Inhoud blog
  • Daar is de muze weer
  • Heibel op de gang
  • Grijswaarden
  • Boropov - Een onvoltooid verhaal
  • De Vuurman
    Zoeken in blog

    Amalgama

    26-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.amal-ga-ma
            het amalgama, de amalgama's, het amalgamaatje

    mengelmoes

    (bron: Van Dale Groot woordenboek hedendaags Nederlands)

    Deze blog is dus een mengelmoes van allerlei schrijfsels. Welkom trouwens, ook al ben je hier enkel door puur toeval terecht gekomen. Waarschijnlijk wel. Anders zou je hier niet zijn.
    Waarom een blog maken die toch niet gelezen wordt? Ach ja; een mens moet iets doen met die digitale tekentjes op zijn scherm. Het gaat me trouwens niet echt om het gelezen worden, wel om het schrijven zelf. Zoals action painting eigenlijk. Maar veel minder spectaculair dan (en geef toe; wat is er nu boeiend aan iemand die op een toetsenbord zit te tikken?).

    Er is ondertussen zowat twee jaar verstreken sinds ik deze blog heb opgestart. Na enkele heel lange pauzes heb ik weer eens het goede voornemen genomen om af en toe iets te posten. Je zal wel zien.


    Henric

    26-06-2010 om 00:00 geschreven door Henric Wybel  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:amalgama, schrijven, proza, poëzie, schrijfsels
    30-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Daar is de muze weer

    Daar is de muze weer
    de muze die me begeestert
    die mijn hele leven gek maakt
    wanneer ze er niet is

    Daar is de muze weer
    ze zweeft en ze lacht en
    ze flirt met me
    o sluit me toch in je armen

    want MIJN bestaan leven
    ik kan het niet zonder
    ik wil je grijpen
    me binden

    maar je glipt weg uit mijn handen
    slechts korrels houd ik over
    van je onmetelijke strand

    maar daar is de zee
    de zon gaat al onder

    laat me toch leven
    licht als de lente
    het nieuw leven brengen
    in een landschap kaal en koud
    waar passie en kracht zich verscholen houdt
    onder de vorstlaag, steenhard en kil
    want toch is er steeds iets
    dat groeien wil

    30-08-2012 om 17:11 geschreven door Henric Wybel  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Tags:muze, poëzie,
    12-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heibel op de gang
    wat begon met geroezemoes uit de verte
    is nu uitgegroeid tot een stortvloed van onvrede
    Nu kan ik de woorden niet meer negeren.
    Flistend scheren ze om me heen,
    schampen mijn hart en oren
    hoewel ze bij mij niets te zoeken hebben.
    Ik laat de woordenval voorbij stromen
    en wacht in stilte tot de zondvloed is voorbijgeraasd,
    of op het oog van de storm?

    12-02-2012 om 21:06 geschreven door Henric Wybel  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    20-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grijswaarden
    langzaam lijken zwart
    en wit
    te vervagen in grijswaarden

    Ik probeer de lijn te volgen

    Vaak lijk ik te
                           glijden
    soms lijk ik te

    vallen

    Nog nooit verpletterde de






                  bodemloze








                  put


    mijn lusteloze lichaam

    Hoe lang nog?

    20-02-2011 om 19:00 geschreven door Henric Wybel  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boropov - Een onvoltooid verhaal

    Boropov

     

    Eerste druk (try-out)

     

    Alle rechten voorbehouden

    © 2009 - 2010

     


    I.

     

    Boropov nam zijn tas en zijn sleutelbos. Een tikkeltje weemoedig wierp hij nog een blik in zijn appartementje, dat weldra zou bewoond worden door een ambtenaar van de Staat. Het zou waarschijnlijk zijn laatste appartement zijn in lange tijd. Op de keukentafel had hij een briefje achtergelaten; 'Neem mee wat je wil, beschouw het als een geschenk.' staat er op. Hij nam niet eens de moeite om de deur te sluiten.

    Zijn oude, afstandse Gorgio had hij gisteren nog volgetankt. Het wagentje had hij geparkeerd in de schaduw van het appartementsblok, zodat zijn vertrek nog enige tijd onopgemerkt zou blijven. Boropov legde zijn tas neer op de passagierszetel en nam zelf plaats achter het stuur. Na wat gejammer en gekrijs begon de motor eindelijk te draaien. Boropov zuchtte. Hij had even aan de betrouwbaarheid van zijn oude, maar taaie rammelkar getwijfeld. Op een dag als deze kon hij zich geen autopech veroorloven.

    Terwijl de motor warmdraaide, rommelde Boropov wat in zijn tas. Hij haalde er een hoornen bril en een dikke, wollen muts uit. Zijn jas, versierd met de nationale vlag, verdween in de plunjezak en werd vervangen door een onopvallende, grijze jekker. 'Zo,' dacht Boropov terwijl hij zich in de achteruitkijkspiegel bekeek, 'dit is wel genoeg voor het eerste deel van de rit.' De motor pruttelde wat, en de Gorgio kwam langzaam in beweging. Aan het eind van het straatje reed hij de grote boulevard op, en verdween in het drukke stadsverkeer. De ogen die hem al de hele tijd nauwlettend volgden, had hij niet gezien.

     

     

     

     

     

     

    II.

     

    Het bericht kwam binnen in een oud, slechtverlicht gebouw. Er zaten verschillende mannen aan hun tafels, flauw verlicht door bureaulampen. Bijna onmerkbaar stond een grijzige man op, en wandelde geruisloos naar de deur. Niemand keek op. De grijze man moest even wennen aan het felle licht op het binnenpleintje. Daarna stapte hij resoluut naar een kleine deur in de hoek, waarnaast een bordje 'privaat' hing. Hij klopte vier maal, afwisselend hard en zacht, en werd binnengelaten door een kleine, gezette en chagrijnig kijkende vrouw.

    Zonder één woord uit te wisselen vervolgde de grijze man zijn weg. Naarmate hij zijn tocht in het gebouw verder zette, werd het geluid van de receptie die aan de gang was steeds luider. Hij stopte bij een dubbele deuropening, knikte naar de man in maatpak die plots tevoorschijn kwam van achter een gordijn. "U weet waarvoor ik kom," zei de grijze man. De man in maatpak zei niets, maar wees naar een hoek van de zaal, niet ver van het strijkkwartet. Daar stond hij. Omgeven door ettelijke centimeters overtollig lichaamsvet, bij elkaar gehouden door een bleke, zweterige huid en dit alles in een pinguïnpak waar je een kleine zeilboot mee kon doen varen. Alleen de dubbele kinnen weigerden lustig schommelend om in de keurig gesteven kraag te zitten. De grijze man maakte beleefd een kleine buiging en meldde: "Meneer Andressej, hij is vertrokken." Andressej keek tevreden en propte nog een hapje met kaviaar naar binnen. "Wil je een hapje?" vroeg Andressej, niet bewust van de vele stukjes kaviaar waarmee hij zijn gesprekspartner besproeide. De grijze man sloeg beleefd het aanbod af, groette en ging onder begeleiding van enkele elegante slotnoten ietwat walgend de feestzaal uit.

     

     

     

     

    III.

     

    Diezelfde dag, om 6u in de ochtend. Met een laatste zucht kwam de nachttrein uit Balkovitz tot stilstand op perron 5. Een na een ratelden de treindeuren open en strompelden de eerste reizigers het daglicht in. Ze verdwenen gauw in het duistere gat in de grond dat naar de megalomane tunnel leidde die uitgaf op het stationsplein, met de fontein dat water in de nationale kleuren spuwde.

    Aan het eind van de stroom liepen vier mannen die ietwat uit de toon vielen. Ze hadden niet alleen meer koffers mee, ze bleken ook erg goedgemutst te zijn. "Gelukkig dat we lekker hebben kunnen slapen," zei één van hen. De drie anderen barstten in lachen uit. Ze hadden net voor de aankomst te horen gekregen dat ze zo'n halve wagon hebben wakker gehouden met schunnige liedjes en daverende lachsalvo's. "Ach," antwoordde de cellist, "daar weet ik niets meer van, ik was dronken." Nou ja, je moet iets doen tijdens zo'n lange reis. Geld voor een kaartspel hadden ze niet. Voor drank ook niet, maar daar wisten ze altijd wel een paar mouwen aan te passen. Vooral Sergej dan. Niemand wist waarvan hij de flessen haalde, en niemand vroeg er om. Ze hadden hun muziek, elkaars vriendschap en af en toe een fles sterkedrank. Ze waren gelukkig.

    Het was voor hen de eerste keer dat ze in een vreemde stad zouden spelen. Zowat een week geleden kregen ze het bericht dat ze uitgenodigd werden om op een receptie in het Staatshuis van Zerkontatz te spelen. In een P.S. werd hen vriendelijk aangemaand om zeker op de uitnodiging in te gaan. 'Kom of wij komen,' was de leus. Nog een geluk dat de treintickets meegestuurd werden. Waar ze precies naar toe moesten, werd hen niet uitgelegd. Daar ging voor gezorgd worden, zoals bij al het andere. 'Denk niet, wij denken voor jou' was een andere gekende slogan. 'Tamelijk cliché, maar toch duidelijk' had een journalist ooit gedurfd te schrijven. Tijd voor een afscheidsbrief werd hem niet meer gegund.

    Problemen oplossen, daar was de Staat goed in. En als het nodig was, kenden ze ook nog iets van organisatie, zoals nu bij het strijkkwartet. Er wachtte hen een groepje gespierde mannen in Rijksuniform op aan het eind van de tunnel. Zonder een woord uit te wisselen grepen ze de muziekanten stevig bij de arm en leidden ze naar een gesloten bestelwagen. Nog voor ze het goed en wel beseften, lagen ze op een hoopje op de koude metalen vloer van het busje, zonder koffers of instrumenten. Met een hels kabaal werden ze tegen de achterdeuren geschoven. Ze waren vertrokken.

     


    IV.

     

    Met een lawine van scheldwoorden ontwarde de kluwen van armen en benen zich. "Bende klootzakken!", riep iemand. "Strontjanetten! Mestkevers! Oelewappers! Stoethaspels!" Gelukkig maakte de bestelwagen zo'n lawaai dat de boodschap niet gehoord kon worden door de bestuurder. "Vuile nationa...", maar verder kwam de cellist niet. Sergej verkocht hem een oplawaai vanjewelste. Naast woede was ook een diepe angst te lezen in zijn ogen. Ook de andere muzikanten keken de cellist scherp aan. Beschaamd boog hij zijn hoofd, terwijl de sterren nog om hem heen dansten. Angstvallig luisterden ze, maar de wagen raasde door alsof er niets gebeurd was in zijn duistere laadruimte. Toch duurde het nog een hele tijd voordat de sfeer ietwat genormaliseerd was. Ze wisten allemaal wat zo'n uitspraak kon kosten.

    Na wat een eeuwigheid leek, minderde de bestelwagen vaart. De putten in het wegdek waren stilaan verdwenen, wat een hele opluchting was voor hun achterwerken. De bestelwagen wrong zich met piepende banden door enkele scherpe bochten, dook van een helling en kwam even later tot stilstand. De deur ging open en een stem gebood hen uit de bestelwagen te komen, maar ze zagen niemand. Nauwelijks stonden ze met hun stramme benen op het ruwe beton, of de bestelwagen reed met een rotvaart achterwaarts de ruimte uit. Vliegensvlug sloot een poort zich. Ze stonden met zijn vieren ietwat verloren in de volledig gebetonneerde kamer. Een fel licht viel op hen, maar voor de rest niets dan stilte. "Wat staat ons nu weer te wachten?", dacht Sergej somber.

     

    V.

     

    Boropov reed aan volle snelheid de stad uit. Nou ja, toch aan de hoogste snelheid die zijn Gorgio enkele uren kon volhouden. Met een immens geraas bolde hij voorbij een rij voertuigen die zich, met hun slakkengangetje, wel aan de maximumsnelheid hielden. Het was een karavaan vol halfverroeste en krakkemikkige metalen dozen op drie of vier wielen, waar heel wat mensen in opeengepakt zaten. Een kleuter keek met grote ogen naar Boropov's Gorgio en leunde angstaanjagend ver uit het gat in de carrosserie van de Staatsbus. Gelukkig greep een eeltige hand de kleine vast bij de kraag om hem binnensbus een oorvijg te verkopen. Het zou niet de eerste keer zijn dat een kind aan de kant van de weg ligt.

    Opeens, zonder enige waarschuwing, ging de Gorgio de weg af, en stortte zich langs de stoffige helling naar beneden. Een grote stofwolk steeg op en belemmerde de andere weggebruikers het zicht op het dalletje. Niemand stopte. Boropov vloekte hard toen het rechterachterwiel bleef haperen aan een onzichtbaar obstakel, verscholen onder het stof. Met een knal werd het achtereind van de auto omhoog gekatapulteerd, maaide een verdorde struik weg en klemde zich opeens vast in de mulle ondergrond, waardoor de Gorgio ei zo na overkop ging. Onzacht kwam Boropov's neus in aanraking met het stuurwiel. Sakkerend zocht hij met betraande ogen zijn walkie-talkie, die de reden was van zijn vreemde manoeuvre. Boropov vond de walkie-talkie onder de passagierszetel en zei kort "Boropov."

    Een stem aan de andere kant van de lijn gaf hem in telegramstijl enkele instructies door. Boropov knikte telkens begrijpend, hoewel hij vond dat de informatie deze keer wel erg vaag was. Toen hij vroeg om wat specifieker te zijn, verbrak de stem aan de andere kant prompt de verbinding. Diep fronsend luisterde Boropov naar het geruis bij zijn rechteroor. Vreemd. "Ach wat", mompelde hij tegen zichzelf.

    Hij stapte uit om de achterkant van zijn wagen te controleren, en zag dat alles goed was. Misschien waren er enkele blutsen bij gekomen, maar erg groot leek het verschil niet te zijn. Het wiel was nog intact. Boropov startte de motor, keerde om en liet de auto kalm de helling op kruipen. Eenmaal op de weg, sneed hij enkele andere chauffeurs de weg af en verdween plankgas uit het zicht.

     

     

    VI.

     

    Een luidspreker kraakte. "Wie zijn jullie?" vroeg een metalen stem. "Wij zijn een strijkkwartet uit Balkovitz. We werden gevraagd om op een receptie in het Staatshuis van Zerkontatz te spelen," antwoorde Sergej met een kalme, duidelijke stem. "Ga dan maar snel met je armen en benen gespreid op de grond liggen, gezicht naar beneden." De vier volgden het bevel op. Verder gebeurde niets. Langzaam werden de vier doordrongen door de kilte van het beton. Niemand waagde het om een vin te verroeren; ze wisten dat iemand hen scherp in de gaten hield.

    Opeens werd er gerammeld aan de metalen deur in de hoek. Ze werd op een kier geopend, een streep licht viel binnen. Terzelfder tijd kwam van bij de poort het geluid van tientallen klepjes die open gingen. Het licht ging uit, de deur sloot zich en een fractie van een seconde later leek de kamer vergeven te zijn van een soort apocalyptisch vuurwerk; overal lichtgeflits, vonkjes van afketsende kogels en vooral het geratel van machinegeweren. De vier voelden het dodelijke lood op onaangenaam dichte afstand boven hun lichaam scheren. Ze hielden hun handen tegen hun oren, maar toch leek elk schot een mokerslag in hun hersenpan te zijn. Langzaam leek alles te vervagen; de schoten, het geflits, het koude beton, de kamer.

     


    VII.

     

    Eenzaam werkte een kleine stip zich een bergpas op. Honderden meters lager, in een diepe rotsopening, stond een kleine, roestende wagen verscholen. De auto was zo vuil, dat geen mens, behalve één dan, zou kunnen schatten hoe lang hij er als stond. Bandensporen waren er niet, daar was de ondergrond te hard voor. De tocht deed een halfopen raampje klapperen. Verder was er niets dan doodse leegte in de grot. De stip in de hoogte was Boropov. Hij keek reikhalzend naar de bergkam, waar hij zijn doel voor het eerst zou zien.

    Met een zucht zette Boropov zich neer op langs de kant van de pas. Uitstapjes als deze waren geen lachertje, zeker niet met al die jaren levenservaring die zwaar op zijn schouders begonnen te wegen. Met zijn mouw veegde hij het zweet van zijn gezicht. Hij kon de wind horen bulderen langs de bergflank. In de verte rolde een steen de helling af. Verder was er niets, helemaal niets in deze woestenij.

    Boropov krabbelde recht, nam zijn tas weer vast en vertrok. Enkele sneeuwvlokjes dwarrelden naar beneden. "Vervloekt", dacht hij. Hier had hij niet op gerekend. De nacht zou zonder sneeuw al koud genoeg zijn.

     

     

     

     

    20-02-2011 om 00:00 geschreven door Henric Wybel  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Vuurman

    Voorovergebogen schikte hij één voor één de witgloeiende kolen. Een plotse vlaag van hitte steeg op. De man hapte even naar adem en blies toen de vlam in zijn pijp. Peinzend wisselde hij de tang voor een veger en stuurde de as resoluut de dieperik in. Sintels spatten op, die hij wapperend afweerde zodat zijn nette witte pak ongeschonden zou blijven. Hij moest er immers netjes uit zien voor de Dame van het Duister. De Vuurman deed nog een trekje aan zijn pijp, krabde in zijn haar en begon opnieuw. De Dame van het Duister zou tevreden zijn.

    06-07-2010 om 18:31 geschreven door Henric Wybel  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Langzaam
    LANGZAAM

    Langzaam vecht ik
    met het pardonloze papier
    onderdanig werk ik
    elk woord naar binnen,
    nog voor het weer naar buiten glipt

    Troosteloos probeer ik
    een blik te werpen
    over de murenhoge mappen heen.
    Langzaam ga ik
    ten onder
    .


    LANGZAAM (II)

    Langzaam vecht ik
    met het pardonloze papier
    vastberaden werk ik
    elk woord naar buiten,
    nog voor het weer naar binnen glipt

    Hoopvol werp ik
    een blikje, heel klein,
    op het bundeltje blaadjes.
    Langzaam kom ik
    er weer bovenop

    04-07-2010 om 18:07 geschreven door Henric Wybel  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    29-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.brouwsel
    Het bleke, troebele brouwsel schuimde in mijn glas.
    De beker kantelde aan mijn mond
    Het koele nat prikkelde mijn tong
    en heelde mijn gesprongen lippen,
    zoals geen labello ooit zou kunnen.
    Minuscule gasbelletjes zetten zich vast
    aan mijn verhemelte, om dan zonder boe of ba
    verzwolgen te worden.
    Langzaam werd de glasbodem zichtbaar.
    Verdorie, had ik dan toch te diep gekeken?

    29-06-2010 om 12:42 geschreven door Henric Wybel  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kameleon
    Zonder dat iemand het merkt
    verander je je achter je
    magische masker
    armen ontplooi je tot vleugels
    haren vormen veren
    stille lippen worden grofgebekt

    overmoedig vlieg je op
    snakkend naar hoogte,
    ruimte, vrijheid
    maar weer ben je blind voor het plafond

    en donder je naar beneden.

    26-06-2010 om 23:26 geschreven door Henric Wybel  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niets gedaan
    Voorzichtig open ik de poort
    van wereldwijde kennis.
    Voor eventjes, houd ik me voor.
    Informatie en kennis allerhande
    stromen bit voor bit
    draadloos mijn brein binnen.
    Plots deurgeklop, etenstijd.
    Verdomme
    weer niets gedaan.

    26-06-2010 om 23:25 geschreven door Henric Wybel  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)


    Archief per week
  • 27/08-02/09 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 14/02-20/02 2011
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs