal niet gewonnen worden met seconden, maar met minuten.” 

“Ik denk niet dat er sprake is van een psychologisch gevecht met Evenepoel. En bovendien zal ik niet alleen strijd leveren tegen Remco. Er staan nog veel renners binnen de minuut. Er kan nog veel gebeuren. De Giro duurt nog lang. Het grote doel voor mij is het roze in Milaan. Daar ligt de focus op, niet alleen bij mij, maar bij de ganse ploeg. Iedereen is enorm gemotiveerd om dat doel te bereiken.”

Overigens was er een sportieve handshake na het sprintje tussen beide tenoren. “Dat is normaal. We spenderen veel tijd samen in het peloton, we zijn rivalen, we strijden tegen elkaar, maar uiteindelijk komen we wel overeen, zijn we vrienden onder mekaar. Soms vertellen we zelfs grapjes , zonder dat de televisiecamera’s dat zien tijdens een koers. We hebben veel respect voor mekaar.”

(belga)