Binnen dit en vijf jaar komt er een alarmerend rapport van een
universitaire werkgroep over het bedroevend lage niveau van ons onderwijs. En
niemand zal begrijpen hoe dat zo gekomen is: "Wat is er toch fout gelopen met onze jeugd?"
Voor het antwoord zal men dan terug moeten naar het gedenkwaardige
jaar 2020. In dat unieke jaar heeft zich namelijk iets héél
bijzonders voor gedaan in de onderwijswereld. Het ministerie van Onderwijs kwam
toen namelijk met een revolutionair idee: "Slechte
punten tellen niet mee. Alleen goede punten
uit de periode van het afstandsleren mogen door klassenraden in rekening
genomen worden."
Het is een
tendens die zich al enkele jaren door zet: Sinterklaas komt elk jaar nóg vroeger
dan het vorige. Maar dit jaar was hij er wel héél erg vroeg bij: eind juni al.
Misschien omdat hij nu alles alléén moet zien te klaren, vermits zijn
assistenten in Europa niet meer binnen mogen. Dit jaar was hij dus
uitzonderlijk vroeg, maar zijn boodschap was wel dezelfde (of toch bijna) als
alle vorige jaren: "Er zijn dit jaar géén
slechte leerlingen!"
Ik heb de
aankondiging toch een paar keer moeten herlezen eer het tot mij kon doordringen:
leerlingen die de laatste drie maanden van het schooljaar al vakantie hadden
genomen, hoeven niet voor hun schooltoekomst te vrezen.
Dat is, in
mijn opinie, een kaakslag voor de jongens en meisjes die wél hun best gedaan
hebben. En het is vooral een kaakslag voor de meesters en juffen die alles gedaan hebben wat ze maar konden
bedenken om hun leerlingen te bereiken en hen te motiveren om ook thuis
toch te blijven studeren.
Het legt
meteen ook een ferme hypotheek op het volgend schooljaar, én de schooljaren
daarna. Want de leerlingen die er hun voeten aan geveegd hebben, die zullen in
september met grote achterstand vertrekken. Om hen niet helemaal te verliezen
zal het niveau dus een beetje moeten zakken, zodat iederéén kan volgen. Zodat
we ook dat schooljaar zullen afsluiten met een "achterstand". Niet alleen voor die enkelingen die er nu van
geprofiteerd hebben maar toch zijn mogen overgaan naar het volgende leerjaar,
maar voor allemaal, ook de goede studenten. De kwaliteit van ons onderwijs zal bijgevolg
nog wat verder zakken, en niemand zal begrijpen hoe dat toch mogelijk is: ooit
behoorde ons onderwijs tot de top van de wereld!
"Maar ja," zal u zeggen "het gaat om kansarme kinderen, en we
moeten zorgen dat die niet het slachtoffer worden van hun kansarmoede."
"Dat is flauwekul," als u mij deze boude
bewering permitteert. Het is niet omdat een kind opgroeit in een "kansarm" gezin dat het per definitie
tijdens deze lockdown-periode niet heeft kunnen studeren, niet heeft kunnen
werken voor school. Het gaat om de motivatie, en die hangt vooral van het kind zélf
af, en heeft weinig met kansarmoede vandoen. Ik ben ook opgegroeid in wat nu
een "kansarmgezin" zou genoemd worden. In een "arm" gezin tout court. En onze ouders hadden heus wel iets anders
te doen dan te zien of we goed aan het studeren waren. En toch heb ik
gestudeerd, en toch heb ik goede resultaten gehaald. En zo zijn/waren er véél
als ik.
Wat men nu
doet, door die toegeeflijkheid tegenover "kansarme"
kinderen, is precies het tegenovergestelde van wat de bedoeling zou moeten
zijn. Die kinderen zullen volwassen worden zonder enige deftige opleiding,
zonder een serieus diploma, zonder een gedegen achtergrond. Want ze zullen de
opgelopen "achterstand" nooit meer
ophalen, wel integendeel: ze zullen meer en meer achterop raken, en op den duur
afhaken. (Tenzij ze hun diploma cadeau krijgen omdat ze "kansarm" zijn.)
Ze zullen
in de werkloosheid belanden, of in slecht-betaalde jobs. En dus in de "kansarmoede". Waarmee de vicieuze cirkel
helemaal gesloten is: ook hun kinderen zullen "kansarm" zijn, en niet aan degelijk onderwijs toekomen (want het
onderwijs moet mild zijn voor kansarme kinderen, en dus de norm wat laten
zakken). En ook de volgende generatie zal opgroeien in "kansarmoede".
Binnen
enkele jaren zal er niet alleen een alarmerend rapport zijn over ons
onderwijsniveau, maar ook een vernietigend rapport over de toename van de
kansarmoede in ons land.
Nu de problematiek omtrent de discriminatie van onze zwarte medemens
(of moet ik zeggen "gekleurde medemens"
of "niet-blanke medemens"?) weer
volop in de actualiteit gekomen is, moeten we toch ook aandacht blijven hebben
voor de schrijnende discriminatie van de vrouw.
Vooral als het gaat over onze verkeersborden!
In Genève (Zwitserland) hadden ze vorig jaar het licht gezien: ze zouden
er zorgen voor "genderneutrale"
verkeersborden. Dat hadden ze afgekeken van Nieuw-Zeeland, waar ze op het
waarschuwingsbord dat aangeeft dat de straat open ligt om kabels te leggen, nu
niet langer "Line men" zetten, maar
wel "Line crew".
En onze minister Bart, verantwoordelijk voor ondermeer "Inburgering" en "Gelijke Kansen", vond dat een goed idee: "een stap in de goede richting".
Het zal wel zijn, dat dat een goed idee is. Het werd hóóg tijd, zou ik
zeggen.
Want zeg nu zelf: heb je al eens een verkeersbord bekeken, bij een zebrapad?
Of een verkeerslicht voor voetgangers? Daar staat dus altijd een man op, hee!
Of in elk geval een figuur in een lange broek. Ja, dat kan écht niet!
Het aantal vrouwelijke verkeersslachtoffers door die "mannelijke" verkeersborden en -lichten
is niet te tellen. Vrouwen die aan dat verkeerslicht komen te staan, die kunnen
niet weten dat die ook voor hen gelden, toch? Er staat immers een man op dat
verkeerslicht. En dus stappen de vrouwen gewoon door als het licht op rood
staat, en de gevolgen zijn catastrofaal. Idem dito bij de oversteekplaatsen
zonder verkeerslicht: daar staat een bord dat aangeeft dat er een
oversteekplaats is waar de voetganger voorrang heeft. Maar omdat het bord een
man toont, of toch in elk geval een figuur in lange broek, kunnen vrouwen niet
weten dat ze daar mogen oversteken. Of wel? En dus steken de vrouwen om het
even waar de straat over. En dan loopt het faliekant fout af. Gevolg van dit
alles: het aantal vrouwelijke slachtoffers onder de voetgangers is dramatisch
hoog in Genève. Vermoed ik toch.
Maar daar komt dus spoedig verandering in: genderneutrale verkeersborden. Geen idee hoe die er dan zullen of
zouden moeten uit zien. Welke figuur zet je op een genderneutraal verkeersbord?
Hoe ziet een genderneutraal mens er uit? Ik zou het niet weten. Of is het de
bedoeling om aan een zebrapad twee borden onder of naast elkaar te plaatsen:
eentje met een lange broek én eentje met een rok? Om de "personen met een functionele beperking" niet te discrimineren, zou
er dan zeker ook een bord moeten bij komen met een rolstoel, en ook nog eentje
waarop de persoon een geleidehond bij heeft. En een speciaal bord met een oude
mens, met een rollator, op die oversteekplaatsen waar het wat langer groen
blijft voor de voetgangers.
Ik zie het zó voor me: aan elke oversteekplaats hangen we een muur van
borden, om zeker te zijn dat niemand zich gediscrimineerd voelt. Dan zal
iedereen tenminste veilig kunnen oversteken.
Leve de genderneutraliteit!
Na lang beraad heeft minister Bart uiteindelijk beslist om voorlopig
toch maar de (foute) verkeersborden te behouden waarop een mannelijk figuur
afgebeeld staat. Hij heeft trouwens nu geen tijd voor "genderneutrale" verkeersborden, want hij heeft het veel te druk met
al die standbeelden die moeten verwijderd worden.
Het grappige is dat nog maar
vrij recent het bericht de wereld werd ingestuurd dat de stewardessen van
Virgin Airlines vanaf nu een broek mogen dragen. Ik was behoorlijk verbaasd
toen ik dat op de radio hoorde. Ik dacht: "Droegen de stewardessen vroeger dan geen broek tijdens hun werk?"
Maar ik had het verkeerd begrepen. Bedoeld werd: een lange broek, in plaats van
de rok die tot begin 2019 blijkbaar nog altijd verplicht was bij Virgin.
Dat is trouwens een trend die al lang bezig is: méér en méér hoort een
lange broek tot het standaard tenue van een vrouw, zowel beroepshalve als in de
privé sfeer. Vrouwen zien een gestileerde figuur met een lange broek al lang
niet meer als een mannelijk persoon.
Waarom zouden we dan nu de verkeersborden met zo'n figuur opeens als vrouwonvriendelijk of discriminerend gaan beschouwen? Wie
bedenkt in godsnaam al die fake
klachten over ongelijkheid, als er eigenlijk niemand is die daar last van
heeft?
Zijn er dan écht geen belangrijker zaken om ons druk over te maken?
Terloops: mijn broer heeft me erop gewezen dat het verkeersbord met "werkende mensen"zwarte figuurtjes toont, terwijl bijvoorbeeld de genietende
fietsers of kinderen die naar school mogen, wit zijn. Ook die verkeersborden moeten dus dringend aangepakt
worden!
Toegegeven: de corona-communicatie van de Belgische overheid blinkt
niet uit in rechtlijnigheid, noch in duidelijkheid.
Neem nu het "mondmasker"-gedoe.
Mondmaskers
hebben geen enkel nut.
Mondmaskers
moeten voorbehouden worden aan verzorgend personeel.
We
raden het gebruik van mondmaskers af, want ze geven een vals gevoel van
veiligheid.
We
zullen mondmaskers bestellen vanuit de overheid en die tegen begin mei aan alle
landgenoten bezorgen, zodat iedereen een mondmasker heeft.
Het
is aan te raden om een mondmasker te dragen als de anderhalve meter niet
mogelijk is.
Mondmaskers
zijn verplicht op het Openbaar Vervoer, en aan te raden op alle publieke
plaatsen.
In
een winkel zou iedereen een mondmasker moeten dragen. Dat zou moeten verplicht
worden.
Mondmaskers zijn niet verplicht in de winkel.
Of het gedoe met de "bubbels".
Blijf
in uw kot. Vermijd alle contacten.
Je
mag buiten gaan sporten, wandelen of fietsen met één iemand van buiten uw
gezin.
Je
mag tot vier mensen ontvangen in uw bubbel, maar die behoren dan wel exclusief
tot uw bubbel en mogen met niemand anders contact hebben.
Je
mag tot tien mensen per week ontmoeten, en dat mogen iedere week andere mensen
zijn.
Je
mag gaan sporten in groepen tot 50 man, maar zonder fysiek contact.
Je
mag weer op café of restaurant gaan, of een terrasje doen, maar in een bubbel
van hoogstens tien.
Evenementen
mogen weer, en begrafenissen, of huwelijken, maar met niet méér dan 50.
Evenementen mogen met 200, maar bij huwelijken is het beperkt tot 50.
Ik weet het wel: "voortschrijdend
inzicht". En de epidemie die afzwakt, waardoor de maatregelen kunnen
versoepeld worden. De communicatie wijzigt dan ook in de loop der tijd.
Logisch. Maar de mensen kunnen op den duur toch niet echt goed meer volgen. Het is niet altijd meer voor iedereen even duidelijk wat nu mag en wat niet,
wat nu moet en wat niet.
Sommige mensen gaan toch denken: "Weet
je wat? Spoedig mag alles. Waarom dan nog wachten, waar dan niet nu direct?"
En sommige mensen gaan denken: "Als
ze om de haverklap van gedacht veranderen, hoe ernstig moeten we die boodschappen
dan nog nemen?"
Het is waar: het is verwarrend, en dikwijls tegenstrijdig en niet
consequent.
Maar toch! Jongeren die in grote massa samen troepen, dicht bijeen, om
te feesten of te fuiven of te "chillen",
die moeten de voorbije drie maanden op een andere planeet gewoond hebben. Of
anders gewoon verstoken zijn van alle redelijkheid. Ik heb een sterk vermoeden
dat het IQ van jonge twintigers na één of twee pintjes dichter bij hun leeftijd
ligt dan bij het nationaal gemiddelde.
Er is eigenlijk maar één woord voor hun gedrag: "Stom, oerstom!"
Uiteraard komen de politiek-correcte psychologen met allerlei excuses
aandraven. Het is niet de schuld van de jongeren, het is de schuld van "anderen". Wat jongeren ook mispeuteren,
het is altijd de schuld van "de anderen". Het is de schuld van de
politiek, het is de schuld van de virologen, het is de schuld van de
burgemeesters. Want de richtlijnen zijn niet strikt of streng genoeg, en laten
te veel vrijheid. (Of te weinig vrijheid, dat kan ook.) En de beperkingen
worden niet goed genoeg gekaderd, er is niet genoeg "duiding". Of: "de jongeren
zijn de inperking van hun jeugd moe." Verder mag u gerust zelf ook iets
verzinnen, het zal zeker even veel (of even weinig) steek houden als de foefkes van de psychologen of de
jongeren zelf.
Ik ben zelf nooit een grote fan geweest van de lockdown die ons
getroffen heeft. Ik blijf ervan overtuigd dat er andere manieren moeten geweest
zijn om de epidemie onder controle te krijgen: het is in andere landen wel
gelukt.
Maar om nu massaal de richtlijnen te gaan overtreden, alléén maar om
te kunnen zuipen of omwille van de huidhonger, dat kan er bij mij niet in. Drie
maanden zonder kater en drie maanden zonder seks, dat lijkt voor de doorsnee
twintiger dezer dagen méér te zijn dan hij/zij aankan?
Wie zou op 26 november van het vorige jaar gedacht hebben dat ik nu,
zeven maanden later, nog altijd stukjes voor deze blog zou schrijven? Maar zie:
we zijn aan aflevering 200 toe. En de inspiratie is er niet minder op geworden.
Al zal deze "jubileum-aflevering"
een beetje anders zijn dan "normaal":
geen sarcastisch stukje over Donald Trump, geen kolder over de Belgische
regeringsvorming, geen verbijstering over de corona-obsessie bij de media.
Gewoon een meditatief stukje over de zin van het schrijven, over de zin van het
leven, over de zin van alles.
Ik vraag me van tijd tot tijd inderdaad af: "Waarom doe ik dit, die blog?"
Omdat ik het graag doe, dat is zeker. Omdat ik er zélf plezier aan
beleef. Omdat ik het gevoel, of de "pretentie",
heb dat ik toch wel iets te vertellen heb. En omdat ik er, net als iedere
creatieveling, "nood" aan heb om "gelezen" te worden en waardering te
krijgen voor mijn geschrijf. Of dacht u dat het bij Tom Lanoye of bij
vuilbekker Herman Brusselmans anders was? Al hebben zij wel iets méér lezers
dan ik.
Maar afgezien daarvan: "Wat is
de zin van dit geschrijf? Heeft iemand er iets aan? Zit iemand erop te wachten?
Wordt iemand er beter van? Zou het voor iemand een verlies zijn als ik géén
stukjes meer zou schrijven?"
Ik heb er het raden naar. Ik kan het alléén maar hopen. Het zou me een
heel fijn gevoel geven.
Eigenlijk sluit dit aan op een stukje dat ik eerder al geschreven heb,
met de bedenking: "Zou het een verlies
zijn als ik er niet (meer) zou zijn?"
En dan gaat het niet meer over de zin van dit geschrijf, maar over de
zin van mijn leven, de zin van hét leven.
"Moeder, waarom leven wij?"
vroeg Lode Zielens zich in 1932 al af. Het antwoord dat hij in zijn
naturalistische roman heeft verteld, was bijzonder negatief en zwartgallig: "Wij lijden omdat wij leven." En wie nu
meteen zin zou hebben om dat boek te lezen, moet ik toch waarschuwen: het is een
vreselijk triest en hard verhaal. Wie depressieve neigingen heeft, blijft er
liefst vér van weg.
Zó negatief wil ik écht niet klinken: het leven is al bij al niet zó
slecht. Voor mij toch niet. Voor velen onder ons niet. Helaas zijn er nog
altijd al te veel mensen op deze planeet voor wie het leven wél "lijden" is. Ook bij ons in België. En
met deze corona-crisis zijn er veel bijgekomen, té veel.
Het is niet evident, vermoed ik, om je leven zó te beleven dat het
écht zinvol wordt, en dat je er achteraf op kan terugkijken met een goed en
voldaan gevoel. Met het gevoel dat je iets "verwezenlijkt"
hebt, iets nagelaten hebt, een "spoor"
dat blijvend is. Maar het is de wens van iedereen, denk ik. En een
wijdverspreide angst om "misbaar" te
zijn en er helemaal niet toe te doen. Ik heb het op 30 mei al eens geschreven.
Om van ons leven inderdaad iets waardevol te maken, daar moeten en
kunnen we alleen maar ons best voor doen. Misschien moeten we daarbij ook niet
al té ambitieus zijn, en accepteren dat ook "kleine bijdragen" hun waarde kunnen hebben.
Dit is dan ook mijn "boodschap"
bij deze 200ste aflevering.
Laat ons blijven lachen met alles (en zeker ook met onszelf), en de
draak steken met alle stommiteiten van onze "leiders".
Maar laat ons vooral geduld hebben met elkaar. Elkaar leren en willen
begrijpen. Elkaars mening appreciëren ook als we ze niet delen. En elkaar een
warm hart toe dragen.
Ik weet dat dit nogal "melig"
klinkt. En daarom voeg ik er ook nog een "melig"
liedje aan toe:
When the night
has come
And the land is dark
And the moon is the only light we'll see
No I won't be afraid
Oh I won't be afraid
Just as long as you stand, stand by me
If the sky that we look upon
Should tumble and fall
Or the mountain should crumble to the sea
I won't cry, I won't cry
No I won't shed a tear
Just as long as you stand, stand by me
Whenever you're in trouble won't you stand by me
Oh stand by me
Whoa stand now, oh stand, stand by me
Een mens zou er niet zo direct bij stilstaan, maar de huidige
corona-crisis is ook erg nadelig, en op langere termijn misschien zelfs
rampzalig, voor de Afrikaanse wild- en natuurparken.
Door de corona-maatregelen blijven de toeristen er weg, en zijn er
geen inkomsten meer voor die parken. En dus zijn er geen middelen meer om
bewakers in te zetten die in de parken moeten patrouilleren, en zo krijgen de
stropers opnieuw vrij spel. Waardoor die geen enkele belemmering meer
ondervinden om massaal wilde dieren af te schieten; wilde dieren die zo al op
het randje van uitsterven balanceren. Volgens de IUCN (International Union for the Conservation of Nature) zijn zeker al
126 soorten primaten (apen enaapachtigen) met uitsterven bedreigd.
De kans is ook reëel dat die landen, zoals bijvoorbeeld Kenia of
Oeganda, die nu een groot deel van hun inkomsten uit dat soort "safari"-toerisme halen, aan die
natuurparken een andere, meer rendabele, bestemming zullen geven als de
toeristen té lang wegblijven. Veel van die parken zijn méér dan alléén maar een
toeristische attractie: ze zijn ook belangrijk in de strijd om natuurbehoud, de
redding van de Afrikaanse regenwouden. Als het nu voor de regeringen in die
landen rendabeler zou worden om, bijvoorbeeld, de bodemrijkdommen te gaan
ontginnen, ten koste van de natuur, dan is de kans groot dat ze niet zullen
twijfelen.
Bovendien vallen meteen ook voor veel plaatselijke bewoners, rond die
parken, de inkomsten weg die zij aan de toeristen verdienen: als gids, of als "hotelier", of als "fourageur" voor de safari-tripjes. Om toch nog iets te kunnen
verdienen, gaan ook de brave dorpelingen op stroperstocht, op jacht naar vlees
("bushmeat") om te verkopen op de
plaatselijke markten, of aan louche figuren die dat vlees naar Europa
smokkelen.
Wie hierbij denkt: "Het zal mij
een zorg wezen, dat stropers in het verre Afrika tekeer gaan en er al die wilde
dieren afslachten. Wij hebben wel andere zorgen aan ons hoofd!", die heeft
een heel kort geheugen.
Want herinner u Wuhan: de vleermuizen en de besmette schubdieren, die
de bron waren van alle ellende. Het "bushmeat"
dat door die stropers op grote of kleine schaal verkocht wordt, is met heel
grote waarschijnlijkheid ook besmet met allerlei virussen waarvan we tot nog
toe de impact of het gevaar niet kennen. Veel van die diersoorten waar op
gejaagd wordt, blijken namelijk drager te zijn van zoönotische virussen. (Een zoönose
is een ziekte die van dieren op mensen wordt overgedragen, ofwel direct of via
een "tussengastheer", bijvoorbeeld
een muskiet.)
De kans dat het op een kwade dag opnieuw totaal fout zal lopen doordat
iemand ergens op een marktje (misschien zelfs bij ons in Brussel) vlees zal
verkopen waarin een dodelijk virus huist, is dus groter dan we denken.
En dan zijn we vertrokken voor een nieuwe pandemie. Waarmee de cirkel
helemaal rond zal zijn.
Nóg meer stroperij in de wildparken omdat er geen controles meer
kunnen zijn door de paniekmaatregelen, of omdat de plaatselijke bevolking geen
andere bron van inkomsten ziet. En dus: nóg meer diersoorten die met uitsterven
bedreigd worden. Maar ook nóg meer besmet vlees op onze markten, en nóg meer
risico 's op een nieuwe virus-uitbraak.
Donald Trump heeft zijn kiescampagne op gang getrokken in de grote
stad Tulsa, Oklahoma. In een bijna tot de nok gevulde zaal, voor zo'n 13.000
enthousiaste aanhangers. En hij had een opmerkelijke belofte in petto voor zijn
kiezers.
(Terloops: De fake media
beweren dat de zaal maar voor twee derde gevuld was, en ze hebben beelden
getoond van lege rijen stoelen. Dat is natuurlijk vals! Er waren enkele stoelen
vrij gelaten omwille van Corona, en de leugenachtige media hebben die enkele stoelen
uitvergroot om hun valse berichten te verspreiden!)
Voor wie het zou gemist hebben, volgt hier een kort stukje uit zijn
speech:
Zodra ik opnieuw verkozen word,
voor een tweede termijn, zal ik Amerika nog groter maken dan het nu al is. Nóg
groter!
Ik ben bezig met geheime
onderhandelingen met een prachtig land in Europa: Vlaanderen, dat zal toe treden
als 51ste staat tot de Verenigde Staten van Amerika. Ik heb al heel
wat constructieve gesprekken gehad met mijn goede vriend Tom, de belangrijkste
man in de staat Vlaanderen. Een bijzonder verstandig man, Tom. Een man van het
volk. Een man naar mijn hart!
Dit is uiterst geheim, en daar
mag nu nog niets van uitlekken, want in Brussel zouden ze dat dan proberen te saboteren.
Ik vraag daarom aan alle honderdduizend mensen hier in de zaal om daar nog
niets over te verklappen. Want het is uiterst geheime informatie. Uiterst
geheim! Ook de fake pers in de zaal mag daar niets over schrijven of
publiceren. Als ze dat wél doen, zal ik ze allemaal aanklagen voor het
verspreiden van geheime informatie van nationaal belang. Diegenen die dit
nieuws verspreiden, zullen zwaar boeten en gestraft worden voor hun
anti-Amerikaanse activiteiten.
Om de onderhandelingen te kunnen
afronden, moet ik zéker herverkozen worden. Want Vlaanderen wil niets te maken
hebben met de socialist Biden. Vlaanderen moet niets weten van socialisten. Het
zijn de socialisten die Vlaanderen onderdrukken in Europa, en daarom wil
Vlaanderen bij Amerika komen. De grootste partij van Vlaanderen, met méér dan
10 miljoen kiezers, wordt door de socialisten genegeerd en dat moet veranderen.
Zij zeggen daarom: "Maak Vlaanderen weer groot!"
Samen met de grootste partij van
Vlaanderen zullen wij Vlaanderen los maken van Brussel, en dan kan Vlaanderen toetreden
tot de USA. Vlaanderen wordt de 51ste staat in ons mooie land, en
Amerika zal nóg groter worden. En Vlaanderen ook.
Dat zal voor Vlaanderen, en voor
Amerika, miljarden dollars aan nieuwe inkomsten betekenen. Inkomsten die ze nu
allemaal moeten afgeven aan de communisten in Brussel.
En voor Amerika zal dit een
ongeziene groei betekenen van onze export, en nóg meer nieuwe jobs opleveren
dan ik de voorbije vier jaar al gecreëerd heb. De hele wereld zal ons benijden
om de prachtige producten die wij zullen kunnen verkopen: de beste pralines van
de hele wereld, de lekkerste chocolade van de hele wereld. En over de hele
wereld zal ons bier gedronken worden, want de hoofdzetel van AB InBev komt naar
Amerika. En die van Westvleteren ook. Miljarden mensen zullen hun dorst kunnen
lessen met ons bier. Ook de restaurants van Peter Goossens en van Sergio komen
naar Amerika. We zullen er de grootste fastfoodketens in de wereld van maken. Na
McDonalds en KFC, natuurlijk. En Chef Roger komt ook naar Amerika. En we zullen
de grootste uitvoerder worden van witloof en peren. De Chinezen zitten te
smeken om meer witloof te kunnen kopen, en peren. En Vlaamse varkens. Onze
handelsbalans met China zal eindelijk positief worden, zoals ik altijd beloofd
had. Het zal gedaan zijn met het afpakken van al onze mooie dollars; de
Chinezen zullen ons vele miljarden dollars moeten betalen. En we zullen aan de
hele wereld speelkaarten verkopen. Over de hele wereld zal iedereen UNO spelen
met onze kaarten.
We kunnen niet wachten om Vlaanderen
in onze Verenigde Staten op te nemen. Ik zal er onmiddellijk werk van maken
zodra ik herverkozen ben. En ook de mensen in Vlaanderen kunnen niet wachten.
Ik heb hen al beloofd dat ze de zwarte mensen daar weer "Piet" zullen mogen noemen, wat nu niet mag van de linkse
socialisten. En we zullen een muur bouwen op de grens met Europa, om die
miljoenen illegale vluchtelingen buiten te houden die Vlaanderen overspoelen,
want het zijn allemaal verkrachters en moordenaars en drugsverslaafden. We
zullen er ook voor zorgen dat iedereen er weer West-Vlaams zal spreken. En het
Frans, dat de socialisten in alle scholen opdringen, zal weer afgeschaft
worden.
De nationale en internationale sportcompetities komen stilaan weer op
gang. Er wordt in diverse landen zelfs nú al weer gevoetbald. Zonder publiek
weliswaar. Het idee van een sportwedstrijd "achter
gesloten deuren" snap ik eigenlijk niet goed, want het mooiste aan zo'n
wedstrijd is de ambiance, de sfeer, de mensenmassa die intens mee leeft.
Maar goed: de competities moesten en zouden dringend weer opstarten.
Want één van de meest "dramatische" (zo
lijkt het toch) gevolgen van dit corona-virus was zéker dat alle professionele
sportcompetities in het voorjaar afgebroken werden. Het wielerseizoen is zelfs
niet eens serieus kunnen beginnen.
(Het grappige, of vreemde, hierbij is dat, net als de rest van het
VRT-journaal, zélfs het sporthoofdstukje in deze corona-tijden elke dag langer
duurde dan voorheen, hoewel er niet eens gesport werd.)
De Belgische voetbalcompetitie in de eerste klasse moest stopgezet
worden op één speeldag vóór het reguliere einde. Met uiteraard typisch
Belgische complicaties. Want de ploeg die op dat moment eerste stond, is als
kampioen uitgeroepen, en wie laatste stond, moet degraderen. Ik heb altijd
gedacht dat het principe inderdaad zo duidelijk was, en dat het daar
uiteindelijk allemaal om draait: op het einde van de competitie uitmaken wie de
beste en wie de slechtste was. Maar in België is niets simpel, en dus is er
heibel in de keet, en moet een rechtbank tussenbeide komen.
Dat het stopzetten van die wieler- en voetbalcompetities zó "dramatisch" was, komt omdat het
blijkbaar om "big business" gaat. We
spreken over budgetten van tussen 12 en 42 miljoen euro voor elk van de grote
wielerploegen. De omzet van de Ronde van Frankrijk alléén al bedraagt 160
miljoen euro. En in het profvoetbal zijn de bedragen nog hallucinanter: de
omzet van de 30 rijkste Europese clubs wordt geschat op 8,3 miljard euro. Dat
behoorlijk paniekerig gereageerd wordt op het idee dat het wieler- of voetbalseizoen
2020 een totaal fiasco zou worden, hoeft dus geen verbazing te wekken.
Maar ik begrijp het niet. Ik begrijp het concept van "sportsponsoring" totaal niet.
Wat heeft een bedrijf ermee te winnen dat iemand op een fiets rond
rijdt met de naam van het bedrijf op de rug van zijn shirt en op zijn borst?
Dat Greg Van Avermaet over de kasseien dokkert met "CCC" op zijn rug, "so what"?
Dat kan mij in elk geval geen bal schelen. Voor mijn part rijdt hij rond met "XXX" op zijn shirt, het maakt mij geen
fluit uit. En dat hij dan de Ronde van Vlaanderen zou winnen en met de beide
handen zou wijzen naar "CCC" op zijn
borst, of naar "XXX", het zal mij
worst wezen. Hoe kan zoiets een voordeel opleveren voor "CCC"? Zijn de producten van "CCC"
(schoenen en handtassen, blijkbaar: ik heb het opgezocht) zó veel beter omdat
Greg Van Avermaet rondfietst met "CCC"
op zijn rug en een koers wint? Of gaan we allemaal ontsmettende handgel van Ineos kopen als Chris Froome de Tour
wint? En zouden de klanten massaal voor BNP-Paribas
kiezen omdat RSC Anderlecht voetbalt met truitjes waar de bank als sponsor op
figureert?
Dat is toch allemaal flauwekul? Het feit dat een bedrijf een sportclub
sponsort zegt toch niets over dat bedrijf zelf? Het maakt een bedrijf niet
beter of competenter of méér verantwoordelijk, als zijn of haar naam op een
sportshirt vermeld staat? Het zegt niets over de kwaliteit van haar of zijn
producten als iemand het zegegebaar kan maken met de naam van dat bedrijf op
zijn of haar borst? En toch blijken die bedrijven miljoenen over te hebben voor
de sportsponsoring. Ik begrijp het niet.
(En wat ik al helemaal niet begrijp, is dat er mensen zijn,
wielertoeristen, die zowaar veel geld betalen
voor een truitje waarop "Ineos"
gedrukt staat. In mijn simpele geest wordt iemand betaald om reclame te maken
voor een bedrijf of voor een product. Dat iemand zélf zou willen betalen om
reclame te mogen maken, dat gaat mijn petje helemaal te boven.)
"Sportsponsoring", een
miljoenen- of zelfs miljarden-business? Ik begrijp het niet.
"Het gaat om naambekendheid!"
zal u zeggen. Zonder Greg Van Avermaet hadden we zelfs nooit over "CCC" gehoord, en zonder Chris Froome
niet over "Ineos".
Tja, dat zou kunnen. Maar zijn er voor die bedrijven écht geen betere
manieren te bedenken om zich in de belangstelling te werken? Waarbij ze in de
publiciteit komen op een manier die ook écht iets zégt over het bedrijf en/of
het product? Met een zinvolle actie, bijvoorbeeld. "CCC" zou schoenen kunnen schenken aan straatkinderen overal ter
wereld, die nu op blote voeten rondlopen. "Ineos"
zou iets kunnen doen aan de energievoorziening in sloppenwijken waar de mensen
zich nauwelijks kunnen verwarmen in de winter.
Het zou hen veel minder geld kosten, maar het zou honderd keer zo veel
opbrengen, ook aan imago-vorming.