Lekker ontbijt. We betalen voor het verblijf. Op de rekening was men het ontbijt vergeten. Als eerlijke pelgrims keren we terug. Spanjaarden zouden dit niet doen, zegt de verantwoordelijke. 16 °. In het bos staan bordjes met de namen van bomen en struiken, zoals in een arboretum. Wat Spaans bijgeleerd o.a. el acebo = hulst ( speciaal voor jou, Karel). En de ronde bedjes steekbrem heten hier erizón o cojines de las monjas = hoofdkussentjes van de nonnetjes. 600 m lager ligt het dorpje Santa Cruz de la Serós, waar vroeger het vrouwenklooster was. Een steile afdaling. Echt een panoramische wandeling met doorkijkjes naar de bergen. We stappen hier op het balkon van de Pyreneeën. Toch liever naar de voeten kijken. Veel losse , ronde en puntige stenen op het pad. Kruisweg voor de paters van San Juan de la Peña? In Santa Cruz de la Serós is het winkeltje dicht op dinsdag. Er is een goed bewaard kerkje met albasten vensters. Je mag binnen wel geen foto's nemen. Een heel mooi geschilderd Mariaretabel met een beeldje in het midden. Het kerkje is het enige wat overblijft van het middeleeuwse nonnenklooster. Handen verfrissen aan de fontein. Ondertussen al 26 °. Aan het eind van het dorp staat het vroegromaanse kerkje van San Caprasio. De heilige bisschop van Agen in Frankrijk, waar ooit de relieken van Sainte Foy gestolen werden door een monnik van Conques. Tiens, toenwaren er nog heilige bisschoppen !!!! Welgeteld 1 rode, omgeploegde akker, voor de rest weer de wonderlijke woestenij van Aragón : buxus, den, gaspeldoorn, kruiden ... Ik kies een den om te plassen. Ik hou me graag vast , anders vlieg ik omver met rugzak en al. Ik kijk naar omhoog: frisgroene maretakken in de den. Rode aarde, volgens het gidsje heel kleverig en glad bij regenweer. Nu zijn er zelfs diepe barsten in de kleigrond. Na de Somport gebruiken we de ANWB-gids De Spaanse St-Jakobsroute. Daar beschrijven ze de etappe van Jaca naar Puente la Reina de Jaca met de omweg naar San Juan de la Peña , 34 km, als heel zwaar. Voor ons in ieder geval onrealistisch, onhaalbaar! Dan kan je niet meer genieten van wat je onderweg ziet! In Binacúa is het kerkje gesloten. Onderweg naar Santa Cilia de Jaca ontmoeten we een Spaanse pelgrim Eduardo, een Madrileen, die met openbaar vervoer tot Somport gereisd had, via Zaragoza en Canfranc. We kopen een brood in het dorpje en zien Eduardo terug in de bar. Maar geen winkel open! De vindingrijke barman snijdt 4 sneden van zijn ham. Perfecte picknick! Volgend traject naar Puente La Reina de Jaca, weer in het vruchtbare dal van de Río Aragón. Grote boerderijen, akkers. Hier en daar uitstekende, grijzerotspartijen met bomen op de afgeplatte toppen. 33 ° in de zon. Net voor Puente La Reina de Jaca een hele kolonie steenmannetjes, een heel dorp voor Floris en Joene. We hebben er mee aan gebouwd... Vanavond slapen we in de albergue in Arrés. We worden feestelijk en luidruchtig onthaald met ballonnetjes en hartelijke kreten als we het rotspad afdalen. De albergue is het eerste huis van het dorp: la casa de las sonrisas ( huis van de glimlach). Rond 18 u aangekomen. We zijn met 14 pelgrims. We helpen om de sla klaar te maken, bezoeken samen het kerkje zonder klokkentoren. Er is een beeld van Sint Agatha met een schotel met 2 heuveltjes van Erika. Een van de pelgrims, een franciscaan die professor is in Rome, vertelt dat de martelares de 2 borsten is afgesneden. Daardoor verdient ze patrones van alle vrouwen te zijn. Ze wordt ook vereerd als patrones van de vrouwenemancipatie. Een andere pelgrim legt me uit dat in San Juan de la Peña een replica van de Heilige Graal bewaard wordt. De originele kelk uit de 1ste eeuw, de kelk van het Laatste Avondmaal, zou zich bevinden in de kathedraal van Valencia. Avondmaal buiten voor de deur: sla, dikke soep van stukjes konijn, aardappelen en boontjes, een brokje chorizo of ham als dessert. Samen naar de zonsondergang gaan kijken. Afwas, maar ik hoef er niet aan mee te doen. Ik heb beloofd de blaren van een jonge peregrina te behandelen. Haar vader is wel dokter, maar hij laat me begaan...
|