A: De stageschool
Ik deed 3 weken stage in Basisschool De Linde in Sint-Kruis Brugge.
Mijn mentor Myriam ondersteunde mij zeer goed tijdens mijn stage. Doordat ik 3 weken aanwezig was in de school voelde ik mij zeer goed in het schoolteam.
B: Begin met observatie
Tijdens mijn observatie zag ik dat de rol van de ko sturend was. Dit doordat de ko het thema kiest en de activiteiten aanbied,... Bij problemen gaat de ko hulp aanbieden en zoeken ze samen naar een oplossing.
C: De dagindeling:
8u45: onthaal 09u00: gezamenlijke activiteit 09u15: hoekenwerk 10u00: toilet, koek en drank 10u25: speeltijd tot 10u40 10u45: Gezamenlijke activiteit 11u05: Hoekenwerk 11u35: toilet, jassen en slabbetjes aan
11u45: middagpauze tot 13u30
13u35: gezamenlijke activiteit 13u45: hoekenwerk 14u30: fruit en drank 14u55: pauze 15u30: gezamenlijke activitet 15u50: jassen aandoen 16u00: naar huis
D: De rol van de ko doorgeen de dag
Start met het onthaal: De ko neemt initiatief door te zeggen welke kalender ze gaan overlopen. De kleuters luisteren en antwoorden op de gestelde vragen. De ko doet wel zeer veel moeite om de kleuters zo veel mogelijk te laten antwoorden.
Daarna volgt een gezamenlijk activiteit: De ko werkt een les (thema) uit die ze zelf gekozen heeft . Ze peilt wel eens naar de interesses van de kleuters, maar zij beslist als laatste wat ze doen. De ko stuurt de activiteit in een bepaalde richting. Ze probeert om zo veel mogelijk uit de kleuters te laten komen door vraagstelling. De kleuters krijgen ook de kans om dingen te vertellen, als dit aansluit bij de les gaat de ko daarin mee.
Dan het hoekenwerk: De kleuters kiezen zelf in welke hoek ze willen spelen en met hoeveel personen ze dat doen. De ko kiest wel de activiteiteten die gedaan worden in de hoekjes. De rol van de ko is vooral ondersteunen en helpen waar nodig.
C: Het gesprek met mijn mentor:
Na het bekijken van het schema (zie bijlage) kwamen wij tot meerdere gelijkenissen en verschilpunten:We sommen er enkele voor u op:
Gelijkenissen: (Daar gaat EGO vanuit.) - De mate van ontwikkeling/ leren hangt af van de sociaal emotionele ontwikkeling. (Wel bevinden en betrokkenheid) = Hoe voelt het kind zich in de klas. - rijke omgeving: omgeving waar de kleuters voldoende worden uitgedaagd.
Dit vind mijn mentor het allerbelangrijkst, ze vertelde mij als een kind zich niet goed voelt in de klas dat het ook niet functioneert zoals het moet. Daarom kiest ze thema's en activiteiten die aansluiten bij de leef- en belevingswereld van de kinderen en vooral ook bij hun niveau. Ze richt de hoekjes en de volledige klas in volgens het thema. Ze doet dit door het zo gezellig mogelijk te maken in de klas. Ze probeert er een huiselijke sfeer te créeeren en de hoekjes zo uitdagend mogelijk te maken.
Verschillen: De ko volgt het kind, sluit zich aan bij de initiatieven van het kind = interesses en leefwereld van het kind. Ze vind dat dit niet kan, je kan niet alle 20 kinderen de leidng geven en ze allemaal maar laten doen wat ze willen. Als de kinderen dingen aanbrengen kan ze daar wel op ingaan maar ook niet op alles. Mijn mentor beslist uiteindelijk wat ze ermee doet.
D:Besluit: Mijn mentor werkt grotendeels zoals het ervaringsgericht onderwijs.
Zij vindt regels en afspraken belangrijk voor een goed verloop in de klas. Als ze nu alles toelaat en later komen ze in de maatschappij terecht zou dit wel eens mis kunnen aflopen vertelde ze mij. Want dan moeten ze zich ook aan regels en afspraken kunnen houden. Ze is er wel van overtuigd dat de kleuters ook voldoende vrijheid moeten hebben. Vb zelf kiezen in welke hoek ze spelen,...
30-05-2011, 22:04
Geschreven door Ann de Jaeger 
|