Waarom heeft Kzoom voor jou gekozen?

Arne Vanhaecke: 'Ze zochten enthousiaste en dynamische presentatoren, mensen waar pit in zit. Een tijd geleden kreeg ik een mail van Kzoom, met de vraag of ik auditie wou doen. Blijkbaar was ik hen in het verleden al opgevallen en is mijn naam blijven hangen. Het klikte ook meteen heel goed met Joyce, het andere nieuwe gezicht. Als ik in een hyperactieve bui ben, wat acht op de tien dagen het geval is, kan ze dat heel goed opvangen en de rustige rol spelen (lacht). Het omgekeerde werkt ook, daarom hebben ze voor ons gekozen, denk ik.'

Was je als kind zelf een televisiefanaat?

'Ja, ontzettend! Het grappige is dat mijn favoriete programma's van toen, zoals Calimero en Pippi Langkous, nu de hoogste kijkcijfers halen bij Kzoom. Fantastisch dat ik die programma's nu zelf mag aankondigen. Ik mag ook het nieuwe actualiteitsprogramma WOOW! maken. Het zal gaan over films, games, showbizz, alles wat leeft bij het jonge volkje. Schitterend, want ik ben zelf nog een groot kind. Mijn eerste echte job is al meteen mijn droomjob, ik prijs mezelf heel gelukkig. Het voelt wel onwennig aan als mensen me nu feliciteren, ik heb nog niets bewezen.'

Besef je al hoe deze job je leven zal veranderen?

'Ik ben me bewust van de impact die zo'n programma kan hebben, maar ik kan me nog niet voorstellen dat mensen op straat me nu zullen herkennen. We worden goed voorbereid, maar het is toch allemaal heel spannend. Er is zo veel dat ik nu voor de eerste keer doe, en daar komen best wat zenuwen bij kijken. Deze week mocht ik Urbanus interviewen. Op zich is dat al vreemd, iemand interviewen die je enkel kent van televisie. Zo'n gesprek dan ook nog eens in goede banen leiden, dat is toch even wennen. Gelukkig ben ik niet snel onder de indruk.'

Je ziet er ook niet meteen een verlegen jongen uit.

'Dat kun je wel zeggen. Ik ben allesbehalve bang om af te gaan. Dat is misschien nog mijn grootste talent. Ik heb me al ontelbare keren belachelijk gemaakt, maar dat vind ik helemaal niet erg. Op die manier leer je het tenminste, met vallen en opstaan. '

Je zit alvast niet stil. Binnenkort breng je een eerste, Nederlandstalig album uit. Welke muziek maak je?

'Mijn nummers klinken altijd heel eenvoudig. De melodieën zijn meestal ook simpel en makkelijk mee te neuriën. Het zit wel iets ingewikkelder in elkaar dan het lijkt. Ik steek heel wat werk in mijn teksten, en er zit meer achter dan je op het eerste gezicht zou denken. Een liedje is leuk als er lagen in zitten. Eva De Roovere omschreef het als tegelijk heel poëtisch en heel onnozel, misschien ook wel een goede samenvatting van mijn persoonlijkheid.'

De Arne die Kzoom-presentator wordt, lijkt een andere persoon dan de zanger Arne.

'Klopt, en daar wil ik ook een duidelijk onderscheid in maken. Ik ga ook wel optreden met de Kzoom-band, maar wat ik onder de naam Arne Vanhaecke uitbreng, staat daar los van. Ik ben de volgende Spring niet. Een mens heeft meerdere facetten, en dat is bij mij niet anders. In een van mijn liedjes zing ik over hoe ik in beschonken toestand met een meisje naar huis ga. Hopelijk maken de media daar niet van: Kinderpresentator promoot losbandigheid (lacht).'

Waar haal je je inspiratie?

'Ik schrijf over wat ik meemaak, en daar hoort ook seksualiteit bij. Iemand van twintig heeft nu eenmaal een woeliger liefdesleven dan iemand van veertig, dat hoop ik althans. Ik schrijf ook over alle keuzes die we op onze leeftijd moeten maken: welk soort meisje wil ik, welke job wil ik, wat ga ik doen met mijn leven? Inspiratie genoeg dus om mooie muziek te maken.'

Je bent van Oedelem, maar woont al enkele jaren in Gent. Hoe hard zijn de West-Vlaamse banden nog aangespannen?

'Ik heb mijn jeugd in Oedelem en Brugge doorgebracht. Daar bewaar ik heel mooie herinneringen aan, maar hier in Gent ben ik toch opengebloeid. Als tiener had ik geen zicht op de wereld daarbuiten, hier heb ik die gekregen. Ik ben er wel trots op dat ik als West-Vlaming voor een nationale zender mag werken. Mensen uit Antwerpen of Vlaams-Brabant zouden een betere uitspraak hebben. Het is goed dat een groot aantal West-Vlamingen op radio en tv dat cliché doorprikt hebben. Voorlopig zie ik mezelf eerder in een stad als Gent of Brussel wonen. Ik zal mijn roots nooit verloochenen, maar als trotse West-Vlaming in een andere provincie wonen, moet best kunnen.'