neem ook een een kijkje op:

http://www.bloggen.be/kleuterwesleysdagboek/

 

 

Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen. mijn e-mail adress is andy-janssens@hotmail.com

Zoeken met Google


Rondvraag / Poll
wat vind ge van mijn blog
prima
goed
mindergoed
slecht
moet er iets bijkomen of veranderen
heelgoed
Bekijk resultaat

Inhoud blog
  • maki!!!
  • neem is een kijkje
  • doodshoodaapje
  • olifant vis
  • ( favoriet van vele die ik ken) witte haai
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    filiph2009
    www.bloggen.be/filiph2
    Mijn favorieten
  • wikipedia
  • youtube ppp
  • coole blog (van mij en mijn vriend)
  • iemand idee voor blog schrijf dat dan in mn gastenboek ik stuur dan wel terug of het erop of nie op komt

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Foto
    Een interessant adres?
    Categorieën
  • andere blog berichten( berichten wedde schappen...) (0)
  • andere dieren ( beren varkens...) (10)
  • hondachtigen (2)
  • huisdieren (11)
  • katachtigen (6)
  • planten en bloemen (3)
  • vissen (5)
  • vogels (1)
  • Foto
    Inhoud blog
  • maki!!!
  • neem is een kijkje
  • doodshoodaapje
  • olifant vis
  • ( favoriet van vele die ik ken) witte haai
  • drieband anemoonvis ,alias clownvis
  • zwartvoet kat
  • chinese bergkat
  • woestijn kat
  • moeraskat
  • de hamster ( mijn heet muncher)
  • de Teckel
  • ijsberen
  • border collie
  • papegaai
  • mopshonden
  • zwarte wolf
  • labrador retriever
  • golden retriever
  • siberische husky
  • engelse coccer spaniel
  • jack russel
  • amaryllis
  • mexicaanse opossum
  • bulldogmier
  • koala
  • blauwe vinvis
  • mestkever
  • zalm
  • jachtluipaard
  • hortensia
  • komodo varanen
  • stinkdieren
  • poesies
  • lavendel
  • eekhoorns
  • fretten
  • otters
  • hermelijntjes
  • wezels
  • zonnebloemen
  • margays
  • dassen
  • stokstaarten
  • vingerhoedskruid(heel giftig)
  • gouden regen
  • blauwe regen
  • orchideeen
  • poolvossen
  • vossen
    vul mijn polls in!!
    Foto
    web of animals
    im the tiger what are you?
    23-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TIJGER

    de tijger is een heel zeldzaam dier de bengaalse tijger is bijna uitgesorven  .  maar er zijn er veel in dierentuinen  de vacht van hem is oranjebruin tot oranje geel met verticale bruine tot zwarte strepen  Dit strepenpatroon verschilt in aantal, dikte en vertakkingen per individu De buikzijde, de wangen en het gebied rond de ogen zijn wit. Ook bestaan er "witte tijgers", tijgers met een geheel roomwitte vacht en bruin Deze kleurvariëteit is zeer zeldzaam in het wild, maar een populaire attractie in gevangenschap, en hij wordt regelmatig gehouden in dierentuinen, waaronder in Dierenpark Amersfoort. Alle witte tijgers stammen af van één individu. Ook bestaan er geheel zwarte dieren, maar deze dieren zijn zeer zeldzaam.

    De schofthoogte is ongeveer 100 à 110 centimeter. Mannetjes hebben een kop-romplengte van 270 tot 310 centimeter en een lichaamsgewicht van 180 tot 258 kilogram, vrouwtjes hebben een kop-romplengte van 240 tot 265 centimeter en een lichaamsgewicht van 100 tot 160 kilogram

    de leefwijze  De Bengaalse tijger jaagt voornamelijk overdag en in de schemering. Hij jaagt onder andere op herten als sambars, barasingaherten en axisherten, varkens, antilopes, apen als hoelmans, runderen als waterbuffels en gaurs en zelfs jonge olifanten. Soms worden ook gavialen, pythons en kleinere prooidieren, als kikkers, hagedissen, schildpadden, kleine slangen, vissen, krabben, termieten en sprinkhanen gegrepen. Een geliefd, maar gevaarlijk prooidier is het witstaartstekelvarken (Hystrix indica). Zijn stekels kunnen dodelijke infecties veroorzaken. In de Sunderbans, het enige gebied waar tijgers nooit zijn bejaagd, zijn menseneters relatief algemeen. De prooi wordt eerst tot dichtbij beslopen, waarna het wordt besprongen en in de nek, schouders of rug wordt gebeten. Prooidieren worden nog in het water achtervolgd. De prooi wordt over het algemeen bij het water opgegeten.



    !!!!!!!!!vul mijn polls in!!!!!!!!

    23-02-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (39 Stemmen)
    04-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maki!!!

    Maki's

    De maki's of echte lemuren (Lemuridae) vormen een familie van halfapen die alleen voorkomt op Madagaskar en nabijgelegen eilanden. Tot deze familie behoren de bij het grote publiek best bekende halfapen, waaronder de ringstaartmaki (Lemur catta), die regelmatig in dierentuinen te zien is.

    De lemuren zijn vernoemd naar de Romeinse lemures, de geesten van de doden die 's nachts gillen slaken. De geluiden van de maki's deden de eerste onderzoekers van Madagaskar denken aan deze lemures.

    Maki's komen op heel Madagaskar voor, behalve in de binnenlanden. De bruine maki is ook op de Comoren te vinden. Ze leven in alle bostypen, van de droge stekelige bossen in het zuiden tot de vochtige regenwouden in het oosten.

    Gedrag

    Maki's zijn over de gehele dag verspreid actief. Na een rustpauze volgt een actieve periode. Deze rustpauzes en perioden van activiteit zijn onafhankelijk van het tijdstip van de dag en kunnen zowel overdag als 's nachts plaatsvinden.

    De meeste maki's eten vruchten, aangevuld met bladeren, knoppen en bloemen. Ook vangt de maki wel eens geleedpotigen en kleine gewervelde dieren. Halfmaki's zijn gespecialiseerde bamboe-eters.

    Maki's leven in kleine gemengde groepen of in paren. Meestal is het sociale systeem zeer complex. De dieren vlooien elkaar, net als andere primaten, maar niet met de handen, maar met de tanden. Ze kennen een hele reeks aan geluiden, voornamelijk om de groepsleden te waarschuwen voor roofdieren of om te communiceren met nabijgelegen groepen. Ook hebben maki's geurklieren, waarmee ze geursporen achterlaten.

    Maki's die leven in paarverband zijn monogaam. De in groepen levende soorten niet, en mannetjes vechten met elkaar om te mogen paren met een vrouwtje in oestrus. Meestal paren uiteindelijk alle mannetjes in een groep met het vrouwtje, maar één dominant mannetje is meestal de vader van de meeste jongen. De meeste soorten krijgen slechts één jong, met uitzondering van de bonte maki, die regelmatig tweelingen krijgt. De draagtijd duurt tussen de vier en vijf maanden. De meeste maki's dragen hun jongen vanaf de geboorte, maar sommige soorten bouwen een nest.

    De maki's zijn de belangrijkste prooi voor de fossa (Cryptoprocta ferox). Jonge dieren worden soms gegrepen door grotere roofvogels.

    Beschrijving

    Het zijn viervoeters, met lange staarten en korte oren. De snuit steekt uit. Maki's worden ongeveer zo groot als een kat. Ze verschillen in grootte van de halfmaki's, die 25 tot 45 centimeter lang worden en 700 tot 2500 gram zwaar, tot de bonte maki, die 50 tot 55 centimeter lang wordt en 3 tot 4,5 kilogram zwaar. Qua grootte is er weinig verschil tussen mannetjes en vrouwtjes: vrouwtjes worden iets groter. Sommige soorten kennen wel seksueel dimorfisme in de vachtkleur en het gezichtspatroon.

    Geslachten en soorten

    04-09-2010 om 17:32 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:huisdieren
    29-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.neem is een kijkje

    http://www.youtube.com/user/13darkwolves

    29-05-2010 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:huisdieren
    20-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.doodshoodaapje

    De doodshoofdaapjes (Saimiri) vormen een geslacht van apen van de Nieuwe Wereld. Ze danken hun naam aan hun gezichtstekening, die wat van een schedel wegheeft. Doodshoofdaapjes behoren tot de algemeenste apen van Latijns-Amerika. Tegenwoordig worden de doodshoofdaapjes regelmatig in een eigen onderfamilie geplaatst, de Saimiriinae, alhoewel ze ook vaak met de kapucijnapen in de onderfamilie Cebinae geplaatst worden.

    Doodshoofdaapjes hebben een korte, dichte en zachte vacht. De rug, armen, handen en voeten zijn roodachtig of geel van kleur, de schouders en achterpoten zijn meer grijzig. De buikzijde is gelig of licht oker. De staart heeft een zwarte punt. De bovenkant van de kop is zwart tot grijzig van kleur, en het gebied rond de ogen en oren is wit, evenals de keel en beide zijden van de nek. De huid rond de lippen en de neusgaten is kaal en zwart van kleur.

    Doodshoofdaapjes worden 26 tot 36 centimeter lang, met een 35 tot 42,5 centimeter lange staart en een gewicht van 750 tot 1100 gram.

    Doodshoofdaapjes leven in de primaire en secundaire regenwouden van Latijns-Amerika, langs rivieren of in mangroves. Ook in bosplantages komen ze voor. Het zijn dagactieve boombewoners. Soms komen ze ook op de grond. Ze bewegen zich in de bomen voort met korte sprongen van tak naar tak. Rond het middaguur houden de dieren een rustpauze.

    Het zijn omnivoren, die zich voeden met vruchten, bessen, noten, zaden, knoppen, bloemen, gom, insecten, spinnen en kleine gewervelden.

    Doodshoofdaapjes leven in kleine tot zeer grote groepen, bestaande uit tien tot meer dan driehonderd dieren, gemiddeld dertig à veertig dieren. Door in grote groepen te leven, zijn deze dieren veilig voor roofdieren. Ook zijn er gemengde groepen bekend met andere primatensoorten, als kapucijnapen en oeakari's. Deze groepen zijn niet territoriaal. Deze groepen bestaan weer verder uit kleinere subgroepen, die bestaan uit volwassen vrouwtjes en hun jongen of uit onvolwassen en jonge volwassen mannetjes. Tijdens de paartijd ontstaat er door middel van gevechten een hiërarchie onder de mannetjes. De dominante mannetjes mogen omgaan met vrouwtjes.

    De paartijd valt in het droge seizoen. Jongen worden meestal eind juni tot begin augustus geboren, na een draagtijd van 152 tot 172 dagen. Het ene jong weegt bij de geboorte ongeveer honderd gram. Direct na de geboorte klampt het zich vast aan de rug van zijn moeder. Mannetjes zorgen niet voor de jongen. Andere vrouwtjes dan de moeder, behorende tot dezelfde subgroep, zullen het jong wel dragen en in de gaten houden als de moeder aan het foerageren is. Vaak is dit de grootmoeder van het jong, of een vrouwtje zonder eigen jongen. Het jong is na een jaar onafhankelijk. Vrouwtjes zijn na drie jaar geslachtsrijp, mannetjes na vijf jaar. Ze kunnen tot dertig jaar oud worden in gevangenschap.

    20-03-2010 om 17:08 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:andere dieren ( beren varkens...)
    02-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.olifant vis

    De olifantsvis (Gnathonemus petersii) is een vis die tot de familie van de tapirvissen behoort. Hij komt voor in Afrika, vooral in Nigeria en in Kameroen. Ze worden ongeveer 20 centimeter groot en leven in stilstaande en langzaam stromende wateren.

    [bewerken] Levenswijze

    De dieren zijn vooral te vinden op de bodem van het water waarin ze leven. Overdag houden ze zich schuil tussen dichte beplanting en wortelhout. Als de nacht valt komen ze uit hun schuilplaats en gaan ze op zoek naar voedsel. Ze jagen vooral op insektenlarven. Het zijn territoriumvormende vissen. Hierdoor leven ze doorgaans solitair en kunnen ze onderling erg agressief zijn. Over de kweek is tot nu toe nog maar weinig bekend. Men veronderstelt dat ze geen broedzorg vertonen

     

    02-03-2010 om 21:20 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (10 Stemmen)
    Categorie:vissen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.( favoriet van vele die ik ken) witte haai

    De witte haai of mensenhaai (Carcharodon carcharias) is de grootste roofvis ter wereld en de enige nog levende soort uit het geslacht Carcharodon.

    De witte haai behoort net als alle haaien tot de kraakbeenvissen. Het is een van de grootste soorten. Alleen de walvishaai (13 meter) en de reuzenhaai (10 meter) worden langer. De witte haai leeft vooral in koude en meer gematigde zeeën en in alle grote oceanen, van de Atlantische tot de Grote Oceaan.

    In Europa komt de haai voor tot in de Adriatische Zee, de Golf van Biskaje (ook langs de Franse kust tot aan de punt van Bretagne) en de Middellandse Zee (daar met name rond Italië, de Franse kust van de Languedoc en rondom de grotere eilanden). Het leefgebied beperkt zich meestal tot de kust, tussen het wateroppervlak en een diepte van 1000 meter. De witte haai komt zeer weinig voor of weet zich over het algemeen goed verborgen te houden. Mede dankzij dit laatste is de soort zo succesvol. Hij jaagt door ineens, vanuit het niets, op de prooi af te zwemmen. Hierdoor kan men de soort moeilijk bestuderen in zijn natuurlijke omgeving. Het in gevangenschap houden van de haai resulteert in een zekere dood, meestal al binnen twee weken. Door de overvloedige jacht en het sportvissen op deze haai, staat de soort op de lijst van bedreigde diersoorten. In sommige delen van de wereld wordt de witte haai beschermd.

    Af en toe vallen witte haaien ten prooi aan orka's.

    Kenmerken

    De witte haai behoort tot de groep makreelhaaien (Lamniformes). Deze hebben geen knipvlies en een rolvormige spiraalklep. De familie Lamnidae waartoe de witte haai behoort, zijn veruit de meest gespecialiseerde haaien en staan in vele voedselketens bovenaan.

    De maximale lengte en het gewicht van de witte haai wordt in de media vaak sterk overdreven. Dit is soms te wijten aan waarnemingen die later onjuist bleken te zijn, zoals een exemplaar uit Port Fairy (Australië) dat een lengte van 11 meter zou hebben bereikt. Na een latere vergelijking met de geconserveerde schedel bleek dat de haai een lengte van ongeveer 5 meter moet hebben gehad.[2] De witte haai wordt gemiddeld ongeveer 4 tot 5 meter lang en zo'n 680 tot 1100 kilo zwaar. De maximale afmetingen zijn ongeveer 5 tot 6 meter en het maximale gewicht bedraagt ongeveer 2000 kilo.[3] Er zijn wel grotere exemplaren beschreven. Zo wordt een lengte van 7,92 meter en een gewicht van 3400 kilo vermeld.[4]

    De witte haai heeft een massief, spoelvormig lichaam en een puntige snuit. De bek is breed en heeft karakteristieke, onmiskenbare driehoekige tanden met gezaagde randen. De eerste rugvin is zeer breed en hoog. De borstvinnen zijn breed en sikkelvormig. De staartsteel heeft een lange kiel. De staartvin is sikkelvormig, met vrijwel gelijke lobben. Op de rug is hij blauwgrijs van kleur, op de buik wit met zwarte vlekken.

    De witte haai en zijn verwanten – de mako, voshaai en haringhaai – worden als warmbloedig beschouwd, wat wil zeggen dat ze hun lichaamstemperatuur hoger kunnen houden dan die van het omringende water. De warmte wordt geproduceerd door de spierbewegingen van het zwemmen en het grote lichaamsvolume houdt beter warmte vast. Ook de lederschildpad kent dit principe. De witte haai is eierlevendbarend. De haai produceert wel eitjes, maar deze komen in het moederlichaam uit en de jongen groeien nog een tijd door voor ze geboren worden. Na een jaar zijn ze al twee meter lang.

    Leefwijze

    Witte haaien veranderen van levensgewoonten als ze een bepaalde leeftijd bereiken. Ze verlaten hun jachtgebieden, leggen grote afstanden af en zakken naar een diepere zeelaag. Men denkt dat ze ook van geslacht kunnen veranderen. Zo worden ze van mannelijk naar vrouwelijk veranderd, waarschijnlijk is dit zo om de verhoudingen binnen de populaties van de soort op peil te houden.

    Het dier moet constant blijven zwemmen om zijn zuurstoftoevoer op peil te houden. In baaien waar de golven het water zeer zuurstofrijk maakt, kan het voldoende zuurstof opnemen zonder te zwemmen.

    Voedsel

    Een volwassen exemplaar jaagt voornamelijk op grote prooien. Lievelingskostjes zijn tonijn, makreelachtige vissen en zwaardvissen. Af en toe worden echter ook zeeroofdieren als zeerobben en zeeleeuwen, dolfijnen of kleinere haaien gegeten. De haai jaagt meestal alleen, maar wanneer er een bloedspoor in het water drijft, kunnen meerdere haaien samen toestromen. De witte haai heeft zeer gevoelige geurzintuigen en ruikt een druppel bloed in 4,6 miljoen liter zeewater. Wat hij eet, hangt af van de watertemperatuur en de prooien die er op dat moment aanwezig zijn. Hij kan lange tijd zonder voedsel, maar zal geen hapje afslaan als hij zich een halfuurtje eerder volgegeten heeft.

    Het dieet van de witte haai verandert als hij ouder wordt. Jonge haaien van ca. 2-3 meter lang eten voornamelijk vis, terwijl oudere haaien van ca. 4 meter lang grotere dieren zoals robben en zeeleeuwen aanvallen. Ze worden vaak gesignaleerd in de buurt van robbenkolonies, waar ze zowel op jonge als volwassen dieren jagen, maar de haaien schijnen zich zelden tot één enkel jachtgebied te beperken. Bij de aanval benadert de witte haai zijn prooi van onderaf (het kan gaan om een verticale of horizontale benadering), bijt toe en trekt zich dan weer terug.

    Specifieke aanpassingen

    De tanden van een mensenhaai zijn driehoekig en hebben een getande rand. Ze kunnen tot 7,5 cm lang worden. Een haai kan drie of vier rijen tanden hebben, die altijd scherp zijn doordat de tanden regelmatig worden vervangen. Als er een tand uitvalt of afbreekt, groeit er een nieuwe achter de verloren of kapotte tand. Een witte haai heeft een maximale bijtkracht van 1,8 ton (1800 kg).[5] Ter vergelijking, een mens heeft een bijtkracht van ongeveer 80 kg. Een leeuw heeft een bijtkracht van ongeveer 600 kg, d.w.z. 3 keer kleiner dan die van de witte haai.

    Om zijn prooi te vinden heeft de witte haai een speciaal orgaan , de ampullen van lorenzini, in zijn neus dat rijk is aan zenuwen. Zo kan hij elektromagnetische impulsen van prooien opvangen, die van zijn neus naar zijn hersenen verstuurd worden. De haai kan hiermee over grote afstanden organismen waarnemen. Het orgaan is onvoorstelbaar gevoelig: met dezelfde zintuigen zou een mens een penlite-batterij kunnen waarnemen over een afstand van meer dan 1500 kilometer.

    Relatie tot de mens

    Tussen 1580 en 2008 zijn er 244 niet uitgelokte aanvallen bekend, waarvan 65 met dodelijke afloop[6] volgens het ISAF. Samen met de stierhaai en de tijgerhaai behoort de witte haai tot de gevaarlijkste haaien. Ondanks deze cijfers (over een zeer lange periode!) en in tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, is de haai lang niet zo gevaarlijk. In boeken en films, waarvan Jaws (1975) wellicht het bekendste is, wordt het gevaar zwaar overdreven. De witte haai jaagt niet actief op mensen, maar ondanks zijn scherpe zicht verwart hij soms surfers met prooidieren als zeehonden. Dit komt waarschijnlijk doordat zwemmende surfers bewegingen maken en de haai naar boven kijkt bij een drijvende prooi, tegen het licht in. Bijna 75% van alle confrontaties tussen mens en witte haai eindigt zonder dodelijke afloop, al kunnen de gevolgen ingrijpend zijn, van diepe vleeswonden tot amputatie van ledematen.

    Wittehaaitoerisme

    In gebieden waar de witte haai nog veel voorkomt, worden expedities georganiseerd waarbij toeristen witte haaien vanuit de boot, of onder water vanuit speciale kooien kunnen filmen of fotograferen. De haaien bevinden zich op deze plekken vaak in de buurt van zeeleeuwenkolonies. Zij worden daarbij eerst aangelokt met een speciaal mengsel van dode visresten dat overboord wordt gelepeld, ook wel chumming genoemd. In deze gebieden is de jacht op de witte haai verboden, en betekent het 'wittehaaitoerisme' een aardige bron van inkomsten. Een van de initiatiefnemers hiervan aan de zuidkust van Australië is Rodney Fox. Rodney was een Australische sportduiker die ooit door een witte haai werd aangevallen toen hij met een harpoen op vissen jaagde, en daarbij zwaargewond raakte. Hij is nu een fervent beschermer van de witte haai. Ook in Zuid-Afrika in de buurt van Dyer-Island (Gansbaai), en Isla Guadelupe worden dergelijk expedities georganiseerd.

    Sprongen uit water

    Sinds kort is het bekend dat witte haaien soms enorme sprongen uit het water maken. Dit wordt ook wel breaching genoemd. Chris Fallows en Rob Lawrence hebben in Zuid-Afrika bij Kaapstad dit spectaculaire gedrag waargenomen, en op Discovery Channel in de film Air Jaws vastgelegd. De haaien bewegen hierbij met een snelheid van ongeveer 40 km per uur vanaf een diepte van 20 meter naar de oppervlakte, waarna zij uit het water breken. Dit gedrag hangt vermoedelijk samen met de wijze waarop witte haaien prooien aan de oppervlakte verrassen.

    Vangst

    De witte haai is gewild voor zijn vinnen, die in haaienvinnensoep worden gebruikt. Ook zijn haaien een zeer gewilde vangst voor hobbyvissers. In de sportvisserij is ooit een exemplaar van 1208 kilo aan land gebracht. Met name in Australië is er geruime tijd intens jacht op de witte haai gemaakt. Het vlees van de haai smaakt naar verluidt niet zo lekker, aangezien zijn urine door de huid wordt uitgescheiden. Vanaf april 2007 zijn witte haaien volledig beschermd binnen 200 zeemijlen uit de kust van Nieuw-Zeeland, en ook tegen vangst door vissersboten uit Nieuw-Zeeland buiten deze wateren. De tanden van haaien worden als souvenir gebruikt, de huid wordt voor de vervaardiging van leer gebruikt (vroeger als schuurpapier) en de olie van de lever wordt in de cosmetica gebruikt.

    Jaws

    Rond de film Jaws (1975) ontstond indertijd veel commotie omdat de film een verkeerd beeld van de witte haai gaf. De film liet veel dingen zien die niet mogelijk waren en dingen die haaien nooit zouden doen. Het idee van de witte haai als een niets en niemand ontziende vreetmachine blijkt niet te kloppen. Peter Benchley, de auteur van het boek waarop de film is gebaseerd, zei later het negatieve effect van de film te betreuren. Het komt niet vaak voor dat een witte haai een mens aanvalt. In de tweede helft van de vorige eeuw zijn er nog geen 40 aanvallen met dodelijke afloop geweest. Daarnaast zijn er op veel plaatsen waar de haaien voorkomen netten geplaatst om zowel de haaien als de mensen niet in gevaar te brengen. Bovendien denken steeds meer wetenschappers dat veel van de aan de witte haai toegeschreven aanvallen op mensen in werkelijkheid aanvallen door andere grote haaiensoorten zijn, zoals de tijgerhaai en de stierhaai. Deze twee laatste haaien zijn voor mensen gevaarlijker. Een ontmoeting met één van deze soorten (en dan vooral de stierhaai) leidt eerder tot een aanval. En deze haaien eten vervolgens wel (een deel van) de aangevallen mens op, als die niet meer weg weet te komen.

    02-03-2010 om 21:20 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (7 Stemmen)
    Categorie:vissen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.drieband anemoonvis ,alias clownvis

    De drieband anemoonvis (Amphiprion ocellaris) is een tropische zoutwatervis die voorkomt bij koraalriffen en boven zandgrond van 1 tot 18 meter diepte. De lengte van de drieband anemoonvis is maximaal 11 centimeter.

    De vis komt voor in de Indische Oceaan, Rode Zee en het westelijk deel van de Stille Oceaan en staat ook bekend onder de namen harlekijnvisje en clownvis.

    De drieband anemoonvis leeft in een symbiotische relatie met zeeanemonen van het soort, Heteractis magnifica, Stichodactyla gigantea, en Stichodactyla mertensii. Hoewel de meeste vissen wanneer ze in contact komen met een anemoon verlamd worden door de tentakels met netelcellen, wordt de drieband anemoonvis niet gestoken door de anemoon. De vis hult zich in een slijmlaag die als anemoon wordt herkend.

    De vis voedt zich met parasieten die de anemoon bedreigen, voedselresten van de anemoon en kreeftjes. Daarnaast beschermt de vis de anemoon ook tegen zijn natuurlijke vijanden, zoals vlindervissen, door ze te verjagen als ze te dichtbij komen. Soms wordt ook gezegd dat de anemoonvis andere vissen de anemoon in lokt zodat deze gevangen worden door de anemoon.

    Voortplanting

    De drieband anemoonvis leeft in kleine groepen in een anemoon. Binnen zo'n groep is één vrouwtje, zij paart alleen met het grootste mannetje binnen de groep. Alle anemoonvissen komen ter wereld met actieve mannelijke en inactieve vrouwelijke geslachtsorganen. Zodra het vrouwtje overlijdt, ondergaat het dominante mannetje een geslachtsverandering en wordt een vrouwtje

     

           

     

    02-03-2010 om 21:19 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (18 Stemmen)
    Categorie:vissen
    07-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zwartvoet kat

    De zwartvoetkat (Felis nigripes) is een katachtige uit de drogere streken van zuidelijk Afrika. De zwartvoetkat is de kleinste kattensoort. Waarschijnlijk is hij nauw verwant aan de woestijnkat.

    De zwartvoetkat heeft een lichtbruine vacht, waarover grote zwarte vlekken en strepen lopen. Over de poten lopen brede, donkere ringen. De voetzolen zijn geheel zwart en behaard. Ook de punt van de dikke, korte staart is zwart. De zwartvoetkat heeft slechts een klein neusje. De oren zijn groot en de kop is klein, breed en rond. De zwartvoetkat wordt 27 tot 50 centimeter lang en 1 tot 3 kilogram zwaar. De staart is 13 tot 20 centimeter lang.

    Zwartvoetkatten leven in de open zandige halfwoestijnen, steppen en savannen van Zuid-Afrika, Botswana en Namibië, als de westelijke Kaap, de Kalahari en de Karoo. De zwartvoetkatten heeft een voorkeur voor schaars begroeid land, maar heeft wel struikgewas, graspollen of een termietenheuvel nodig om zich in te verschuilen voor gevaar.

    De zwartvoetkat jaagt voornamelijk op kleinere zoogdieren, als muizen, gerbils en andere knaagdieren en springspitsmuizen. Ook andere kleine dieren, als hagedissen, vogeltjes, spinnen, termieten en sprinkhanen. De zwartvoetkat is een goede graver, en veel prooien weet hij te vangen door ze uit te graven. Zwartvoetkatten halen voldoende vocht uit het voedsel, en hoeven daardoor zelden tot nooit te drinken.

    De zwartvoetkat is een solitaire nachtdier, die twee of drie uur na zonsondergang actief wordt. Na een draagtijd van 63 tot 68 dagen worden twee tot drie jongen geboren in november of december. Het mannetje helpt niet mee met de zorg voor de jongen.

    07-02-2010 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (9 Stemmen)
    Categorie:katachtigen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.chinese bergkat

    De Gobikat of Chinese woestijnkat (Felis bieti), vaak ook Chinese bergkat of rotskat genoemd, is een wilde katachtige uit Chinese berggebieden. De soort komt echter waarschijnlijk niet voor in woestijnen als de Gobiwoestijn. Over deze soort is slechts weinig bekend.

    De Chinese woestijnkat is een vrij stevige katachtige, die 68 tot 85 centimeter lang kan worden en tot negen kilogram zwaar. De staart is echter vrij kort en dik, 30 tot 35 centimeter lang. De dichte vacht is grijzig tot bruinig geel van kleur aan de bovenzijde, met een rode glans. 's Winters is de vacht rossiger van kleur, zomers donkerder. Aan de onderzijde is deze vuilwit. Over de zijden en op de poten lopen enkele vage strepen. Over de staart lopen vijf à zes donkere ringen en heeft een zwarte punt. De schedel is breed en de oren groot, met kleine pluimpjes. De poten zijn vrij kort, met behaarde zolen.

    De Chinese woestijnkat komt voor in de lösssteppen, alpenweiden, struikgebieden en bosranden van het Tibetaans Hoogland, in Qinghai, zuidelijk Gansu en het noorden van Sichuan, op een hoogte van 3000 meter. Vermeldingen dat de soort ook noordelijker voorkomt zijn waarschijnlijk vals. Het is waarschijnlijker dat het in deze gevallen gaat om een Aziatische wilde kat (Felis silvestris ornata) of een grote verwilderde huiskat, die voor een Chinese woestijnkat wordt aangezien.

    De Chinese woestijnkat is voornamelijk 's nachts en in de schemering actief. Overdag slapen ze in holen in zuidelijke berghellingen. Bergkatten jagen voornamelijk op bamboeratten, fluithazen en woelmuizen, maar ook op vogels als fazanten. Ondergrondse prooien worden opgegraven.   

     

        

    07-02-2010 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:katachtigen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.woestijn kat

    Kenmerken

    De woestijnkat heeft een opvallend brede kop met grote, naar voren gerichte ogen en grote spitse oren, die ver uit elkaar staan. Hij kan zijn oren neerwaarts naar de grond richten, waarschijnlijk om ondergrondse geluiden op te pikken van zijn prooidieren. De poten zijn kort, met harige voetzolen.

    De woestijnkat heeft een zandkleurige tot okergele vacht met een geringde staart. De flanken, schouders en voorhoofd zijn grijzig gekleurd. Ook op de poten zijn dwarsstrepen goed zichtbaar. De strepen zijn het best te zien bij dieren uit de Sahara. Jonge dieren worden geboren met een duidelijk bruingestreepte vacht, die na verloop van tijd vervaagt.

    De zandkat wordt 40 tot 57 centimeter lang en 1,4 tot 3,4 kilogram zwaar. De staart is 23 tot 38 centimeter lang.

    [bewerken] Verspreiding

    De woestijnkat leeft in de droge zand- en steenwoestijnen van het westelijke gedeelte van de Sahara (Marokko en Algerije tot Noordwest-Tsjaad en Noord-Niger), het Arabisch Schiereiland en het oosten van Egypte, Turkmenistan, Oezbekistan en aangrenzende gebieden ten oosten van de Kaspische Zee en Iran en Pakistan. Hij lijkt te ontbreken in het oostelijke gedeelte van de Sahara.

     

                                                  

     

     

    07-02-2010 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:katachtigen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.moeraskat

      Kenmerken

    De moeraskat is een slanke kat die hoog op de poten staat. De staart is relatief kort. De oren zijn spits en hebben een klein kwastje. Op de achterzijde van de oren heeft de kat witte vlekken. Door dit pluimpje wordt het dier ook soms moeraslynx genoemd, alhoewel de moeraskat niet verwant is aan de lynxen. De vacht is egaal gekleurd. De vachtkleur zelf verschilt per individu en populatie. De meest voorkomende vachtkleuren zijn zandbruin, gelig grijs, roodbruin en grijsbruin. De staart is geringd, en ook op de poten lopen donkere strepen. Jonge dieren hebben duidelijk zichtbare strepen, die later verdwijnen. Hij wordt 50 tot 94 centimeter lang en 4 tot 9 kilogram zwaar. De staart is 23 tot 31 centimeter lang. Er zijn dieren bekend die wel 13 kilogram zouden wegen. Mannetjes worden veel groter dan vrouwtjes.

    [bewerken] Voortplanting

    De moeraskat leeft solitair, behalve in de voortplantingstijd. Het mannetje helpt mee met de zorg voor de jongen. Deze jongen worden na een draagtijd van ongeveer 66 dagen geboren. Per worp krijgt een moeraskat-poes 2 tot 5 jongen. De zoogtijd duurt 2 maanden. Na 5 maanden zijn de jongen onafhankelijk en na 18 maanden geslachtsrijp. Moeraskatten kunnen 14 jaar oud worden.

    [bewerken] Voedsel

    De moeraskat jaagt overdag op zoogdieren als knaagdieren en hazen, kikkers, vogels, reptielen, insecten en zelfs vissen, die hij in het water vangt. Soms eet hij bessen. Ook jonge axisherten en wilde zwijnen worden aangevallen.

    [bewerken] Verspreiding en leefgebied

    De moeraskat komt voornamelijk voor in waterrijke gebieden met dichte begroeiing, als moerassen, rietbedden en andere gebieden met dichtebegroeide oevers of kusten. De omgeving waarin deze wateren liggen is niet belangrijk, en de moeraskat kan zowel in woestijnen als in vochtige wouden gevonden worden. Ook komen ze geregeld voor in landbouwgebieden, boomplantages en rond kunstmatige vijvers. De moeraskat is niet bang voor mensen en waagt zich geregeld in de buurt van nederzettingen. In de Himalaya zijn moeraskatten tot op een hoogte van 2400 meter waargenomen, in de Kaukasus tot 1000 meter.

    Hij komt voor van India en Sri Lanka via Zuidwest- en Centraal-Azië tot Arabië. Ook in Zuidoost-Azië wordt hij aangetroffen, tot in Vietnam en Laos. In Afrika komt hij voor in de Egyptische Nijldelta. Waarnemingen uit andere delen van Noord-Afrika (bijvoorbeeld Algerije) zijn waarschijnlijk Afrikaanse wilde katten.

    In Europa komt de moeraskat voor in Rusland, Azerbeidzjan en Georgië. Het aantal moeraskatten in Europa loopt snel terug en maar een klein deel van de volwassen dieren overleeft in het wild.

    Een moeraskat in de dierentuin van Keulen 

     

    07-02-2010 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (6 Stemmen)
    Categorie:katachtigen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de hamster ( mijn heet muncher)

    Beschrijving

    De hamster is een vrij groot knaagdier met een korte staart. Hij wordt 200 tot 340 millimeter groot, met een staartje van 28 tot 60 millimeter, en een gewicht van 150 tot 460 gram. De bovenzijde van zijn vacht is gelig bruin, met witte tot gelige vlekken op snuit, schouders en wangen. De onderzijde is zwart. Dit is vrij bijzonder, aangezien bij de meeste zoogdieren de buik lichter is dan de rug. Melanisme komt voor. Hij heeft grote, behaarde oren.

    [bewerken] Verspreiding

    De hamster is van oorsprong een Oost-Europese steppebewoner, maar met de opkomst van de landbouw verbreidde zijn leefgebied zich meer naar het westen uit. Hij komt voor van Zuidwest-Rusland via de Donauvallei en de Pannonische vlakte door Duitsland tot Zuid-Limburg, Oost-België en Noordoost-Frankrijk. Hij komt niet voor in berggebieden, aangezien hij een losse ondergrond nodig heeft om gangen in te graven.

    In Nederland komt de soort enkel voor in Zuid-Limburg, maar de soort werd daar bedreigd. Stichting Das en Boom en Diergaarde Blijdorp hebben samen de laatste korenwolven opgevangen en zijn met deze dieren een fokprogramma gestart. In 2005 is Das en Boom met het fokken gestopt en zijn de dieren verhuisd naar het Gaiapark in Kerkrade. Hamsters die in Nederland in het wild worden gezien, zijn zeer waarschijnlijk nakomelingen van hamsters uit dit fokprogramma.

    In België (in het zuiden van de provincies Vlaams-Brabant en Limburg) stond de hamster ook op uitsterven en daarom heeft het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) van de Vlaamse overheid in 2007 en 2008 hamsters uit het Nederlands kweekprogramma bijgezet op de twee locaties waar ze zeker nog voorkwamen...

    [bewerken] Gedrag

    De hamster is een solitaire soort, die een gangenstelsel graaft. Dit netwerk kan tot twee meter diep zitten, met gangen van een diameter van 6 tot 8 centimeter, en kunnen soms behoorlijk steil zijn, waardoor hij snel kan verdwijnen bij gevaar. Hier legt hij kamers in voor voedselvoorraden, een latrine, en nesten. De nesten zijn vaak bedekt met gras, hooi en ander zacht materiaal. 's Avonds en 's nachts komt de hamster uit zijn hol om te eten. Hij eet vooral zaden, grassen en kruiden, maar ook wortelen, vruchten en granen en dierlijk voer als insecten, slakken, wormen, en zelfs kikkers, muizen en jonge vogels. Het voedsel bewaart hij in zijn wangzakken en neemt het mee naar zijn voedselvoorraden. Daar leegt hij zijn wangzakken met zijn voorpoten. De voedselvoorraad kan tot 65 kilogram aan voedsel beslaan, maar is meestal niet meer dan 15 kilogram. Bij gevaar (vooral vossen) zet de gewone hamster zijn wangzakken op en maakt hij dreigende geluiden.

    Als de herfst komt, dicht hij alle uitgangen met aarde. In het diepste nest houdt de hamster van oktober tot april een winterslaap, waarbij zijn lichaamstemperatuur tot 5°C daalt. De winterslaap onderbreekt hij elke vijf tot zeven dagen om te eten van deze voedselvoorraad. Na de winterslaap breekt de paartijd aan. Hierbij dringen de mannetjes binnen in de territoria van de vrouwtjes, waar ze na de paartijd direct weer worden uitgejaagd.

    [bewerken] Voortplanting

    Na een draagtijd van 17 tot 20 dagen worden drie tot vijftien kale, blinde jongen (gemiddeld 4-8) geboren. Na 14 dagen gaan de ogen open en kunnen de jongen het nest verlaten. Na 18 dagen worden de jongen gespeend. De vrouwtjes zijn geslachtsrijp na 43 dagen, waardoor jongen uit de eerste worp vaak nog in hetzelfde jaar kunnen voortplanten. Een vrouwtje kan tot drie worpen per jaar krijgen. De voortplantingstijd eindigt in juli en augustus.

    07-02-2010 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:huisdieren
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de Teckel

    Dashond

    Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

    Ga naar: navigatie, zoeken
    Dashond
    Stravharig tax.jpg
    Basisinformatie
    Namen Teckel
    Oorsprong Duitsland
    Classificatie FCI : groep 4 sectie - #148
    Zie ook de lijst van FCI-nummers
    Hond - Lijst van hondenrassen
    Zwemmende dashond
    Kortharige dashond

    Een dashond is een hondenras; een andere in het Nederlands gebruikelijke naam is teckel. Het ras werd oorspronkelijk gefokt om te jagen op dassen, vandaar de naam dashond

    Specifieke kenmerken

    Teckels zijn kortbenige langgerekte honden die, zoals hierboven beschreven, in drie verschillende grootteslagen voorkomen:

    • Standaarddashond: borstomvang boven de 35 cm, gewicht tot maximaal 9 kilo.
    • Dwergdashond: borstomvang van 30 t/m 35 cm, gewicht variërend tussen 6 en 7 kilo.
    • Kaninchendashond: borstomvang tot 30 cm, gewicht variërend tussen 4 en 5 kilo.

    De teckel is tegenwoordig een gezellige gezinshond, maar is tevens een gepassioneerde jachthond met een groot uithoudingsvermogen. Hij is daarnaast ook een goede waakhond. De teckel is van nature geen gehoorzame hond, maar met de juiste training en veel geduld kan men de hond wel onder appel krijgen.

    Kenmerken betreffende de vacht

    A.De vacht van een teckel komt in drie verschillende structuren voor, te weten:

    • Langharig: lange, zachte vacht, die sluik langs het lichaam hangt.
    • Kortharig: korte, gladde vacht, verhaart nauwelijks.
    • Ruwharig: ruwe, borstelige vacht, op kop en snuit meer volume in de vacht.

    B. Naast verschillen in de vachtstructuur zijn er ook uiteenlopende vachtkleuren mogelijk.

    • Black and Tan
    • Roodbruin
    • Wildkleurig (Ruwharige teckels)

    N.B. Buiten het bekende black-and-tan, roodbruin en wildkleur is ook grijs of wit mogelijk, met bruingele aspecten bij de onder andere de ogen en de snuit.

    Ook verschillende tekeningen in de vacht komen voor.

    • Tijgertekening: bruine, witte of grijze ondergrond, met bruine, grijze, zwarte vlekken. Vlekken niet te groot.
    • Stroming in de vacht: roodbruin met een zwarte stroom/glans in de vacht Een echte jager

    De teckel kan geweldig komedie spelen om zijn zin door te drijven, en zoekt bewust oogcontact. Voor de puppy is een cursus aan te raden. Wanneer de hond voorbij de puberteit is, wordt hij een trouwe hond voor de baas.

    De teckel komt oorspronkelijk uit Duitsland en wordt daar veelal nog als waakhond en jachthond gebruikt. In Nederland werd de teckel voornamelijk gebruikt voor de jacht op dassen. Maar hij wordt ook gebruikt voor de jacht op reeën, wilde zwijnen, konijnen en vossen. In Duitsland wordt hij ook wel 'Waldmann' (Woudman) genoemd, want zelfs het meest verwende teckeltje wordt in het bos een hartstochtelijk jager.

    Omdat de teckel van oorsprong een jachtinstinct bezit, is hij in het spel een zeer fanatieke hond. Daarom zal een teckel zich ook prima vermaken met allerlei speeltjes en balletjes. Ook apporteren zou een teckel geweldig vinden, al moet daarmee wel goed rekening gehouden worden met het eigenzinnige karakter van de teckel en is daarom niet altijd te garanderen dat het te apporteren voorwerp ook daadwerkelijk terugkeert. De teckel neemt het dan mee naar zijn mand of andere veilige plek en zal het daar een tijdje houden of daagt zijn baas opnieuw uit om verder te spelen.

    Bijnamen

    Bijnamen van de teckel zijn:

    • Doxie
    • Hotdog
    • Accordeonhond
    • Worsthond
    • Dachsen
    • Dackel

    07-02-2010 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:huisdieren
    03-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ijsberen

    De ijsbeer (Ursus maritimus, voorheen: Thalarctos maritimus) is een grote geelwitte beer, die langer en groter is dan de andere beren (Ursidae). De ijsbeer komt enkel voor in en rond het Noordpoolgebied. Hij is het meest carnivoor van alle beren, en leeft vooral van zeehonden. De ijsbeer is een vrij jonge soort die tijdens het Pleistoceen, in de laatste 200.000 jaar ontstaan is, vermoedelijk uit Siberische populaties van de bruine beer.      

    [bewerken] Beschrijving

    De ijsbeer is zeer groot: hij kan tot 2,8 meter lang en 800 kilogram zwaar worden. Hij heeft een lange nek en een grote neus. De huid is zwart, ook naakte delen als de neus en de lippen. De haren in de vacht zijn niet wit, maar doorzichtig en hol. De kleur van de vacht is, afhankelijk van de tijd van het jaar, lichtval en de hoeveelheid vuil in de vacht, gelig wit tot vuilgrijs. Het is waterafstotend en houdt de warmte van de zon vast. Daarnaast heeft de ijsbeer een dikke onderhuidse vetlaag, waarmee hij warmte vasthoudt. De ijsbeer heeft vliezen tussen zijn tenen, waardoor hij beter kan zwemmen. Zijn achterpoten gebruikt hij als een soort roer om mee te sturen. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes en hebben een opvallend grotere neus. Mannetjes worden gemiddeld 190 tot 240 centimeter lang en 300 tot 600 kilogram zwaar, vrouwtjes 170 tot 200 centimeter lang en 150 tot 300 kilogram zwaar. IJsberen hebben een klein staartje, ongeveer acht tot tien centimeter lang.

    [bewerken] Voortplanting

    De paringstijd is van maart tot juni, met een piek in april. De ijsbeer kent een verlengde draagtijd, en het embryo komt waarschijnlijk pas in oktober of november in ontwikkeling. De dracht duurt daardoor 200 tot 250 dagen. Er zijn meestal 2 jongen, die in december of januari in een sneeuwhol worden geboren. Een enkele keer worden één tot vier welpen geboren. Bij de geboorte zijn de jongen ongeveer 600 gram zwaar en 25 centimeter lang. De oogjes zitten dicht en de diertjes zijn bedekt met dun haar.

    Een drachtig vrouwtje brengt de winter door in een sneeuwhol dat zij zelf heeft gegraven. Het hol wordt gegraven in een sneeuwheuvel, op plaatsen waar de sneeuw hard en stevig is. Na een tunnel bevindt zich de kraamkamer. Soms bevinden zich meerdere kamers in een hol, maar meestal slechts eentje, waarin het ijsbeervrouwtje overwintert. Het hol bevindt zich over het algemeen op het vasteland, aan de kust, maar soms wordt het gegraven op het pakijs.

    De jongen verlaten het hol voor het eerst in maart of april, als ze ongeveer drie maanden oud zijn. Ze wegen dan ongeveer negen tot elf kilogram. Alleen het vrouwtje zorgt voor het jong. Mannetjesberen worden gemeden, aangezien deze welpen kunnen doden. De moedermelk is rijk aan vetten en calorieën.

    De jongen worden 1-3 jaar gezoogd en worden na 24 tot 28 maanden onafhankelijk. Na drie tot zes jaar zijn ze geslachtsrijp. Vrouwtjes zijn volgroeid als ze vijf à zes jaar oud zijn, mannetjes pas na acht tot tien jaar. IJsberen worden tot 32 jaar oud in het wild. In gevangenschap kunnen ze 42 jaar oud worden.

    [bewerken] Gedrag

    De ijsbeer leeft meestal alleen en is zowel overdag als 's nachts actief. Ook in de lange, donkere winter zijn ze actief. Drachtige vrouwtjes houden dan echter een winterslaap. De ijsbeer is een bijzonder goede zwemmer die vele kilometers van de kust aangetroffen kan worden. De naam Ursus maritimus betekent dan ook "zeebeer". Hij kan tot 72 seconden onder water blijven en in het water snelheden van drie tot vier kilometer per uur behalen. Toch jaagt hij ook te land en is daar bijzonder snel. Ze kunnen tot twintig kilometer per dag afleggen, en trekken mee met de grens van het pakijs, die zomers noordelijker ligt dan 's winters.

    Drie ijsberen bij een onderzeeër.

    IJsberen leven solitair. Soms komen ze in groepen voor, en zijn dan vrij tolerant tegenover elkaar. Groepsvorming komt vooral voor op plaatsen waar bijzonder veel voedsel voorhanden is, als vuilnisbelten en karkassen van gestrande walvissen. Mannetjes zijn agressief tegenover elkaar in de paartijd. Ook doden mannetjes wel eens berenwelpjes en andere beren.

    Bij slecht weer graven veel ijsberen een tijdelijk hol (voornamelijk moeders met jongen), maar ze drukken zich ook vaak tegen de grond, waarbij de vallende sneeuw de beer bedekt.

    De ijsbeer leeft van zeehonden. Vooral de ringelrob is geliefd, maar ook andere soorten, als baardrob, en in mindere mate zadelrob en klapmuts, worden gedood. Ook aas, walrus, kleinere walvissen als beloega's en narwallen, vis, sneeuwhaas, lemmingen, zeevogels, eieren, rendier en muskusos worden soms gegrepen. In de zomer trekken enkele ijsberen naar land, waar ze ook plantaardig voedsel als bessen en grassen eten, evenals menselijk afval.

    Hij maakt gebruikt van zijn grote klauwen en zijn goed ontwikkelde reukzin om zijn prooi te vinden en te doden. De witte vacht dient daarbij als camouflage. Er wordt gezegd dat ijsberen tijdens de jacht hun poten voor de (zwarte) neus houden, zodat deze niet zou opvallen. Op zeehonden jaagt hij door te wachten bij ademgaten, maar ook worden ze gedood in holen (ringelrobben werpen hun jong in een sneeuwhol), in het water en op het ijs, waarop de zeehonden rusten.

    De ijsbeer heeft een circumpolair verspreidingsgebied. Op Groenland komt de soort zowel op de oost- als op de westkust voor. Op het Europese vasteland komt de ijsbeer niet in het wild voor, maar in het noorden van IJsland worden regelmatig verdwaalde ijsberen waargenomen. Een groot gedeelte van het jaar is de beer te vinden op het drijfijs.

    [bewerken] Bedreiging

    De ijsbeer heeft geen natuurlijke vijanden. Er is echter in de bergen van Oost-Groenland gebleken dat de niveaus van door de mens in het milieu gebrachte stoffen zoals PCB en DDT erg hoog is. Op Spitsbergen is de concentratie zelfs zo hoog dat er gevreesd wordt voor het voortbestaan van de soort omdat de voortplantingsorganen en het immuunsysteem er door aangetast worden. Sinds mei 2006 staat de ijsbeer als "kwetsbaar" (VU) op de IUCN Rode Lijst, omdat verwacht wordt dat door de gestage afname van drijfijs in de zomer door het broeikaseffect de populatie de komende 45 jaar met minstens dertig procent zal dalen. Overigens werd de ijsbeer ook in veel oudere Rode Lijsten (tot 1994) als "kwetsbaar" beschouwd. Daarna werd de status "van bescherming afhankelijk" (LR/CD) gegeven voor deze soort. Op 27 december 2006 stelt de Amerikaanse regering voor om de ijsbeer als bedreigde diersoort te beschouwen. Er zouden er nog ongeveer 20.000 - 25.000 leven op de hele wereld, waarvan 2.200 in Alaska.

    [bewerken] Trivia

    • In de lever van de ijsbeer wordt vitamine A in zulke hoge concentraties opgeslagen dat deze giftig is voor de mens. Er zijn reizigers in de poolstreken die dat tot hun schade ondervonden hebben.
    • Van het gedrag van sommige dieren in gevangenschap (de dierentuin) is de uitdrukking ijsberen afgeleid. Door verveling en het ontbreken van normale prikkels vervallen veel dieren, dus niet alleen de ijsbeer, in de gewoonte om steeds maar weer dezelfde bewegingen te maken of dezelfde rondjes te lopen.
    • Leden van zwemclubs, die in de winter (in ijskoud water) buiten zwemmen, noemt men ook ijsberen.
    • De ijsbeer zal volgens sommige wetenschappers wellicht na 2030 of 2040 zijn uitgestorven op de Noordpool, omdat de Noordpool in de zomer volledig gesmolten zal zijn indien het internationale beleid faalt om de klimaatverandering door het broeikaseffect een halt toe te roepen.
    • Er zijn ijsberen bekend van 20 jaar of ouder, maar dat zijn er niet veel. De meeste beren worden zo’n 15 à 18 jaar oud. De oudste ijsbeer die in het wild gesignaleerd werd was 32 jaar. Op 18 november 2008 stierf in de dierentuin van Winnipeg in Canada de oudste ijsbeer, Debby op 42-jarige leeftijd. In 2008 werd Debby officieel opgenomen in het Guinness Book of World Records als oudste ijsbeer ter wereld. Mogelijk is ze zelfs de oudste van alle beren ooit[2]
    • De tanden van een ijsbeer groeien elk jaar een beetje. Via de tanden kun je bepalen hoe oud een ijsbeer is.
    • De bekendste ijsbeer in gevangenschap is momenteel ijsbeer Knut die verblijft in de Berlijnse dierentuin. Als pasgeborene werd hij door zijn moeder verstoten, maar door zijn Berlijnse verzorger Thomas Dörflein opgevoed. Knut verjaart op 5 december.

     

     

     

     

     

    A52.jpg image by leentje63-30

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    03-01-2010 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    Categorie:andere dieren ( beren varkens...)
    28-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.border collie

    De bordercollie is een middelgroot hondenras uit de groep herdershonden. Het ras vindt zijn oorsprong in de grensstreek tussen Wales, Noord-Engeland en Schotland. Deze streek wordt ook wel "The Borders" genoemd en vandaar de naam bordercollie (border = grens en collie = in het Engels een synoniem voor herdershond). Het is een van de weinige rassen die ook vandaag nog de taak uitvoeren waarvoor ze oorspronkelijk gefokt werden. Hoewel speciaal gefokt voor het hoeden van schapen kan hij ook ingezet worden voor het hoeden van andere soorten vee. Tegenwoordig wordt hij echter steeds populairder als werkhond en sporthond dankzij zijn werklust, trainbaarheid, atletisch vermogen en intelligentie. Uiterlijk

    De reuen kunnen een schofthoogte bereiken van 53 cm. De teefjes blijven meestal iets kleiner. Algemeen geldt dat bordercollies harmonieus gebouwd moeten zijn. Het silhouet moet sierlijk zijn, echter zonder fijnheid. De collie moet tonen dat hij gemakkelijk in staat is om lang achter elkaar actief te zijn. De bordercollie dient uithoudingsvermogen te hebben en snel en schrander te zijn. Het lichaam moet matig lang zijn met goed gebogen ribben; diepe en tamelijk brede borstkas. Brede en sterke rug en goed gespierde en licht gebogen lendenen. Achterhand breed en gespierd, waarbij het kruis vloeiend verloopt richting staartwortel. Krachtige sprong, en tamelijk laag geplaatst. Krachtige hals, iets breder wordend naar de schouders toe. Kleur: zwart-wit, driekleur, blue en red merle, blauw-wit, lilac-wit, sable, aus. red-white. Wit mag nooit overheersend zijn.

    Aard

    Bordercollies zijn van nature heel goede veehoeders (die worden opgeleid tot veedrijvers) en dus werkhonden. Men ziet ze meestal bij schaapkuddes lopen. Als ze met kuddes werken, kunnen ze wel 100 km per dag lopen. Ze zijn dan onvermoeibaar. De afstand die ze lopen tijdens het drijven is heel wat anders dan het lopen naast een fiets. Ten eerste is het schapendrijven "werken" voor hen, zowel mentaal als fysisch. Ze moeten immers constant de schapen in het oog houden zodat er geen afdwalen en tergelijkertijd op aangeleerde commando's reageren van de herder. Er worden wel regelmatig rustpauzes ingelast zodat zowel herder, honden als schapen wat kunnen rusten. Bordercollies zijn erg wendbaar en kunnen al rennend bijna in één keer 180 graden draaien en terugrennen. Ze hebben veel beweging en werk nodig, maar met veel aandacht buitenshuis is het een fantastische hond. Degene die zo'n hond aanschaft, moet hem de ruimte geven en veel tijd aan hem besteden om hem te trainen en te laten werken. Dan is hij in zijn element.
    De bordercollie is heel
    waaks en verdedigt zijn baas en diens eigendommen met volle overgave.

    Intelligentie

    De bordercollie behoort tot de meest intelligente hondenrassen. Hij is snel van begrip. Bij gebrek aan werk of leiding zoekt hij voor zichzelf werk door andere dieren, zoals een troep ganzen, of zelfs een groepje wandelende mensen bij elkaar te drijven.

    Training en spel

    De border collie kan ook goed getraind worden voor sporten op wedstrijdniveau, zoals flyball, agility, Engelse gehoorzaamheid, G.& G. [Nederlandse gehoorzaamheid], en schapendrijven in competitieverband.
    De
    BBC zendt eenmaal per jaar, rond Kerst, het televisieprogramma "One man and his dog" uit. Dit programma geeft een beeld van de echte wedstrijden schapendrijven met deze honden. De bordercollies zijn getraind in het reageren op specifieke fluitsignalen.

     Ouderdom

    De bordercollie wordt gemiddeld 14 jaar oud, bij uitzondering enkele jaren ouder. De snelheid bij het werken met schapen neemt af met het ouder worden. Een oudere hond kan vanaf zijn tiende levensjaar gehoor- en of oogproblemen krijgen. Reutjes kunnen last van hun prostaat krijgen. Ook het gebit en het beendergestel kunnen langzaam slijten, en de spiertonus neemt af. Maar dat is op zich normaal voor een ouder wordende hond. Omdat de bereidheid om te werken echter tot op hoge leeftijd aanwezig blijft, moet de eigenaar er rekening mee houden dat hij een oudere hond ondanks diens enthousiasme niet te zwaar belast.

    Rasstandaard (FCI 24/08/1988)

    • Karakter: De Border Collie mag niet zenuwachtig, noch agressief zijn, maar levendig, oplettend, scherp reagerend en intelligent.
    • Algemene verschijning: De hond in zijn algemene verschijning moet goed geproportioneerd zijn. Het vloeiende silhouet moet kwaliteit, sierlijkheid en fraaie harmonie vertonen, welke de indruk geeft dat het dier een goed uithoudingsvermogen heeft. Iedere neiging naar grofheid of zwakte moet als ongewenst worden aangemerkt.
    • Hoofd en schedel: Schedel tamelijk breed zonder uitstekende achterhoofdsknobbel. De wangen mogen niet zwaar of bolvormig zijn. De naar de neuspunt versmallende voorsnuit moet matig kort en krachtig zijn. Schedel en voorsnuit zijn bijna even lang. Zwarte neus, behalve wanneer het een bruine hond betreft, dan mag de neuskleur bruin zijn. Goed ontwikkelde neusgaten. Duidelijke stop.
    • Ogen: De ogen moeten ver uiteen staan en ovaal van vorm, middelmatig groot en bruin van kleur zijn, behalve bij de blue merles, waar een of beide ogen geheel of gedeeltelijk blauw mogen zijn. De uitdrukking moet zacht maar wel levendig zijn, vief en verstandig.
    • Oren: De oren zijn middelmatig groot en matig dik, ver uit elkaar geplaatst, worden staand of half opgericht gedragen en zijn beweeglijk.
    • Gebit: De tanden moeten sterk zijn, regelmatig geplaatst en een goed schaargebit vormen; de bovensnijtanden moeten vla over de ondertanden staan; de tanden moeten recht in de kaken staan.
    • Hals: De hals moet van goede lengte zijn, krachtig en gespierd, iets gebogen en breder wordend naar de schouders.
    • Voorhand: De voorbenen staan van voren gezien evenwijdig, de middenvoeten staan van terzijde gezien iets schuin naar voren. Het bot moet sterk maar niet zwaar zijn. Schouders goed schuin geplaatst; ellebogen goed aangesloten aan het lichaam.
    • Lichaam: Atletisch in verschijning, de ribben moeten goed gebogen zijn. De borst moet breed en sterk zijn met brede, gespierde en licht opgetrokken lendenen. Het lichaam iets langer dan de hoogte bij de schouder.
    • Achterhand: De achterhand moet breed en gespierd zijn; van opzij gezien vloeiend aflopend naar de staartwortel. De dijen moeten lang, diep en gespierd zijn, met goed gebogen knieën en krachtige sprongen, die laag geplaatst zijn. De middenvoeten moeten goede botten hebben en van achteren gezien evenwijdig lopen.
    • Voeten: Ovaal van vorm, dikke, sterke en goed gevormde voetkussens, tenen gebogen en goed aaneengesloten. Sterke korte nagels.
    • Gangwerk: De beweging moet vrij, soepel en onvermoeibaar zijn, waarbij de voeten zo laag mogelijk worden opgetild, zo de indruk wekkend dat de hond een grote snelheid kan ontwikkelen en gemakkelijk in sluipgang kan overgaan.
    • Staart: De staart moet matig lang zijn; de wervels moeten minstens tot de hak reiken en de staart moet laag zijn ingeplant, goed bevederd zijn en in een lichte, opwaartse buiging uitlopen, gracieus de lijn van rug en kruis volgend. In actie mag de staart opgeheven worden, maar hij mag nooit over de rug worden gedragen.
    • Vacht: Er zijn twee soorten vacht, de ene matig langharig, de andere kortharig. Bij beide moet de bovenvacht dicht en middelmatig dik zijn, de ondervacht kort, zacht en dicht, een goede weerbestendigheid gevend. Bij de matig langharige vachtsoort vormt de overvloedige vacht een kraag, broek en dicht bevederde staart. Op het gezicht, oren, voorbenen (uitgezonderd de bevedering aan de achterzijde hiervan) en onder de spronggewrichten moet het haar kort en glad zijn.
    • Kleur: Alle mogelijke kleurvariaties zijn toegestaan maar het wit mag nooit overheersen. Ze zijn meestal wel zwart/wit/bruin.
    • Grootte: De ideale schofthoogte voor reuen is 21 inches (53,34cm). De teven zijn iets kleiner.
    • Opmerking: Reuen moeten twee duidelijk ontwikkelde testikels bezitten die geheel in het scrotum moeten zijn ingedaald.
    • Verschillen: Reuen hebben een mooiere vacht en wervelkolom dan de teefjes.

     Weetjes

    • De bordercollie wordt beschouwd als het intelligentste hondenras.[1]
    • De bordercollie is de ultieme herdershond.[2]
    • De bordercollie is het veelzijdigste hondenras.[2]
    • De bordercollie is de "workaholic" onder de hondenrassen.
    • "Brains Before Beauty" is een veelgebruikte uitdrukking om de essentie van de bordercollie weer te geven.

    Commando's voor het schapendrijven

    Een bordercollie leert eerst van zijn baas de oefeningen met stemgeluid. Daarna gaat de baas het commando, stemgeluid koppelen aan een fluitsignaal.

    Enkele commando’s die de hond moet beheersen om met de baas de schapen te kunnen drijven zijn:

    • That’ll do/stop wat je doet en kom hier.
    • (In) here/ kom hier (in rechte lijn naar de handler komen).
    • Lie down/ga af.
    • Away (to me) /naar rechts (tegen de klok in).
    • Come bye /linksom (met de klok mee).
    • Walk on/toe maar.                            
    • Steady /rustig.                                
    • Stay /blijf.                                     
    • Look back /kijk terug.                      
    • Stand (on your feet) /ga staan.         

                           

     

     

     

    28-10-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:huisdieren
    17-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.papegaai

    Papegaaien, Kaketoes en Lori's zijn drie families van vogels uit de orde van Psittaciformes (papegaaiachtigen). Vaak worden met het woord papegaai de grotere, ongekuifde vogels uit deze familie aangeduid. Kleine papegaaiachtigen zijn onder meer parkieten en agapornissen. Er bestaan ongeveer 330 soorten papegaaien die overwegend in tropische gebieden leven, hoewel er verschillende in subtropische, gematigde en zelfs subantarctische klimaten te vinden zijn. Het woord "papegaai" is afkomstig van het Spaanse woord papagayo, dat op zijn beurt waarschijnlijk afgeleid is van het Arabische babagha en het Perzische babgha

    Kenmerkend aan papegaaiachtigen is een sterke korte kromme snavel die zeer geschikt is voor het kraken van harde zaden en noten. De ondersnavel kan onafhankelijk van de bovensnavel worden bewogen. Papegaaien hebben een korte hals en vier tenen, waarbij twee tenen naar voren staan en twee naar achteren. Dit maakt de vogels tot zeer behendige klimmers. Bij het klimmen wordt ook de snavel gebruikt. In tegenstelling tot andere vogels hebben de meeste papegaaien geen vetproducerende stuitklier waarmee ze hun verenkleed in conditie kunnen houden. In plaats daarvan gebruiken Zuid-Amerikaanse papegaaien en de kaketoes hun donsveren, die verpulveren tot een poeder. Afrikaanse soorten zoals de grijze roodstaart hebben wel een stuitklier. De talg die door deze klier geproduceerd wordt verspreiden zij over hun verenkleed. Hierdoor is hun snavel voorzien van een grijs laagje.

    Papegaaien zijn meestal kleurrijke vogels. Er zijn vaak geen uiterlijke verschillen tussen mannetje en vrouwtje, hoewel dit bij verschillende soorten wel het geval is. De vogels zijn beroemd om het imiteren van menselijke geluiden. Wilde papegaaien doen dit overigens niet, ook al leven ze in de buurt van menselijke nederzettingen.

    Leefwijze

    Papegaaien leven in groepen en hebben binnen de groep een vaste partner. In het papegaaienhuwelijk domineert het vrouwtje, dat 'pop' wordt genoemd. De vogels versterken hun band steeds weer door elkaar aandachtig te beknabbelen. Er heerst in de papegaaiensamenleving een duidelijke rangorde. Conflicten worden uitgevochten door te dreigen, in een later stadium grijpen de vogels met de poten naar elkaar en echt ernstige ruzies worden beslecht met de krachtige snavel. Omdat ze elkaar op die wijze ernstige verwondingen kunnen toebrengen zullen papegaaien snavelgevechten zoveel mogelijk vermijden.

    Papegaaien brengen de meeste tijd door in bomen. Ze klauteren meer dan ze vliegen en vertonen zich zelden op de grond, hoewel er soorten zijn die zich overwegend of zelfs uitsluitend daar op houden. Papegaaien communiceren met elkaar door rauwe kreten die voor de mens hetzelfde klinken maar waarin de vogels allerlei nuances kunnen onderscheiden.

    Voedsel

    Papegaaien eten een gevarieerd dieet. Zaden en vruchten zijn belangrijk, maar ook nectar, stuifmeel en ongewervelde dieren worden gegeten. Een klein aantal soorten voedt zich bovendien met aas of jaagt zelf. Van de kea is bijvoorbeeld bekend dat hij jonge stormvogels en schapen aanvalt en kan doden. De zeer kleine spechtpapegaaien zijn ook een uitzondering en kunnen zich met korstmossen kunnen voeden. Om het gif in sommige vruchtensoorten te neutraliseren eten sommige papegaaiensoorten klei. Daartoe bezoeken ze groepsgewijs (meestal) vaste plaatsen. Het is onmogelijk het dieet van papegaaien in de natuur voor huiskamervogels exact na te bootsen. Er zijn diverse uitgebalanceerde voedingen op de markt die voor een groot deel in de behoeften van de vogel kunnen voorzien, dit kan een pelletvoer zijn maar ook een uitgebalanceerde mengeling van zaden, noten, gedroogde groenten en gedroogde vruchten. Uiteraard is het belangrijk dat vruchten en groenten waar mogelijk vers gegeven worden. Ook de palmnoot is een heel belangrijke noot in de voeding van bijvoorbeeld Ara, grijze roodstaart, palmkaketoe en diverse andere papegaaiensoorten. Van de grijze roodstaart is bekend dat zijn natuurlijke dieet voor 80 procent uit de palmnoot bestaat. Ook deze palmnoot is tegenwoordig bij gespecialiseerde dierenwinkels te verkrijgen.

    Papegaaien als huisdier

    Papegaaien werden in de oudheid al door de Grieken gehouden die de vogels 'bittakos' noemden. Verder waren ze veel geziene gasten aan boord van schepen, waardoor ze in allerlei landen werden geïntroduceerd. Soorten die thans veel als huisdier worden gehouden zijn de amazonepapegaaien en de grijze roodstaart.

    Papegaaien in gevangenschap accepteren de mens als partner en zullen diens aandacht proberen te trekken door zijn of haar stem na te bootsen. Omdat het zeer sociale vogels zijn, hebben ze veel aandacht nodig. Gebrek aan aandacht en verveling kunnen leiden tot onophoudelijk krijsen en verenplukken. In een papegaaiensamenleving geldt een strikte rangorde. Dominante vogels zitten meestal op hogere plaatsen dan ondergeschikte vogels. Een papegaai die regelmatig op het hoofd van zijn baas of op andere hoge plekken mag zitten kan zich snel dominant gaan voelen en zich ontwikkelen tot een bijtend en krijsend probleemdier. Papegaaien hebben ongeveer de intelligentie van een peuter. Ongewenst gedrag is snel aangeleerd en kan het meest effectief bestreden worden door de vogel totaal te negeren.

    Papegaaien kunnen uitstekend leren praten maar het is niet onomstotelijk bewezen dat de vogel ook daadwerkelijk begrijpt wat hij zegt. Wel is uit onderzoek gebleken dat papegaaien woorden kunnen verbinden aan bepaalde voorwerpen en situaties. Grijze roodstaarten worden over het algemeen beschouwd als de beste praters.

    Papegaaien kunnen een hoge leeftijd bereiken (50 jaar of meer) en het gebeurt dus nogal eens dat ze in gevangenschap hun eigenaar overleven.

    Het is in Nederland (nog) toegestaan om van sommige soorten in het wild gevangen papegaaien als huisdier te houden. Deze vogels komen goedkoop in de handel maar lopen vaak trauma's op waardoor ze als huiskamervogel minder geschikt zijn en allerlei vormen van neurotisch gedrag gaan vertonen zoals het uittrekken van de veren en onophoudelijk krijsen.

    Papegaaiachtigen met een kuif

    Dubbele Geelkopamazone (Amazona oratrix)

    Een bijzondere groep binnen de papegaaiachtigen vormen de kaketoes (Cacatuidae). Ze komen voor in Australië, Nieuw-Guinea en de Filipijnen. Hun naam is afkomstig van het woord cacatua dat in Maleisië nijptang betekent. Dit slaat op hun bijzonder sterke kromme snavel.

    Alle kaketoesoorten zijn in het bezit van een kuif die bij agressie, angst en opwinding overeind wordt gezet. Hierdoor krijgt de vogel een meer imponerend uiterlijk. Dit wordt versterkt door wild heen en weer te bewegen en vleugels en staartveren uit te spreiden. De kuif heeft soms een andere kleur dan het lichaam. Zo heeft de rozeachtige Molukkenkaketoe een oranje kuif en de witte Cacatua galerita een gele kuif.

    Het lichaam van vrijwel alle kaketoesoorten is effen gekleurd (meestal wit) en er is geen verschil te zien tussen het verenkleed van mannetjes en vrouwtjes. Vrouwelijke kaketoes hebben soms lichter gekleurde ogen (roodbruin) dan de mannetjes (donkerbruin). De valkparkiet is de kleinste kaketoe.

    Kaketoes zijn speelse en zeer aanhankelijke vogels die zich, in tegenstelling tot andere papegaaiachtigen, hechten aan meerdere personen. De meeste soorten zijn behoorlijk vernielzuchtig en zeer luidruchtig. Het geluid van een Molukkenkaketoe kan oplopen tot 130 decibel.

    17-10-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:andere dieren ( beren varkens...)
    04-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mopshonden

    Het karakter van de mopshond staat bekend als:

    • moedig
    • intelligent
    • aanhankelijk
    • goed met kinderen
    • lichtgeraakt
    • gemakkelijke aard
    • vrolijk
    • eerlijk

    De schofthoogte is ongeveer 35 centimeter en zijn gewicht behoort tussen de 6,3 (teef) en 8 (reu) kilogram te liggen.

    Door de afwijkende vorm van zijn schedel heeft de mopshond vaak te kampen met oog-, oor- en gebitsproblemen. Dit vergt dus extra zorg van de eigenaar. Daar staat tegenover dat mopshonden zeer oud kunnen worden (15 jaar) en erg lang speels en energiek blijven.

    Door zijn koddige uitstraling en knorrende geluiden heeft een mops vaak een onweerstaanbare uitwerking op mensen. Hij is een echte mensen- en kindervriend en niet agressief in aanleg, ook niet tegenover soortgenoten. Wel zijn de meeste mopsen waaks.

    De mopshond kent in Nederland vier erkende kleuren, waarvan beige het meest voorkomt. Het masker dient echter altijd zwart te zijn. Vooral een beigekleurige (of fawn) mopshond verhaart tamelijk veel en vaak het gehele jaar door. Een ander kenmerk van de mopshond is de gekrulde staart, hierbij is een dubbele krul zeer gewenst.

    Oorsprong en geschiedenis

    De mopshond moet al meer dan 2500 jaar geleden in het Verre Oosten zijn ontstaan, waar deze schalkse hondjes de lievelingen waren van boeddhistische monniken in Tibet. In dat land heeft dan ook zijn wieg gestaan. De boeddhistische monniken geloofden dat als het baasje van de mops overleed, de ziel van de baas in zijn hond zou trekken en daarom werden deze hondjes lekker verwend door de andere monniken. Via China bereikte de Hollandsche bulldog ook Japan en vanuit via de VOC, Europa. Ook bereikte de mops in 1553 via een Turkse vloot Frankrijk. In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werden ze populair, omdat de kleur van hun vacht overeenkwam met het Huis van Oranje. Toen Willem III van Oranje-Nassau van en Maria II van Engeland in 1689 naar Engeland reisden en in datzelfde jaar de troon bestegen, werden ze door een groot aantal mopsen vergezeld. In die tijd was het ras net zo populair als de poedel nu. Niet alleen Willem III van Oranje-Nassau had een hart voor mopsen, ook Prins Willem van Oranje had een mopsje genaamd Pompey. Zijn mopsje Pompey, die overal met de prins meereisde zou het leven van Willem van Oranje hebben gered toen de prins sliep in zijn legertent in het Franse Hermigny, Pompey krabde en blafte zodat Willem van Oranje wakker werd en zodoende tijdig kon ontsnappen aan de Spaanse overvallers.

    Na Engeland veroverde de Hollandsche bulldog ook Frankrijk. Het Hollandsch bulldogje van Joséphine de Beauharnais genaamd "Fortune", heeft volgens zeggen Napoleon Bonaparte gebeten toen hij op hun huwelijksnacht de slaapkamer binnenkwam. Sedertdien namen ze in aantal geleidelijk af, met als gevolg dat zelfs de Britse Koningin Victoria in 1864 moeite had er één voor haar kennels te vinden. Daarna ging het echter weer beter met het ras en werden pogingen gedaan het te verbeteren en te standaardiseren, wat resulteerde in de sierlijke, stevige, kleine mopshond van tegenwoordig.

    Hoewel in Nederland in het begin van de vorige eeuw vele mopshonden werden gefokt, vaak zonder stamboom, is de fokkerij pas echt serieus van start gegaan na de Tweede Wereldoorlog. Het was mevr. Chr. Veldhuis die met haar fokkerij "Warnsborn" van zoveel betekenis voor de populatie in Nederland is geweest, dat de mopshond nu een stevige basis in Nederland heeft gekregen. Mevr. Chr. Veldhuis heeft op 30 augustus 1957 ook de aanzet gegeven tot de oprichting van "COMMEDIA", de vereniging van fokkers en liefhebbers van de mopshond in Nederland.

    04-10-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    Categorie:huisdieren
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zwarte wolf

    Kenmerken

    De wolf heeft een grijze tot grijzige vacht, met een rossig bruine kleur op rug, kop en oren. De verschillen tussen individuele wolven en ondersoorten zijn echter groot en ze komen in allerlei kleurvariëteiten voor, van geheel wit via roodbruin tot geheel zwart.

    Wolven hebben een kop-romplengte van 80 tot 160 cm, en een staart van 30 tot 50 centimeter. De schouderhoogte is 65 tot 80 centimeter. Vrouwtjes zijn zo'n tien procent kleiner dan mannetjes: mannetjes wegen 20 tot 80 kg, vrouwtjes worden gemiddeld 18 tot 50 kg zwaar.

    De wolf heeft in rust een hartslag van 90 slagen per minuut en een ademhalingsfrequentie van 15 tot 20 per minuut. Bij grote inspanning kan dit oplopen tot een hartslag van 200 per minuut en een ademhalingsfrequentie van 100 per minuut.

    Het gehoor, de reukzin en het zichtvermogen zijn goed ontwikkeld. Een wolf kan tegen de wind in andere dieren ontdekken die zich op een afstand van 300 meter van hem bevinden. Ook kan hij uitstekend zien in het donker. De wolf heeft een zichthoek van 250° (ter vergelijking: 180° bij mensen). De wolf kan tonen horen tot 40 kHz, tonen die te hoog zijn voor het menselijk gehoor. Speciale hondenfluitjes zijn ontwikkeld, die niet voor mensen, maar wel voor honden en wolven hoorbaar zijn.

    De druk van de hoektanden, de druk die een wolf kan uitoefenen tijdens het bijten, is 15 MPa.

    Voedsel

    Een bizon die zich beschermt tegen een roedel wolven.

    De wolf is een opportunist. Hij eet knaagdieren, haasachtigen, hoefdieren en vogels, maar ook aas en afval worden gegeten. Enkele grotere prooidieren zijn eland, edelhert, wild zwijn, rendier, bever en ree.

    Indien voldoende aanwezig vormen hoefdieren de belangrijkste prooidieren. Bij een onderzoek naar het menu van Pools-Duitse wolven bleek dat ree ongeveer de helft van het menu beslaat, edelhert dertig procent en wild zwijn ongeveer vijftien procent. Kleinere dieren beslaan slechts vijf procent van het menu.

    Ook vee en zelfs honden worden gegrepen. Een onbeschermd schaap is voor een wolf vaak een eenvoudige prooi, makkelijker dan bijvoorbeeld een ree.

    Een gemiddelde roedel van ongeveer 10 dieren zal per dier ongeveer twee tot vier kg vlees per dag eten. Op jaarbasis eet een roedel wolven in Europa dus ongeveer 400 a 500 reeën, 50 a 100 edelherten, 100 wilde zwijnen en nog wat kleinere dieren, afhankelijk van het plaatselijke voedselaanbod.Gedrag en sociale structuur

    Wolven zijn dag- en schemeringsdieren, maar door felle bejaging zijn ze in veel gebieden (waaronder Europa) een nachtelijke leefwijze erop na gaan houden. De wolf is een goede renner, maar kan ook goed zwemmen. Ze zijn in staat zich snel te verplaatsen, met een topsnelheid van 45 tot 50 km/u. Het is heel gewoon dat ze op een dag 50 tot 60 kilometer afleggen, maar er is een wolf waargenomen die op één dag 190 kilometer aflegde. Normaal gesproken zullen ze binnen hun territorium blijven, maar als ze op zoek zijn naar een nieuw territorium kunnen ze in hoog tempo nieuwe gebieden verkennen.

    Roedel en territorium

    Wolven zijn sociale dieren die in roedels leven die strikt georganiseerd zijn en geleid worden door een mannetje en een vrouwtje die gewoonlijk met alfa worden aangeduid. Gewoonlijk behouden zij zich het alleenrecht op voortplanting voor. De overige leden zijn meestal (volwassen) nakomelingen van het alfapaar. Een vergelijkbaar stelsel kan ook aangetroffen worden bij andere in groepen jagende hondachtigen zoals de dhole (Cuon alpinus) uit India en de Afrikaanse wilde hond (Lycaon pictus).

    Een roedel wordt gevormd door een mannetje en een vrouwtje. Hun nakomelingen van het eerste en gedeeltelijk het tweede jaar blijven in de roedel. Bij een gemiddelde worp van 4 dieren bestaat de roedel dan na 2 jaar uit 10 dieren. Omdat een roedel klein begint en eindigt en omdat er ook dieren zullen overlijden heeft de gemiddelde roedel iets van 5 dieren. De oudere jongen worden uit de roedel verstoten of verlaten de roedel uit zichzelf. Vaak trekken ze dan met hun broertjes en zusjes nog een periode op, totdat ze zelf een territorium en een partner gevonden hebben en ook een roedel gaan vormen.

    Een roedel kan grote afstanden afleggen -honderd tot duizend kilometer- afhankelijk van het voedselaanbod. Dit voedselaanbod is tevens van invloed op de roedelgrootte. Waar veel voedsel is (bijvoorbeeld Alaska, waar de wolven op elanden jagen) leven de wolven in grote roedels die kunnen bestaan uit dertig dieren. In gebieden met weinig voedsel, als Italië en Spanje, leven de dieren in kleine familiegroepjes, bestaande uit het alfapaar en hun welpjes.

    De roedel wolven houdt er een territorium op na. De omvang van een territorium is afhankelijk van de de voedselsituatie, maar zal tussen de 200 en 2000 km2 liggen. In de Alpen zijn territoria van 350 km2 gemeten, in Alaska zijn ze gro

    Een huilende wolf

    De wolf kent een grote verscheidenheid aan expressies en geluiden. Het bekende huilen is vooral bedoeld om te communiceren over langere afstanden. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen wolven het gehuil van andere wolven op afstanden van zes tot tien kilometer horen. Het afbakenen van het territorium, door middel van te urineren met een opgetilde achterpoot, is voorbehouden aan dominante dieren. De wolven begroeten anderen door onderwerping te laten zien, met neergeslagen ogen en een zacht gejank. Als wolven boos of bang zijn laten ze dat meestal zien met ontblote tanden en gegrom.

    Voortplanting

    Een wolvenwelp

    De paartijd verschilt per gebied. In Scandinavië duurt dit van februari tot april. Het nest van een wolf bevindt zich in een grot of een hol, verscholen onder boomwortels of tussen rotsen. Soms graaft hij zijn eigen hol, of vergroot hij het hol van een vos of een dassenburcht. Tussen maart en mei, na een draagtijd van 63 dagen, worden de welpjes –drie tot zeven per worp– geboren. Beide ouders zorgen voor de jongen. Ze krijgen daarbij hulp van de andere roedelleden. De reu brengt voedsel aan het zogende teefje. Wolven beginnen meestal met paren als ze twee jaar oud zijn.

    Na acht weken zijn de jongen gespeend en ze blijven minstens een jaar bij de roedel. Vaak blijven ze langer bij de roedel, maar soms verlaten één- of tweejarigen de groep, vooral als ze worden gedomineerd door broertjes en zusjes en andere roedelleden en ook afhankelijk van het voedselaanbod en de jachttechniek. In gebieden met grotere prooidieren, zoals eland, bison en edelhert is het voordelig een grote roedel te hebben.

    Wolven kunnen van vijftien tot twintig jaar oud worden in gevangenschap, maar behalen in het wild deze leeftijd niet. Dan is zo'n jaar of tien het maximum.

    04-10-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    Categorie:hondachtigen
    02-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.labrador retriever

    De Labrador retriever of kortweg labrador is een hondenras dat afkomstig is uit Newfoundland en Labrador, en afstamt van de St. Johns-hond. Vanuit dit ras is vanaf midden 19e eeuw in Engeland gekruist met een aantal andere rassen, zoals de Gordon setter, de spaniël, de Flatcoated retriever en de Chesapeake Bayretriever.

    De St. Johns-hond werd door de Eskimo's gebruikt voor de visvangst, de labrador werd gefokt voor de eendenjacht en voor de jacht in moerassige gebieden. De retriever heeft rudimentaire zwemvliezen tussen zijn tenen.

    Uiterlijk

    De vacht van de labrador is kort en dik met een waterafstotende ondervacht en heeft weinig verzorging nodig. Eenmaal per week borstelen is voldoende. De labrador komt voor in de kleuren zwart, blond, variërend van roomwit tot vossenrood (ook wel fox genoemd), en chocolade (bruin). In de vroege geschiedenis van dit ras waren de labradors hoofdzakelijk zwart; geel kwam ook wel voor maar in veel mindere mate. In de jaren 70 werd de gele kleur pas echt populair. Chocolade werd gezien als een 'fout' en is pas vele jaren later als raskenmerkend toegevoegd aan de rasstandaard. Schofthoogte van de reuen is 55 tot 57 centimeter en die van de teefjes is van 54 tot 56 centimeter. Een labrador weegt ongeveer 35 kilo.

    Opvoeding

    De labrador retriever is door zijn intelligentie en leergierigheid niet moeilijk op te voeden. Toch moet de opvoeding van de labrador niet onderschat worden. Ze hebben net als andere hondenrassen een strenge consequente opvoeding nodig. Maar dit moet dan wel met een zachte hand gebeuren anders krijg je een zeer nerveuse hond.

    gebruik De laatste jaren worden labrador retrievers vaak als blindengeleidehond ingezet. Verder zijn ze geschikt voor alle vormen van hondensport. Ze blinken uit bij de jachttraining  Geschiedenis

    De mentale en fysieke eigenschappen van de uitzonderlijk goedaardige labrador zijn gesmeed in het wrede, onherbergzame water voor de kust van Newfoundland door de taaie vissers die hier vanaf het begin van de 16e eeuw een rijke vangst binnenhaalden. Vissers uit Engeland, Portugal en Frankrijk kwamen oorspronkelijk alleen in het visseizoen naar Newfoundland en later vestigden zij zich daar. Het is een algemeen aanvaard feit dat de honden die ze daar mee naartoe namen en vervolgens met elkaar kruisten de voorouders zijn van de honden die wij vandaag de dag als labradors kennen.

    Halverwege de 18e eeuw groeide het vissersdorpje St. John's in Newfoundland uit tot een welvarende stad en het inwoneraantal nam toe. De plaatselijke vissershonden stonden toentertijd bekend als St. John's-honden. Deze taaie, maar evenwichtige honden werkten samen met hun baasje in kleine vissersboten en moesten het ijzige water induiken om vissen, lijnen en netten binnen te halen. Dankzij hun krachtige poten en otterstaart konden zij zich snel door de koude golven verplaatsen en hun dichte waterbestendige vacht beschermde hen tegen de kou en stootte het water af. Bovendien konden ze dankzij hun sterke, maar zachte mond hun vangst onbeschadigd naar hun baas terugbrengen. En na een lange dag hard werken, keerden de honden terug naar huis, waar ze de spelende kinderen vrolijk gezelschap hielden.

    Deze unieke werkhonden zijn begin 19e eeuw via de vissershaven Poole in Dorset in Engeland geïntroduceerd. De jagers hier waren namelijk diep onder de indruk van hun unieke vaardigheden op het gebied van apporteren, zowel in het water als op het land. Een van die jagers was de tweede Earl of Malmesbury, die algemeen wordt erkend als de eerste voorvechter van de Labrador retriever in Engeland.

    Malmesbury importeerde St. John's-honden uit Newfoundland en stichtte zijn eigen kennels voor het ras. In tegenstelling tot andere eigenaren kruiste hij zijn honden niet met andere rassen en zo hield hij de soort zuiver. In 1830 werden St. Johns-honden in de kennels van de Duke of Buccleuch in Schotland geïntroduceerd. En later in de eeuw werden de honden uit de twee kennels met elkaar gekruist om zo zuivere fokdieren te kweken. Dit was een goede zet van de fokkers, want in Newfoundland ging het bergafwaarts met het ras omdat er steeds meer schapenboeren kwamen en het gebied steeds zelfstandiger werd en minder met Engeland handelde. Ook de hoge invoerrechten maakten het lastig te importeren

     

    02-09-2009 om 20:33 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.golden retriever

    De golden retriever of kortweg golden had als oorspronkelijke naam: gele retriever, maar deze werd in latere jaren op grote schaal vervangen door de naam golden retriever, een naam bedacht door wijlen Lord Harcourt. Ook aan het begin van deze eeuw bestond er verwarring omtrent de oorsprong van het ras. Zwarte retrievers met een golvende vacht waren bekend in bepaalde kringen in het zuiden van Schotland, in die tijd waren echter met name zwarte labradors zeer populair. Feitelijk waren gele retrievers nauwelijks bekend, behalve bij de leden van een paar adellijke families en hun naaste vrienden. Hun latere verspreiding over alle delen van Engeland was ook niet makkelijk te voorzien. Het is daarom tamelijk laat om te proberen de feiten op een rijtje te zetten en de waarheid te achterhalen. Gelukkig is er nog steeds een onbetwiste bron van informatie voorhanden, Sir Dudley Marjoribanks hield vanaf 1835 een stamboek bij waarin hij de naam en herkomst noteerde van zijn setters, zijn pointers, zijn greyhounds en zijn spaniëls. Het stamboek vermeldt vanaf 1838 gedurende een jaar of twee ook beagles; in 1842 wordt er melding gemaakt van een retriever, een zwarte klaarblijkelijk en in 1852 pas van een volgende. In 1843 worden er Ierse spaniëls genoemd en de greyhounds maken voor het eerst plaats voor deerhounds in 1848. In 1854 kocht hij het landgoed Guisachan en vanaf dat moment werden zijn kennels enorm uitgebreid. Daarmee kregen ook de retrievers meer bekendheid, meer informatie over dit onderwerp: jaarboeken Golden Retriever Club Nederland. Kenmerken

    In Groot-Brittannië, Europa, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Australië en Japan is deze hond zeer geliefd. Het is een van de zes retrieverrassen die we kennen: de Labrador retriever, de Flatcoated retriever, de Curly coated retriever,de Chesapeake Bayretriever en de Nova Scotia duck tolling retriever. De golden retriever is energiek, werklustig en gehoorzaam van aard, en wordt dan ook graag gebruikt als gebruikshond zoals geleidehond, hulphond en jachthond. Ook als gezinshond is hij heel geschikt. Tegenover kinderen is hij doorgaans geduldig en goedmoedig, een echte mensenvriend, maar daardoor niet erg waaks. Golden retrievers zijn over het algemeen sterk maar zijn wat zachter van aard dan de labradors.

    De vacht van de golden retriever is lang en dik met een waterafstotende ondervacht en heeft weinig verzorging nodig. Regelmatig borstelen is echter wel nodig. Deze honden komen in verschillende kleuren voor: van bijna wit tot donkerbeige, tegen mahoniekleur aan. Schofthoogte van de reuen is 56-61 cm en van de teefjes 51-56 cm.

    De golden retriever is door zijn intelligentie en leergierigheid goed op te voeden en werkt graag voor zijn baas. Op gehoorzaamheidswedstrijden doet hij het erg goed. Zijn baas zal hem een groot plezier doen door dingen met hem te ondernemen.

     

     

    02-09-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (9 Stemmen)
    Categorie:huisdieren
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.siberische husky

    De Siberische husky is een hondenras, behorend tot de pool- en keeshonden van het oertype. Het is een typische sledehond. Wanneer hij kan werken, is hij helemaal in zijn element. Sneeuw en kou deren hem totaal niet. Hij voelt zich er prima bij.

    Uiterlijk

    De schofthoogte van reuen is ongeveer 53-60 centimeter en van teven ongeveer 51-56 centimeter. Het gewicht van een reu mag variëren tussen 21 en 27 kilogram, dat van de teef tussen 16 en 23 kilogram. De husky heeft een middellange dubbele vacht. Meestal zijn ze wit met grijs, maar in principe zijn alle kleuren toegestaan. Ze kunnen ook blauwe ogen hebben, wat vrij vaak voor komt. Ook kunnen ze een combinatie hebben van 1 lichtblauw en 1 bruin oog. Ze hebben spits opstaande oren.

    [bewerken] Aard

    De Siberische husky is onafhankelijk, intelligent, energiek en vrolijk. Met de opvoeding moet men veel geduld en begrip op kunnen brengen, maar ook heel consequent en doortastend zijn. Husky's kunnen zeer eigenzinnig zijn en volgen, wanneer zij zelf het nut er niet van inzien, beslist niet elk commando op.

    [bewerken] Sociaal

    De Siberische husky kan over het algemeen goed met zijn soortgenoten omgaan, maar met konijnen en katten heeft hij minder op. Ze vinden het ook zeer onaangenaam om alleen te zijn, dus als men niet altijd bij het dier in de buurt kan zijn, is de aanschaf van meerdere husky's het overwegen waard.

    02-09-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (6 Stemmen)
    Categorie:hondachtigen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.engelse coccer spaniel

    De Engelse cockerspaniël is een hondenras. De Engelse cockerspaniël is een ijverig, actief, en krachtig jachthondje, met een altijd vrolijk kwispelend staartje. Zijn lichaam is gebalanceerd en compact. Idealiter moet de afstand van de schoft tot de grond gelijk zijn aan de afstand van de schoft tot aan de staartaanzet. De vacht van de cockerspaniël is glad en aanliggend, zijdeachtig en niet gegolfd; de bevedering is niet zo overvloedig.

     

     Kenmerken en eigenschappen

    • Schofthoogte: Reu 40 - 41 cm. Teef 38 - 39 cm
    • Gewicht: Reu 14 - 15 kg. Teef 12 - 13 kg
    • Leeftijd: tot 13 - 14 jaar
    • Kleur:zwart of rood, lever; blauwschimmel, oranjeschimmel, leverschimmel; roodbont, zwartbont; tan (dan hebben ze een rood masker) en drie kleur.

      [bewerken] Gezondheid

      De Engelse cockerspaniël wordt volgens de richtlijnen van de Nederlandse Spanielclub onderzocht op de oogaandoeningen PRA en cataract en op heupdysplasie. Verder komt er regelmatig cardiomyopathie (hartaandoening) bij voor en doofheid.

     

    Karakter

    De cockerspaniël is een jachthond, en zal reageren op vogels, konijnen en katten die hij ziet. Het is een kindvriendelijke, en altijd een vrolijk en energiek hondenras. Verder houd de cocker van water en zwemmen, evenals apporteren.

    Billie uit de stripreeks Bollie en Billie is een cockerspaniël

     

     

     

     

    02-09-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
    Categorie:huisdieren
    18-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jack russel

    De Jackrussellterriër is een sterke werkende terriër, die oorspronkelijk werd gefokt om de vos en das uit hun hol te jagen tijdens de jacht zodat de foxhounds de vos konden vangen. Gedurende lange tijd heeft men in Groot-Brittannië, het land van oorsprong, niet mee willen werken aan de raserkenning omdat men bang is dat de werkeigenschappen van deze hond verloren gaan en het een showhond zal worden zoals veel hondenrassen is overkomen. Uiteindelijk heeft men de erkenning via Australië, een kroonkolonie van Groot-Brittannië, voor elkaar gekregen.

    Tot 1999 mochten er hoogbenige en normaalbenige Jackrussels uit een nest komen sindsdien is de hoogbeen nu de Parson Jackrussellterriër. Deze is 'vierkanter van bouw' dat wil zeggen van de zijkant gezien even lang als de schoft hoog is en ranker. Vachten van beide rassen zij ruw, glad of broken, dat is een tussenvorm. Belangrijkste kenmerk van de Russells zijn de overwegend witte vacht en de spanbaarheid van de borstomvang. Kleur: overwegend wit, met eventueel zwarte en/of tan kleurige aftekeningen. Het tan (kastanjekleurig) kan licht tot zeer warm van kleur zijn

    In Nederland wordt er door de zogenaamde 'broodfokkers' nog veel zonder stamboom gefokt, deze honden voldoen echter vaak niet aan de rasstandaard. Ook worden er allerlei kleursooorten aangeboden zoals 'Black and tan', dit zijn echter gewoon teckel-, of andere kruisingen.       

    De Jackrussell is een alerte, actieve, onafhankelijke en sportieve hond. De Jackrussellterriër geeft blijk van intelligentie door zijn probleemoplossend vermogen, hij is een erg plezierige hond om te hebben als je je als eigenaar realiseert dat je een grote hond in kleine verpakking in huis haalt die regelmatig zal pogen het roer in handen te krijgen. Een baas zal net iets eigenwijzer moeten zijn dan zijn hond en net iets meer moeten doen om de hond voor zich te willen laten werken dan bijvoorbeeld een herderras die toch meer op de mens gericht zijn. Hij is tenslotte gefokt om als solist een vossenhol in te gaan en dan is afhankelijk zijn van de baas dodelijk en moet er initiatief genomen worden. Door zijn intelligentie zal hij vrij eenvoudig nuttige en gewoon leuke trucjes aanleren als hij luistert en voor je wil werken.

    Als je hem voor je kunt winnen is het een geweldige hond die voor je door het vuur gaat. Hij zal regelmatig het initiatief nemen om te gaan spelen met de baas door uitdagend voor je te gaan staan met een bal of een stuk hout. De stoere Jack kan buiten vonken van energie en thuis een echte schoothond zijn die toch alles hoort en plots binnenkomend bezoek dapper en onverschrokken tegemoet treedt. Als de dreiging weg is zal hij kwispelend en springend om aandacht vragen al zijn niet alle Jacks allemansvrienden, de reuen zijn wat onverschilliger naar vreemden. Omdat er veel gevallen bekend zijn van herplaatste 'Jacks', met name voor de zomervakanties is de Jack ruim vertegenwoordigt in asiels, is het zaak een weloverwogen beslissing te nemen voor tot aanschaf over te gaan. Met name teven kunnen, als er geen duidelijke roedelleider is, onderling vaak gevechten aangaan die hevig kunnen zijn. Zoals het een echte terriër betaamt geeft hij niet snel op en zal naar zijn prooi (een bal in de struiken voldoet ook) blijven zoeken al bent u het allang zat (en denkt u er al geruime tijd over een nieuwe bal te kopen) en zal negen van de tien keer terugkomen met zijn prooi. Er zijn gevallen bekend dat de eigenaren van deze honden ze uit moesten graven omdat ze niet meer uit het hol van de vos wilden komen zolang ze hem nog niet hadden gevangen       De hond moet langer dan hoog zijn, en de ideale schofthoogte is 25-30 centimeter. Belangrijk is dat de borstkas van de hond vlak achter de voorpoten omspanbaar is met 2 handen van gemiddelde grootte, en daardoor een omtrek van 40-43 centimeter mag hebben. Het gewicht van de hond is globaal 1 kilo voor elke 5 cm schofthoogte waardoor de ontwikkelde spieren duidelijk onder de huid van schouders en achterhand zichtbaar zullen zijn. Grappig is dat de pootafdruk lijkt op die van een kat        

    18-04-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (14 Stemmen)
    Categorie:huisdieren
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.amaryllis

                    

     

    Amaryllis is een geslacht van bolgewassen uit de narcisfamilie (Amaryllidaceae), dat endemisch is in Zuid-Afrika. Het geslacht is vernoemd naar een herderin uit de idyllen van de Griekse schrijver Theocritus en een pastorale van de Romeinse schrijver Vergilius.

    Het geslacht werd oorspronkelijk door Carolus Linnaeus veel ruimer opgevat dan tegenwoordig. In het begin van de 20e eeuw werd het geslacht beperkt tot de belladonnalelie (Amaryllis belladonna). In de plantenhandel wordt de naam nog steeds breder gebruikt, met name voor soorten uit het Zuid-Amerikaanse geslacht Hippeastrum.

    In 1998 werd een tweede soort beschreven: Amaryllis paradisicola.

     

    18-04-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    Categorie:planten en bloemen
    12-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mexicaanse opossum
    Didelphimorphia[1]
    Fossil range: Late Cretaceous–Recent
    Virginia Opossum Didelphis virginiana
    Virginia Opossum Didelphis virginiana
    Scientific classification
    Kingdom: Animalia
    Phylum: Chordata
    Class: Mammalia
    Infraclass: Marsupialia
    Order: Didelphimorphia
    Gill, 1872
    Family: Didelphidae
    Gray, 1821
    Genera

    Several; see text

    Didelphimorphia (pronounced /daɪ.dɛlf.ə.mɔr.fi.ə/) is the order of common opossums of the Western Hemisphere. They are commonly also called possums, though that term is also applied to Australian fauna of the suborder Phalangeriformes. The Virginia Opossum is the original animal named opossum. The word comes from Algonquian wapathemwa. Opossums probably diverged from the basic South American marsupials in the late Cretaceous or early Paleocene. A sister group is Paucituberculata (shrew opossums).

    Their unspecialized biology, flexible diet and reproductive strategy make them successful colonizers and survivors in unsettled times. Originally native to the eastern United States, the Virginia Opossum was intentionally introduced into the West during the Great Depression, probably as a source of food.[2] Its range has been expanding steadily northwards, thanks in part to more plentiful, man-made sources of freshwater, increased shelter due to urban encroachment, and milder winters. Its range has extended into Ontario, Canada, and it has been found farther north than Toronto.

     

     

     

     

     

     

     

     

    12-04-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:andere dieren ( beren varkens...)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bulldogmier

    Buldogmier is een naam voor soorten mieren uit het geslacht Myrmecia die bekend staan om hun agressieve gedrag en pijnlijke steek.

    De soorten komen voor in Australië en Nieuw-Caledonië en leven in grote groepen. Een aantal soorten kan dankzij de geveerde achterpoten een sprong maken van enkele centimeters.

    Buldogmieren zijn een van de meest giftige mieren op de wereld. Als men allergisch is kan een anafylaxie optreden, waarbij eerst de huid opzwelt en men in een levensbedreigende shock kan raken. Het toedienen van adrenaline kan de allergische reactie verminderen of stoppen.

    Buldogmieren hebben een duidelijk in drieën verdeeld lichaam. Typisch zijn de grote ogen waarmee de mier uitstekend kan zien. De kop is klein en omdat de achterzijde vaak groter is en een andere kleur heeft wordt vaak het achterlijf voor de kop aangezien. Ook heeft de buldogmier opvallend lange, tang-achtige kaken of mandibels. Buldogmieren worden vaak vrij groot, 1 à 2 cm, en zijn zeer alert en agressief bij verstoring

    12-04-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:andere dieren ( beren varkens...)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.koala

    De koala of buidelbeer (Phascolarctos cinereus) is een buideldier uit de familie koala's (Phascolarctidae) die voorkomt in het oosten van Australië. De Griekse woorden φασκολος en αρκτος betekenen respectievelijk "buidel" en "beer". Het Latijnse cinereus betekent "askleurig".

    "Koala" komt uit het Dharuk, een uitgestorven aboriginaltaal die rond Sydney werd gesproken. Het zou zoiets betekenen als "drinkt niet", verwijzend naar het feit dat de koala zelden drinkt (zie onder). De koala, zoals vele andere inheemse Australische dieren, speelt een belangrijke rol in de aboriginal-mythe over het ontstaan van de wereld.

    Koala's komen voor in de vier oostelijke deelstaten van Australië, Queensland, Nieuw-Zuid-Wales, Victoria en Zuid-Australië. De oorspronkelijke populatie koala's in Zuid-Australië was aan het begin van de twintigste eeuw vrijwel uitgeroeid, maar door het uitzetten van koala's uit Victoria in de deelstaat zijn er nu weer verschillende populaties in het zuidoosten van Zuid-Australië, waarvan de grootste op Kangaroo-eiland. De zuidelijkst voorkomende koala's (ondersoort P. c. victor) zijn de grootste. Het mannetje weegt zo'n 12 kilo, het vrouwtje 8 kilo. In het noorden wegen koala's bijna de helft minder. Zuidelijke koala's hebben een dikkere vacht dan die in het warmere noorden. De kleuren van de vachten variëren sterk per individu en worden lichter naarmate koala's ouder worden, maar de meeste zijn grijs met wit op de kin, borst, voorpoten en romp. Koala's hebben een korte staart, die geen functie lijkt te hebben.

    Koala's eten bijna uitsluitend bladeren van de eucalyptusboom. De bladeren zijn vezelrijk en bevatten vergif dat voor de meeste andere dieren gevaarlijk is. Omdat koala's een langzaam metabolisme hebben, slapen koala's zo'n 18 uur per etmaal, vaak in een boom. Volgens andere bronnen is dit zelfs 22 uur, waarmee de koala de grootste slaper van het dierenrijk is. De rest van hun tijd besteden ze vooral aan eten en het zoeken naar eten en potentiële partners. Ze verplaatsen zich bij voorkeur in de uren na zonsondergang en kunnen ook zwemmen. Koala's zijn solitaire territoriumdieren en "blaffen" wel eens agressief naar soortgenoten.

    In tegenstelling tot wat wel gedacht wordt, lusten ze niet alle soorten eucalyptus, maar vermoedelijk slechts een paar. Omdat koala's moeilijk te traceren zijn en vooral 's nachts en solitair leven, is dit voor de wetenschap moeilijk te bepalen. Van de enige honderden soorten zijn de favorieten vermoedelijk Eucalyptus viminalis, Eucalyptus punctata en Eucalyptus camaidulensis. In de bladeren zit genoeg vocht, zodat de koala verder niet hoeft te drinken

    Koala's zijn polygaam en paren normaal gesproken in de zomer, tussen oktober en februari.Het laatste spermavocht verhardt waardoor de man er indirect voor zorgt dat de vrouw de eerste dagen niet met een andere man kan paren. Het verhard sperma vormt een "stop". Na een paar dagen verliest het vrouwtje de "stop" vanzelf. Zo heeft men in dierentuinen een extra bevestiging van een paring.(Planckendael) Het koalajong (de joey) wordt na vijf weken geboren, maar is dan nog kaal, blind en slechts zo'n 2 cm lang. De zes maanden daarop brengt het door in de naar achteren gerichte buidel van de moeder, waar het melk drinkt uit een van de twee tepels. In de zes maanden daarna eet het jong onder andere een speciaal aangemaakte darmbrij van de moeder, waar bacteriën in zitten die de vertering van eucalyptusbladeren verbeteren.(zijn geen uitwerpselen!)

    12-04-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    Categorie:andere dieren ( beren varkens...)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blauwe vinvis

    De blauwe vinvis is - voor zover nu bekend - het grootste dier dat ooit op aarde leefde. Volwassen exemplaren kunnen een maximale lengte van ongeveer 33 meter en een (bewezen) maximaal gewicht van 170 ton bereiken. Om een idee van de grootte te hebben: de tong van de blauwe vinvis is net zo groot als een olifant en weegt ongeveer 2 ton.

    Een blauwe vinvis heeft een longcapaciteit van 5000 liter en een hart dat 500 kilo weegt.

    Het dier heeft slechts een kleine rugvin die kort zichtbaar is tijdens het duiken. Tijdens het uitademen ontstaat een spectaculaire waternevel van ± 9 meter hoogte.

    Ondanks de reusachtige afmetingen heeft de blauwe vinvis een slank voorkomen en kan het tijdens het zwemmen een snelheid bereiken van 40 tot 50 kilometer per uur.

    Het gewicht van een blauwe vinvis kan wel sterk wisselen met het seizoen. In de warme tijd eten ze zich helemaal vol in de koude wateren bij de polen. Vier maanden lang slokken ze enorme hoeveelheden kleine kreeftjes op : soms wel 4000 kilogram per dag. Zo bouwen ze een flinke speklaag op, waar ze de rest van het jaar op kunnen teren. Aan het einde van de zomer trekken ze naar warmere wateren, waar de vrouwtjes eventueel een jong krijgen. Ze eten dan helemaal niets meer, maar voeden wel hun jong. In de zeven maanden durende zoogperiode kan een vrouwtje maar liefst een kwart van haar lichaamsgewicht (ongeveer 25 ton) verliezen. Haar jong weegt bij geboorte zo'n 2 ton  

     

    Tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw werd de blauwe vinvis bijna tot uitsterven gebracht door de intensieve walvisjacht. Beschermende maatregelen in de tweede helft van de eeuw lijken het voortbestaan van de soort te hebben gered. Aantallen worden geschat op 5000, wereldwijd.

     

     

    Wonderlijk genoeg voedt dit reusachtige dier zich met minuscule diertjes die als verzamelnaam plankton hebben en een maximale grootte hebben van 1 à 2 centimeter. Per dag eet een volwassen dier zo'n 3500 kg krill.

     

     

    Een blauwe vinvis kan 80 tot 100 jaar oud worden. Ze leven alleen of in groepjes van twee of drie dieren. De blauwe vinvis staat, evenals de bultrug, bekend om zijn gezang. Bij de blauwe vinvis kan zijn gezang wel 180 decibel zijn

     

    De voorplanting vindt plaats tijdens de winter. Als meerdere mannetjes met één vrouwtje willen paren gaan ze er allemaal omheen zwemmen en proberen met haar te paren. Een wonderlijk feit hierbij is dat niet het eerste maar het laatste mannetje nakomelingen verwekt. Het sperma van het laatste mannetje spoelt het sperma van het voorgaande mannetje weg





    12-04-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:vissen
    11-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mestkever
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Mestkevers komen over de hele wereld voor behalve op Antarctica. Vele soorten zijn door de mens verspreid naar andere werelddelen, andere zijn juist erg zeldzaam geworden. De bekendste soort is de Scarabaeus sacer, ook wel bekend als de heilige pillendraaier, die voorkomt in Noord-Afrika. Deze mestkever is het icoon voor de hele groep vanwege onder andere duizenden jaren oude muurschilderingen; al in de oudheid heeft de mestkever al de mens gefascineerd. Mestkevers werden in het oude Egypte aanbeden omdat gedacht werd dat ze zichzelf konden creëren, zie ook scarabee en Egyptisch scheppingsverhaal.     Mestkevers zijn over het algemeen krachtig gebouwd met stevige poten en een dikke chitinelaag die het achterlijf, het borststuk en de kop beschermt. Deze extra spieren en bepantsering maken dat de mestkever zwaar en niet erg snel is, en vaak niet kan vliegen. De kleur is zwart tot groen- of blauwachtig, tropische soorten kennen bontere kleuren. In Nederland en België komt een tiental soorten voor, met als typische vertegenwoordigers de gewone mestkever (Geotrupes stercorarius) en de voorjaarsmestkever (Geotrupes vernalis).     

     

    Mestkevers en met name de larven zijn in de regel planteneters die de mest eten van voornamelijk grotere zoogdieren zoals koeien en paarden. Sommige soorten hebben zich gespecialiseerd en leven uitsluitend van de uitwerpselen van bijvoorbeeld grote slakken. Geen enkele mestkever leeft van de mest van carnivore dieren, de 'donateur' van de mest is altijd herbivoor. Mestkevers zijn dus eigenlijk planteneters, die andere dieren laten 'voorverteren' en leven van de mest.
    Niet alle volwassen mestkevers leven voornamelijk van mest, sommige soorten eten ook wel humus, rottend fruit, paddenstoelen of aas.

     

    Mestkevers maken vaak mestballetjes door porties mest achterwaarts op te rollen en gebruiken ze als nestkamers voor de larven, een aantal soorten begraaft de balletjes in een tunneltje voor de larven en andere soorten leven als larve in de mesthoop.
    Bij de tunnelgravende soorten maakt een paartje een nest in de grond. Eerst ontstaat een verticale gang die ongeveer een halve meter lang is en in een brede kamer eindigt. Alle zijgangen worden volgepropt met mest en alleen aan het einde is ruimte opengelaten voor een eitje. Tenslotte worden alle gangen met aarde afgesloten. De larven hebben voldoende voedsel tot hun beschikking en vaak meerdere jaren nodig om de ontwikkeling te voltooien. De kever komt dan tenslotte in juli uit maar blijft tot het voorjaar in de onderaardse ruimte zitten.  zonder deze insecten zat de wereld onder de mest

    11-04-2009 om 22:08 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zalm

    hij begint al van kleinsavaan een rijs van kilometers naar andereen zeén. als hij volwassen is doet hij nog een race tegen de klok. om eitjes te leggen op de geboren. watervallen beren vogels ontwijken

     

     

    Zalm wordt ook gebruikt als voedsel. In Nederland en België is het een specialiteit die vaak gegeten wordt in een restaurant. Zalm wordt gezien als een lekkernij.

    Gerookte zalm wordt vaak gebruikt in een buffet. Men kan zalm eten op brood of een op toastje. Ook is er gebakken zalm.

    Het vlees van verse Atlantische zalm is dieproze en vast van structuur. De hooggewaardeerde rode zalm uit de Stille Oceaan heeft dieprood gekleurd vlees. De vis wordt in zijn geheel, in moten of in filets aangeboden. Ook het vlees van de Cohozalm wordt zeer gewaardeerd. In de gebruikelijke zalmblikjes zit roze zalm, de meest algemene soort van de Pacifische zalmen.

    Gekweekte zalm is alleen te herkennen bij complete vissen, omdat de vinnen beschadigd raken tijdens verblijf in de nettenkooien. Bij vergelijkende smaakproeven blijken mensen niet in staat gekweekte van wilde zalm te onderscheiden.

     

    hij is de derde topatleet hij kan 4 meter de lucht inspringen

    11-04-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:vissen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jachtluipaard

    Uiterlijke kenmerken

    De jachtluipaard is aangepast aan jagen met een korte, zeer snelle sprint. Hij is slank, flexibel en gespierd gebouwd, als een hazewindhond, met een krachtige borst, een lange staart en voor een katachtige zeer lange poten, waarmee hij zich hard kan afzetten. De botten van een cheetah zijn licht en flexibel, en hij heeft een relatief groot hart en grote longen.

    De jachtluipaard heeft een licht gele vacht, die bedekt is met kleine, ronde, zwarte vlekken. De onderzijde en borst zijn bijna geheel wit. De kop is vrij klein, met kleine oren en grote, oranje ogen. Het voorhoofd en de wangen hebben zeer kleine zwarte vlekken. Van de binnenste ooghoeken tot de mond loopt een zwarte streep, en ook de onderlippen zijn zwart. De achterzijde van oren heeft een zwarte en witte markering. De staart is gevlekt, maar heeft bij de top een reeks van zwarte ringen en eindigt in een zwarte staartpunt. De vorm van de ringen en de hoeveelheid verschilt per individu, vergelijkbaar met de vingerafdruk voor de mens. Over de ondernek en schouders loopt soms een maan van lang haar. Vooral bij jonge cheetahs is deze maan opvallend.

    Kleurvariëteiten komen voor, zoals geheel zwarte dieren, ongevlekte dieren of witte jachtluipaarden met blauwige vlekken. De bekendste kleurvariëteit is de koningscheeta, waarbij de vlekken veel groter en grilliger zijn en met elkaar in verbinding staan. Ook loopt er over de rug een donkere, zwarte streep. Deze kleurvariëteit werd lange tijd beschouwd als een ondersoort (Acinonyx jubatus rex).

    Een volwassen dier weegt tussen 35 en 65 kg, maar gemiddeld 50 kg. De kop-romplengte is 110 tot 150 cm, en de staart kan 65 tot 90 cm lang zijn. De schouderhoogte is gemiddeld 80 cm.                

    [bewerken] Jacht

    Jachtluipaard op de uitkijk

    De jachtluipaard jaagt over het algemeen overdag. Meestal houden ze eerst de omgeving in de gaten vanaf een verhoogde plek als een rotspartij, een omgevallen boom of een termietenheuvel. De jachtluipaard jaagt voornamelijk op kleine en middelgrote antilopen als de Thomsongazelle en andere gazellen, impala, springbok en kob. De jachtluipaard besluipt de antilope met zijn kop naar beneden tot hij ongeveer 50 m in de buurt van zijn prooi is, waarna hij het met een korte, zeer snelle sprint probeert te vangen.

    De jachtluipaard is het snelste landdier ter wereld: binnen vier seconden kan hij snelheden van tot wel 106 km/uur halen. Deze snelheid houdt hij echter zelden langer dan over een afstand van 500 m vol, en meestal valt de soort aan met een snelheid van 70 km/uur. De gazelle probeert te ontkomen door zijwaartse bewegingen te maken, waardoor de cheetah af moet remmen. Soms lukken de pogingen van de prooi om te ontsnappen, en komt hij veilig weg, maar de cheetah kan ook goed van richting veranderen, ondanks de hoge snelheden die hij haalt. Als hij denkt dat hij dichtbij genoeg is, slaat de cheetah met zijn voorpoot één van de achterpoten van zijn prooi weg, waardoor de prooi struikelt. Direct probeert de cheetah de prooi te verstikken door zich in de keel vast te bijten. De cheetah kan zich wel twintig minuten lang vastbijten in de keel van een prooidier.

    Behalve antilopen jaagt de jachtluipaard ook op andere prooidieren, als middelgrote vogels en hazen en andere kleinere zoogdieren. Het is zelfs waargenomen dat een groepje jachtluipaarden een veel grotere prooi doodde, als een jonge kafferbuffel of een zebra. Dit is echter zeldzaam. Na de vangst moet hij snel eten, omdat sterkere rovers zoals leeuwen en hyena's zullen proberen de prooi af te pakken als ze de kans krijgen, maar ook meer reguliere aaseters als gieren en jakhalzen zullen proberen mee te eten. Hij kan tot 14 kg per maaltijd opeten, en het is waargenomen dat een groepje van vier cheetahs in een kwartier een gehele impala heeft opgegeten. Soms zal de cheetah in een boom klimmen, samen met zijn prooi, wat betekent dat hij soms een enorm gewicht de boom in moet slepen, maar meestal sleept hij zijn prooi naar een schuilplaats als dicht struikgewas. Op deze manier kan hij veilig eten. Na de jacht moet de cheeta ten minste 40 minuten uitrusten, om "op adem te komen". Zou hij dit niet doen, dan zou hij oververhit kunnen raken en zo ernstig gewond kunnen raken.  







          het is de 2de topatleet van de dierenwereld dieren hij kan 106 km per uur! de krachtpatser

    11-04-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (7 Stemmen)
    Categorie:katachtigen
    28-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hortensia

    Hortensia (Hydrangea) is een geslacht bloeiende planten uit de hortensiafamilie (Hydrangeaceae). Er zijn ongeveer 100 soorten verspreid over de hele wereld, waarvan sommige in het wild voorkomen. Vooral in China en Japan komen hortensia's veel voor.

    Hortensia is een gevarieerd geslacht planten: er zijn bladverliezende en groenblijvende soorten en zelfs soorten die klimmen. De plant heeft een merkwaardige bloeiwijze. Er zijn grote, pluimvormige trossen of schermen, bezet met vele bloemen. De middelste daarvan zijn klein en vruchtbaar. Deze kunnen zaad leveren. De bloemen aan de buitenkant zijn groter, maar steriel. De taak van de grote buitenbloemen is insecten ertoe te verleiden een bezoek aan de plant te brengen, om zo het stuifmeel op de binnenste bloemen af te geven.

    De hortensia is een bekende tuinplant. Vooral de soort H. macrophylla is een bekende heester. Dit is een opvallende struik met roze, witte, rode of blauw bloemschermen.        

    De hortensia maakte zijn introductie in Europa na voor het eerst te zijn aangeplant door Hortense de Beauharnais, de dochter van keizerin Joséphine de Beauharnais van Frankrijk. In de 20e eeuw werd de hortensia minder populair als gevolg van nieuwe inzichten van tuinarchitecten en plantenliefhebbers. De bloemen zijn namelijk erg fel en leken veel op goedkope plastic fabricaten uit die tijd. Massaal verdween de plant uit tuinen en werd gedegradeerd tot onkruid.

    De afgelopen decennia is er sprake van een kentering. De tuinhortensia wordt weer meer gekweekt. Er worden nieuwe kruisingen gekweekt en de populariteit onder plantenliefhebbers wordt weer groter. Zo werd onlangs de Hydrangea macrophyla 'Endless Summer' op de markt gebracht. Deze hydrangea bloeit, in tegenstelling tot de gewone Hydrangea macrophylla, zowel op oude als op nieuwe takken, zodat er telkens opnieuw bloemen gevormd worden. Hierdoor bloeit deze plant het hele jaar lang, van juni tot oktober.[1] Hydrangea Forever & Ever bloeit eveneens op eenjarig hout. Deze planten blijven compacter dan 'Endless Summer'. Tevens bevat de collectie van 'Forever & Ever' meerdere vormen en variëteiten dan 'Endless Summer'. Er worden nog steeds nieuwe variëteiten in de vrije natuur van Japan gevonden, zoals dubbelbloemige. Na intensieve veredeling en selectie zijn deze types verkrijgbaar over de gehele wereld.

    [bewerken] Kweek         

    Voor de kweek van hortensia's is een zonnige tot halfbeschaduwde plek vereist. De plant kan het beste in kleiachtige, vruchtbare, vochthoudende grond worden geplaatst. Het planten kan het beste gebeuren in het vroege voorjaar (maart) of in het najaar (oktober of november).

    De populaire blauwe variant van Hydrangea macrophylla verkleurt tot grauw rozeblauw als de grond niet zuur en ijzerhoudend is. Daarom is het voor de kweek van deze variant aan te raden zuurhoudende grond te gebruiken, evenals (kali)aluin of aluminiumsulfaat toe te dienen. Andere variëteiten, zoals de roze versie van Hydrangea macrophylla, hebben juist het omgekeerde nodig.

    Snoeien is over het algemeen niet nodig





    28-02-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (6 Stemmen)
    Categorie:planten en bloemen
    25-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.komodo varanen

    De Komodovaraan (Varanus komodoensis) is een hagedis uit de familie varanen (Varanidae).

    De Komodovaraan is één van de bekendste hagedissen vanwege de indrukwekkende gestalte; het is een van de grootste hagedissen ter wereld. De varaan is dankzij de publieke belangstelling populair in dierentuinen en duikt op in documentaires door de intrigerende levenswijze. De Komodovaraan is door zijn kleine verspreidingsgebied een erg kwetsbare diersoort die van bescherming afhankelijk is.

    Op het menu staat weliswaar voornamelijk aas, maar veel van de kadavers die gegeten worden zijn indirect door de varaan gedood. De Komodovaraan wordt hierdoor beschouwd als een carnivoor en een alfapredator die aan de top staat van het ecosysteem, in tegenstelling tot vrijwel alle andere hagedissen inclusief de varanen[1].

    De Komodovaraan komt voor in Indonesië, en leeft op en rond Komodo, inclusief enkele reservaten op het grotere eiland Flores. Ondanks de vrij recente (1910) ontdekking is er veel onderzoek gedaan naar de Komodovaraan, vooral in het Nationaal park Komodo, waardoor er veel bekend is over de biologie, de levenswijze en de voortplanting.          De Komodovaraan heeft verschillende lokale namen, die zijn ingegeven door de indrukwekkende gestalte. Door de Indonesiërs wordt de varaan wel ora genoemd, wat 'mond' betekent. Andere namen zijn biawak raksasa (reuzenvaraan) en buaja darat, wat landkrokodil betekent. Deze laatste naam is enigszins misleidend omdat varanen niet behoren tot de krokodilachtigen.               

    De Komodovaraan behoort tot de langste hagedissen ter wereld en kan een lengte bereiken van meer dan 3 meter, alleen de Papoeavaraan wordt langer. De lengte en het gewicht van de Komodovaraan worden vaak sterk overdreven, zo zou het dier volgens sommige bronnen meer dan zes meter lang kunnen worden en een gewicht van meer dan 250 kilo kunnen bereiken. Dergelijke overschatte afmetingen zijn niet altijd het gevolg van de fantasie van de lokale bevolking, maar zijn soms gebaseerd op onderzoek van serieuze wetenschappers. Zo is het vermeende gewicht van 250 kilo een schatting van de bioloog Walter Auffenberg, die veel onderzoek deed naar de Komodovaraan in het wild. Uit de vondst van een 2,5 meter lang exemplaar met een gewicht van ongeveer 50 kilo, dat na een grote maaltijd bijna 100 kilo woog, leidde Auffenberg af dat een drie meter lang exemplaar zo rond de 250 kilo zou moeten wegen. Dit getal wordt dan ook vaak gebruikt als het maximale gewicht, maar dergelijke exemplaren zijn nog nooit aangetroffen.

    Het langste exemplaar dat is beschreven mat 3,13 meter en woog 166 kilo inclusief eventuele verzwolgen prooien [2]. De meeste exemplaren blijven echter kleiner, gemiddeld 2,6 meter, en bereiken een gewicht van ongeveer 70 kilo. [2]

    De Komodovaraan heeft een typisch hagedis-achtige bouw; een langwerpig lichaam en een lange staart, vier gebogen poten en een brede, platte kop. De gespierde staart is langer dan het lichaam. De voor- en achterpoten dragen lange, platte, mes-achtige nagels. De kleur is bruin tot olijfgroen, de bovenzijde van de rug van heel oude exemplaren krijgt een gelige kleur door vele kleine gele vlekjes. Op sommige eilanden komen afwijkende kleuren voor, zo zijn de dieren op Flores meer rood van kleur met een gele kop. Jongere dieren zijn veel helderder gekleurd en hebben een lichtere kleur met donkere vlekken. De kop en poten zijn donkerder tot zwart. De staart is opvallend dik en lang en draagt een kleine kam die met name aan de staartbasis wat meer geprononceerd is, de staart is gebandeerd met lichtere en donkere ringen wat vooral bij de jongere dieren goed te zien is. De snuit is relatief stomp en breed maar relatief plat, de uit-stekende en omlaag gekromde bek doet enigszins denken aan de snavel van een eend. De ogen en neusgaten zijn relatief groot en duidelijk zichtbaar, boven het oog is een duidelijke benen rand aanwezig. De tanden zijn naar achteren gekromd en zaag-achtig getand waardoor ze makkelijk door het vlees snijden en grote stukken van de prooi kunnen worden afgenomen. De huid is niet alleen bedekt met schubben maar bevat een groot aantal insluitingen die bestaan uit keratine en osteodermen worden genoemd. Deze dienen als bepantsering en komen ook voor bij andere reptielen zoals hagedissen en krokodilachtigen.

    Mannetjes en vrouwtjes zijn nauwelijks te onderscheiden, de mannetjes worden groter en forser dan de vrouwtjes, maar omdat jongere en oudere exemplaren bij elkaar leven is dit in het veld niet altijd te zien. Mannetjes hebben een meer gewelfd deel aan de onderzijde bij de cloaca door de aanwezigheid van de hemipenis maar dit is moeilijk te zien. Alleen door te sonderen, het handmatig bepalen van de diepte van de cloaca, kan zekerheid brengen maar dit is met name bij de grotere exemplaren in de praktijk niet uit te voeren zonder de dieren te vangen of te verdoven





    25-02-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:andere dieren ( beren varkens...)
    24-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stinkdieren

    De stinkdieren of skunks (Mephitidae) vormen een familie uit de orde der roofdieren (Carnivora). De familie omvat 13 soorten in 3 geslachten, die verspreid over Noord- en Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië leven. Tot voor kort werd de familie als een onderfamilie van de marterachtigen (Mustelidae) beschouwd.

    Het stinkdier dankt zijn naam aan zijn manier van verdedigen. Als een stinkdier zich bedreigd voelt, spuit hij een zeer stinkende vloeistof over zijn vijand. Het stinkdier waarschuwt eerst zijn belager voordat hij de vloeistof spuit. Zijn wit-zwarte vacht laat hij bewegen. Meestal is dit al genoeg om zijn tegenstanders te verjagen. De geurklieren van de stinkdier kunnen verwijderd worden. Op deze manier kan het stinkdier ook gehouden worden als huisdier zonder zijn verzorgers te bespuiten.

    Het bekendste stinkdier is de gestreepte skunk (Mephitis mephitis) uit Noord-Amerika.    

    De stinkdieren of skunks (Mephitidae) vormen een familie uit de orde der roofdieren (Carnivora). De familie omvat 13 soorten in 3 geslachten, die verspreid over Noord- en Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië leven. Tot voor kort werd de familie als een onderfamilie van de marterachtigen (Mustelidae) beschouwd.

    Het stinkdier dankt zijn naam aan zijn manier van verdedigen. Als een stinkdier zich bedreigd voelt, spuit hij een zeer stinkende vloeistof over zijn vijand. Het stinkdier waarschuwt eerst zijn belager voordat hij de vloeistof spuit. Zijn wit-zwarte vacht laat hij bewegen. Meestal is dit al genoeg om zijn tegenstanders te verjagen. De geurklieren van de stinkdier kunnen verwijderd worden. Op deze manier kan het stinkdier ook gehouden worden als huisdier zonder zijn verzorgers te bespuiten.

    Het bekendste stinkdier is de gestreepte skunk (Mephitis mephitis) uit Noord-Amerika.

    Familie Mephitidae





    24-02-2009 om 09:38 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.poesies

    james tifa minty tiquila martini









    IK KAN NIET ZONDER JAMES LEVEN :) HIJ ZAL NOG VELE GOED VERWENDE JAREN LEVEN Lachen

    24-02-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lavendel

    Lavendel (Lavandula) is een geslacht uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). Het geslacht is terug te vinden in veel tuinen omwille van de paarse kleur en de geur van de bloemen.

    Lavendel wordt ook gekweekt om de lavendelolie die geëxtraheerd kan worden uit de paarse bloemen. Deze olie wordt als geurstof gebruikt in cosmetica, zoals zeep en parfum. Daarnaast wordt lavendelolie bijvoorbeeld gebruikt in de aromatherapie.

    Vooral de Provence staat bekend om de lavendelteelt. Meestal gaat het om kruisingen met een hoge concentratie aan etherische oliën zoals de veel aangeplante cultivar Lavandula ×intermedia 'Grosso'. In Nederland en België komt lavendel niet van nature voor.





    24-02-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:planten en bloemen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.eekhoorns

    De eekhoorn, rode eekhoorn of gewone eekhoorn (Sciurus vulgaris) is de in Europa meest voorkomende eekhoorn.            

    De eekhoorn is 18 tot 24 centimeter lang en 250 tot 350 gram zwaar. De borstelige pluimstaart is van 14 tot 20 centimeter lang.

    Al doet de naam anders vermoeden, kan de kleur variëren van zwart tot gelig, met allerlei tinten rood en bruin daartussen. Melanisme komt voor, maar de mate waarin individuen melanistisch zijn verschilt per regio. Gewoonlijk zijn de dieren roodbruin met een witte buikzijde, 's winters meer grijzig donkerbruin. De kleur wordt ook grijsachtiger naarmate de eekhoorn ouder wordt. De oorpluimen vallen vooral in de winter op. Een eekhoorn kan de haren op de pluimstaart opzetten.

    Met zijn lange, gekromde klauwen kan hij makkelijk in bomen klimmen en van tak naar tak springen. Tijdens een sprong spreidt hij zijn ledematen, waarbij de losse huid op de flanken het dier helpt in de lucht te blijven. De pluimstaart dient als roer, waarmee hij zijn sprong kan sturen. Ook kan hij goed zwemmen. De lange staart, de elegante wijze van voortbewegen en de pluimpjes op de oren geven hem een hoge aaibaarheidsfactor.                         

    De eekhoorn voedt zich met name met plantaardig materiaal als noten en zaden van sparren en pijnbomen. Verder eten ze knoppen, paddenstoelen, stukken boomschors, en soms dierlijk materiaal, als insecten, eieren en zelfs jonge vogels. Ook eten ze aarde voor mineralen. De eekhoorn eet dagelijks vijf procent van zijn lichaamsgewicht aan voedsel. Net als veel andere knaagdieren leggen eekhoorns wintervoorraden aan.

    De eekhoorn is een dagdier, dat zich meestal vlak na zonsopgang al laat zien. Ze zijn voornamelijk na zonsopgang en zonsondergang actief. 's Winters laten ze zich alleen 's ochtends zien. De eekhoorn houdt geen winterslaap. In plaats daarvan houdt hij zich bij gure dagen in zijn nest verborgen, en bezoekt hij op betere dagen 's ochtends zijn wintervoorraad.

    [bewerken] Nest

    De eekhoorn maakt gebruik van meerdere nesten. Het nest is rond met een diameter van dertig centimeter in bomen, op minstens zes meter hoogte, vlakbij de boomstam. Soms maken ze ook een nest op een tak of in een holle boom. Buitenste zijde van het nest wordt gemaakt van twijgen, en de binnenzijde wordt bekleed met mos en gras. Nesten waarin de jongen worden geboren, zijn bekleed met een dikkere laag.

    [bewerken] Levensverwachting

    Eekhoorns worden zes tot zeven jaar in het wild, tot tien jaar in gevangenschap. De belangrijkste natuurlijke vijanden zijn marters, roofvogels en huishonden en -katten. Ook sterven dieren door verhongering en auto-ongelukken. Vooral in hun eerste jaar sterven veel dieren. Om aan zijn vijanden te ontkomen rent de eekhoorn spiraalsgewijs omhoog tegen een boom.

    [bewerken] Sociaal gedrag en voortplanting

    De woongebieden overlappen. Vooral in de winter, waarin de woongebieden groter zijn, is er veel overlap tussen de woongebieden. Vrouwtjes wonen meer verspreid van elkaar dan mannetjes, waardoor overlap tussen de woongebieden van vrouwtjes minder voorkomt. In de paartijd jagen de mannetjes achter elkaar aan, mogelijk om een hiërarchie tussen de mannetjes vast te stellen en zo het recht om te mogen paren te verwerven.

    De paartijd is op zijn hoogtepunt tussen januari en maart. De draagtijd duurt 36 tot 42 dagen. Tussen maart en mei worden meestal de jongen geboren, mits er voldoende goede dennenappels zijn. Anders worden de jongen tussen juli en september geboren.

    Per worp krijgt een vrouwtje één tot acht jongen (gemiddeld drie). De jongen zijn bij de geboorte tien tot vijftien gram zwaar. Enkel het vrouwtje zorgt voor de jongen. Bij verstoring draagt het vrouwtje de jongen uit het nest. Na zeven tot acht weken begeven ze zich voor het eerst buiten het nest, en na zeven tot tien weken worden ze gespeend. Als de jongen tien tot zestien weken oud zijn, zijn ze onafhankelijk. De dieren zijn over het algemeen na tien tot twaalf maanden geslachtsrijp.                   

    De eekhoorn leeft voornamelijk in uitgestrekte naaldbossen en gemengde bossen waarin naaldbomen overheersen. Ook komen ze voor in parken en tuinen. Ze zijn minder algemeen in kleinere naaldbossen of in loofbossen. In de bergen komen ze voor tot op tweeduizend meter hoogte.

    De eekhoorn komt voor van Europa tot Noordoost-China. Hij komt niet voor in Zuid-Spanje en enkele Mediterrane eilanden. Op de Britse Eilanden en in Noord-Italië wordt hij langzaam maar zeker verdrongen door de grotere, zwaardere grijze eekhoorn.







    24-02-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:andere dieren ( beren varkens...)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.fretten

    Het fret (Mustela putorius furo) behoort tot de marterachtigen, net als de hermelijn, wezel en otter. Zoals alle marterachtigen zijn fretten roofdieren. Over het algemeen wordt het fret gehouden als gezelschapsdier, maar er zijn ook fretten die worden gebruikt voor de jacht. Deze vorm van jagen wordt fretteren genoemd.

    • Vrouwtje: Moer
    • Mannetje: Ram
    • Jong: Pup                     Daar fretten volledig gedomesticeerde dieren zijn (van de bunzing (Mustela Putorius) en niet in het wild kunnen overleven hebben ze geen habitat en vallen ze niet onder de werkingssfeer van artikel 3 Besluit aanwijzing beschermde dier- en plantensoorten flora- en faunawet                  Het fret is een gedomesticeerd dier en kan (dus) niet in het wild overleven. Fretten die in het wild zijn waargenomen zijn dan ook zeer waarschijnlijk bunzingen. Men weet ook niet precies waar een fret vandaan komt. Een theorie is dat het fret een kruising is tussen de Europese bunzing en de Aziatische steppebunzing, maar dit is niet bewezen.                      

      De paartijd van fretten is tussen maart en augustus. Een moer is vruchtbaar bij de eerste loopsheid bij ongeveer 9 maanden. Ze werpt na bevruchting na 42 dagen gemiddeld 8 pups. Ze worden kaal en blind geboren. Na een week begint hun vacht te groeien en na 4 weken zoeken ze de toiletbak op en eten ze al vast voedsel. Ook gaan nu hun oogjes open. Met 8-9 weken wisselen ze de melktandjes. Vanaf 8 weken kunnen ze bij de moeder weg.

      Het is zinvol het moertje in het laatste derde van de dracht met extra voeder te voorzien, om de groei van de pups en de opbouw van reserves voor latere melkgift niet te belemmeren.

      Voor het spenen van de pups kan men ze bijvoederen. Dit is extra belangrijk voor grote worpen, omdat in dat geval de hoeveelheid melk van de moeder niet voldoende is.                                      

      Qua vacht kunnen fretten 3 hoofdkleuren vertonen: wildkleur (zoals de bunzing), albino (wit met rode ogen), sandy (lichtbruine poten en staart). Alle drie deze kleuren komen voor in verschillende schakeringen: van chocoladebruin tot bijna zwart, van sneeuwwit tot crème, van heel licht zandkleurig tot donkerbeige.

      Daarnaast bestaan er verschillende aftekeningen: witte voetjes, een witte "bles", een volledig wit hoofd zonder masker, witte vlekken elders op het lichaam, ... Sommige van deze aftekeningen hebben een speciale naam gekregen zoals witvoet/mitt, blaze, panda, polka dot, ... Belangrijk om weten is echter dat deze witte aftekeningen het gevolg zijn van een mutatie in een bepaalde groep cellen (de cellen van de neurale kammen), dewelke, behalve voor de pigmentatie, ook instaan voor belangrijke functies. Vroeg of laat komen er dan ook maar al te vaak heel wat gezondheidsproblemen aan het licht bij deze dieren: doofheid, hartproblemen, maagdarmproblemen, misvormingen van de schedel/onderkaak, ... Bovendien zijn deze dieren ook veel gevoeliger voor allerhande tumoren. Aanvankelijk werd gedacht dat het hierbij om het Waardenburg-syndroom ging, tegenwoordig is men er nagenoeg zeker van dat het om een mutatie in het c-kit-gen gaat. Ook dieren zonder opvallende aftekeningen, maar met dieren mét deze aftekingen onder hun voorouders, dragen deze mutatie met zich mee en kunnen de bijhorende gezondheidsproblemen vertonen.                                                    





    24-02-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (6 Stemmen)
    Categorie:huisdieren
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.otters

    De otter (Lutra lutra), ook Europese otter of visotter genoemd, is een marterachtige uit het geslacht Lutra met zwempoten en een donkere, dichte, bruine vacht. Het is de ottersoort met het grootste verspreidingsgebied, en komt voor in een groot gedeelte van Europa en Azië.     

    Een volwassen otter is 80 tot 140 cm lang, inclusief de staart van 30 tot 50 cm lengte. Het gewicht varieert tussen de 5 en 12 kg en de schouderhoogte is gemiddeld 30 centimeter. Vrouwtjes zijn meestal kleiner dan mannetjes. Mannetjes hebben een kop-romplengte van 60 tot 90 centimeter, een staartlengte van 36 tot 47 centimeter en een lichaamsgewicht van 6 tot 17 kilogram. Vrouwtjes hebben een kop-romplengte van 60 tot 70 centimeter, een staartlengte van 35 tot 42 centimeter en een gewicht van 6 tot 12 kilogram.

    Met zijn gestroomlijnde lichaam is het dier goed aangepast aan het leven in het water. De ogen en de kleine afsluitbare oren en neusgaten liggen op één lijn bovenop de platte kop, waardoor ze boven water blijven als het dier aan het wateroppervlak zwemt. De otter heeft zwemvliezen tussen de tenen van alle vier de korte krachtige poten. De lange, ovaalronde staart doet dienst als stabilisator en roer tijdens het zwemmen. De snuit is breed.

    De vacht, die aan de buikzijde veelal lichter van kleur is, bestaat uit een waterdichte buitenste laag van dekharen en een luchthoudende binnenste laag van dicht opeengeplante donsharen, die onder water droog blijft. De dekharen drogen vrij snel, en hechten uit het water aan elkaar.

    Voor de otter, die nauwelijks over onderhuids vetweefsel beschikt, is deze waterdichtheid van groot belang om in het water op temperatuur te blijven. Een optimale conditie van de vacht voorkomt voortijdige onderkoeling tijdens het jagen onder water.                     De otter eet voornamelijk vis, als paling, baars, snoek, karper en zalm. Hij heeft een voorkeur voor vissen die kleiner zijn dan 25 centimeter. Hij eet ook amfibieën, watervogels, woelratten, ratten, rivierkreeften, krabben, wormen, insecten, in feite alles wat hij in het water aantreft.        

    Otters kunnen 7 tot 8 uur achter elkaar zwemmen, met een gemiddelde snelheid van 1,5 tot 2 kilometer per uur. Otters duiken gemiddeld tien tot veertig seconden onder water.

    Otters zijn vooral 's nachts actief en leven voornamelijk solitair. Tijdens het foerageren kunnen ze 3 tot 10 kilometer afleggen. Overdag gebruiken ze beschutte plaatsen als rietbedden, ondergrondse holten en holle bomen als rustplaats. Soms gebruikt hij ook holen, waarvan de ingang onder water kan liggen. Ook leidt er een luchtgat naar de slaapkamer. De slaapkamer wordt bedekt met droog plantaardig nestmateriaal. Een dier gebruikt vaak meerdere vaste rustplaatsen en holen binnen                              

    De voortplanting is afhankelijk van de beschikbaarheid van voedsel. In Zweden, waar 's winters al het water bevroren is, komen de jongen in de lente. Op de Shetlandeilanden worden de jongen in de zomer geboren als er veel vis is.

    Dieren van hetzelfde geslacht leven in gescheiden leefgebieden, waarbij het territorium van één man dat van een aantal vrouwtjes overlapt. Hoe groot het leefgebied van een individu is hangt onder meer af van de hoeveelheid beschikbaar voedsel en de dichtheid aan otters.

    Otters op het Europese continent krijgen meestal jongen in de lente en zomer, maar in principe kunnen ze het hele jaar door jongen krijgen. De gemiddelde leeftijd waarop vrouwtjes voor het eerst jongen krijgen is 2 jaar. Na een draagtijd van 61 tot 63 dagen worden de jongen geboren. De Europese otter kent geen verlengde draagtijd. De worpgrootte ligt meestal op 2 à 3 jongen, met een maximum van 5 en minimaal 1 jong per worp. In gebieden met een hoge sterfte door het verkeer of jacht ligt de gemiddelde worpgrootte hoger dan in gebieden met een lagere druk op de populatie.

    Alleen de moeder zorgt voor de jongen. De jongen worden blind geboren en zijn 15 centimeter lang. Als ze 35 dagen oud zijn, openen ze hun ogen. Als ze drie maanden oud zijn, nemen ze hun eerste duik. De zoogtijd duurt gemiddeld 16 weken. Na tien tot twaalf maanden zijn ze onafhankelijk. De dieren zijn gemiddeld na anderhalf tot twee jaar geslachtsrijp. Otters kunnen in gevangenschap 11 tot 15 jaar oud worden. In het wild worden ze zelden zo oud, gemiddeld slechts 3 tot 4 jaar                                                                

    De otter komt oorspronkelijk in geheel Europa voor (met uitzondering van IJsland en eilanden in de Middellandse Zee), het grootste gedeelte van Azië (van Palestina en Klein-Azië tot Siberië, Japan, Sri Lanka en Indonesië) en in Noordwest-Afrika van Marokko tot Tunesië.

    Hij leeft vooral in zoetwatergebieden met voldoende bedekking, als rivieren, meren, kanalen, beken en moerassen. Ook aan de kust komt hij voor, voornamelijk rotskusten en estuaria. In bergen komt hij voor tot op 4210 meter hoogte in Tibet.

    Door vervuiling, habitatvernietiging, verstoring, verkeer, visnetten en jacht liep het aantal otters in West-Europa achteruit, en was de soort zelfs in enkele landen uitgestorven (bijvoorbeeld Nederland en Zwitserland). Tegenwoordig maakt de soort weer een comeback.





    24-02-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:andere dieren ( beren varkens...)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hermelijntjes
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hermelijnen is familie van de wezel en lijkt er veel op, maar is groter. Hij heeft een langgerekt lichaam. De vacht is kastanjebruin van kleur, met een gelig witte buikzijde en een zwarte staartpunt. De hermelijn heeft een zomer- en een wintervacht. In de zomer is de vacht roodachtig bruin, in de winter is het wit. In het noorden van het verspreidingsgebied wordt de vacht geheel wit (met uitzondering van het zwarte staartpuntje), maar in zuidelijker gelegen gebieden wordt hij slechts gedeeltelijk wit. In vroegere tijden werden de wintervachten van hermelijnen massaal verwerkt in de bontafzettingen van koningsmantels, vandaar de overdadige zwarte stippen daarop.

    Het dier kan 160 tot 310 millimeter lang worden, met een staartlengte van 95 tot 140 millimeter en een gewicht van 90 tot 445 gram. Mannetjes zijn veel groter dan vrouwtjes. De kop-romplengte van een mannetje is gemiddeld 297 millimeter, de staartlengte 117 millimeter en het lichaamsgewicht is 200 tot 445 gram. Het vrouwtje heeft een kop-romplengte van 264 millimeter, met een staartlengte van 110 millimeter en een gewicht van 140 tot 280 gram. Noordelijke populaties zijn kleiner van formaat.

     Gedrag   De hermelijn is zowel overdag als 's nachts actief, met rustpauzes tussendoor. Het is een carnivoor, die voornamelijk op knaagdieren als woelmuizen jaagt. Ook vogels en haasachtigen (die groter zijn dan hijzelf) worden gedood. Mannetjes doden grotere prooidieren dan vrouwtjes. De prooidieren worden met een beet in de nek gedood.   

    De paartijd valt in mei en juni. Tijdens de paartijd gaat het mannetje zwerven. Zijn woongebied overlapt dan enkele territoria van vrouwtjes. De draagtijd wordt met 280 dagen verlengd, en pas in maart komt het embryo tot ontwikkeling, waarna de eigenlijke draagtijd 21 tot 28 dagen duurt.

    Ze leven solitair in territoria. Binnen een territorium bevinden zich twee tot tien nesten. Hermelijnen gebruiken een holle boom, een ruimte tussen rotsen of een verlaten hol als nest. De verlaten holen kunnen van prooidieren zijn. Het nest wordt bedekt met de vacht van knaagdieren.

    In april en mei worden vijf tot twaalf jongen geboren. De jongen zijn blind en doof, maar zijn al bedekt met een bleke, pluizige vacht. Een donkerbruine maan groeit op de nek. Als de moeder de jongen verplaatst, grijpt ze de jongen in deze maan. Na vier weken krijgen ze hun eerste prooi, en ze worden gespeend na vijf weken. Na twaalf weken kunnen de jongen goed jagen. Rond deze tijd zijn ze onafhankelijk.

    Na een jaar zijn de mannetjes geslachtsrijp, vrouwtjes al na vijf weken. In juli en augustus verlaten de jongen het nest. Mannetjes trekken verder weg dan vrouwtjes.

    Volwassen mannetjes paren soms met jonge vrouwtjes, die nog niet gespeend zijn. Deze vrouwtjes zijn praktisch hun gehele kindertijd drachtig.

    Hermelijnen kunnen tien jaar oud worden, maar gemiddeld worden ze slechts anderhalf jaar oud.    De hermelijn komt voor in heel Alaska en Canada, het westen en noordoosten van de Verenigde Staten, Europa en Noord-Azië, zuidwaarts tot de Kaukasus, de Himalaya en Japan. Hij is ingevoerd in Nieuw-Zeeland. Hij komt in alle habitats voor, zolang er voldoende bedekking is om in te schuilen. Hij is dus te vinden van de kust tot de bergen, in moerasgebieden en in weilanden.                                               

    24-02-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:andere dieren ( beren varkens...)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wezels
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De wezel (Mustela nivalis) is een roofdier uit de familie der marterachtigen (Mustelidae). De wezel is het kleinste roofdier ter wereld. Een vrouwtjeswezel weegt slechts 35 gram, lichter dan een veldmuis. In België wordt het dier ook wel muishond genoemd.        

    De wezel is een klein dier met een lang lichaam. Een volwassen dier is circa 20 centimeter lang en 4 tot 5 centimeter hoog. De staart is ongeveer 60 millimeter. Vrouwtjes zijn een stuk kleiner dan mannetjes. Mannetjes worden 166 tot 314 millimeter lang, met een staartlengte van 60 tot 125 millimeter en een gewicht van 54 tot 73 gram, vrouwtjes hebben een kop-romplengte van 148 tot 181 millimeter, een staartlengte van 30 tot 88 millimeter, en een gewicht van 30 tot 35 gram. Bovendien zijn in het zuiden van Europa wezels iets groter dan in het noorden, en kan de gemiddelde lengte per regio verschillen.

    Wezels hebben een roodachtig tot kastanjebruine rugzijde en een witte buikzijde, waarbij de grens tussen de kleuren onregelmatig is. In het hoge noorden worden wezels in de winter (gedeeltelijk) wit, maar in Nederland en België worden ze niet zuiver wit. De witte vacht dient als camouflage. Wezels hebben een witte vlek op de keel en hebben een bruinrode staart. De staart heeft geen zwarte punt, zoals bij de grotere hermelijn, die verder veel op de wezel lijkt.          

    De wezel voedt zich voornamelijk met knaagdieren als muizen, woelmuizen en lemmingen, maar ook grotere zoogdieren als konijnen en woelratten, vogels, eieren, kleine reptielen, kikkers en insecten. Veel van hun prooidieren zijn groter dan de wezel zelf. Als wezels jagen, achtervolgen ze prooien zoals kleine knaagdieren tot in hun hol. De dieren eten ongeveer eenderde van hun lichaamsgewicht aan voedsel per dag. Ze moeten dagelijks eten om niet te sterven aan verhongering.

    De dieren zijn zowel 's nachts als overdag actief, waarbij de dieren onregelmatig rustperiodes nemen. Vaak staan wezels op hun achterpoten om de omgeving te verkennen.

    Wezels leven solitair. Het territorium van een mannetje overlapt meestal meerdere territoria van vrouwtjes. Het hol is vaak een oud hol van een gedood prooidier. Het nest wordt in koudere streken bedekt met de vacht van prooidieren. Vrouwtjes leggen in de zomer voedselvoorraden aan, waardoor ze minder hoeven te jagen en energie sparen voor de dracht.

    In april en mei is de eerste worp, na een draagtijd van 34 tot 37 dagen. De wezel kent geen verlengde draagtijd, zoals vele andere marterachtigen. Bij voldoende voedsel volgt er in juli en augustus een tweede worp. Per worp krijgen de dieren 4 tot 6 jongen. Dit getal kan variëren van één tot zestien jongen per worp. Vooral in een goed lemmingjaar krijgen wezels in noordelijke populaties grotere en meerdere worpen. De lenteworp groeit snel, de zomerworp trager. Na vier weken gaan de oogjes open, en na drie tot vier weken worden de jongen gespeend. Als de jongen acht weken oud zijn, kunnen ze al goed jagen.

    Na 40 tot 45 weken verlaten de jongen de moeder, en gaan op zoek naar een eigen territorium. De dieren zijn geslachtsrijp na 5 tot 7 maanden. Jongen uit het eerste nest kunnen in de eerste winter een eigen nestje hebben. Wezels worden in het wild maximaal drie jaar oud, maar in gevangenschap worden ze wel 50 jaar oud.         Wezels leven in Noordwest-Afrika, Europa, Noord- & Centraal-Azië en Noord-Amerika. Ook is hij ingevoerd in Nieuw-Zeeland. In geheel Europa kunnen wezels aangetroffen worden, met uitzondering van Ierland. Zowel in stedelijke gebieden als op het platteland komen ze voor. Met name leven de dieren in heggen, struikgewas en bosranden, maar ze kunnen overal overleven, zolang er voldoende beschutting en prooi is. De dieren zijn te vinden van graslanden tot bossen, van zandduinen tot in bergen, van moerassen tot woestijnen           

    24-02-2009 om 00:00 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    Categorie:huisdieren
    23-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zonnebloemen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De zonnebloem (Helianthus annuus) is een tot 3 m hoge, eenjarige plant uit de composietenfamilie (Asteraceae). De zonnebloempitten worden voor meerdere doeleinden gebruikt. Het bloemhoofd kan wel een diameter hebben tot 30 cm. De bloem wordt gemakkelijk gekweekt uit een pit die in de tuin geplant kan worden.

    Bloeiende zonnebloemen op een akker wijzen naar het oosten, waar de zon 's morgens opkomt. Onvolwassen zonnebloemen waarvan de bloemknop nog niet geopend is, vertonen heliotropisme: overdag draait de bloemknop op zonnige dagen mee met de zon van oost naar west. 's Nachts keert de bloemknop terug naar de oostelijke stand. Deze dagelijkse beweging wordt bewerkstelligd door een flexibel segment van de stengel onder de bloemknop, de pulvinus. Tegen de tijd dat de bloem begint te openen verstijft de pulvinus, in de oostelijke stand. Daardoor wijzen bloeiende zonnebloemen de hele dag naar het oosten, terwijl hun heliotropisme al voorbij is       Zonnebloemen komen oorspronkelijk uit Noord- en Zuid-Amerika en zijn gedomesticeerd rond 1000 v. Chr. De Inca's vereerden de zonnebloemen als beeld van hun zonnegod. In 1530 werd de zonnebloem door Spaanse zeelieden naar Europa gebracht 

    Zonnebloemen worden gekweekt voor de zonnebloemolie, die veel gebruikt wordt in de keuken en als basis voor allerlei andere producten waarin plantaardige olie wordt verwerkt. Hij bevat veel onverzadigde vetzuren en is goed bestand tegen hitte en kan daarom voor het frituren gebruikt worden. In geraffineerde vorm wordt de olie ook voor industriële doeleinden gebruikt. Het na het uitpersen van de pitten resterende meel wordt als veevoer gebruikt.de bloem is heel mooi.

    Tegenwoordig bestaat er een kweekvorm met een hangend hoofd (zie foto), die aantrekkelijk is voor boeren omdat de bloemen minder beschadigd worden door vogels en vuil vanuit de lucht

    23-02-2009 om 11:06 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.margays
    De margay is een kleine katachtige die samen met de ocelot, de tijgerkat, de Geoffroy-kat en de nachtkat tot de groep van de pardelkatten behoort  
  • Afmetingen: Lengte: kop-romp 45-80 cm, staart 33-51 cm, schouderhoogte 30-35 cm. Gewicht: 2,5-4 kg.
  • Uiterlijk: Deze kat lijkt op de ocelot, maar is iets kleiner. De vacht heeft een goudgele grondkleur met een witte onderzijde. De grote, donkerbruine vlekken zijn in de lengterichting gerangschikt. Verder heeft de margay een korte ronde kop met grote ogen, een lange staart die voor balans zorgt bij het klimmen, en zwarte oren met grote witte vlekken, die een rol spelen bij communicatie. De enkelgewrichten kunnen 180º draaien en daarnaast zijn de tenen beweeglijk en goed spreidbaar, waardoor de margay een erg behendige klimmer is.
  • Levensduur: Margays worden in het wild 13 tot 18 jaar oud       

    De margay leeft in Latijns-Amerika.

    • Leefomgeving: De margay is vooral te vinden in dichtbeboste gebieden, zowel de droogbossen als de regenwouden. Soms komt dit roofdier ook in meer open biotopen voor, waaronder plantages    

      Voedsel: Deze katachtige jaagt vooral op dieren die hoog in de bomen leven zoals kleine apen, opossums, luiaards, eekhoorns, boomratten, vogels, hagedissen en boomkikkers. Ook eieren, geleedpotigen en zelfs fruit worden gegeten.

      Leefwijze: Margays zijn uitgesproken boombewoners en uitstekende klimmers. Als een margay via de stam van een boom naar beneden klimt, doet hij dat met zijn kop omlaag. De meeste katten gaan andersom naar beneden. Een margay kan zich ook met gemak ondersteboven verplaatsen, hangend aan alle vier de poten. Als één van de weinige katten, is de margay in staat zich vanaf een tak op een prooi te storten zonder een poot op de grond te zetten. Deze pardelkat is zowel overdag als 's nacht actief. Margays zijn solitair, hoewel ze in de paartijd tijdelijk als koppeltjes leven. Het territorium heeft een oppervlakte van 15-43 km².

      Voortplanting: Na een draagtijd van 76-84 dagen worden één of twee jongen geboren in een nest dat zich vaak in een holle boom bevindt. Na circa acht weken eten de welpen voor het eerst vast voedsel









  • 23-02-2009 om 11:04 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (8 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dassen

    De das heeft een herkenbare vachttekening. De bovenzijde is grijs van kleur, de onderzijde en poten zijn zwart. De kop, haren op de oren en de staartpunt zijn wit. Er lopen twee brede evenwijdige strepen over beide zijden van de kop, van de snuit via de ogen naar de oren en het achterhoofd. Albinistische, melanistische (geheel zwarte) en erythristische (rossige) dieren komen in sommige gebieden algemeen voor.

    De das is aangepast aan het leven in de gangen van de burcht. Hij heeft een wigvormig lichaam, met een vrij kleine kop en een lange snuit. Ook heeft hij korte, stevige poten en een korte staart.

    Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes. Mannetjes hebben een kop-romplengte van 68,6 tot 80,3 centimeter en een staartlengte van 12,7 tot 17,8 centimeter. Vrouwtjes hebben een kop-romplengte van 67,3 tot 78,7 centimeter en een staartlengte van 11,4 tot 19 centimeter. Dassen hebben een schouderhoogte van ongeveer 30 centimeter. Het lichaamsgewicht verschilt per regio, geslacht en jaargetijde. In de wintermaanden zijn ze meestal zwaarder dan in de lente (dassen houden geen winterslaap maar zijn minder actief) en in noordelijke gebieden zijn de dieren zwaarder dan in zuidelijke gebieden. Hun gewicht varieert rond 7- 14 kg bij de vrouwtjes en 9- 17 kg bij de mannetjes    

    Dassen eten voornamelijk regenwormen en insectenlarven en plantaardig voedsel als vruchten, hazelnoten, knollen, bosbessen, frambozen, kersen, pruimen, granen, klaver en gras. Tot hun dieet behoren naast wormen en plantaardig voedsel ook insecten (zoals kevers en hun larven, rupsen en de larven van langpootmuggen), slakken, amfibieën (kikkers) en kleine zoogdieren (konijnen, muizen, woelmuizen, mollen), op de grond broedende vogels en hun eieren, aas en zelfs egels, wespen en bijennesten. De dieren zijn meer carnivoor in de lente en meer herbivoor in de herfst.

    Omdat boeren mest in de grond moeten infiltreren, zijn de regenwormen in landbouwgebieden in aantal toegenomen. Bij zeer droog weer ploegt de das het gras om om bij zijn favoriete maaltje te komen     

    Burchten gaan soms generaties lang mee en worden continu uitgebreid. Sommige burchten zijn zelfs al enkele honderden jaren in gebruik. Ze worden over het algemeen gegraven in struiken, heggen en houtwallen. De burcht heeft drie tot tien ingangen, die tien tot twintig meter van elkaar verwijderd liggen. Bij uitzondering kunnen de ingangen zelfs honderd meter van elkaar af liggen. Voor de ingangen liggen hopen aarde en oud nestmateriaal.

    De gangen zijn gemiddeld zo'n tien tot twintig meter lang en hebben een diameter van minstens dertig centimeter. Ze leiden naar verscheidene kamers. Kamers worden bekleed met plantaardig materiaal, als varens, bladeren en droog gras. Het nestmateriaal wordt tussen de kin en de voorpoten geklemd achterwaarts de gangen ingebracht. Buiten de burcht liggen vaste latrines: ondiepe, onbedekte putten waar de uitwerpselen worden achtergelaten. Deze latrines liggen soms vlakbij de ingangen, maar de meeste liggen aan de territoriumgrenzen, en markeren zo het territorium.

    Overdag blijven de dieren in hun burcht. In de zomermaanden zijn ze meestal actief voor zonsondergang, maar meestal blijven ze tot na zonsondergang in hun hol. In de wintermaanden, van november tot februari, komen ze minder vaak naar buiten. Dassen houden geen winterslaap, wel winterrust, hetgeen inhoudt dat ze minder actief zijn.[1] In de herfst kunnen dassen tot wel tien uur van hun burcht wegblijven. Ze leggen dan een wintervoorraad aan.

    Een territorium is meestal zo'n dertig tot vijftig hectare groot. Voedselgronden overlappen vaak met die van nabijgelegen groepen. Binnen een hectare leven vijf tot acht volwassen dieren (varieert van twee tot vijfentwintig) met hun jongen, die één burcht delen. Een groep bestaat meestal uit meer vrouwtjes dan mannetjes. De dieren zijn niet monogaam en het komt vaak voor dat meer dan één dier binnen de groep jongen krijgt. Meestal delen twee tot drie dieren één nestkamer. De dieren gebruiken zelden langer dan een paar dagen dezelfde kamer als slaapplaats. De dieren verzorgen elkanders vacht. Zij produceren een grote verscheidenheid aan geluiden                                 

    De paartijd duurt van februari tot mei, maar ook buiten de paartijd vinden paringen plaats, voornamelijk van juli tot september. In de paartijd kunnen ook mannetjes uit naburige groepen paren met vruchtbare vrouwtjes. De paring duurt een kwartier tot een uur. De draagtijd wordt verlengd met drie tot tien maanden. De eigenlijke draagtijd duurt slechts zeven weken.

    In januari en februari worden de meeste jongen geboren. Per worp krijgt een dassenvrouwtje één tot vijf jongen. De jongen zijn blind en roze, met een dunne grijze vacht. Na vijf weken gaan de ogen open en na vier tot zes weken breekt het melkgebit door. Als de dassen twaalf weken oud zijn, hebben ze hun volwassen gebit. Na acht weken verlaten de jongen voor het eerst de burcht. De zoogtijd duurt minstens twaalf weken. Bij voedselgebrek kan de zoogtijd nog tot zes maanden duren. Nadat de jongen worden gespeend, leven ze de eerste paar dagen van halfverteerd voedsel, dat door de moeder wordt uitgebraakt.

    Mannetjes zijn na negen tot achttien maanden geslachtsrijp, vrouwtjes na twaalf tot vierentwintig maanden. Meestal blijven dieren hun hele leven bij dezelfde burcht, maar het komt geregeld voor dat dieren op een gegeven moment de burcht verlaten om zich aan te sluiten bij een andere burcht. Het zijn vaker mannetjes dan vrouwtjes die de burcht verlaten. De dieren sluiten zich soms aan bij naburige groepen, maar ze kunnen zich ook enkele kilometers verderop vestigen.

    Dassen worden in het wild maximaal veertien jaar, in gevangenschap tot zestien jaar. Vele wilde dassen sterven vroeger door onder de wielen van auto's terecht te komen   

    De das komt voornamelijk voor in glooiend landschap, bestaande uit loofbossen, afgewisseld met grasvelden. Ze kunnen zelfs in grote tuinen worden aangetroffen (bijvoorbeeld in Engeland). In bergen komen ze voor tot de boomgrens.

    De das komt voor in het grootste gedeelte van Europa en Noord-, Centraal- en Oost-Azië. De zuidgrens loopt van Zuid-Europa door Klein-Azië, Palestina, Iran, Tibet en China tot in Japan. De noordgrens loopt totaan de poolcirkel. Ook op enkele eilanden in de Middellandse Zee als Rhodos komt hij voor







    23-02-2009 om 10:54 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stokstaarten
    Het stokstaartje (Suricata suricatta) is een klein roofdier dat tot de mangoesten behoort. Hij wordt ook wel "aardmannetje" genoemd. Het bewoont alle delen van de Kalahari in zuidelijk Afrika (Angola, Botswana, Namibië en Zuid-Afrika). In het Afrikaans (en het Engels) worden stokstaartjes "meerkat" genoemd. Daardoor wordt de naam 'meerkat' soms foutief in het Nederlands overgenomen uit films, bijvoorbeeld de Disneyfilm De Leeuwenkoning. In het Nederlands is "meerkat" echter een naam voor een groep apen (Cercopithecus). Het stokstaartje eet voornamelijk insecten, spinnen, schorpioenen en slakken. Van alle mangoesten zijn de stokstaartjes de meest sociale. Het stokstaartje wordt niet bedreigd. In sommige Afrikaanse huizen kun je stokstaartjes aantreffen     Stokstaartjes leven in zuidelijk Afrika, meer bepaald op de droge open vlakten. Ze leven in groepen van maximaal 30 dieren. De holen van grondeekhoorns lijken dé geschikte plaats om te verblijven. Deze holen bouwen ze uit tot gangenstelsels, soms tot een oppervlakte van 15 m². In deze gangen worden speciale kamers aangelegd: slaapkamers, kraamkamers en zelfs toiletten. Deze laatste worden schoongemaakt door de mestkevers waarmee ze samenleven. Elke dag rollen de mestkevers de uitwerpselen van de stokstaartjes naar buiten en leggen er hun eitjes in. Als deze uitkomen, hebben de stokstaartjes weer een nieuwe schoonmaakploeg. De mestkevers kunnen ongestoord hun gang gaan: de stokstaartjes zullen ze nooit eten, omdat ze voor hen erg giftig zijn. Stokstaartjes delen de woestijn met hagedissen, schorpioenen en grondeekhoorns. Ze zijn alert op het gevaar van roofvogels dat hen boven het hoofd hangt. Ze leven in een soort van hiërarchie; sommige dieren staan op de uitkijk, andere gaan op jacht, nog andere zijn babysitters die de kleintjes in het oog houden als hun ouders er niet zijn. 's Nachts trekken ze zich terug in hun holletje, want de nachten kunnen bitter koud zijn, en de gevaren die buiten op de loer liggen zijn groot     Stokstaartjes hebben elk afzonderlijke taken. Een wachter staat op de achterpoten en steunt op zijn staart. Er zijn verschillende alarmsignalen: een fluitend geluid, dat 'opgepast' betekent, en een blaffend geluid, waarna de waarschuwer en de rest van de groep rennen voor hun leven. Een wachter beschikt over een goed gezichtsvermogen en kan al op grote afstand een ongevaarlijke gier onderscheiden van hun grootste vijand, de arend. Bij gevaar gaan alle stokstaartjes fanatiek graven; dit doen ze om een stofwolk te creëren die het roofdier op de vlucht jaagt. Als de aanvaller aanhoudt, voeren ze schijn- en echte aanvallen uit, waarbij ze spugen en bijten. Als ze aan de verliezende hand zijn en op de rug liggen, tonen ze hun tanden en halen agressief uit met hun klauwen



    23-02-2009 om 10:46 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (10 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vingerhoedskruid(heel giftig)
    Vingerhoedskruid (Digitalis purpurea), ook wel gewoon vingerhoedskruid genoemd, is een tweejarige plant die veel in siertuinen wordt gebruikt. De witbloemige variant Digitalis purpurea 'Alba' heeft op de Nederlandse Rode lijst van planten gestaan.     Vingerhoedskruid wordt 30-150 cm groot. De plant heeft eironde tot lancetvormige bladeren, die aan de onderzijde grijs behaard zijn. De stengel en bloemstelen zijn bezet met korte, zachte haren. Vingerhoedskruid bloeit van mei tot oktober met meestal donkerrood gevlekte bloemen. Er zijn drie kleuren: donkerrood (hardroze), lichtpaars en wit. Om de rode vlek zit een witte rand. De witbloeiende planten worden soms als aparte soort gezien. De bloemkroon is 4-5 cm lang. De hommels moeten in de bloemkroon kruipen om bij de nectar te kunnen komen. Soms wordt echter een gaatje in de bloemkroon gebeten om zo bij de nectar te kunnen komen. Een plant kan meer dan negentig bloemen hebben en duizenden zaadjes    De plant bevat de glycosiden: digoxine, gitoxine en gitaline[1] en is erg giftig. Digoxine wordt gewonnen uit de bladeren van tweejarige planten en wordt gebruikt bij behandeling van bepaalde hartritmestoornissen (atriumfibrilleren) en (steeds minder) bij de behandeling van hartfalen. Deze toepassing is voor het eerst beschreven door de Engelse arts William Withering uit Birmingham, die waarnam dat bepaalde kruidenmengsels van een lokale kruidengenezeres zeer effectief waren bij hartfalen met ernstig oedeem van de benen. Hij ontdekte welk kruid het effectieve bestanddeel in het mengsel was en publiceerde deze bevinding in 1785



    23-02-2009 om 10:41 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gouden regen
     goudenregen (Laburnum anagyroides) is een plant uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae) die zijn naam dankt aan de lange hangende bloemtrossen. In het wild groeit de goudenregen in Midden- en Zuid-Europa. De hoogte kan 7 m bedragen. De hele plant is giftig, in het bijzonder de peulen. De boom werd veel aangeplant in parken, tuinen en langs straten vanwege de sierwaarde maar de soort wordt tegenwoordig steeds minder vaak aangeplant, vanwege de giftigheid. Overigens zijn de aangeplante soorten vaak hybriden, zoals Laburnum ×waterei.


    De kroon is smal, open en onregelmatig met opstijgende, gebogen takken. De boom heeft een gladde schors die eerst groen is, maar later groenachtig bruin wordt. Er zijn fijne, oranjekleurige schilfers te zien

    De boom heeft grijsgroene twijgen, voorzien van grijze haartjes. De knoppen zijn eivormig en hebben een bleke grijsbruine kleur. Ook de knoppen zijn behaard.

    De bladeren zijn samengesteld drietallig. De deelblaadjes zijn eivormig en gepunt. Ze zijn 3-8 cm lang. De bladsteel heeft een variabele lengte (2-6 cm). De bovenzijde van het blad is grijsachtig groen, de onderzijde is blauwachtig grijs en is voorzien van zilverkleurige haartjes.

    De bloemen (zie foto) zijn heldergeel en hangen in trossen van 10-30 cm bijeen. De bloempjes hebben een vlindervorm.

    De vruchten van de goudenregen zijn slanke peulen van 4-8 cm lang. Vaak zijn ze gedraaid. In de peulen zitten zeer giftige zwarte zaden. De trossen vruchten zijn eerst harig, maar worden later donkerbruin en kaal.

    De giftige peulen zijn door het alkaloïde cytisine niet geschikt voor een tuin waar kinderen of honden spelen   Bloemen van goudenregen





    23-02-2009 om 10:38 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blauwe regen
    Het geslacht blauweregen (Wisteria) bestaat uit een tiental slingerplanten die van nature voorkomen in de Verenigde Staten, China, Korea en Japan. De houtige klimplanten kunnen zowel linkswindend (bijvoorbeeld de Chinese blauweregen) of rechtswindend zijn (bijvoorbeeld de Japanse blauweregen). Deze planten kunnen tot 20 meter hoog klimmen en tot 10 meter breed worden en worden vrij vaak als sierplant aangeplant



    23-02-2009 om 10:36 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.orchideeen
    De orchideeënfamilie (Orchidaceae) is een van de grootste plantenfamilies op aarde. Het aantal soorten wordt op zo rond de 20.000 geschat. Wereldwijd zijn meer dan duizend geslachten bekend welke verdeeld worden over tientallen subfamilies. Orchideeën worden ook wel eens kort orchis genoemd, wat ook de naam van een specifiek geslacht is        

    Orchideeën staan bekend om hun bloemen, die er soms vreemd uit kunnen zien. Ook de wilde flora in de Benelux kent soorten met opvallende bloemen. Vaak zijn er speciale aanpassingen aan bepaalde soorten dieren en dan met name insecten. Vele soorten zijn in de twintigste eeuw achteruit gegaan in deze regio. Waar eertijds vele graslanden in mei en juni werden gekleurd door de orchideeën zijn ze nu vaak beperkt tot natuurreservaten.

    Phalaenopsis 1:buitenste bloemdekbladen (kelkbladen); 2: binnenste bloemdekbladen (kroonbladen); 3: lip; 4: hierachter zitten de pollinia (stuifmeelklompjes); 5: stempel.

    Orchideeën hebben doorgaans stoffijn zaad. Deze hele kleine zaden kunnen gemakkelijk door de wind over grote afstanden worden vervoerd. En zo kunnen ze relatief gemakkelijk nieuwe geschikte groeiplaatsen koloniseren. Op die plaats moet dan wel de voor de kieming noodzakelijke schimmel aanwezig zijn, omdat het zaad zonder de schimmel niet kan uitgroeien. Voorts kost het vaak vele jaren om tot een volwassen vruchtdragend exemplaar uit te groeien. In de Benelux staan vele orchideeën bekend als fijnproever. Ze stellen gemiddeld hoge eisen aan hun groeiplaats. Ze leven vaak in symbiose met een schimmel waarmee ze voedingsstoffen uitwisselen.

    In regenwouden groeien bepaalde soorten als epifyt hoog in de bomen. Sommige van deze epifyten worden tegenwoordig als kamerplant gehouden. Ook andere soorten zijn populair als kamerplant. Diverse soorten zijn met elkaar te kruisen en dit geberut dan ook veel. Omdat een soort voor de bestuiving afhankelijk is van een specifiek insect of vogel hebben ze geen andere barrières ontwikkeld. De bestuiving verloopt vaak via een complex mechanisme, bijvoorbeeld door bij een insect de hele meeldraden op het lijf vast te plakken en deze te laten meevoeren naar een andere bloem.

    [bewerken] Bloemen

    De bloem van een orchidee is meestal eenvoudig te onderscheiden van een andere bloem. De bloem is opgebouwd uit drie kelkbladen en drie kroonbladen. Het middelste kroonblad is afwijkend qua vorm en vergroot (de lip), zodat het een platform voor insecten vormt om makkelijker het centrum van de bloem te bereiken.

    Oorspronkelijk was de lip van een orchidee opwaarts gericht en vormde zo een afdakje boven het gynostemium. Bij een aantal soorten, zoals de spookorchis (Epipogium aphyllum) en de vanilleorchis (Nigritella), is dit nog steeds het geval. Bij de meeste soorten echter draait de bloem zich bij het openen 180°, waardoor de lip neerwaarts wijst. Dit verschijnsel wordt resupinatie genoemd en zorgt ervoor dat de bloem zijn kenmerkende vorm krijgt







    23-02-2009 om 10:28 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (8 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.poolvossen

    Het dier wordt 30 centimeter hoog en 2,4 tot zes kilogram zwaar. De staart is 25 tot 40 cm. lang. Vrouwtjes zijn kleiner dan mannetjes. Mannetjes worden 55 tot 75 centimeter lang, vrouwtjes 50 tot 65 centimeter.

    De vachtkleur varieert. In de zomer is het dier meestal grijsachtig bruin, in de winter wit. Er zijn ook rookkleurig grijze dieren, die blauwvossen genoemd worden. Blauwvossen blijven het gehele jaar door grijzig bruin, maar krijgen 's winters een blauwere vacht. Het is een kleurvariëteit, en blauwvossen worden vaak geboren in een nestje met "witte" poolvossen. Zo'n vijf procent van alle poolvossen zijn blauwvossen. Het percentage is hoger in gebieden waar minder sneeuw ligt, als aan de kust.

    Er zijn twee ruiperioden, mei-juni en september. In de eerste periode verliest hij zijn wintervacht, in de tweede zijn zomervacht. De rui begint vanaf de rug, en bij sommige dieren (vooral mannetjes en zich niet voortplantende vrouwtjes) zijn delen van de wintervacht achtergebleven in de staart en op de flanken.

    Poolvossen verschillen van gewone vossen door de kortere oren en snuit, de rondere kop en de dikkere vacht. Zijn soortnaam "lagopus", wat "konijnenpoot" betekent, slaat op de harige voetzolen.      

    De poolvos leeft vooral van kleine zoogdieren, vooral lemmingen en andere woelmuizen. Het aantal poolvossen lijkt afhankelijk van het aantal lemmingen, en in slechte lemmingjaren kunnen jonge dieren hun broertjes of zusjes doden en eten om aan voedsel te komen. Ook sneeuwhazen, vogels (bijvoorbeeld ganzen, zeekoet, sneeuwhoen, steltlopers) en eieren worden regelmatig gegrepen, en hij eet ook insecten, bessen en vruchten. Het dier is zowel 's nachts als overdag (bijvoorbeeld in de lange arctische zomer) actief. In een goed lemmingjaar kan de poolvos een dozijn lemmingen per dag eten. Ook de jongen van de ringelrob worden aangevallen, als deze in een sneeuwhol zitten en relatief hulpeloos zijn. Poolvossen begraven voedsel op goed verstopte plaatsen.

    Als er 's winters voedselschaarste aanbreekt, trekken de dieren naar voedselrijkere gebieden, als de kust of zuidelijk gelegen gebieden. Ze kunnen dan wel honderden kilometers ver trekken, alleen of in groepjes. Daar eten ze vooral aas (bijvoorbeeld resten van door ijsberen gedode zeehonden, maar ook aangespoelde vis) en ook schelpdieren.

    Poolvossen leven in paartjes of kleine groepen, meestal bestaande uit één mannetje en verscheidene vrouwtjes met hun jongen, maar ook andere combinaties zijn bekend (bijvoorbeeld twee mannetjes en meerdere vrouwtjes). Waarschijnlijk zijn alle vrouwtjes in een groep aan elkaar verwant. Poolvossen zijn meestal monogaam; een mannetje krijgt over het algemeen jongen bij slechts één vrouwtje, ook als er meerdere vrouwtjes in de burcht wonen. De andere dieren helpen mee met het opvoeden van de jongen.

    Een poolvos leeft in een burcht, die bestaat uit een uitgebreid gangenstelsel met meerdere uitgangen en vier tot twaalf ingangen, die soms al eeuwen in gebruik zijn en 30 m² groot kunnen zijn. In zo'n gebied groeit meestal meer vegetatie dan in de omliggende streken, doordat de grond vruchtbaarder wordt door de uitwerpselen en etensresten van de poolvossen. De burchten liggen meestal meer dan een kilometer van elkaar af. Soms verblijven ze echter in de buitenlucht, en werpen daar ook hun jongen. Dit komt vooral voor in piekjaren, waarin de meeste geschikte gebieden om een burcht te vestigen al in gebruik zijn genomen.

    [bewerk] Voortplanting

    De paartijd duurt van maart tot april. Na een draagtijd van 53 tot 54 dagen worden de jongen in mei en juni geboren. Poolvossen krijgen voor zoogdieren van hun grootte vrij grote worpen: tien tot twaalf welpen is normaal. Soms bestaat een worp uit wel achttien dieren. In IJsland zijn worpen kleiner: gemiddeld vijf à zes dieren per worp.

    Bestand:ArcticFox.jpg
    Welp van een poolvos

    De jongen worden blind geboren, met een donkerbruine vacht. Na 14 tot en met 16 dagen gaan de oogjes openen. Rond deze tijd kunnen de witte vossen van de blauwvossen worden onderscheiden: witte vossen hebben grijze haren binnenin de oren en rond de snuit. Als de dieren drie weken oud zijn, krijgen ze hun eerste vaste voedsel. Vanaf die tijd wordt er voedsel gebracht door beide ouders en eventuele helpers. Na vier tot tien weken worden de jongen gespeend. In de herfst verlaten ze het nest, alhoewel af en toe vrouwtjes (en soms mannetjes) achterblijven. Deze dieren helpen het volgende jaar mee met de opvoeding van de jongen.

    De poolvos is geslachtsrijp na tien maanden. Het dier wordt maximaal elf jaar in het wild, en vijftien in gevangenschap. Het sterftecijfer onder jongen is hoog, behalve in goede lemmingjaren.

    [bewerk] Woongebied en verspreiding

    De poolvos leeft op de gehele arctische toendra van Noord-Amerika, Noord-Europa en Noord-Azië. Ook wordt hij aangetroffen in de alpiene toendra van het gebergte van Scandinavië. Hij is ingevoerd op de Aleoeten. De meest noordelijke populatie leeft in noordelijk Groenland, 88° NB, de zuidelijkste op het meest zuidelijke punt van de Hudsonbaai, 53° NB. Soms waagt hij zich op het pakijs, om ijsberen te volgen.

    Tijdens de laatste ijstijd kwam de poolvos in een groter gebied voor, blijkens fossiele vondsten in grote delen van Europa en Siberië.

    [bewerk]







    23-02-2009 om 10:06 geschreven door animallover  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (8 Stemmen)


    een echte dierensite!!! voor dieren liefhebbers
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog


    Over mijzelf
    Ik ben anthony
    Ik ben een man en woon in adjudantekeyserstraat 97 (belgie) en mijn beroep is geen ben een kind.
    Ik ben geboren op 14/11/1998 en ben nu dus 26 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: buiten spelen.
    mijn interesses zijn draken mijn vrienden en mijn huisdieren (5katten)komt door mijn zus mijn favorieten beesten zijn de
    Zoeken met Google



    Rondvraag / Poll
    wat is jouw favoriete dier
    kat
    hond
    paard
    reptielen
    vogels
    ander
    Bekijk resultaat


    Archief per week
  • 30/08-05/09 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 26/10-01/11 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 23/02-01/03 2009

    vertel deze blog voort




    Foto

    Zoeken in blog


    Zoeken met Google



    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda


    Categorieën
  • andere blog berichten( berichten wedde schappen...) (0)
  • andere dieren ( beren varkens...) (10)
  • hondachtigen (2)
  • huisdieren (11)
  • katachtigen (6)
  • planten en bloemen (3)
  • vissen (5)
  • vogels (1)

  • Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs