Is iets over mezelf vertellen he ! Ik ben dus Katy en ben 16 (bijna 17 :-p) en ik doe dus aan buikdansen ! Buikdansen is ondertussen mijn leven geworden! al er vragen zijn over buikdansen stuurt mij een mailtje fzo e lovexmyxhoney@hotmail.com Bye Bye :D
De Amerikaanse stijl is een
assemblage van Turks, Libanees, Egyptisch, een flinke dosis
Orientalisme (romantische fantasie over hoe het zou zijn in de Orient)
en Amerikaanse show. Daardoor zijn er de volgende elementen in te
herkennen: snelheid, atletisch vermogen, grote isolaties, grondshows,
dansen met zils, sluiers, zwaarden of slangen. De vrolijke, mysterieuze
uitstraling van de danseres appelleert aan het 1001-nacht gevoel dat
Westers publiek graag ziet bij een buikdansoptreden, de snelle
afwisseling van bewegingen zorgen er voor dat het publiek zich geen
seconde hoeft te vervelen. De speciaal hiervoor gecomponeerde
"routines" met snel opeenvolgende in stukjes opgedeelde muziek stellen
de danseres in staat de snelheid en afwisseling vol te houden. Dit
maakt wel dat de Amerikaanse stijl meer "buitenkant" dan "binnenkant"
heeft. Van eind jaren '70 tot begin jaren '90 was dit de stijl die in Nederland het meest gangbaar was.
Baladi
In het begin van de 20e eeuw trokken reeds
vele van het platteland afkomstige Egyptenaren naar de stad Cairo op
zoek naar een beter bestaan. Ook nu nog hebben vele families die al
generaties lang in de stad wonen bindingen met de streek of het dorp
waar ze oorspronkelijk vandaan komen. Baladi betekent "mijn land" of
"komend van het land". Het staat ook voor een als zodanig genoemde
dansstijl die de ziel van de Egyptenaar representeert, de Egyptenaar
die dus nog altijd heimwee heeft naar het platteland. Het is de dans
van de 'gewone' Egyptenaar. Men zegt dan ook wel dat de mooiste
baladi-dans thuis te zien is. De baladi is een stijl van dansen die
sensueel en niet-gechoreografeerd is, wordt geimproviseeerd en op de
vierkante meter wordt gedanst. De heupbewegingen zijn aards. De muziek
is karakteristiek en kent vaste onderdelen (die niet altijd in dezelfde
volgorde terugkomen). Vaak begint de muziek met een taqsim
(improvisatie) van de accordeon of de saxofoon (vroeger was dat de oud)
waarin de danseres ingetogen de lijnen van het muziekinstrument met
haar heupen volgt en vloeiende bewegingen met haar armen dicht bij het
lichaam maakt. Dan komt een kort vraag en antwoordspel van de
percussionist, de me-atta, wat klinkt als prr tak e doem tak en zich
vaak 4 maal herhaalt. De danseres maakt hierop kleine heup of
schouderbewegingen. Dan gaat het instrument waarop begonnen was verder
maar nu met een maqsoum-ritme erbij. De danseres komt langzaam los en
maakt zwaardere heupbewegingen. Vaak komt dan nog een stukje me-atta
waarna het ritme versnelt en verandert in het fellahin-ritme en de
danseres steeds expressiever gaat dansen. Het muziekstuk eindigt vaak
weer met een taqsim waarin de danseres weer langzamer en ingetogener
gaat dansen. De baladi-danseres is gekleed in een baladi-jurk en niet
in een tweedelig cabaret-kostuum. Iedere Egyptische beroepsdanseres
heeft baladi in haar repertoire. Bekende baladi-danseressen waren/zijn
Suheir Saki, Nelly Fouad, Mona Said en Lucy.
Klassiek Egyptische Stijl
Er zijn verschillende
meningen over het ontstaan van de Klassiek Egyptische stijl. Er zijn
auteurs die zeggen dat deze stijl haar oorsprong vindt in de dansen die
eeuwen geleden terug aan de Arabische hoven werd gedanst, maar omdat er
in die tijd nog geen videocamera's waren is dit niet te bewijzen. Vaker
wordt gezegd dat deze stijl ontstond in de jaren 40 en 50 (met een
uitloop naar het begin van de jaren 60) toen de Egyptische
filmindustrie bloeide, vele danseressen in deze films dansten en
speelden en deze dans een aura van verfijning en hoofsheid had. In
ieder geval is de term "Filmdans" een vaak gebruikt synoniem voor deze
dansstijl. De klassieke stijl is beinvloedt door dansstromingen uit
het Westen: elementen uit het ballet zoals groter ruimtegebruik,
arabesken, ruime armbewegingen en vooral een sterk verbeterde houding
die het mogelijk maakte verfijndere isolaties te maken met het lichaam.
De energie van de klassieke danseres is hoger en minder geaard dan bij
de baladi-danseres. Kun je bij de baladi-danseres spreken van het
archetype van de volksvrouw, de klassieke danseres vertegenwoordigt het
archetype van de prinses of de filmster. Niet voor niets wordt deze
dans door de Egyptenaren Raqs el Hawanim (dans van de dames) genoemd. De
lichtvoetigheid, de wijde armbewegingen, de fijne handbewegingen en
vaak kleine isolaties geven de klassieke stijl een elegante maar ook
een op het eerste gezicht weinig spectaculaire aanblik. De mate van
lichaamsbeheersing is in werkelijkheid echter zeer hoog en moeilijk. De
muziek uit deze tijd is complex en wederom Westers beinvloedt door de
grote orkesten en de vele muziekinstrumenten die gebruikt werden. Niet
zelden lieten componisten zich inspireren door Westerse ritmes maar ook
door Latijns-Amerikaanse. Er zijn nog veel filmbeelden uit de jaren
40-60 overgebleven van danseressen als Samya Gamal, Taheya Carioca,
Naima Akef, Katy, Houda Shamsheddin, Zeinat Olwi en nog vele andere.
Doordat men nog niet in staat was het geluid tegelijk te monteren met
de beelden geven de filmbeelden vaak een vervormd beeld van de dansen.
Het lijkt vaak alsof de danseressen net naast de muziek dansen. In de
tijd dat de latere sterren zoals Nagwa Fouad en Suheir Saki in de films
verschenen (begin jaren 60), was dit euvel opgelost. De klassieke
stijl is anno nu nauwelijks meer zichtbaar bij de Egyptische
danseressen, wel zijn de bewegingen die klassiek genoemd zouden kunnen
worden op een natuurlijke wijze opgenomen, geassimileerd en eigentijds
vertaald door de danseressen.
Ghawazee
De Ghawazee zijn naar alle
waarschijnlijkheid een bevolkingsgroep die oorspronkelijk niet uit
Egypte komt maar zich meer dan 1000 jaar geleden in Egypte gevestigd
hebben. Er bestaan meerdere theorieen over hun afkomst. Vaak wordt er
van uitgegaan dat ze van zigeunerafkomst zijn. De Ghawazee hebben
meestal in de marge van de samenleving geleefd maar hadden wel een
belangrijke functie, namelijk die van muzikant, entertainer/ster,
danseres op bruiloften en feesten. Ook is er altijd een link geweest
tussen vrouwelijke Ghawazee en de prostitutie. Ghawazee zijn de
danseressen die beschreven werden in reisverslagen uit de 18e en 19e
eeuw, toen Europese schrijvers Egypte aandeden. Sommige schrijvers,
zoals de Fransman Gustave Flaubert, waren geheel geobsedeerd door deze
danseressen. Anno nu wonen de meesten van hen in de streek rond Luxor.
De Ghawazee-dans is echter snel aan het verdwijnen. Vaak werd de dans
door twee of meer zusjes gedanst. Bekendste representanten zijn de
Banaat Maazin (dochters van Maazin) waarvan een van hen, Khariya
Maazin, nog steeds lesgeeft in de Ghawazeestijl. De Ghqwazee-stijl
kun je onderbrengen in de Shaabi en kenmerkt zich door geaarde basale
heupbewegingen, stamppassen, ongeisoleerde hoofdbewegingen en simpele
armbewegingen. De danseressen begeleiden zich bijna continu met de
sagat en maken grondpatronen door bijvoorbeeld met de ruggen
tegenelkaar aan te staan. Oorspronkelijk werd gedanst in een soort
shirt met lange mouwen, een rok met banen, een hoofdsieraad in het haar
en schoentjes aan. Later werd dit vervangen door een baladi-jurk met
rijen kralen. Het Ghawazee-orkest is in grote lijnen hetzelfde als het
saaidi-orkest.
Libanese Stijl
Libanon ligt geografisch gezien
tussen Egypte en Turkije in. Technisch gezien houdt de Libanese stijl
het midden tussen de Turkse en Egyptische: veel snelheid, geaardheid
maar toch meer naar boven gerichte heup- en bekkenbewegingen, grondwerk
en vrij veel showelementen. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat het
Turkse buikdans op zijn Egyptisch is of Egyptische buikdans op zijn
Turks. Libanese (en Turkse) danseressen hebben grote invloed gehad
op de ontwikkeling van de buikdans in Amerika. De Libanese stijl is de
meest Westers overkomende buikdansstijl, ook door de muziek, die vaak
Westers georienteerd is geweest. Bekende vertegenwoordigsters van de Libanese buikdans zijn Nadia Gamal (1939-1990), Samara en Amani.
Saaidi:
Saaidi-dansen komen
oorspronkelijk uit de streek tussen Luxor en Assuan en zijn afgeleid
van gevechtsdansen met stokken tussen mannen. Vrouwen hebben dit op hun
beurt overgenomen van de mannen en hebben er een vrouwelijke vorm aan
gegeven waarin wordt gespot met mannelijke kwaliteiten. Desalniettemin
hebben de vrouwen de stok als element behouden, hoewel dat slechts
dient als ondersteuning van de dans. De saaidi-dansen kun je
scharen onder de Shaabi, de verzamelnaam voor dansen van het
platteland. De muziek is meestal vrolijk en ongecompliceerd. Het
saaidi-ritme zorgt ervoor dat de dans aards en luchtig tegelijk is. De
dubbele dum op het eind van de maat zorgt voor de zwaarte, de
geprononceerde tak op het einde van de maat zorgt voor luchtigheid en
nodigt bij de vrouwen dans uit tot opwaartse heupbewegingen en
sprongetjes. De muziekinstrumenten die te horen zijn zijn
karakteristiek: de rababa (strijkinstrument met paardeharen snaren), de
mizmar (een soort hoorn), de ney (rietfluit), de arghul
(blaasinstrument met dubbele schacht) en diverse percussie-instrumenten
zoals de baladi- of saaidi-trommel (die om de hals gedragen wordt en
met twee stokken wordt gespeeld). Moderne, commerciele saaidi-muziek
met electronische instrumenten bestaat er tegenwoordig ook. De mannen
zijn traditioneel gezien gekleed in twee over elkaar heen aangetrokken
galabieja's en hebben een mutsje op het hoofd of een sjaal om het hoofd
gewikkeld. De vrouwen dragen een baladi-jurk en hebben een sjaaltje om
het haar. De saaidi-danseres draagt geen tweedelig cabaret-kostuum. De
Egyptische danseressen hebben meestal een stukje saaidi in hun
repertoire, het is dus nog steeds een geeigend onderdeel van het
dansvocabulaire.
Turkse Stijlen
De Turkse buikdans verschilt van
de Egyptische door minder geaardheid, meer opwaartse bewegingen met het
bekken en de heupen, meer draaiingen, het aannemen van snel uitgevoerde
poses, grondwerk en een grotere naar buiten gerichtheid. Technisch
gezien komen de grotere snelheid, de vele draaiingen en het
acrobatische grondwerk naar alle waarschijnlijkheid uit
Centraal-Aziatische dansen. Grofweg zijn er drie buikdansstijlen in Turkije te herkennen. 1.
De Arabeske-stijl. Dit is de Turkse versie van de Arabische buikdans en
deze bevat de bovengenoemde technische elementen. Meestal wordt met
zils gedanst. Helaas verdwijnt deze stijl steeds meer en wordt ze
vervangen door een enerzijds meer Arabisch gerichte stijl en aan de
andere kant een meer Europese stijl. De vanouds verturkste Arabische
muziek wordt steeds vaker vervangen door Arabische popmuziek. In het
ergste geval is de buikdans verworden tot een soort gehuppel hetgeen in
de toeristische centra te zien is. 2. De Roman-stijl. Deze werd van
oudsher uitgevoerd door zigeunerdanseressen op het onregelmatige 9/8
ritme. Maar goede Turkse danseressen beheersen deze stijl ook die
gekenmerkt wordt door ruwe bewegingen met de heupen, sprongetjes en
weergave van handelingen van alledag. 3. Bellyfolk. Dit is de dans
die onderling door mensen op feestjes wordt gedanst, het is een
combinatie van bewegingen die het midden houden tussen de Arabesk-stijl
en folkloristische passen.
Buikdans is een sensuele, mooie en vrouwelijke dans. Het is - zoals
velen wel zullen zeggen - absoluut geen dans dat vroeger gedanst werd
om de sultan te verleiden of om erotische bedoelingen over te brengen.
Veel mensen denken jammergenoeg dat dit wel zo is! En helaas zijn er
ook soms mensen die buikdans anders overbrengen dan dat wij dat zouden
willen. Bijvoorbeeld door de buikdans te combineren met striptease!
Veel buikdanseressen worden hierdoor in een ander (slecht) daglicht
gezet, en dat is jammer, als je weet hoe hard sommigen eraan werken om
serieus genomen te worden