
Vertrokken om 7.30 u zonder Jane. In onze kamer sliep een oudere man met een baard ( hij lijkt een beetje op jou, Karel) die over zijn T-shirt en short een bruine pij draagt van de orde van Calatrava. Hij heeft wel een gezondheidsprobleem aan de keel, maakt ´s nachts rare geluiden als hij naar adem hapt, ‘s morgens moet hij met een apparaat zijn keel zuiveren, je verstaat hem nauwelijks. Hij loopt op blote voeten in sandalen ( Katrien!), draagt de traditionele pelgrimshoed met schelpjes en in zijn hand houdt hij de staf met de kleine kalebas om water op te vangen. Ik mag hem fotograferen, als hij een tijdje voor mij vertrekt. Het wordt een mooie tocht langs een stuwmeer ( Embalse de la Grajera), wijngaarden en bermen met kleurige, kruidige wilde bloemen: geel, wit, rood, blauw, paars, lila ( paardenbloemstreepzaad, wilgenroosje, cichorei, klaver, kruipende vogelwikke, distels, rozenbottels, muskuskaasjeskruid en langs de beekjes kattenstaart en akkerwinde en andere mij onbekende soorten ( haha, André: een onvertaalbare passage!) Logroño is de hoofdstad van La Rioja. Uit deze streek komt de beste wijn van Spanje, hij smaakt wat zuurder dan de Franse wijn. De oorspronkelijke druivensoort is´tempranillo’. Nu mengen ze die soms met ´cabernet-sauvignon’om met bordeauxwijnen te kunnen concurreren. De druifjes zijn veel zoeter dan die uit onze serre, Roland! Laten we klinken met een glas Rioja! Amor, salud y pesetas! ( gisterenavond bij de paters kregen we één fles en één kruik om te delen met zo´n 30 pelgrims. Dat maken we vanavond goed!) Op het kerkhof van Navarrete is er een mooie gedenkplaat voor Alice De Craemer, de echtgenote van Etienne, de voorzitter van het Vlaamse Compostelagenootschap. Ze is hier verongelukt toen ze allebei per fiets op weg waren naar Santiago. Er waren verse bloemetjes...
Net voor Ventosa op de camino original zie ik Enrique de albergue binnenstappen; een ontroerend moment. Hij moet zich doodzweten onder dat wollen habijt met enkel zo´n klein kalebasje om water op te vangen van de schaarse bronnen onderweg. Hij heeft 20 km gestapt, ik heb er nog 10 te gaan tot Nájera. Hij omhelst me, wenst me ´buen camino’en geeft me een speldje cadeau met de gele pijl van de camino. Ik huil voor het eerst. Die gele pijlen op bomen, rotsblokken, straatstenen, lantaarnpalen, brugpijlers wijzen ons overal de weg.
Op dit oeroude stuk van de camino hebben generaties pelgrims kleine steenmannetjes gemaakt met losse keien en keitjes. Allemaal Santiagootjes of Enriquetjes. Het lijkt wel de kabouterberg van Floris en Joene (mijn kleinkinderen). Toegekomen om 4.15 u. Nog plaats in de herberg. Oef!

|